Big Images – Visuele communicatie De Fysische laag: symmetrisch v.w.b. zenden - ontvangen •oorsprong en aard van het licht •licht als deeltjes •licht als golven •licht als energie •de verlichtingsvergelijking •absorptie en verstrooiing; kleurenperspectief •het ruimtelijke gedrag van licht •breking en lenzen •de perspectivische projectie •samenvatting Kees van Overveld -1- Big Images – de fysica van het licht oorsprong en aard van het licht • Straling van een gloeiend voorwerp: een continue verdeling van de energie over die alleen van de temperatuur T van het stralende lichaam afhangt • Energieovergangen in atomen tussen discrete electrontoestanden veroorzaken licht-quanta (fotonen) met precies bepaalde electron in aangeslagen toestand bezette toestanden Kees van Overveld beschikbare toestanden electron valt naar lagere energietoestand; energieoverschot E wordt uitgezonden als licht met golflengte =hc/E -2- Big Images – de fysica van het licht de verlichtingsvergelijking d2R P l ri i b u d2S Kees van Overveld -3- Big Images – de fysica van het licht de verlichtingsvergelijking d2Eretina=P cos i cos4l AP d2R / 32 3ri2b2 cos u d2R P l ri i b u d2S Kees van Overveld -4- Big Images – de fysica van het licht eigenschappen van de verlichtingsvergelijking waargenomen lichtintensiteit: evenredig met cos4 l : bij 45 graden nog slechts 25% over interpretatie van : o.a. verschil tussen glimmend en dof evenredig met cos i : plasticiteit geïnterpreteerd als reliëf het geval dat u =i : de volle maan evenredig met 1/cos u geen afhankelijkheid van v afhankelijkheid van r de rol van de grootte van de pupil AP bron en detector komen niet symmetrisch voor Kees van Overveld -5- Big Images – de fysica van het licht evenredig met cos4 l moeilijk om homogene gevoeligheid te krijgen voor grote kijkhoeken (fish-eye lenzen; endoscopen) Kees van Overveld -6- Big Images – de fysica van het licht interpretatie van simpel empirisch gedrag van (Phong-shading: computer graphics (1973)) = =cos(hoek tussen normaal en halfway-richting) halfway-richting = richting midden tussen inkomende en teruggekaatste straal =1: i=u (conditie voor symmetrische weerkaatsing) <1: iu (conditie van symmetrische weerkaatsing geldt niet) = 0: dof (Lambert oppervlak) = : perfecte (Snellius) spiegel Kees van Overveld -7- Big Images – de fysica van het licht interpretatie van plaatselijk verschil in kleurverschillen in een glimmendheid is een oppervlak worden vaak veroorzaakt door verschillende verschil in spectrale afhankelijkheid van Kees van Overveld hangt soms niet alleen af van hoek met de oppervlakte normaal, maar ook van de invalsen terugkaatsingsrichting -8- Big Images – de fysica van het licht evenredig met cos i indien mogelijk worden helderheidsverdelingen geïnterpreteerd als zijnde afkomstig van veranderingen in i , en dus als reliëf Kees van Overveld -9- Big Images – de fysica van het licht het geval waar u =i in elk punt van de volle maan zijn de kijkrichting en de lichtrichting gelijk. Een Lambert-oppervlak geeft dan uniforme helderheid. Kees van Overveld -10- Big Images – de fysica van het licht evenredig met 1/cos u nabij een silhouet verschijnen heldere randen Kees van Overveld -11- Big Images – de fysica van het licht afhankelijkheid van 1/r2 Eén puntbron: lichtveld wordt gedomineerd door 1/r2 gedrag: dramatisch clair-obscur, kenmerkend o.a. voor 17e eeuwse binnenhuistaferelen. Kees van Overveld Homogene verdeling van puntbronnen (o.a. door atmosferische verstrooiing): buitenlicht kent geen clair-obscur: kenmerkend voor o.a. veel impressionistische landschappen. -12- Big Images – de fysica van het licht geen afhankelijkheid van 1/v2 als de verlichtingsvergelijking zich gelijk zou gedragen voor r en v zouden verafgelegen vlakken donker lijken Kees van Overveld verafgelegen vlakken met gelijke en gelijke oriëntatie lijken echter precies even helder als nabije -13- Big Images – de fysica van het licht de rol van de grootte van de pupil kleine pupil: grote pupil: •geringe intensiteit •hoge intensiteit •hoge scherpte •geringe scherpte •scherp over groot diepte-interval •scherp over klein diepte-interval Kees van Overveld -14- Big Images – de fysica van het licht absorptie en verstrooiing Absorptie: als een laag ter dikte h een fractie K (K=K(); K<1) van de lichtintensiteit absorbeert, wordt de lichtintensiteit een functie van de afstand x: L (x)= L 0 exp (-Kx/h) ) Verstrooiing: Einstein gaf een afleiding van de empirische Tyndall-formule: Lscatterred () = L 0 -4 Kees van Overveld -15- Big Images – de fysica van het licht absorptie en verstrooiing Kees van Overveld -16- Big Images – de fysica van het licht absorptie en verstrooiing Leonardo da Vinci’s ‘De maagd in de grot’ is een vroeg voorbeeld van het gebruik van atmosferisch perspectief in de beelden kunst Kees van Overveld -17- Big Images – de fysica van het licht perspectief Geometrische eigenschappen van een lichbundel: 1. richting is behouden 2. uiteindelijk zal elke niet-parallelle lichtbundel divergeren 3. afbeelding van een punt in de ruimte naar een punt in het beeld is een centrale projectie (d.w.z. een projectie met een projectiecentrum) Kees van Overveld -18- Big Images – de fysica van het licht perspectief … maar waarom is er een projectiecentrum? Kees van Overveld -19- Big Images – de fysica van het licht perspectief Eigenschappen van centrale projecties Klassiek perspectief: (Italiaanse renaissance, Brunelleschi (13771446)): horizon, lijnen lijnen, punten punten, met name doorsnijdingen doorsnijdingen Kees van Overveld -20- Big Images – de fysica van het licht perspectief De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst Egyptische kunst: in ca. 3000 jaar ‘stijlvast’; geen behoefte aan weergave van geometrisch perspectief Kees van Overveld -21- Big Images – de fysica van het licht perspectief De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst Byzantijnse kunst: ‘omgekeerd’ perspectief om religieuze redenen Kees van Overveld -22- Big Images – de fysica van het licht perspectief De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst Late gotiek: matig succesvol met het weergeven van geometrisch perspectief: Inzicht ‘één schilderij, één kijkpunt’ ontbrak nog. Kees van Overveld -23- Big Images – de fysica van het licht perspectief De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst Doorbraak: Massacio met éénpuntsperspectief (vroege Itraliaanse Renaissance). Het concept werkte dankzij de voorspelbare, vaste plaats van de kijker Kees van Overveld -24- Big Images – de fysica van het licht perspectief De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst Volledige beheersing van het meerpuntsperspectief door de Hollandse meesters uit de gouden eeuw. Kees van Overveld -25- Big Images – de fysica van het licht perspectief De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst Begin 20e eeuw: kubisme: loslaten van de veronderstelling van één kijkpunt per schilderij verschuiven van de verantwoording van schilder naar kijker; kijken = bemonsteren, d.w.z. een dynamisch, aandacht-gestuurd proces Kees van Overveld -26- Big Images – de fysica van het licht perspectief De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst De Chirico (en anderen): het gebruiken van opzettelijk ‘fout’ perspectief voor schilderkunstige doelstellingen (creëren van een vervreemdende sfeer) Kees van Overveld -27- Big Images – de fysica van het licht perspectief De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst De omkering van perspectief: het creëren van een schilderkunstige illusie op een 3-D achtergrond (Julian Beaver, England) Kees van Overveld -28- Big Images – De fysica van het licht Samenvatting; belangrijkste concepten: •Puntbron: centrum van waaruit bolgolven vertrekken; 1/r2 gedrag van intensiteit relatief tot puntbron •Vermogen: energie per tijd •Intensiteit: lichtvermogen per oppervlak •Radiantie: getransporteerd lichtvermogen per oppervlak per ruimtehoek •Irradiantie: opgenomen of uitgestraald lichtvermogen per oppervlak •Spectrum: verdeling van lichtenergie over de golflengte (discreet of continu) Kees van Overveld -29- Big Images – De fysica van het licht •Reflectie: interactie van licht met een oppervlak •Diffuse reflectie (Lambert): BDR is min of meer constant •Spiegeling: reflectie waarbij BDR alleen ongelijk nul is als invalshoek en terugkaatsingshoek ongeveer gelijk zijn •Verstrooiing: interactie van licht met een ruimtelijk medium waarbij lichtstralen niet langer rechtdoor gaan •Dispersie (kleurschifting): lichtsnelheid, en dus breking verschilt als functie van golflengte •Buiging en interferentie: afwijking van rechtdoorgaande lichtstralen ten gevolge van golfkarakter •Absorptie: afname van lichtenergie bij reflectie of passage door een medium Kees van Overveld -30- Big Images – De fysica van het licht •Pupil: perspectiefcentrum waar alle lichtstralen doorheen moeten •Collimator: zorgt dat lichtstralen uit verschillende richtingen op verschillende zintuigcellen afgebeeld worden •Perspectief: transformatie waarbij afstanden worden gerepresenteerd door hoeken •Rechten blijven rechten, punten blijven punten •Evenwijdigheid in 3D: coïncidentie in perspectivisch beeld •Afstanden en hoeken worden vervormd •Verdwijnpunt: limietprojectie voor een punt dat in 3D langs een rechte naar oneindig gaat •Horizon: collectie van alle verdwijnpunten bij 3D richtingen, evenwijdig aan het grondvlak Kees van Overveld -31-