Opgaven: Krachten 1. Maak de volgende tabel af: m (kg) 0,0 Fz (N) 1,0 1,0 5,0 98 2,0 0,023 1500 3,0 Een blokje wordt aan een veerunster gehangen. Zie de figuur hiernaast 2. Lees de veerunster zo nauwkeurig mogelijk af. ► 4,0 3. Bereken de massa van het blokje. ► 4. In de volgende situaties werkt er een kracht op een voorwerp. Geef aan wat het gevolg of de gevolgen van de kracht zijn: verandering verandering verandering snelheid richting vorm Je fiets weg bij een stoplicht. O O O Een biljartbal kaatst tegen de rand van de tafel. O O O Een regendruppel valt naar beneden. O O O Je slaat een mug dood. O O O De aarde draait om de zon. O O O Je slaat tegen een tennisbal. O O O Een foto hangt aan de muur. O O O 5. ^ 20 N Bepaal van de volgende krachten hoe groot ze zijn. De krachtenschaal is: 1 cm = 6. Teken de volgende krachten. De pijl moet een lengte hebben tussen de 1 en de 5 cm. Bedenk zelf een geschikte krachtenschaal en schrijf deze erbij. N 400 N 60 N 12.000 N FizX: kracht en beweging klas 2 www.FizX.jborsboom.nl 89 7. Geef een voorbeeld waarbij twee krachten in evenwicht zijn. ► 8. Geef en voorbeeld waarbij twee krachten niet met elkaar in evenwicht zijn. ► 9. Bekijk de volgende situaties: A FW FV B FW C FW FV Geef in het onderstaande diagram aan welke situatie bij ieder stuk van de beweging hoort. v,t-diagram 7 6 v (m/s) 5 4 3 2 1 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 t (s) FizX: kracht en beweging klas 2 www.FizX.jborsboom.nl 90