Voorwerpen raden in het donker door voelen, ruiken, horen

advertisement
Wat is het?
Voorwerpen raden in het donker door voelen, ruiken, horen, proeven
Aankondiging: Vanavond gaat het over licht en hoe afhankelijk we zijn van
dat licht. Dat zullen we op verschillende manieren gaan ervaren.
Materiaal: Spullen om te voelen (een spons, blaadje van een boom,
(natte)boterham), spullen om te ruiken, (tomatenketchup, drop, azijn),
spullen om te proeven (jam, stroop, pindakaas, yoghurt), geluiden die je
kunt afspelen (typen op het toetsenbord, deur op slot draaien, iemand die
in het grind loopt, water dat wegloopt), blinddoeken (theedoeken), lepels
en drie lakens of drie dozen die je kunt afsluiten.
Voorbereiding: Neem de geluiden op die je kunt afspelen
Werkwijze: Maak vier groepjes en verdeel elk groepje over een tafel, waar
of een voorwerp ligt om te voelen of te ruiken of te proeven of een geluid
om te luisteren. Leg over de voorwerpen een groot laken of stop de
voorwerpen in de afgesloten doos. De voorwerpen die ze moeten proeven,
kunnen ook worden aangereikt door de leiding.
Het is de bedoeling dat de kinderen, met een blinddoek voor, raden welk
voorwerp ze voelen, ruiken, horen of proeven.
Afronding: Ga in gesprek met de tieners over hoe belangrijk licht is in ons
leven. We zijn afhankelijk van het licht om ons heen. Daarom lezen we
vandaag een gedeelte uit de Bijbel waar in God gebiedt dat het licht aan
moet gaan in deze wereld.
Aankondiging: Zoals bouwvakkers op een vroege
wintermorgen, wanneer ze aan de slag gaan, eerst de
bouwlampen aandoen om het aardedonker te verdrijven,
zo doet God op de eerste scheppingsdag het licht aan. Met
als gevolg dat de duisternis wegvlucht.
Lees: Genesis 1: 1-5
Werkwijze:
Laat de tieners nadenken over de volgende vragen:
1. Lees de verzen nog een keer en maak twee
kolommen. Schrijf aan de ene kant alle dingen uit
de tekst op wat met duisternis te maken heeft en
aan de andere kant alles wat met ‘licht’ te maken
heeft.
2. Waarom maakte God scheiding tussen licht en
duisternis, denk je?
3. Wat laat dit gedeelte ons zien over God?
Afronding: God wil licht in de duisternis. God zegt: ‘Er moet
licht komen.’ God is geen God van duisternis, maar een God
van licht!
Een wereld vol licht en duister
Tieners ontdekken duisternis en licht in de wereld.
Materiaal: groot vel papier met daarop een cirkel die de wereld voorstelt,
post-it briefjes en pennen/stiften
Aankondiging: We hebben net gelezen over hoe God de wereld schiep. Nu
gaan we kijken welke lichtpunten er zijn in deze wereld, maar ook welke
duisternis er heerst over deze wereld.
Werkwijze: Teken op een groot vel papier een grote cirkel en knip deze uit.
Beplak de ene helft met geel papier en de andere helft met zwart papier. Leg
dit in het midden van de zaal op de grond en ga er met de tieners om heen
zitten. Geef de tieners allemaal een stuk of vijf post-it briefjes waarop ze lichten/of duistere punten vanuit deze wereld kunnen schrijven en op de grote
cirkel kunnen plakken.
Afronding: Ga met de tieners in gesprek over de onderwerpen die ze op de
wereldbol hebben geplakt. Wat zien ze in deze wereld gebeuren? Is er nog
iets over van hoe God deze wereld geschapen en bedoeld heeft?
Observatiespel
Tieners ontdekken dat je een scherpe
blik nodig hebt, om veranderingen te
ontdekken.
Diapresentatie
Tieners ontdekken dat de wereld
ineens
veranderd kan zijn als het licht aangaat.
Materiaal: Aankondiging: God veranderde de
duisternis in licht. God wil ook in jouw
leven de duisternis in licht veranderen,
maar je moet er wel oog voor hebben.
Hoe scherp is jouw blik?
Speluitleg: Eén speler gaat naar de gang.
De rest van de groep bedenkt iets wat ze
kunnen ruilen of verplaatsen in de
ruimte. De speler mag terugkomen en
moet nu raden wat er is veranderd. Wie
is de beste observator van de groep?
Suggesties van voorwerpen, die geruild
kunnen worden: kledingstuk, sieraad,
bril, pen, bijbel, stoel.
Afronding: Soms zijn veranderingen
goed zichtbaar en soms lastig zichtbaar.
Merk jij veranderingen in de wereld op?
Materiaal: zaklamp, donkere ruimte
Aankondiging: Mag het licht aan! Wat
gebeurt er en wat zie je als ineens het
licht aangaat?
Speluitleg: Verdeel de spelers in een
groepje acteurs en een groep
toeschouwers. Terwijl de zaklamp aan
is, fluistert de spelleider de acteurs een
onderwerp in. Dan doet hij het licht
uit. De acteurs stellen zich snel op. Als
het licht aangaat bevriezen ze en raden
de toeschouwers wat de scène
voorstelt.
Suggesties voor scenes: een kind dat
gestraft
wordt op school, een bankoverval,
voetbalwedstrijd, boodschappen doen
in een supermarkt, reizen met de trein,
spoedgeval op de eerste hulp.
Afronding: Hoe brengt God ook nu nog
licht in deze wereld?
Download