Rondleiding door de Heilige Nicolaas Kerk Start van de rondleiding

advertisement
Rondleiding door de Heilige Nicolaas Kerk
Start van de rondleiding
U bent van harte welkom om onze kerk te bezoeken. We zullen u nu fictief meenemen op volgorde
van het hieronder afgebeelde plattegrond.( u kunt op de desbetreffende knop klik hier een
impressie zien.)
Voordat we starten met de rondleiding zullen we eerst een inleiding geven over de geschiedenis
van de katholieke kerk “in de streek” en ook de architect.
1
Monument Pieter Janszoon Jong
11
Tabenakel met daarboven beeld van
Chrisus
2
Wijwaterbakken
12
Paaskaars
3
Mariakapel
13
Godslamp
4
Eikenkast
14
Drie panelen met geschiedenis van Nicolaas
5
Biechtstoelen
15
Beeld Franciscus van Assisi
6
Beeld van Antonius van Padua
7
Vier beeldjes
17
Altaarpanelen
8
Beeld Maria
18
Beeld Nicolaas
9
Altaar
19
Vier wandschilderingen
16
Beeld Aardsengel Michaël
10 Absis (met gebrandschilderde ramen en drie houtpanelen)
Hoe komt Lutjebroek aan zo’n monumentale kerk
Van oudsher stonden kerken in de streek aan een vaarsloot, zodat ze voor mensen die in het veld
woonden gemakkelijk te bereiken waren. Een aanlegplaats vonden ze bij de aangelegen herberg.
zo ook bij ons in Lutjebroek. De voormalige rooms-katholieke kerk stond op de plaats van de
huidige gereformeerde kerk Bessie aan de kerksloot met daar tegenover herberg (tegenwoordig
cafe restaurant de paus).
In 1572 bij de hervorming, is de kerk in handen van de aanhangers van de nieuwe leer
overgegaan. In 1795 is de kerk niet aan de roomskatholieken teruggegeven en enkele jaren later
is het gebouw gesloopt. Pas in 1848 bouwden de katholieken weer een kerk aan de hoofdstraat en
wel precies voor deze huidige rooms katholieke kerk. In 1857, nog geen 10 jaar later na de bouw is
de kerk vergroot en van een toorentje voorzien. Toen het gebouw weer te klein bleek werd in 1866
gestart met de voorbereidingen voor de bouw van de huidige kerk.
Het kerkgebouw en zijn geschiedenis
In 1876 werd gestart met de bouw van het huidige kerkgebouw naar
ontwerp van Pierre J.H. Cuypers.
Op 3 oktober 1877 is de kerk door monseigneur P.M.S. Snickers, Oud
pastoor van Lutjebroek en later aartsbischop van Utrecht
geconsacreerd.
De kerk is een driebeukige neogotische pseudobaseliek met achthoekige
kruising, overdekt door een stergewelf, De gewelven rusten op ronde
pilaren met lijst kapitelen. Volgens het eerste ontwerp had de kerk
vrijwel de aanleg van een centraalgebouw; bij de uitvoering werden het
schip en dwarsschip verlengd en later voegde Cuypers in elke der
hoeken van een kruizing twee rechthoekige diogonale kapellen toe. Naast het schip staat een
sobere toren versierd met spitsboognissen en bekroond door een hoge naaldspits.
In 1925 is de kerk vergroot naar ontwerp van Joseph en Pierre Cuypers (zonen van Pierre J.H.
Kuypers). Wat zich ten noorden en zuiden van de buitenste rijen pilaren bevindt is toen
bijgebouwd. Op twee kleine zijbeuken tussen de middelste pilaren na, die de kerk een kruisvorm
gaven. Verder zijn toen aan de westkant de portalen en aan de oostkant de beide sacristieën
bijgebouwd. In 1966-1967 werd de kerk nogmaals verbouwd, nu inwendig. Het priesterkoor is
toen gewijzigd.
Het Amsterdamse centaal station, het rijksmuseum en de kerk in Lutjebroek
Pierre J.H. Cuypers (1827-1921) wordt wel de nestor van de Nederlandse architectuur genoemd,
en een bewondenaar zegt: “Cuypers was de laatste middeleeuwer en de eerste
projectontwikkelaar in Nederland”. Hij doelt op diens grote werklust en zijn ideeën over de
bouwkunst. Cuypers is markant wegens zijn introductie van de neogotiek, opvolger van het
classicme. De neogothiek, die teruggreep op de iedeeën van de middeleeuwse bouwkunst, blijkt
uit het Amsterdamse centraal station, het rijksmureum en de ruim zestig kerken in heel
Nederland. Volgens Kuypers moest de architectuur terug naar het pure ambacht.
Pierre J.H. Cuypers (1827-1921)
Cuypers volgde een opleiding aan de academie voor
schone kunsten in Antwerpen, die hij afsloot met de
hoogste onderscheiding een ‘prix dexcellence’. Na zijn
studie werd hij al snel stadarchitect van Roermond. Veel
werk was er niet en zijn functie werd al spoedig
opgeheven. Zijn loopbaan begon toen in 1853 de
katholieke bisdommen in ere werden hersteld, na een
periode van onderdrukking. Er was een grote behoefte
aan nieuwe kerkgebouwen. En kuypers bouwdeer ruim
zestig in heel Nederland.
1 Monument Pieter Janszoon Jong
In de noorgevel aan de buitenkant van de kerk is een
monument geplaatst van de Lutjebroeker Pieter Janzoon Jong
die sneuvelde in de strijd voor behoud van de pauselijke staat.
Het monument is ontworpen door Pierre J.H. Kuypers en in
het ateliers van Cuypers en Stolzenberg in Roermond
vervaardigd.
2 Wijwaterbakken
Bij de ingang van de kerk vindt u waterwijbakken. Hierin zit gewijd
water. Bij binnenkomst in de kerk kunnen de mensen hier hun
rechterhand indopen. Zij maken daarmee een kruisteken, dit is een
herinnering aan hun doop en een religieus symbool van zuivering en
herschepping.
3 Mariakapel
In de kerk kan door parochianen en bezoekers een kaarsje
aangestoken worden bij de beeltenis van Maria van
altijddurende bijstand in de Mariakapel.
4 Eikenkast
Aan de rechterzijde van de ingang vindt u een prachtige met
briefpanelen eikenkast. Afkomstig uit de sacristie. In de kast
bevinden zich een aantal laden waarin priesterkleding werd
bewaard.
5 Biechtstoelen
De neogotische biechtstoelen zijn gemaakt van eikenhout in
1877. In de biechtstoelen worden de zonden beleden aan de
priester (als aan Christus zelf) Ook de vergeving (absolutie)
neemt binnen de kerkgemeenschap de dimensie aan van
door Christus zelf gedaan te zijn. We ontlenen dat aan
Christus zijn woorden: “wie zonden gij vergeeft, hun zijn ze
vergeven….”(joh.20:22)
6 Beeld Antonius van Padua
Antonius van Padua (Lissabon, 15 augustus 1195 - Padua, 13
juni 1231), geboren als Fernando Martins de Bulhões in een rijke,
adellijke familie, was een minderbroeder die theoloog
en kerkleraar was. Hij wordt als een belangrijke heilige beschouwd.[1]
Religieuze leven van Antonius van Padua
Hij sloot zich in 1210 aan bij de augustijnen in Lissabon. In 1212
verhuisde hij naar Coimbra om niet langer door
familieaangelegenheden gestoord te worden in zijn geestelijke ontwikkeling. Onder de indruk
gekomen van de eerste martelaren van de minderbroeders sloot hij zich in 1220 bij hen aan. Hij
trok naar Noord-Afrika om aldaar het christelijke geloof te verspreiden onder de moslims. Later
was zijn werkterrein Frankrijk en Italië. Waarschijnlijk werd hij in 1222
te Forlì tot priester gewijd. Veel mensen vonden door zijn toedoen de weg naar het katholieke
geloof. Op last van Franciscus van Assisi doceerde hij theologie aan zijn medebroeders. In 1227
benoemde Johannes Parenti, de toenmalige generale overste van de minderbroeders hem
tot provinciale overste van de Romagna in Italië, waar hij van 1222 tot 1224 reeds predikend had
rondgetrokken. In 1230 vroeg en kreeg hij zijn ontslag als provinciale overste omdat zijn
gezondheidstoestand verslechterde. Hij stierf in 1231 en werd nog geen jaar later door paus
Gregorius IX heilig verklaard. In 1946 werd hij als 'leraar van het evangelie'
tot kerkleraar uitgeroepen.
Hij is de patroonheilige van de franciscanen, verloren voorwerpen, vrouwen en kinderen, armen,
bakkers, mijnwerkers, het huwelijk, reizigers en verliefden en patroon tegen schipbreuk, de pest
en koorts.
Rond zijn graf in Padua is de basiliek Basilica di Sant'Antonio gebouwd. In Lissabon zou het
kerkje Santo António à Sé gebouwd zijn op de plaats waar Antonius werd geboren. Hij is een zeer
geliefde heilige in de Portugese hoofdstad. Sinds 1934 is Antonius een beschermheilige van
Portugal en 13 juni is er een officiële feestdag.
7 Vier beeldjes
Deze zijn afkomstig van de vroegere preekstoel.
Van Links naar rechts:
- Christus met boek in linkerhand maakt zegen/spreekgebaar met rechterhand IHS.
- Johannes de evangelist, met een kelk in de rechterhand en boek in linkerhand ‘Sint Joannes’.
- Paulus met een boek in de rechterhand en een attribuut (zwaard) in linkerhand
ontbreekt “sint Paulus”
-Petrus met een boek in rechterhand en twee sleutels in linkerhand ‘Sint Petrus’.
De Neogotische beeldjes zijn gemaakt van gepolychromeerd hout in het atelier Cuypers en
Solzenberg (Roermond 1877)
In de wanden van het gebouw zijn de kruisweg staties ingemetseld. De kruisweg beeld de weg uit
die Jezus ging vanaf het moment dat hij ter dood werd veroordeeld tot het moment da hij in het
graf werd gelegd.
8 Beeld Maria (moeder van Jezus)
Het neogotische gepolychromeerde houten Mariabeeld bij het altaar
rechts in de kerk is vervaardigd door de firma Kuypers en
Stolzenberg.( Roermond 1848)
Levensloop van Maria
Het Nieuwe Testament vermeldt dat Maria nog niet samenwoonde
met Jozef, maar wel verloofd was, toen ze zwanger werd en dat ze nog
geen geslachtsgemeenschap hadden gehad. Maria was dus nog
een maagd. Volgens aankondiging van de
engel Gabriël (de annunciatie) werd Jezus in de schoot van Maria
ontvangen door de kracht van de Heilige Geest, de
zogeheten maagdelijke geboorte.
Het Evangelie volgens Matteüs beschrijft dat Jozef en Maria na de
geboorte van Jezus niet in Bethlehem bleven en ook niet naar Nazareth terugkeerden (wat
volgens Lucas hun woonplaats geweest zou zijn), maar naar Egypte vluchtten. Jozef was volgens
dit evangelie namelijk via een droom door een engel gewaarschuwd, dat koning Herodes de
aanstaande koning der Joden wilde vermoorden uit angst voor zijn eigen troon. Deze beging
daartoe de kindermoord van Bethlehem. Na de dood van Herodes (4 v. Chr.) vestigden Maria en
Jozef zich in Nazareth. Op grond hiervan dateert men de geboorte van Jezus kort voor het jaar 4
v.Chr. meestal 6 v.Chr.
Hier groeide Jezus op onder de hoede van Maria en Jozef. Hij werd opgevoed in de joodse leer en
leerde waarschijnlijk ook het beroep van zijn vader: timmerman. Jozef stierf vermoedelijk voordat
Jezus in de openbaarheid kwam, Maria als weduwe achterlatend. Bij het openbare optreden van
Jezus wordt Maria nog enkele malen genoemd en volgens Johannes was zij bij de kruisiging van
Jezus aanwezig. Vervolgens zou ze nog aanwezig zijn geweest bij enkele vergaderingen van
de apostelen.
Over haar verdere leven zijn verschillende verhalen in omloop. Volgens de (roomskatholieke) overlevering moet Maria ergens tussen 36 en 50 n.Chr. zijn overleden
in Jeruzalem of Ephese. Hierbij zouden alle apostelen aanwezig zijn geweest behalve Thomas.
Toen deze arriveerde was Maria's lichaam al begraven en om haar toch eer te bewijzen bezocht
Thomas in zijn eentje haar graf. Thomas zou toen de tenhemelopneming van Maria hebben
gezien. Daarbij zou hij van Maria haar gordel hebben gekregen. De overige apostelen geloofden
dit niet totdat hij hen de gordel toonde en het lege graf.
9 Altaar
Het verhoogde gedeelte voor in de
kerk heet het liturgisch centrum.
Rondom dit centrum vinden de
vieringen plaats. Centraal in
deze ruimte staat de altaartafel.
In het blad van deze tafel, onder
een steen, zit en holle ruimte met
daarin een loden doosje met
relikwieën, neergelegd door
bisschop P.M. Snickers ( en oud
pastoor van Lutjebroek)van
Haarlem en een Kannunink van
het kathedraal van het Kapittel
die de relikwieën van de
martelaren Primus, Victorinus,
de martelaren van Fortunatus,
Venerandus, Jovinus, Nomedus heeft neergelegd. Boven het altaar tafel hangt een kruis
vervaardigd van koper en verzilverd koperwerk, bezet met geslepen bergkristallen en voorzien
van twee corpi in verzilverende uitvoering. Het is in 1964 door H. van der Heijden gemaakt
(Bodegraven, Atelier kerkelijkekunst)
10 Absis met gebrandschilderde ramen en drie houtsnijwerken
In de ronde absiswand bevinden zich vijf neogotische gebrandschilderde ramen in spitsbogen. Ze
zijn in 1876 door Frans Nicolas uit Roermond vervaardigd.
Raam 1
-Verloving/huwelijk van Josef en Maria.
-De droom van Josef (met Maria op de achtergrond in Mandorla)
-Het heilig huisgezin, met eboven een engel met
banderol.
-Dood van Josef, Jezus en Maria aan het
sterfbed.
Raam 2
-Annunciatie (aankondiging van de geboorte door engel Gabriël)
Geboorte van Christus.
-Wonder van Kanaän
-Kruisdraging – ontmoeting met Maria.
Raam 3
-Aanbidding door de drie koningen.
-Opdracht in de tempel en Simeon en Anna.
-Cavariegroep.
-Doorsteking met de lans.
Raam 4
-Vlucht naar Egypte.
-Twaalfjarige Jezus in de tempel.
-Graflegging.
-Verrijzenis.
Raam 5
-Nicolaas voorkomt onthoofding.
-Nicolaas geeft geldbundel aan drie dochters.
-Nicolaas komt zeelieden in storm te hulp.
-Nicolaas wekt drie kinderen uit pekelton.
Gouden gewaden
In de koorabsis onder de gebrandschilderde ramen hangen
drie gepolychromeerde (veel kleurig beschilderde) neogotische
altaar panelen vervaardigd door firma Kuypers en Stolzenberg
(Roermond 1877). De panelen zijn afkomstig uit het vroegere
hoofdaltaar en stellen voor:
Paneel 1
Het wonder van Mannaregen
Paneel 2
Het offer van Melchisedech
Paneel 3
De offering van Isaac door Abraham
11 Tabernakel met daarboven beeld Christus
Links op het priesterkoor (liturgisch centrum) staat het rust altaar
met hierop een soort kluis tabernakel genaamd. Hierin worden de
geconsacreerde hosties het gewijde brood van Jezus bewaard. Boven
het rustaltaar hangt een gepolychromeerd houten corpus (Latijn voor
lichaam).
Tabernakel komt van het Latijnse woord ‘tabernaculum’ dat letterlijk
‘tent’ betekent. Meestal is het een rijk versierd vierkant of rechthoekig
kastje In de tijd van het Oude Testament was het tabernakel de tent
die de Israëlieten met zich meevoerden. Deze tent bevatte de Ark van
het Verbond met daarin de twee stenen tafelen met de Tien Geboden.
12 Paaskaars
Rijk versierde kaars die tijdens de paaswake wordt
ontstoken en is het symbool van het licht en overwinning
op de duisternis van de dood. Jezus Christus is het licht
omdat hij door de dood heen gekomen is en daarom wordt
het licht van de paaskaars midden in de gelovige
gemeenschap geplaatst omdat de christenen zich niet
willen neerleggen bij de doem van de dood maar geloven
dat het licht sterker zijn dan afbraak, geweld en alles wat
de dood in ons dagelijks leven aanricht.
De kaars is versierd met diverse symbolen. (zie ook
liturgie symbolen)
In iedergeval staat er een kruis op met vijf wierrook
korrels ( de wonden van Christus) de letters Alpha en
Omega (begin en einde) en een jaartal. Daarnaast kan het ook versierd zijn met een afbeelding
van een lam een vis een Feniks of een pauw.
De paaskaars brandt in iedergeval van Pasen tot hemelvaart. Bij doopvieringen wordt de doop
kaars ontstoken aan de paaskaars.
13 Godslamp (zie ook liturgie symbolen)
In katholieke kerken is de godslamp een lampje in de buurt van het
tabernakel dat blijft branden zolang de geconsacreerde hostie in het
tabernakel aanwezig is. De godslamp getuigt van Christus' aanwezigheid.
Goede Vrijdag is de dag waarop het tabernakel leeg behoord te zijn. De
deurtjes staan open en de godslamp is gedoofd; het Heilig Sacrament, de
hostie, is immers niet aanwezig.
14 Drie panelen met de geschiedenis van
Nicolaas
Links aan de wand hangen drie panelen afkomstig
uit het oude Sint-Nicolaas altaar(olieverf op
paneel neogotisch, atelier Cuypers en Stolzenberg
1880) Ze vertellen de geschiedenis van Nicolaas
van Myra, met Latijnse tekst in gotische
belettering daaronder.
Van links naar rechts
Paneel 1
Nicolaas verschijnt (op wolkenband) aan zeelieden die zich in hun scheepje in nood bevinden.
Paneel 2
Nicolaas houdt scherprechter tegen die met zijn zwaard een geknielde jongeling wil onthoofden.
Paneel 3
Nicolaas steekt zijn hand met geldbuidel door een raampje, met de bedoeling deze anoniem te
schenken. In de ruimte zijn een arme vader en drie dochters aanwezig.
Vergelijk u de afbeeldingen op de panelen eens met het gebrandschilderde Nicolaas raam: de
afbeeldingen zijn hetzelfde.
15 Beeld van Franciscus van Assisi
Een beeld van de heilige Franciscus van Assisi (1182-1226) staat links voorin
de kerk. Hij heeft door zijn radicale geloofsbeleving als geen ander de
spiritualiteit van de middeleeuwen beïnvloed en werd twee jaar na zijn dood
heilig verklaard. Zijn feestdag is op 4 oktober.
16 Beeld aartsengel Michaël
Een beeld van aartsengel Michaël (wie is als god) in
gevecht met de draak (satan) Het beeld is afkomstig
uit de vroegere preekstoel. Michaël is de patroon van alle wapendragers.
Het beeld is gemaakt door van gepolychromeerd hout in het atelier
Cuypers en Stolzenberg (Roermond 1877).
17 Altaar panelen
De twee neogotische
altaarpanelen (dipteken) zijn
afkomstig van de vroegere
Maria –altaar (atelier
Mengelberg Utrecht 1878)
Diptiek 1 (linker 2 panelen)
Links de annunciatie (de aankondiging van de geboorte van Jezus door aartsengel
Gabriël aan Maria) Rechts de visitatie (Maria bezoekt haar nicht Elisabeth)
Diptiek 2 (rechter 2 panelen))
Links de opdracht van Christus in de tempel en rechts de kroning van Maria.
18 Beeld Nicolaas
In het midden van de achterwand van de kerk onder het zangkoor,
staat het beeld van de heilige Nicolaas, patroonheilige van onze kerk.
Twee legendes, allebei handelend over drie jonge mensen hebben een
beslissende rol gespeeld in de populariteit van Sint-Nicolaas. Het ene
verhaal over drie vermoorde jongens, bevestigde Sint Nicolaas als
beschermer van de jeugd. Een nog ouder verhaal over drie arme
meisjes, maakte van hem de goede gever. Het neogotische beeld is
gemaakt van gepolychromeerd lindehout in 1848.
19 Vier wandschilderingen
Hemelse kleuren
In de koepel van de kerk bevinden zich vier wandschilderingen.
1 God loont het goed en straft et kwaad
Centraal zit Christus op een
wolk, en erachter een
mandorla (stalen krans). In
het landschap links de
barmhartige Samaritaan die
de reiziger ophelpt naar een
gereedstaande ezel en rechts
de om hulp vragende reiziger die wordt gepasseerd door de Schriftgeleerde. Naast Christus staat
op een wolk links de engel die de Samaritaan presenteert en op een wolk rechts met een engel
met vlammend zwaard die de Schriftgeleerde verdrijft.
2 Ik geloof dat er een god is
Centraal zit god de vader op
een wolk met de rijksappel in
de rechter en een scepter in
linkerhand. Er achter een
stralende mandorla. Links
Mozes met de wetstafelen,
wijzend naar god en achter
hem de aanbidding van het
gouden kalf. Rechts staat
christus, die onderricht geeft
in de tempel.
3 Er zijn drie goddelijke personen
Centraal staat de drieeenheid: God de vader in
halve mandorla, stralend
en met wolkenrand en
ervoor de geestesduif in
nimbus en christus met
de handen geheven. Links
Jaïrus, zijn vrouw en hun
tot leven gewekte dochter
en twee herders van
Bethlehem en een
knielende jonge vrouw.
Aan de rechterkant knielt
Johannes de Doper met
kruisvaan waarop ECCE AGNUS DEI, de moeder en de jongeling van Naïm en twee
Schriftgeleerden.
4 God de zoon is Mensch geworden
en aan het kruis gestorven
Centraal staat een stralend, met
edelstenen bezet kruis, op Golgotha (een
schedel eronder). Links de aanbidding
van de herders en rechts de bewening van
Jezus, met de hoofdman en een soldaat
van het Romeinse leger.
Kruisweg
In de wanden van het kerkgebouw zijn kruisweg staties ingemetseld. De kruisweg beeld de weg
uit die Jezus ging vanaf het moment dat hij ter dood is veroordeeld tot het moment hij in het graf
werd gelegd.
Goddelijke klanken
Het orgel is in 1928 gebouwd door de Alkmaarse
orgelfabrikant Pels. De kast met blaasbalgen
staat in de naastgelegen ruimte en de trappers
van de oude hand/(voet)- bediening zijn nog
aanwezig. Het is een echt koororgel en staat
ingebouwd in het grote koorgewelf achter boven
in de kerk. Het orgel heeft een staand front, dat
heel mooi om het grote rozetraam heen loopt.
Voor de kenners volgt hierna wat extra
informatie. Het is een electro-pneumatisch 2klaviersorgel met een hoofd en zwelwerk en een
volledig pedaal. Het behoort tot de romantische orgels met een bijzonder warme jubelend volledig
werk. Speciaal zijn de transpositietrekknop en het crescendo-decrescendo trede.
De dispositie van het ‘Pels’orgel:
Manuaal I: (C-g3)
Bourbon 16
Octaaf 4
Prestant 8
Octaaf 2
Flûte harmonique 8 Mixtuur II-III[Geef een citaat uit het document of de samenvatting van
een interessant punt op. Het tekstvak kan overal in het document worden neergezet. Ga naar het
tabblad Hulpmiddelen voor tekenen als u de opmaak van het tekstvak voor het blikvangercitaat
wilt wijzigen.]
Salicionaal 8
Trompet 8
Manuaal (C-g3)
Vioolprestant 8
Fluit 4
Viola di Gamba 8
Woudfluit 2
Vox Gaelestis 8
Basson-Hobo 8
Holpijp 8
Tremolo
Dolce 8
Pijpenwerk orgel
Pedaal: (C-F1)
Subbas 16
Octaaf bas 16
Fagot 16
Koppels:P+I,P+II,I+II,I+II16’,II+II16
Wippers: aut.pedaal
Octaafbas 8’,aut.pedaal P+I
Trekknoppen:zwelkast crescendo-decrescendo
Balgentrappers van het orgel
Drukknoppen:aut pedaal+oplosser,PP-PMF-F-FF-T-opl.,
Vrije combinatie, crescendo-decresendo.
Bedankt voor de interesse in onze kerk. Wij hopen dat u genoten heeft en wij hopen u ook in
levenden lijve te mogen begroeten om een dienst /viering bij te wonen.
Foto uit 1934
Download