Sabotage met de “kaas” trein In het boekje “Purmerend in oorlogstijd 1939 – 1945” staan de belangrijkste gebeurtenissen te Purmerend gedurende de 2e wereldoorlog. Deze uitgave werd aangeboden aan de leerlingen van het voortgezet onderwijs en aan de leerlingen van de zesde klas lager onderwijs te Purmerend door het Comité viering 5 mei 1980. Op blz. 81 lezen we: Het openlaten staan van de brug was een 14 December 1944. ’s Morgens vroeg geraakt een gedeelte van een goederentrein bij de brug over de Where te water. De machinist, geen Hollander, waarschijnlijk misleid door den mist, had de geopende spoorbrug niet tijdig ontdekt. De trein was geladen met kaas enz. bestemd voor de Duitsche Weermacht actie van Jan Heiloo met enkele kameraden. Buiten het verschijnen van dit bericht is er verder nooit over geschreven, vertelt zijn zoon Henk Heiloo. Vader was hierover zeer bescheiden en het is ook niet bekend met hoevelen en met wie dit tot stand kwam. Ook na de oorlog liet men er het zwijgen toe. In 1930 kwam het gezin Heiloo vanuit Oostzaan naar Purmerend. Uit hoofde van zijn functie als spoorwegbeambte betrokken Jan Heiloo en zijn familie één van de huizen van het blok van 3 aan de spoorwegovergang. De overgang kruiste de Purmersteenweg met de Purmerweg. Vandaag de dag is dat de plek waar je vanuit de Purmersteenweg onder het (spoor) viaduct doorgaat naar de Waterlandlaan. Heiloo bediende de spoorbrug over de Where met de bijbehorende seinpaal en de spoorbomen bij de treinovergang met de hand. Het gezin woonde er ten tijde van de oorlog met 4 personen, te weten vader Jan, moeder en als jongste telg een zus en Henk zelf. Drie broers woonden bij de boer waar ze werkten en één broer was op transport gesteld naar Duitsland, waarvan hij gelukkig wel thuiskwam. Sinds de Februaristaking van 1941 was er geen personenvervoer per trein, wel reden er goederentreinen in opdracht van de Duitsers, die o.a. kaas, kolen, hout en aardappelen naar de grotere plaatsen brachten voor de Wehrmacht. De aardappelen kwamen uit “de Noord” (het noorden van Noord-Holland) de kaas uit Oosthuizen die in Kwadijk ingeladen werd. “We hebben nooit echt honger geleden”, vertelde zoon Henk. Het gezin at van de gaarkeuken en kreeg melk van de boeren waar de broers werkten. Wat van de trein afviel, zoals hout en kolen werd opgeraapt. Ook werd hen wel eens wat toegestopt door de “goede” Duitsers die daar in de buurt zaten in ruil voor wat drinken. Kaas werd in de kamergrote kelder onder het huis bewaard. Wijd en zijd was dit bekend. Zelfs uit Zwolle kwam men in de hongerwinter om kaas te halen. 14 december 1944, de dag van de sabotage. Het is 9 uur in de ochtend en erg mistig. De ideale omstandigheden om de actie ten uitvoer te brengen. De trein, met kaas geladen, kwam uit de richting Kwadijk. Uit voorzorg was de locomotief, zoals altijd, achter de wagens gezet, opdat bij onraad (bijvoorbeeld granaten), de Duitse machinist niets kon overkomen. Jan Heiloo had de draaibrug opengezet, zodat de kaaswagens niet de overkant bereikten maar in de Where vielen. Door de druk van de lading sloegen de deuren open en vielen de kazen in het water. De broers van Henk stonden al klaar om de kazen met hooivorken op het droge te brengen. Na deze actie dook Heiloo direct onder bij Floor Wezel en Marie Olie aan de Overweerse-polderdijk, alwaar hij verbleef tot het einde van de oorlog. Er zijn door de Duitsers, mede door het feit dat iedereen er het zwijgen toe deed, nooit represailles uitgevoerd na deze actie. Na de bevrijding kam Jan Heiloo terug van zijn onderduikadres en hervatte zijn werk weer als vanouds. Tot op hoge leeftijd bleef het echtpaar wonen aan het spoor. In 1995 vertrokken ze naar de Rusthoeve, waar ze hun laatste jaren verbleven. Geschreven door Henk Heiloo 2009