TOELICHTING OP DE EINDTERMEN FARMEDUCA

advertisement
TOELICHTING OP DE EINDTERMEN FARMEDUCA
Deze toelichting geeft per onderwerp een nadere uitwerking in deelonderwerpen die onderdeel
moeten uitmaken van de initiële opleiding van artsenbezoekers.
IA. ALGEMENE MEDISCHE KENNIS
IA.1
Cytologie en histologie
Æ niveau: 1
•
de bouw van de menselijke cel;
•
de celkern en zijn functie: nucleus, nucleolus, chromosomen, autosomen en
geslachtschromosomen, DNA, genen;
•
het cytoplasma en de functie van de volgende celbestanddelen, endoplasmatisch
reticulum, ribosomen, centriole, mitochondriën, Golgi-apparaat en RNA;
•
het verloop van de celdeling (mitose en meiose);
•
de begrippen homozygoot, heterozygoot, genotype, fenotype, dominante en recessieve
genen;
•
de functies van de cel ademhaling en stofwisseling;
•
de begrippen weefsel, orgaan, orgaanstelsels;
•
de bouw en functie van de volgende weefselsoorten;
•
dekweefsel (epitheel, endotheel, klierweefsel);
•
bind- en steunweefsel (elastisch, reticulair en collageen bindweefsel, kraakbeen, bot en
vetweefsel);
•
spierweefsel (glad, dwarsgestreept en hartspierweefsel)- zenuwweefsel.
IA.2
Algemene ziekteleer
Æ niveau: 1
•
de etiologie van ziekteprocessen (endogeen en exogeen);
•
ontstekingsprocessen (besmetting, infectie, ontsteking, ontstekingsverschijnselen,
infiltraat, abces, flegmone);
•
groeistoornissen (atrofie, hypertrofie, aplasie, metaplasie, hyperplasie, hypoplasie,
benigne en maligne tumoren, metastaseringswegen);
•
congenitale afwijkingen (erfelijke aandoeningen en ontwikkelingsstoornissen tijdens
de zwangerschap);
•
stofwisselingsstoornissen (enzymstoornissen, hormonale stoornissen en verstoorde
voedselopname);
•
immunologische stoornissen (opportunistische infecties, allergische reacties en autoimmunologische reacties);
•
traumata (wonden, bloedingen, shock, vergiftigingen).
IA.3
•
Bouw, functie en ziekteleer
Æ niveau: 1
Het skelet en de gewrichten
- de functies van het skelet;
- de gewrichten (bursae, ligamenten, menisci);
- een viertal veel voorkomende aandoeningen van het skelet en de
gewrichten.
Het spierstelsel
- bouw en functie van dwarsgestreept en glad spierweefsel;
•
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 1 van 14
- een viertal veel voorkomende aandoeningen van het spierweefsel.
•
•
•
•
Het bloed
- de samenstelling van het bloed (bloedcellen en bloedplasma);
- de verschillende bloedcellen met hun afzonderlijke functie (erytrocyten,
granulocyten, lymfocyten, monocyten en trombocyten);
- de samenstelling van het bloedplasma (water, bloedeiwitten, zouten,
voedingsstoffen, afvalstoffen en hormonen);
- bloedeiwitten (antistoffen, albumine, fibrinogeen);
- bloed minus bloedcellen en fibrinogeen = bloedserum;
de functies van het bloed (transport, regulatie water- en zouthuishouding,
warmteregulatie en regulatie van de zuurgraad, afweerfunctie en bloedstolling);
- een viertal veel voorkomende aandoeningen van het bloed.
Het hart en bloedvatstelsel
- de grote en kleine bloedsomloop;
- de ligging en de bouw van het hart (boezems, ventrikels, kleppen, septum,
annulus fibrosis, pericard, epicard, myocard en endocard);
- de functies van de afzonderlijke delen van het hart;
- de fysiologie van het hart (sinusknoop, AV-knoop, bundel van His,
Purkinje vezels, polarisatie, depolarisatie en repolarisatie);
- de bloeddruk de bouw en functie van de bloedvaten (arteriën, venen,
capillairen);
- de bouw en functie van het lymfestelsel;
- een viertal veel voorkomende aandoeningen van hart en bloedvaten.
Het ademhalingsstelsel
- de bouw en functie van de bovenste luchtwegen (neus, neusbijholten,
pharynx, larynx);
- de bouw en functie van de longen (trachea, bronchiën, bronchioli en
alveoli);
- de bouw en functie van de longvliezen;
- de fysiologie van de ademhaling (buik- en borstademhaling);
- diffusie en transport van ademhalingsgassen;
- de regulering van de ademhaling;
- een viertal veel voorkomende aandoeningen van het ademhalingstelsel.
Het spijsverteringsstelsel
- de bouw van het spijsverteringskanaal met zijn hulporganen
(mond, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm, endeldarm,
anus, speekselklieren, alvleesklier, lever en galwegen);
- de ligging van de diverse delen en hulporganen de noodzakelijke
voedingsstoffen (water, koolhydraten, vetten, eiwitten, mineralen en vitaminen);
- de functies van de afzonderlijke delen van het spijsverteringskanaal;
- de functies van de hulporganen;
- het buikvlies (intra- en extraperitoneaal);
- de stofwisseling (celstofwisseling, anabolisme, katabolisme,
energievormen, enzymen, transport, diffusie, osmose, colloïd osmotische
druk, groei, regulatie van de stofwisseling);
- een viertal veel voorkomende aandoeningen van het spijsverteringstelsel.
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 2 van 14
•
•
•
•
•
IA.4
Het zenuwstelsel
- de twee hoofdfuncties van het zenuwstelsel (registreren/verwerken resp.
organiseren/ coördineren);
- de bouw en functie van het centrale zenuwstelsel (hersenen en
ruggenmerg);
- de bouw en functie van het perifere zenuwstelsel (afferent en efferent);
- de hersenvliezen;
- de liquor cerebrospinalis;
- de bouw en functie van de hersenen (grote en kleine hersenen, hersenstam,
thalamus, hypothalamus, hypofyse);
- de bouw en functie van het ruggenmerg;
- de bouw en functie van het autonome zenuwstelsel;
- de functionele systemen binnen het zenuwstelsel (sensibele, motorische en
limbische systeem);
- een viertal veel voorkomende aandoeningen van het zenuwstelsel.
Het endocriene stelsel
- de begrippen endocrien en exocrien;
- de bouw en functie van de belangrijkste endocriene organen (hypofyse,
schildklier, bijschildklieren, bijnieren, alvleesklier en geslachtsklieren);
- de diverse door bovenstaande klieren geproduceerde hormonen en hun
werking;
- de ligging van de genoemde endocriene klieren;
- één aandoening van elk van de genoemde endocriene organen.
Het urogenitaal stelsel
- de ligging en de bouw van de nieren en urinewegen;
- de functie van de nieren en de urinewegen (glomerulusfiltratie,
terugresorptie in tubulus systeem, transportfunctie ureteren en urethra, de
blaaslediging);
- de fysiologie van de homeostase (volumeregeling, regeling osmolaliteit,
uitscheiding eindproducten van de stofwisseling, regeling erythropoiese);
- de ligging, bouw en functie van de mannelijke geslachtsorganen;
- de ligging, bouw en functie van de vrouwelijke geslachtsorganen;
- een viertal veel voorkomende aandoeningen van het urogenitaal stelsel.
Het immunologisch systeem
- de ontwikkeling en de opbouw van het immunologisch systeem;
- humorale en cellulaire afweer;
- de begrippen passieve, actieve, natuurlijke en kunstmatige immuniteit;
- een viertal aandoeningen van het immunologische systeem.
De huid en de zintuigen
- de bouw en functies van de huid en zintuigen;
- een viertal aandoeningen van de huid;
- één aandoening van elk van de zintuigen.
Medische terminologie
•
betekenis;
•
uitspraak;
•
meervoudsvormen, voor- en achtervoegsels.
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 3 van 14
Æ niveau: 2
IB. ALGEMENE FARMACEUTISCHE KENNIS
Farmacologie (kinetiek en dynamiek)
De farmacokinetische fase
- absorptie
- distributie
- biotransformatie
- excretie
- farmacokinetische parameters
- cumulatie
Farmacodynamica
- werkingswijze
- receptoren
- de farmacon-receptor interactie
- specificiteit en selectiviteit
- dosis-responsrelaties
- het principe van antagonisme
Æ niveau: 2
IB.2
Farmaceutische technologie
•
Toedieningswegen
•
beschikbaarheid voor absorptie na orale toediening
•
toedieningsvormen
•
geneesmiddelen voor inwendig gebruik
•
geneesmiddelen voor uitwendig gebruik
•
bijwerkingen interacties
Æ niveau: 2
IB.3
Algemene farmacotherapie
•
toepassing van een geneesmiddel
•
kenmerken van een geneesmiddel
•
dosering van een geneesmiddel
•
misbruik van geneesmiddel
•
gewenning en verslaving
•
contra-indicaties
•
het recept
Æ niveau: 2
IB.4
De ontwikkeling van een geneesmiddel
•
de vondst van een nieuw farmacon
•
toetsing in modelsystemen
- de weefsel- en orgaankweek
- proefdiermodellen
- toxiciteitmodellen
- het farmacologische onderzoek
•
het principe van het moderne geneesmiddelonderzoek
•
het gecontroleerde therapeutisch experiment
•
het parallel onderzoek
•
het “cross-over” – onderzoek
•
de analyse van de onderzoeksresultaten
•
medisch-ethische commissies
Æ niveau: 2
IB.1
•
•
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 4 van 14
Æ niveau: 2
IB.5
Geneesmiddelonderzoek
•
het preklinisch geneesmiddelonderzoek
•
het klinisch geneesmiddelonderzoek (fase I t/m IV)
•
post-marketing surveillance
•
rapportage van bijwerkingen
•
interpretatie van onderzoeksgegevens en literatuur
IC.
GEZONDHEIDSZORGSTELSTEL EN RELEVANTE WETGEVING
IC.1
Structuur en financiering van de gezondheidszorg
ten aanzien van
Æ niveau: 2
•
stelsel van ziektekostenverzekeringen
(wettelijk/particulier);
•
kenmerken organisatie van de zorg: onderscheid
intra- en extramuraal;
•
rol overheid, adviesorganen, belangenorganisaties van
hulpverleners, instellingen, verzekeraars en verzekerden in het zorgsysteem;
•
opleidingsstructuur artsen (= voorschrijvers);
•
financiering van de zorg (premiestelsel);
•
tarifering (prijsstelling) van de zorg (COTG).
IC.2
Geneesmiddelenbeleid en –voorschriften
Æ niveau: 2
•
farmaceutische bedrijfskolom: distributiesysteem, rol Nefarma;
•
Wet op de geneesmiddelenvoorziening: toelating en bewaking geneesmiddelen,
inhoudsopgave van de wet;
•
prijsstelling geneesmiddelen (Prijzenwet);
•
invloed Europese richtlijnen;
•
Reclamebesluit geneesmiddelen inclusief beleidsregels;
•
Gedragscode geneesmiddelenreclame, inclusief nadere uitwerkingen en richtlijnen,
en het toezicht op de naleving; (niveau 3)
•
besluit etikettering en bijsluiters;
•
regeling farmaceutische hulp 1993: de functie van de 6 bijlagen, het
vergoedingensysteem o.a. GVS, de FTO’s;
IC.3
Overige wettelijke voorschriften inzake
•
•
•
•
Æ niveau: 2
octrooi- en merkenrecht: bescherming geneesmiddel en merknaam;
productaansprakelijkheid: definitie geneesmiddel als product, risico’s;
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): informatieplicht;
Wet medische experimenten (WME): klinisch geneesmiddelenonderzoek.
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 5 van 14
II.
ATTITUDES EN COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN
II.1
Beroepsethiek
Æ niveau: 4
•
het vermogen om de gedragscode, wetgeving en maatschappelijke normen en
waarden om te kunnen zetten in professioneel gedrag;
•
het verstrekken van volledige en nauwkeurige informatie dat in geen enkel opzicht
strijdig mag zijn met de van overheidswege goedgekeurde samenvatting van de
kenmerken van het geneesmiddel als voorgeschreven bij of krachtens de Wet op de
Geneesmiddelenvoorziening en/of de Wet inzake Bloedtransfusie;
•
de informatieverstrekking dient op een zodanige wijze te geschieden dat het
rationele gebruik van de betrokken geneesmiddelen in farmacotherapeutisch opzicht
wordt bevorderd en dat degene tot wie de informatie is gericht op generlei wijze
wordt misleid;
•
de presentatie dient ook overigens in overeenstemming te zijn met de Wet en te
voldoen aan de geldende normen van goede smaak en fatsoen, die zowel ten
opzichte van diegene tot wie de informatie is gericht als ten opzichte van de
branchegenoten in acht dienen te worden genomen.
II.2
Algemene principes van communicatie |
(verbaal en non-verbaal)
•
waarnemen
•
luisteren
•
spreken
•
samenvatten
•
interpreteren
•
visualiseren
Æ niveau: 3
II.3
Voeren van een gesprek
•
openen van het gesprek en bespreken gespreksagenda
•
vraagstellingstechnieken (open en gesloten vragen)
•
omgaan met tegenargumenten
•
herkennen van motieven bij de gesprekspartner
•
herkennen van signalen bij de gesprekspartner
•
inspelen op signalen bij de gesprekspartner
•
samenvatten
•
afsluiten van het gesprek
•
hanteren van gespreksondersteunende materialen
Æ niveau: 3
II.4
Klachtengesprekken (omgaan met klachten)
•
laten uitspreken (begrip tonen)
•
luisteren op kernpunten
•
kernpunten samenvatten
•
afspraken maken, hoe verder te handelen
Æ niveau: 3
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 6 van 14
II.5
Slecht nieuws boodschappen
•
boodschap kort aankondigen
•
boodschap afgeven - begrip tonen
•
korte motivatie geven
•
samenvatten
•
zo mogelijk (andere) oplossing aanbieden
Æ niveau: 3
II.6
(Telefonische) afspraakgesprekken
•
vragen naar de juiste persoon
•
doel van de afspraak bekend maken
•
keuzemogelijkheid aanbieden (-of- vraagstelling)
•
omgaan met tegenwerpingen
•
herhalen van gemaakte afspraak
•
bedanken voor de afspraak
Æ niveau: 3
II.7
Presentatietechniek
•
voorbereiding
•
structuren van de presentatie
•
hanteren van hulpmiddel(en)
•
uitvoeren van de presentatie
•
omgaan met een groep
•
leiden van een discussie
Æ niveau: 3
II.8
Bemannen van een stand
•
opbouw/inrichting van een stand
•
omgaan met bezoekers
Æ niveau: 3
II.9
Gastvrouw/gastheerschap bij groepsbijeenkomsten
•
inrichten van een ruimte
•
gasten ontvangen
•
sprekers inleiden
•
sprekers en gehoor bedanken
Æ niveau: 3
IIIA
SPECIFIEKE MEDISCHE KENNIS
IIIA.1 Anatomie, fysiologie en pathologie (inclusief de therapeutische
mogelijkheden medicamenteus en niet-medicamenteus) in relatie
tot het betreffende orgaan/orgaansysteem (zie bijlage I voor
indeling in groepen).
Æ
niveau 2
IIIA.4 Etiologie, symptomen, behandeling en preventie van de ziekte of stoornis waarvoor het
betreffende farmaceutische product is geregistreerd.
Æ
niveau 3
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 7 van 14
IIIB
SPECIFIEKE FARMACEUTISCHE KENNIS
IIIB.1 Werkingsmechanismen, toedieningsvormen, contra-indicaties,
relevante kennis van de samenstelling en bijwerkingen van
farmaceutische producten met dezelfde indicatie(s) als het
geneesmiddel dat onder de aandacht wordt gebracht
(zie bijlage II voor de indeling in groepen).
IIIB.2 Werkingsmechanisme , toedieningsvormen, indicaties en
contra-indicaties, relevante kennis van de samenstelling,
doseringen en bijwerkingen van het farmaceutisch
product dat onder de aandacht wordt gebracht.
IIIC
Æ
niveau 2
Æ
niveau 3
SPECIFIEKE PRODUCT KENNIS
IIIC.1 Uitkomsten van onderzoek
Æ
niveau 3
IIIC.2 Lezen en interpreteren van methoden en resultaten van (wetenschappelijk) onderzoek
(Evidence Based Medicine)
Æ
niveau 3
IIIC.3 Positionering en de concurrentie
Æ
niveau 3
IIIC.4 GVS en prijzen
Æ
niveau 3
IIIC.5 Product gerichte gespreksvoering
Æ
niveau 4
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 8 van 14
BIJLAGE I
Indeling in groepen op basis van het Farmacotherapeutisch Kompas ten behoeve
van specifieke invulling eindterm IIIa.1 (nummering verwijst naar indeling van het Farmaceutisch
Kompas):
Voorbeelden:
- voor product Berotec is eindterm IIIa.1: anatomie, fysiologie en pathologie van de tractus
repiratorius:
- voor product Pregnyl is eindterm IIIa.1: anatomie, fysiologie en pathologie van hypofyse en
hypothalamus.
I
Psychische aandoeningen
•
Anatomie van het centraal zenuwstelsel
•
Fysiologie en pathologie van psychische stoornissen
•
DSM-IV (diagnostic and statistical manual of mental disorders)
II
Neurologische aandoeningen
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van het centraal zenuwstelsel
III
Anaesthetica en spierrelaxantia
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van het zenuwstelsel
IV
Bloed
•
Samenstelling en functie van het bloed
•
Pathologie van het bloed en bloedbereidende organen
V
Tractus circulatorius
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van het hart en bloedvatstelsel
VI
Tractus digestivus
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van het spijsverteringskanaal
VII
Tractus respiratorius
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van de ademhalingsorganen
VIII
Tractus uropoeticus
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van de nieren en urinewegen
IX
Tractus genitalis femininus
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van de vrouwelijke geslachtsorganen
X
Dermatologica
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van de huid
XI
Middelen bij KNO-aandoeningen
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van het oor
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van de bovenste luchtwegen
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 9 van 14
XII
Ophthalmologica
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van het oog
XIII
Middelen bij infectie ziekten
•
Anatomie en fysiologie van het afweersysteem
•
Ziekteverwerkers: bacteriën, virussen, schimmels, protozoën en wormen
XIV
Hormonen en stofwisseling
•
A: Anatomie, fysiologie en pathologie van de bijnieren
•
B: Anatomie, fysiologie en pathologie van testis en ovaria
•
C: Anatomie, fysiologie en pathologie van de hypofyse en hypothalamus
•
D: Anatomie, fysiologie en pathologie van de pancreas (endocrien)
•
E: Anatomie, fysiologie en pathologie van de schildklier
•
D: Anatomie, fysiologie en pathologie van de bijschildklieren
XV
Analgetica, antirheumatica en jichtmiddelen
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van het skelet- en spierstelsel
•
Anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel
XVI
Vitamines en mineralen
•
Fysiologie en pathologie van de vitaminehuishouding
XVII
Middelen bij maligne aandoeningen
•
Anatomie, fysiologie van de cel en pathologie van de cel/celdeling
•
Symptomen, diagnostiek en behandeling van de meest voorkomende maligne
tumoren
XVII
Middelen bij allergische aandoeningen
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van het immuunsysteem
XIX
Diverse preparaten
•
A: Symptomen en behandeling van de meest voorkomende vergiftigingen
•
B: Anatomie, fysiologie en pathologie van het immuunsysteem
•
C: Symptomen, diagnostiek en behandeling van verslaving(sziekten)
•
D: Symptomen, diagnostiek en behandeling van adipositas
•
Et/mG: geen specifieke eisen
XX
Dieetpreparaten en voedingsmiddelen
•
Anatomie, fysiologie en pathologie van het spijsverteringskanaal
•
Symptomen, diagnostiek en behandeling van ziekten door tekort of overmaat aan
voedingsstoffen.
XXI
Middelen in de tandheelkunde
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 10 van 14
BIJLAGE II
Indeling in groepen op basis van het Farmacotherapeutisch Kompas ten behoeve van eindterm IIIB.1
(nummering verwijst naar indeling in het Farmacotherapeutisch Kompas).
Voorbeelden:
- voor product Berotec is eindterm IIIB.1: werkingsmechanismen,
toedieningsvormen, contra-indicaties en bijwerkingen van middelen bij astma en
chronische obstructieve longziekte met een zelfde indicatie;
- voor product Pregnyl is eindterm IIIB.1: werkingsmechanisme,
toedieningsvormen, contra-indicaties en bijwerkingen van hormonen van de
hypofyse voorkwab met een zelfde indicatie
NB. Bijgaand overzicht geeft slechts een indicatie van de geneesmiddelen die in een productgroep
vallen. Steeds zal binnen de aangegeven productgroep moeten worden bezien in hoeverre de
indicaties overeenkomen.
Sommige van de in het Kompas opgenomen groepen zijn niet in onderstaand overzicht opgenomen
omdat het hier "restgroepen" betreft waarin farmaceutische producten met uiteenlopende indicaties
zijn opgenomen. Voor deze farmaceutische producten geldt dat indien er middelen zijn met dezelfde
indicatie deze in eindterm III.3 moeten worden behandeld.
Centraal zenuwstelsel (psychische aandoeningen)
I
A
B
C
D
E
F
G
Hypnotica
Sedativa
Anxiolytica
Antipsychotica
Lithium
Antidepressiva
Psychostimulantia
Centraal zenuwstelsel (neurologische aandoeningen)
II
A
B10
B20
B30
C
D
Anti-epileptica
Parkinsonmiddelen
Middelen bij multiple sclerose
Middelen bij amyotrofische lateraal sclerose
Vertigomiddelen
Migrainemiddelen
Anesthetica en spierrelaxantia
III
A10
A20
B
Algehele anaesthetica
Lokale anaesthetica
Spierrelaxantia en antagonisten
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 11 van 14
Bloed
IV
A10
A20
B
C
D
E
F
Haematopoetica
Anabole steroïden bij aplastische anemie
Lipidenverlagende middelen
Antithrombotica en thrombolytica
Haemostatica
Bloedproducten en plasmavervangingsmiddelen
Hematopoëtische groeifactoren
Tractus circulatorius
V
A
B
C
D
E
F
G
H
K
L
M
N
Hartglycosiden
Beta-blokkerende sympathicolytica
Calciumantagonisten
RAS-remmers
Nitraten
Anti-arrhythmica
Middelen bij coronaire aandoeningen
Middelen bij hartfalen
Middelen bij perifere doorbloedingsstoornissen
Antihypertensiva
Antihypotensiva
Varicoscleroserende middelen
Tractus digestivus
VI
A
B
C
D
E
F
G
H
K
Middelen ter beïnvloeding van peptische aandoeningen
Darmtonusbeïnvloedende middelen
Anti-emetica
Antidiarrhoica
Laxantia
Middelen bij chronische darmontstekingen
Lithiasismiddelen
Pancreasenzymen
Middelen bij meteorisme
Tractus respiratorius
VII
A
B
C
Middelen bij hoest en verkoudheid
Middelen bij astma en chronische obstructieve longziekte
Middelen bij overige luchtwegaandoeningen
Tractus uropoeticus
VIII
A
B
C
Diuretica
Middelen bij niersteenkoliek
Middelen bij mictiestoornissen
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 12 van 14
Tractus genitalis femininus
IX
A
B
C
D
Uterustonica en hormonale ocytocica
Uterusspasmolytica
Middelen bij vaginale aandoeningen
Lokale anticonceptiva
Dermatologica
X
B
C
D
E10
E20
F
G
H
M
O
P
Corticosteroïden voor lokaal gebruik
Antimycotica voor lokaal gebruik
Scabicide en pediculide middelen
Antimicrobiële middelen voor lokaal gebruik
Antivirale middelen voor lokaal gebruik
Antiseptica en desinfectantia
Middelen bij acné vulgaris
Keratolytica
Middelen voor wondbehandeling
Middelen bij psoriasis
Middelen bij hemorroïden
Middelen bij keel-, neus- en ooraandoeningen
XI
A10
B10
B20
C
Mond- keelmiddelen, antimycotica
Decongestiva
Anti-allergica
Middelen bij ooraandoeningen
Ophtalmologica
XII
A
B
C
D
E
Decongestiva en adstringentia
Mydriatica
Middelen bij glaucoom
Middelen bij ooginfecties
Ophtalmologica met corticosteroïden
Middelen bij infectieziekten
XIII
A
A90
A100
B
C10
C20
D10
D20
E
Anti-microbiële middelen
Tuberculosemiddelen
Antileprotica
Anti-thelmintica
Malariamiddelen
Overige antiprotozoïca
Antiretrovirale middelen
Overige antivirale middelen
Antimycotica
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 13 van 14
Hormonen en stofwisseling
XIV
A10
A20
B10
B20
B30
B40
B50
B70
B80
C10
C20
C30
D10
D20
E10
E20
F
Mineralocorticoïden
Glucocorticoïden
Androgenen
Oestrogenen
Progestagenen
Anticonceptiva
Overige combinatiepreparaten
Anabole steroïden
Antihormonen
Hormonen van de hypofysevoorkwab
Hormonen van de hypofyseachterkwab
Hormonen van de hypothalamus
Bloedglucoseverlagende middelen
Bloedglucoseverhogende middelen
Thyreomimetica
Thyreostatica
Calciumregulerende middelen
Analgetica, antirheumatica en jichtmiddelen
XV
A
B
D
E
Niet-opoïden
Opoïden
Middelen bij chronische gewrichtspijn
Middelen bij jicht
Toelichting op eindtermen Farmeduca
pagina 14 van 14
Download