Prettig Motiveren van Teenagers

advertisement
" Prettig
Motiveren van Teenagers "
door Hilde Van Wassenhove, pedagoge
[email protected]
samenvatting via S.M.I.K. te Kasterlee, 16 09 2008
Inleiding Motiveren
Onze kinderen krijgen we zonder bijgeleverde handleiding, terwijl we dat bij ieder ander
product wel verwachten.
Tieners zien er weliswaar groot uit, vinden zich ook groot maar de hersenen zijn nog niet
volgroeid en zijn gelijk die van jonge kinderen. Als bij kinderen van 4-5 jaar is de volgorde:
eerst zien, dan handelen, dan denken en niet zoals het later bij volwassenen wordt: ziendenken-handelen.
Het beeld van de ijsberg
Ons menselijk brein is vergelijkbaar met een ijsberg: het bovenwatergedeelte is het bewuste :
dat is de kapitein die de koers uitzet. Het grote onderwatergedeelte is het onderbewustzijn:
kennis, vaardigheden: de matrozen.
De kapitein is nog onderontwikkeld bij tieners.
De kapitein spreekt de taal van de volwassenen.
De ouder speelt - zeker in het begin de rol van kapitein.
De matrozen spreken de taal van 5-6 jarigen: de wereld is zwart of wit, goed of fout.
De matrozen willen het de kapitein naar de zin maken.
Typisch voor 5-6 jarigen: van alles willen weten: waarom? Willen een uitleg voor alles.
Concreet taalgebruik. Dat is de taal van de matrozen.
Zoals het woord "niet" door de matrozen niet gehoord wordt.
Iets wat met "niet" verboden wordt, wordt juist wel aantrekkelijk om te gaan doen.
"Niet tv kijken" resulteert in tv kijken. "Niet slordig zijn" resulteert in slordig zijn.
Gedachtenexperiment: " wilt u nu even niet aan de Eiffeltoren denken. "
Dus op andere manier aanspreken zonder "niet" te gebruiken:
Algemeen, je kunt iemand alleen motiveren voor iets, niet tegen iets.
Wees concreet en positief.
Geef een beeld van het eindresultaat, benoem het eindresultaat.
Wees zelf enthousiast. Bij de mededeling "gezellig opruimen" –uitgesproken met een luide
zucht en kennelijk tegen de zin- zijn de matrozen zo weg.
Spreektaal voor de matrozen:
-concreet
-tegenwoordig
-met eindresultaat
-het wordt "niet" vermijden
Tieners worden langzamerhand zelf ook al een beetje kapitein, dat moeten ze leren.
Hoe komen gewoontes tot stand?
Het aanleren van een goede gewoonte is een goed instrument.
In de vorm van negatieve en positieve aandacht.
VB:
+ kind maakt een tekening op papier -> ouder geeft compliment
- kind maakt tekening op zetel -> ouder boos
Na veel tekeningen blijft een optelsom van plussen en minnen over, eindresultaat is "tekenen
= leuk", veralgemenen.
Hoe een gewoonte aanleren:
1. door inprenting:
vaak herhalen, het wordt waar, matrozen gaan zichzelf waarmaken, zichzelf waarmakende
gedachten.
Verwachting (ook van de ouder), vertel dat het heel normaal is.
Vertrouwen geven.
Inprentingen in het positieve kiezen.
VB: "jullie hebben altijd en overal een oplossing voor"
bij verkoudheid: "na 1 dag zijn jullie genezen"
Als dit vaak genoeg herhaald wordt , dan worden dit op een gegeven moment feiten.
Vertrouw er op dat het uiteindelijk goedkomt, met vallen en opstaan natuurlijk. Verwacht de
goede resultaten.
2. door identificatie:
Ze kijken naar jou, ze doen je na, je bent hun voorbeeld.
"Ruzies los je op door te spreken", dat dan wel zelf ook doen.
Ze kopieren je gedrag.
Waaraan erger je je het meest in het gerag van je kinderen?:
a.en het lastigst om te zien: gedrag dat ze van jou overnemen, kopieren
b.ze doen teveel van wat jij te weinig doet
3. door aandacht
VB:
tijdens spitsuur in het gezin spelen kinderen rustig: ouders bemoeien zich er niet mee
versus: kinderen zijn dan aan het ruziemaken: ouders boos
conclusie: ruziemaken wordt beloond met aandacht, en dat gedrag wordt herhaald (negatieve
aandacht is net zo goed aandacht)
Bij ruzie: "jullie kunnen dat zelf wel oplossen"
Let er dus goed op waar je aandacht aan geeft.
Negatieve aandacht: is voor kinderen beter dan geen aandacht,
negatief wordt dan de gewoonte, ze weten niet anders.
Niet willen betekent vaak dat ze niet weten hoe.
Bij tirannie stoppen ze gewoon oordoppen in, ze horen dat niet, dat werkt dus niet.
Tieners zijn daarvan al helemaal niet meer onder de indruk.
Onze boosheid beloont het niet doen.
Inprentingen / boodschappen:
-het is OK als je anders bent
-het is OK als je fouten maakt (leugentjes doen ze na!)
-het is OK als je negatieve emoties uit (jaloezie, verdriet, boosheid,..)
maar niet elk gedrag is OK (slaan,..)
-het is OK als je meer wil
-het is OK nee te zeggen, maar uiteindelijk zijn vader / moeder de baas
VB
"Ik wil schoenen met hoge hakken, iedereen draagt hakken."
Beter dat ouder een beetje structuur aanbrengt: "het mag niet van mijn moeder".
Positief motiveren om mee te werken.
Dreigen met straf werkt zolang je er naast staat, maar motiveert niet.
De straf moet ook steeds zwaarder zijn, terwijl de tiener steeds handiger wordt in het ontlopen
daarvan.
1-Vraag medewerking, zeg wat je wil, spreek hen aan als evenwaardig.
VB bekvechten
Bekveschten wordt beloond door:
-aandacht
-bekvechten te beantwoorden met bekvechten
het is zinloos, het gaat om details, het is tijdrekken. Het beste ter zake te blijven of te lachen!
in ieder geval er niet op in te gaan.
2-Luisteren naar ja of nee:
Betekent nog niet dat je er ook mee accoord moet gaan, je hoeft de mening niet te volgen.
Laat ze zelf met idee / oplossing komen.
Op rustige momenten afspraken maken -> en die gewoonte laten worden.
De dialoog openhouden.
3- Belonen
Niet materieel.
VB: "doe dit klusje snel, dan mag je tv kijken",
maar niet dreigen " als je het niet snel doet dan mag je geen tv kijken"
Simpel en met snel resultaat. Gebruik dit vooral als het toch zou gebeuren (bijv. hij zou toch
wel tv mogen kijken), zgn. teasers.
Als dit niet lukt dan mogelijkheid:
4- de eis
speel de "kapotte grammofoonplaat", de "muur"
Rustig blijven, en volhouden.
Bij de meest fantastische kinderen af en toe toch nodig.
Vooral niet dreigen, dan gaat de gelijkwaardigheid verloren.
5-time out (zet ze de kamer uit)
periode van afkoeling, straks verder maar even pauze
Schrap het "moeten" daarmee is de motivatie weg.
Ouders zijn niet perfect, maar dat kennen pubers nog niet: in hun zwart wit denken is het
perfect of helemaal niets.
Invoeren van nieuwe gewoonten
-kies één gewoonte
-bepaal het eindresultaat
VB: schoenen heb je aan of ze liggen in de kast
van tevoren de overtuiging uitstralen dat het gaat lukken, ander reageren ouders alleen op
negatieve dingen.
3 weken lang 7d per week hard werken, geen uitzonderingen maken
dan kan het een nieuwe gewoonte worden
de hersenen hebben gewoonweg 3 weken nodig om een gewoonte te laten inslijten
vergelijk met een pad door het hoge gras, dat ontstaat door er vele malen overheen te lopen
-visualiseren, de voordelen kennen en de voordelen noemen
bespreek het, lok ze naar het succes;
blijf ze er aan herinneren
bij goed gedrag - belonen
bij fout gedrag - mogelijke reacties:
of - boos worden, brullen, zie je wel dat je het niet doet/kunt = foute reactie
of - het zelf gaan doen (bijv opruimen) = foute reactie
of - kijken, opmerken, oeps:vergeten -> ze gaan het doen
Reageer hard op de feiten maar zacht op de persoon, en niet omgekeerd.
-breng meetpunten aan (vgl. labo), en accepteer dat het een aantal keren fout gaat als
meetfouten, als blijk van vertrouwen, naar het resultaat toewerken. Anders komt de reactie:
het heeft toch geen zin.
VB thuiskomen om 23.00, ze komt om 23.20; mogelijk reacties:
of - "je bent niet te vertrouwen" -> volgende keer weer niet goed
of - stel een vraag "waarom?" en luister naar de reden, die je niet hoeft te accepteren
natuurlijk
"te laat vertrokken" -> "volgende keer beter"
"hoe gaan we dat de volgende keer beter doen?"
soms geven we tieners vrijheden die ze niet aankunnen:
"ik heb mij vergist"
"ik heb je iets gevraagd dat je nog niet aankunt"
en vervolgens de vrijheid terugschroeven
of - ludieke manier:
"ik trek iets af van je zakgeld en dat gaat in een spaarpotje voor bloemen, als je sporttas niet
is opgeruimd"
-> de communicatie openhouden,
probeer te breiken : eerst denken dan doen
Als je in je humeurigheid dingen zegt , kom er later op terug "ik heb dommigheden gezegd".
Denk aan het kopieergedrag, zowel van het schreeuwen in humeurigheid, als ook het er op
terugkomen.
Probeer het te formuleren dat het niet het kind fout is maar dat jij er last van hebt.
VB: jij vindt dat het kind moet opschieten voor school , het kind vindt dat het heeft alle tijd
heeft.
Aanbevolen Literatuur:
"Men are from Mars, Women are from Venus, Children are from Heaven: How to Have
Strong, Confident Children" (Mars en Venus krijgen een Kind ISBN 9046150089)
John Gray, (Harper Collins 1999)
ISBN-13: 978-0091826161 Vermilion 1999
"Praten met je Kind", Ann Verboven, (ISBN 978 9002 222610)
"Praten met je Tiener", Peter Adriaenssens (ISBN 9789020967593)
"Children: The Challenge : The Classic Work on Improving Parent-Child Relations-Intelligent, Humane & Eminently Practical " (Kinderen dagen ons uit)
Rudolf Dreikurs und Vicki Soltz, (1964), Plume, 1991
ISBN-13: 978-0452266551
"Teach your Children how to think"
Dr Edward de Bono, McQuay 1992
ISBN 0-14-023830-1
"The Optimistic Child"
Martin E.P. Seligman, Ph.D., Harper 1995
ISBN-13: 978-0060977092
"Geweldloze Communicatie", Marshall B. Rosenberg
1996 ISBN-13: 978-9056378547
Samenvatting: Volgens de Amerikaanse klinisch psycholoog Marshall B. Rosenberg (1934) is
de manier waarop we communiceren - meestal onbedoeld - gewelddadiger dan we beseffen
doordat de uitdrukkingen die we gebruiken vaak nodeloos beschuldigend zijn. Hij laat aan de
hand van sprekende voorbeelden zien dat het ook anders kan: helder, direct en met aandacht
en respect voor beide partijen. Zo worden latente conflicten voorkomen, verlopen
onderhandelingen soepeler en kunnen gesprekken snel en met het gewenste resultaat worden
afgesloten. Kortom, de communicatie verloopt ontwapenend en doeltreffend.
De belangstelling voor Rosenbergs benaderingswijze is groter dan ooit. De Verenigde Naties
ondersteunen zijn werk overal ter wereld, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten, het voormalige
Joegoslavië, Rwanda, Sierra Leone en Sri Lanka. In Nederland en België houdt het Centrum
Geweldloze Communicatie zich al jaren bezig met het bekendmaken en trainen van het
model, niet alleen in de privé-sfeer, maar ook op de werkplek, op school en in de politiek.
Download