`De natuurinclusieve stad is de meeste leefbare stad`

advertisement
Ontwerp en Inrichting
Nieuw boek ’Stadsnatuur maken’
’De natuurinclusieve stad
is de meeste leefbare stad’
Twee architecten en een stadsecoloog sloegen de handen
ineen en schreven samen het
boek ’Stadsnatuur maken’. Zij
willen de makers van de stad
inspireren om niet alleen voor
de mens te ontwerpen maar
ook aan vogels, zoogdieren,
insecten en planten te denken.
„De natuurinclusieve stad is
ook voor de mens de meeste
leefbare stad.’’
Tekst Miranda Vrolijk
Beeld Binder Daktuinen en Miranda Vrolijk
E
en van de auteurs is Niels de Zwarte,
als ecoloog is hij al tien jaar werkzaam bij Bureau Stadsnatuur in Rotterdam. Een gesprek.
Waarom komen jullie nu met dit boek?
„Omdat er ongelooflijk veel vraag is naar
concrete voorbeelden van natuurinclusief ontwerp. Bureau Stadsnatuur is
twintig jaar bezig met het monitoren van
natuur in de stad en het geven van beheeradvies, maar pas de laatste twee jaar
is de vraag hoe we de stad ook natuurinclusief kunnen ontwerpen geëxplodeerd.
Architecten, ontwerpers en beleidsmakers hebben behoefte aan concrete
voorbeelden waarin dat natuurinclusief
ontwerpen echt gelukt is en aan tools
hoe ze zelf daarmee aan de slag kunnen.’’
Het begrip natuurinclusief ontwerpen
duikt vaker op. Wat is het volgens u?
„Je spreekt van een natuurinclusief
ontwerp wanneer een gebouw of een
20
TuinenLandschap
| 8 | 2017
Het BP-kantoor in de haven van Rotterdam is een goed voorbeeld van natuurinclusief ontwerp:
niet alleen de mens heeft er een mooie omgeving bij, ook planten en dieren varen wel bij het
gevarieerde groene dak dat door Binder Daktuinen is aangelegd.
stedelijke buitenruimte niet alleen voor
de mens is ontworpen, maar ook voor
planten of dieren. In het ontwerp zit ook
een natuurlaag, het functioneert voor
meer dan alleen de mens. Dat kan al
heel eenvoudig, stel je past een aantal
bomen toe omdat ze door hun vorm voor
schaduw voor de mens zorgen. Kies dan
de soort die dezelfde esthetische en functionele eigenschappen heeft maar ook de
meeste waarde voor insecten. Een ander
voorbeeld zijn groene daken, hartstikke
goed. Alleen zie je dat er overal Sedummatten worden uitgerold, die zijn maar
heel beperkt interessant, omdat ze kort
bloeien. Als je voor meer variatie in bloei-
tijden zorgt, wordt een groen dak al veel
interessanter voor insecten.’’
U spreekt van ’echt gelukt’. Wanneer
is dat bij natuurinclusief ontwerp het
geval?
„In het boek laten we ruim vijftig projecten zien waarin de architect of ontwerper
bewust iets gedaan heeft voor planten of
dieren. De natuur is er niet per ongeluk
ontstaan, de ontwerper had echt een
natuurdoel. De projecten in het boek zijn
allemaal klaar en in gebruik, en daarmee
’echt gelukt’. Het is niet zo dat we al die
projecten hebben gemonitord op de soorten die er voorkomen.’’
Auteur Niels de Zwarte is
werkzaam bij Bureau
Stadsnatuur.
het precies andersom. Als het project is
opgeleverd, begint het pas, daarom is het
beheer ook zo belangrijk. Je ontwerpt een
proces, je kunt aan de hand van gegevens
als bodemgesteldheid, water en ligging
wel redelijk voorspellen waar het naartoe
gaat, maar het blijft een dynamisch proces, waarbij een goed beheer cruciaal is.’’
Wat vindt u een goed voorbeeld van een
geslaagd natuurinclusief ontwerp?
„Het BP-kantoor hier in de haven. Vanaf
het begin zijn we als Bureau Stadsnatuur daarbij betrokken en hebben we de
architect geadviseerd. Het kantoor rijst
op uit het landschap, vanaf het maaiveld
loopt het dak omhoog dat is ingezaaid
met een kruidenrijke vegetatie. Door dat
glooiende landschap zijn allerlei ecologische gradiënten ontstaan: van nat naar
droog en van voedselrijk onderin naar
voedselarm bovenop het dak waar er
meer uitspoeling is. Qua natuur is er veel
variatie, daarnaast is het gebouw mooi
landschappelijk ingepast. Het groene dak
vermindert fijnstof en het vangt water
op. Én de medewerkers van het kantoor
hebben een fijne werkomgeving: uiteindelijk is de natuurinclusieve stad ook de
beste leefbare stad voor de mens.’’
De titel van het boek Stadsnatuur maken
is wat pretentieus. Ontstaat natuur niet
veel vaker toevalligerwijs?
„Het is misschien wel wat arrogant om
te denken dat je natuur kunt ’maken’.
Toch hebben we expres voor deze term
gekozen, want je kunt echt wel wat
ontwerpen. Je creëert de randvoorwaarden voor het kunnen ontwikkelen van
natuur en laten die randvoorwaarden
dan goed doordacht zijn. Dat is belangrijk. Vergelijk het met een asfaltweg. Op
het moment dat die wordt opgeleverd,
ziet die er prachtig uit, maar vanaf dat
moment wordt het alleen maar minder,
dan raakt die in verval. Bij stadsnatuur is
Bovenstaand voorbeeld pleit ervoor dat
architecten en ecologen vaker en eerder
in een traject met elkaar zouden moeten
optrekken.
„Absoluut. Als je vanaf het begin met
elkaar optrekt is er veel meer mogelijk
en hoeft het ook niet meer te kosten.
Daarvoor is dit boek ook bedoeld, om
wederzijds begrip te kweken en elkaars
taal te leren spreken, want er bestaat
nog een flinke kloof tussen ecologen
en ontwerpers. Als ecologen moeten
we leren om een stap terug te doen en
niet in je technische hokje te blijven en
ontwerpers moeten niet alleen mensinclusief ontwerpen maar ook aan die extra
laag denken. Voor beide is dat moeilijk.
Als ecoloog ga je graag voor de optimale
keuze, ontwerpers willen echter vrijheid
om leuke, gekke dingen te kunnen doen.
Om je een voorbeeld uit het boek te geven: daarin past een ontwerper gebruikte
sigarettenfilters toe als materiaal om
allerlei nestkasten te maken, als ecoloog
denk ik dan: hout is toch ook goed? Dat
heeft zich bewezen als prima materiaal.
Die ontwerper vindt het echter mooi en
maakt er een statement mee. De tijd zal
Stadsnatuur maken
Ecoloog Niels de
Zwarte en architecten Piet Vollaard en
Jacques Vink schreven samen het boek
’Stadsnatuur maken’.
Het boek begint
met uitleg hoe de
ecologie van de stad
in elkaar zit, voor
welke dieren de stad
geschikt is en over welke biotopen de stad
beschikt. Daarnaast komen zo’n vijftig concrete projecten aan bod waarin de ontwerpers bewust niet alleen voor de mens maar
ook voor de natuur hebben ontworpen. Deze
projecten zijn zeer verschillend qua schaal
en inrichting. Van de ecokathedralen van
Louis le Roy tot de modulaire groenschutting
van Buurjongens. Van het Landschaftspark
Duisburg-Nord tot broedplaats De Ceuvel in
Amsterdam en de particuliere Rode Lijsttuin
van Buro Harro in Arnhem. De auteurs hebben zich beperkt tot de Noordwest-Europese
steden omdat die een vergelijkbaar klimaat
hebben. Één hoofdstuk is gewijd aan het
beheer en het laatste hoofdstuk geeft tien
aanwijzingen voor de natuurinclusieve ontwerppraktijk. Het boek wordt uitgegeven
door nai010 uitgevers en is vanaf 23 mei verkrijgbaar via www.naibooksellers.nl.
leren of de kasten ook gebruikt gaan worden of dat het een gimmick blijft.’’
Moet de complete stad natuurinclusief
worden ingericht?
„Nee. Grote delen van de stad zijn
primair ingericht voor de mens. Neem
bijvoorbeeld de Westersingel die hier
dichtbij ligt, de tramrails ligt daar in
een biljartlaken. Geen ecoloog zal dat
strakgemaaide gazon willen vervangen
door een hoog kruidenrijk grasland. Het
gaat ons er niet om zo veel mogelijk en
overal ecologisch groen te realiseren, het
gaat om goede keuzes te maken, over
waar je wat doet en waarom. Liever op
een paar plekken goed, dan overal maar
een beetje. We willen met het boek de
makers van de stad laten zien hoe het
ook kan, hen inspireren over natuurinclusief ontwerp na te denken. Niet door
precies te vertellen hoe dat moet, het is
geen blauwdruk. We zitten echt nog in de
pioniersfase.’’ <
TuinenLandschap | 8 | 2017
21
Download