1. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2017 COM(2017) 104 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de internationale behandeling van centrale banken en overheidsentiteiten voor het beheer van de overheidsschuld wat otc-derivatentransacties betreft NL NL 1. INLEIDING In de verordening betreffende otc-derivaten (over-the-counter derivaten), centrale tegenpartijen en transactieregisters van 4 juli 2012 (European Market Infrastructure Regulation, EMIR) is onder meer bepaald dat alle gestandaardiseerde otc-derivatencontracten centraal moeten worden gecleard, dat alle derivatencontracten aan transactieregisters moeten worden gerapporteerd, en dat voor dergelijke niet centraal geclearde transacties risicolimiteringstechnieken moeten worden toegepast. Krachtens artikel 1, lid 4, van de EMIR zijn de centrale banken van de Unie en de overheidsinstellingen in de Unie die belast zijn met of betrokken zijn bij het beheer van de overheidsschuld, van de EMIR vrijgesteld en bijgevolg niet aan bovengenoemde verplichtingen onderworpen. Op grond van artikel 1, lid 6, van de EMIR is de Europese Commissie bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen om de lijst van vrijgestelde entiteiten te wijzigen indien zij, na een analyse van de internationale behandeling van centrale banken en van overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld binnen het rechtskader van andere rechtsgebieden, en na kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad van de resultaten van die analyse, tot de conclusie komt dat de centrale banken van de betrokken derde landen wat hun monetaire verantwoordelijkheden betreft van de clearing- en rapportageverplichting moeten worden ontheven. 2. DE EERSTE BEOORDELING VAN DE COMMISSIE In 2013 heeft de Commissie haar eerste beoordeling uitgevoerd van het rechtskader voor otcderivaten in Japan, Zwitserland, de Verenigde Staten, Australië, Canada en Hongkong. Op 22 maart 2013 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een verslag1, waarin werd geconcludeerd dat het rechtskader van Japan en van de Verenigde Staten voldeed aan de voorwaarden die moesten zijn vervuld om de centrale banken en de overheidsorganen belast met het beheer van de overheidsschuld van deze twee rechtsgebieden vrijstelling van bepaalde EMIR-vereisten te kunnen verlenen. Deze centrale banken en overheidsorganen zijn vervolgens bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1002/2013 van de Commissie2 aan de in artikel 1, lid 4, van de EMIR vervatte lijst van vrijgestelde entiteiten toegevoegd. Het rechtskader van de overige vier rechtsgebieden werd onvoldoende geavanceerd geacht om hun centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld in de lijst van vrijgestelde entiteiten op te nemen. In het verslag werd evenwel geconcludeerd dat de Commissie de vooruitgang die deze rechtsgebieden boeken bij het in definitieve vorm gieten van hun voorschriften op de voet zou volgen en over de laatste ontwikkelingen verslag zou uitbrengen. 1 COM(2013) 158 van 22.3.2013. Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1002/2013 van de Commissie van 12 juli 2013 tot wijziging, ten aanzien van de lijst van vrijgestelde entiteiten, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 279 van 19.10.2013, blz. 2). 2 2 3. DE ONDERHAVIGE BEOORDELING De onderhavige beoordeling heeft betrekking op de vier rechtsgebieden die het voorwerp van de eerste beoordeling uitmaakten maar waarvoor destijds geen vrijstelling werd aanbevolen, alsook op twee andere rechtsgebieden (Mexico en Singapore) die om een beoordeling hebben verzocht. De beoordeling is gebaseerd op informatie die rechtstreeks bij de beoordeelde rechtsgebieden is ingewonnen en spitst zich toe op twee specifieke aspecten van hun rechtskader: i) de vorderingen die zijn gemaakt bij het doorvoeren van de hervormingen van de otcderivatenmarkten die in 2009 tijdens de top van de G20 te Pittsburgh zijn overeengekomen; ii) de behandeling binnen het desbetreffende rechtskader van deze rechtsgebieden van centrale banken en overheidsorganen die belast zijn met of betrokken zijn bij het beheer van de overheidsschuld, alsook de risicobeheernormen die van toepassing zijn op de derivatentransacties die door deze entiteiten worden aangegaan. Uit de analyse blijkt dat in alle beoordeelde rechtsgebieden aanzienlijke vooruitgang is geboekt wat de goedkeuring en implementatie van de hervormingen op het gebied van otc-derivaten betreft. Bovendien hebben de zes rechtsgebieden allemaal werk gemaakt van de problematiek van de toepasselijkheid van de diverse vereisten op centrale banken en overheidsorganen die belast zijn met of betrokken zijn bij het beheer van de overheidsschuld. 4. GEMAAKTE VORDERINGEN BIJ DE HERVORMINGEN VAN OTC-DERIVATENMARKTEN 4.1. Australië In Australië geschiedt de implementatie van de verplichte clearing, rapportage of georganiseerde handel via een platform in twee fasen: eerst besluit de bevoegde minister of deze vereisten voor bepaalde klassen van otc-derivaten moeten gelden en vervolgens vaardigt de Australian Securities and Investments Commission (ASIC) uitvoeringsvoorschriften uit. De Australian Prudential Regulation Authority (APRA) is momenteel bezig met de implementatie van risicolimiteringstechnieken voor niet centraal geclearde otc-derivaten. Clearingverplichting De Australische uitvoeringsbepalingen betreffende de verplichte centrale clearing zijn vastgelegd in de Corporations Amendment (Central Clearing and Single-Sided Reporting) Regulation 2015. Krachtens deze regelgeving wordt de centrale clearing van welomschreven klassen van otcrentederivaten verplicht gesteld voor een klein aantal grote binnen- en buitenlandse banken die op de Australische otc-derivatenmarkt als handelaar optreden. In december 2015 is bij de Derivative Transaction Rules (Clearing) 2015 van de ASIC de verplichte centrale clearing ingevoerd van in verscheidene belangrijke valuta's luidende otc-rentederivaten. Deze clearingverplichting is in april 2016 van kracht geworden. 3 Rapportageverplichting Bij de Derivative Transaction Rules (Reporting) 2013 van de ASIC, zoals gewijzigd in februari 2015, is de verplichting ingevoerd om otc-derivatentransacties te rapporteren. De rapportageverplichting bestrijkt momenteel alle klassen van afgeleide activa en is van kracht sinds december 2015. Risicolimiteringstechnieken In oktober 2016 heeft de APRA een prudentiële norm uitgevaardigd waarbij de gebruikmaking van risicolimiteringstechnieken voor niet centraal geclearde otc-derivaten verplicht werd gesteld. Op grond van de norm moeten diverse risicolimiteringstechnieken worden toegepast: snelle bevestiging van transacties, portefeuillereconciliatie, portefeuillecompressie, geschillenbeslechtingsprocedures en het bestaan van waardebepalingsprocessen. Er is nog geen aanvangsdatum vastgesteld. 4.2. Canada Wat het doorvoeren van hervormingen van de otc-derivatenmarkten betreft, is er sprake van twee parallelle processen. Het Office of the Superintendent of Financial Institutions (OSFI), de Canadese prudentiële toezichthouder, stelt door middel van richtsnoeren algemene vereisten vast voor onder federaal toezicht staande financiële instellingen (Federally Regulated Financial Institutions, FRFI's). De provincies en territoria zijn vervolgens verantwoordelijk voor de marktregulering in hun specifieke rechtsgebieden. De Canadian Securities Administrators (CSA), de overkoepelende organisatie van de Canadese provinciale en territoriale effectentoezichthouders, is verantwoordelijk voor de coördinatie en harmonisatie van de Canadese regulering van kapitaalmarkten. Deze organisatie ontwikkelt regelgeving, die vervolgens door de provincies wordt uitgevaardigd en geïmplementeerd. Clearingverplichting De clearingverplichting zal door alle provinciale effectentoezichthouders worden toegepast door middel van het Proposed National Instrument 94-101 Mandatory Central Counterparty Clearing of Derivatives (Proposed NI 94-101), dat momenteel door de CSA wordt ontwikkeld. Op federaal niveau wordt de clearingverplichting door het OFSI geïmplementeerd via zijn Guideline B-7: Derivatives Sound Practices, die in december 2014 in werking is getreden. Overeenkomstig Guideline B-7 worden FRFI's geacht gestandaardiseerde derivaten centraal te clearen wanneer zulks praktisch mogelijk is. Het Proposed NI 94-101 voorziet in de verplichte centrale clearing van bepaalde otc-derivaten en bevat een lijst van de tegenpartijen die onder de clearingverplichting zullen vallen. De definitieve regelgeving zou begin 2017 worden aangenomen. Rapportageverplichting De rapportageverplichting wordt op provinciaal niveau ten uitvoer gelegd via regelgeving die door elke provinciale effectentoezichthouder wordt uitgevaardigd. Er gelden specifieke voorschriften in Ontario, Quebec en Manitoba; in alle andere provincies (MI-rechtsgebieden) is de rapportageverplichting geïmplementeerd via Multilateral Instrument 96-101 Trade 4 Repositories and Derivatives Data Reporting (MI 96-101). Sinds november 2016 zijn de voorschriften inzake de rapportage van transacties volledig van kracht. De provinciale en multilaterale instrumenten zijn vergaand geharmoniseerd wat de rapportageverplichting betreft, waarbij de rapportage van transacties met ten minste één lokale tegenpartij verplicht is gesteld. Op federaal niveau zijn FRFI's op grond van Guideline B-7 verplicht transacties te rapporteren in overeenstemming met de rapportagevoorschriften die van toepassing zijn in de provincie waar hun hoofdkantoor of hoofdvestiging zich bevindt. Risicolimiteringstechnieken Op federaal niveau zijn de voor FRFI's geldende risicolimiteringstechnieken voor niet centraal geclearde derivaten vastgelegd in Guideline B-7 van het OSFI. Daarnaast worden in Guideline E-22 Margin Requirements for Non-Centrally Cleared Derivatives van het OSFI, die in september 2016 in werking is getreden, aangelegenheden geregeld zoals geschillenbeslechting en waarderingsmethoden met betrekking tot marginvereisten voor niet centraal geclearde derivaten. Op provinciaal niveau werkt de CSA momenteel aan regelgeving betreffende de registratie van handelaars. Op grond daarvan zouden deelnemers aan derivatenmarkten risicolimiteringstechnieken moeten toepassen. Verwacht wordt dat de regelgeving in 2017 zal worden gepubliceerd om belanghebbenden de gelegenheid te bieden opmerkingen te maken, en in de eerste helft van 2018 van kracht zal worden. 4.3. Hongkong In Hongkong worden hervormingen van otc-derivatenmarkten in twee fasen doorgevoerd. Eerst wordt een regelgevingskader tot stand gebracht door middel van primaire wetgeving, en meer in het bijzonder de Securities and Futures (Amendment) Ordinance 2014, die voorziet in een wijziging van de oorspronkelijke Securities and Futures Ordinance (SFO) van 2002. Vervolgens wordt door de Securities and Futures Commission (SFC), met instemming van de Hong Kong Monetary Authority (HKMA) en na overleg met de Financial Secretary, afgeleide wetgeving uitgevaardigd waarin gedetailleerde voorschriften betreffende de rapportage-, clearing- en handelsverplichtingen zijn vastgelegd. Clearingverplichting Krachtens de Amendment Ordinance wordt de clearing van otc-derivatentransacties verplicht gesteld. Overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen zijn de daarin beschreven personen verplicht bepaalde otc-derivatentransacties conform de clearingvoorschriften te clearen via een aangewezen centrale tegenpartij. Deze verplichting zal gefaseerd worden ingevoerd. De regels voor de eerste fase zijn in september 2016 in werking getreden. Rapportageverplichting Bij de Amendment Ordinance wordt ook de rapportageverplichting ingevoerd. De daarin beschreven personen moeten alle relevante otc-derivatentransacties aan de HKMA rapporteren in overeenstemming met de vereisten die in de rapportagevoorschriften zijn vastgelegd. Fase 1 van de rapportage geldt voor een beperkt aantal soorten derivaten en heeft een iets grotere personele 5 werkingssfeer dan de clearingverplichting3. Krachtens de voorschriften van fase 2 wordt het bestreken productengamma verruimd tot alle vijf activaklassen en moet uitgebreidere informatie over elke transactie worden gerapporteerd. De personele werkingssfeer blijft ongewijzigd. Fase 2 zal in juli 2017 ingaan. Risicolimiteringstechnieken In Hongkong zijn twee reeksen normen op het gebied van risicolimitering gepland. De eerste reeks normen, te ontwikkelen door de SFC, zal uitsluitend van toepassing zijn op ondernemingen waaraan door de SFC op grond van de SFO een licentie is verleend (licentiehoudende ondernemingen). In 2017 zal een raadpleging over de ontwerpnormen worden gehouden. De tweede reeks normen is opgesteld door de HKMA en is van toepassing op instellingen waaraan de HKMA op grond van de Banking Ordinance (BO) vergunning heeft verleend (vergunninghoudende instellingen). Oorspronkelijk was het de bedoeling dat deze normen met ingang van september 2016 van kracht zouden worden. In augustus 2016 heeft de HKMA de implementatie ervan evenwel uitgesteld omdat in andere belangrijke rechtsgebieden een soortgelijk uitstel werd aangekondigd. 4.4. Mexico De algemene regels betreffende otc-derivatentransacties zijn vervat in de in maart 2012 door de Mexicaanse centrale bank (Banco de México, BdM) uitgevaardigde "Reglas para la realización de operaciones derivadas" (regels voor de uitvoering van derivatentransacties) (Circular 4/2012) en latere wijzigingen daarvan. Sommige specifieke regels (bv. betreffende de oprichting van centrale tegenpartijen) zijn gezamenlijk uitgevaardigd door de BdM, het ministerie van Financiën (SHCP) en de nationale commissie voor het bankwezen en het effectenbedrijf (Comisión Nacional Bancaria y de Valores, CNBV). Clearingverplichting In Circular 4/2012 is bepaald dat gestandaardiseerde derivatentransacties tussen lokale banken of makelaarshuizen en bepaalde andere (lokale en buitenlandse) entiteiten moeten worden afgewikkeld via clearinginstituten die zijn opgericht conform de gezamenlijk door de BdM, het SHCP en de CNBV uitgevaardigde regels, dan wel via buitenlandse instellingen die als centrale tegenpartij optreden en door de BdM zijn erkend. De clearingverplichting is van kracht sinds april 2016 voor transacties tussen lokale tegenpartijen en sinds november 2016 voor transacties tussen een lokale en een buitenlandse tegenpartij. Bij recente wijzigingen in Circular 4/2012 zijn criteria vastgesteld om uit te maken welke otc-producten als gestandaardiseerd moeten worden aangemerkt en bijgevolg aan de centrale clearingverplichting onderworpen zijn. Rapportageverplichting Krachtens Circular 4/2012 zijn lokale banken, makelaarshuizen, beleggingsfondsen en sofomes (polyvalente financiële instellingen) verplicht hun derivatentransacties aan de BdM te rapporteren. Op grond van de gezamenlijk door de BdM, het SHCP en de CNBV uitgevaardigde regels zijn lokale centrale tegenpartijen ook verplicht alle door hen voor clearing ontvangen 3 De rapportageverplichting geldt ook voor centrale tegenpartijen. 6 contracten of andere op vrijwillige basis gemelde transacties te rapporteren. De verplichting tot rapportage aan de BdM bestrijkt alle activaklassen en zowel otc-derivaten als ter beurze verhandelde derivaten. De wettelijke verplichting om erop toe te zien dat transacties worden gerapporteerd, geldt echter enkel voor in Mexico gevestigde tegenpartijen. Risicolimiteringstechnieken Sinds april 2016 zijn lokale banken, makelaarshuizen, beleggingsfondsen, algemene entrepots en sofomes verplicht ten minste de volgende risicolimiteringstechnieken met betrekking tot niet centraal geclearde otc-derivatentransacties toe te passen: bevestiging, dagelijkse waardering, reconciliatie, geschillenbeslechtingsmechanismen en periodieke beoordelingen om uit te maken of tot portefeuillecompressie moet worden overgegaan. Verdere voor lokale banken en makelaarshuizen geldende wettelijke vereisten op het gebied van de risicolimitering van hun transacties zijn vastgelegd in de door de CNBV uitgevaardigde regels voor banken en regels voor makelaarshuizen. 4.5. Singapore Het wetgevingskader voor otc-derivaten bestaat uit twee niveaus van regelgeving: door het parlement vastgestelde algemene kaderwetgeving en door de Monetary Authority of Singapore (MAS) vastgestelde specifieke voorschriften. Clearingverplichting Het vereiste wettelijke kader voor het verplicht stellen van de clearing van derivaten werd tot stand gebracht door deel VIB (Clearing and Derivatives Contracts) van de Securities and Futures Act (SFA), dat sinds november 2012 van kracht is. De MAS legt momenteel de laatste hand aan de regelgeving voor de verplichte clearing. De definitieve vaststelling ervan is gepland voor de eerste helft van 2017. Krachtens de nieuwe voorschriften zou de clearing van in Singapore- en VS-dollars luidende renteswaps verplicht worden gesteld. Rapportageverplichting Het wetgevingskader voor de rapportageverplichting werd tot stand gebracht door deel VIA (Reporting of Derivatives Contracts) van de SFA. De specifieke rapportageregels zijn vervolgens vastgelegd in de Securities and Futures (Reporting of Derivatives Contracts) Regulations 2013 (SF(RDC)R), die in oktober 2013 in werking zijn getreden. Krachtens de regels moeten bepaalde "gespecificeerde personen" rente-, krediet- en valutaderivatentransacties rapporteren. De rapportageverplichting is sinds november 2015 volledig van toepassing. Risicolimiteringstechnieken Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de voorschriften betreffende risicolimiteringstechnieken. Overeenkomstig de voorgestelde voorschriften moeten in otcderivatencontracten handelende entiteiten waaraan de MAS een licentie heeft verleend, de volgende risicolimiteringstechnieken toepassen ten aanzien van hun niet-geclearde otcderivatentransacties: bevestiging, een geschillenbeslechtingsproces, dagelijkse waardering, 7 portefeuillereconciliatie en portefeuillecompressie. De MAS gaat ervan uit dat de vereisten inzake risicolimitering in 2017 van kracht zullen worden. 4.6. Zwitserland Het regelgevingskader voor otc-derivatentransacties bestaat uit een basiswetgevingshandeling (de Finanzmarktinfrastrukturgesetz, FinfraG), waarin de marktgedragsregels voor de derivatenhandel zijn vastgelegd, en uitvoeringsverordeningen (en met name de Finanzmarktinfrastrukturverordnung, FinfraV), waarin de specifieke regels en vereisten nader zijn uitgewerkt. Zowel de FinfraG als de FinfraV is in januari 2016 in werking getreden. Clearingverplichting De FinfraG en de FinfraV voorzien in de clearing van otc-derivatentransacties en bevatten specifieke voorschriften in verband met deze verplichting. De clearingverplichting slaat in beginsel op alle otc-derivatentransacties, met een aantal vrijstellingen voor sommige (meestal kleinere) tegenpartijen. De verplichting wordt gefaseerd ingevoerd naar gelang van het type contracten en tegenpartijen. Rapportageverplichting De FinfraG en de FinfraV stellen de rapportage van alle otc-derivatentransacties verplicht en bevatten de desbetreffende voorschriften, zoals die waarin wordt beschreven welke tegenpartij voor het rapporteren van de transactie verantwoordelijk is en welke informatie moet worden gerapporteerd. Risicolimiteringstechnieken Ook de voorschriften betreffende het hanteren van risicolimiteringstechnieken voor niet centraal geclearde otc-derivatentransacties zijn in de FinfraG en de FinfraV vervat. Het Zwitserse regelgevingskader omvat vereisten voor de tijdige bevestiging van transacties, portefeuillereconciliatie, portefeuillecompressie en geschillenbeslechtingsprocedures. 5. INTERNATIONALE BEHANDELING VAN CENTRALE BANKEN EN VAN OVERHEIDSORGANEN VOOR HET BEHEER VAN DE OVERHEIDSSCHULD 5.1. Australië Clearingverplichting In de Regulation van 2015 is bepaald dat geen clearingvereisten in verband met een derivatentransactie kunnen worden opgelegd aan een persoon die geen Australische of een buitenlandse clearingentiteit in verband met de transactie is. Bovendien voorkomt de Regulation dat de voorschriften inzake derivatentransacties clearingvereisten opleggen aan een reeks buitenlandse overheidsentiteiten, zoals onder meer centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld. 8 Rapportageverplichting In de Corporations Amendment (Derivatives Transactions) Regulation 2013 wordt verduidelijkt dat de verplichting tot rapportage van transacties niet kan worden opgelegd aan zogeheten "end users". Daardoor wordt de toepassing van de rapportageverplichting in wezen beperkt tot Australische deposito-instellingen, licentiehoudende clearing- en afwikkelingsfaciliteiten, licentiehoudende financiële dienstverleners en personen die in Australië op grond van een door de Australische autoriteiten verleende specifieke vrijstelling van de licentieverplichting ten behoeve van wholesalecliënten financiële diensten in verband met derivaten verrichten. Centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld zijn derhalve niet aan de rapportageverplichting onderworpen. Risicolimiteringstechnieken Krachtens de onlangs aangenomen voorschriften zijn de risicolimiteringstechnieken van toepassing op onder APRA-toezicht staande instellingen wanneer deze transacties met bestreken tegenpartijen sluiten. De definitie van deze instellingen omvat geen centrale banken of overheidsorganen die belast zijn met of betrokken zijn bij het beheer van de overheidsschuld. De definitie van een "bestreken tegenpartij" slaat op haar beurt niet op staten, centrale banken, multilaterale ontwikkelingsbanken, overheidsentiteiten en de Bank voor Internationale Betalingen. De vereisten inzake risicolimitering zijn bijgevolg niet van toepassing op centrale banken of overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld. 5.2. Canada Clearingverplichting Guideline B-7 is alleen van toepassing op FRFI's. Aangezien centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld niet onder deze definitie vallen, zijn zij uitgesloten van het toepassingsgebied van de OFSI-voorschriften inzake clearing. Op provinciaal niveau zijn krachtens het voorgestelde NI 94-101 transacties met zowel bepaalde Canadese instellingen als buitenlandse centrale banken en publiekrechtelijke lichamen die geheel of gedeeltelijk eigendom zijn van een buitenlandse overheid, uitdrukkelijk van de clearingverplichting vrijgesteld. Verwacht wordt dat de bovenbeschreven vrijstellingen in de definitieve voorschriften zullen worden gehandhaafd. Rapportageverplichting Buitenlandse centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld zijn weliswaar niet expliciet van de voorschriften betreffende de rapportage van transacties vrijgesteld, maar krachtens de geldende voorschriften moeten transacties tussen een Canadese tegenpartij en buitenlandse overheidsorganen enkel door de Canadese tegenpartij worden gerapporteerd. Buitenlandse centrale banken en alle overheidsorganen zijn bijgevolg niet aan de rapportageverplichting onderworpen. 9 Risicolimiteringstechnieken Net als bij de clearingverplichting gelden de OFSI-richtsnoeren alleen voor FRFI's. Centrale banken en alle overheidsorganen vallen daardoor niet onder het toepassingsgebied van de OFSIvoorschriften betreffende risicolimiteringstechnieken. Op provinciaal niveau is de registratieregel enkel voor derivatenhandelaars bedoeld. Centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld zijn momenteel bijgevolg van het toepassingsgebied van deze regel uitgesloten. De registratieregel wordt thans weliswaar nog in definitieve vorm gegoten, maar er wordt niet verwacht dat het toepassingsgebied ervan nog zal veranderen. 5.3. Hongkong Clearingverplichting De clearingverplichting geldt voor renteswaps tussen belangrijke handelaars. Binnen Hongkong omvatten deze handelaars vergunninghoudende instellingen, door de HKMA op grond van de BO goedgekeurde geldmakelaars en licentiehoudende ondernemingen die een minimale clearingdrempel hebben bereikt. De belangrijke handelaars buiten Hongkong zijn opgenomen in een door de SFC gepubliceerde lijst. Op de lijst staan entiteiten zoals clearingleden van de grootste centrale tegenpartijen voor renteswaps op een aantal markten, of door de Raad voor financiële stabiliteit gepubliceerde mondiale systeemrelevante banken. Aangezien buitenlandse centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld niet tot de genoemde categorieën behoren, vallen zij buiten het toepassingsgebied van de clearingverplichting in Hongkong. Rapportageverplichting Daar fase 1 van de rapportageverplichting op bijna hetzelfde spectrum van entiteiten van toepassing is als de clearingverplichting, zijn buitenlandse centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld niet aan de rapportageverplichting onderworpen. In fase 2 wordt het toepassingsgebied van de rapportageverplichting tot alle vijf de activaklassen uitgebreid en moet meer informatie worden gerapporteerd, maar is er geen sprake van een wijziging van het spectrum van entiteiten die onder de verplichting vallen. Buitenlandse centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld blijven dan ook van de rapportageverplichting vrijgesteld. Risicolimiteringstechnieken De door de SFC op te stellen normen inzake risicolimitering zullen algemeen genomen pas van toepassing zijn als otc-derivatentransacties door ondernemingen met een licentie van de SFC worden geregistreerd. Aangezien dat momenteel nog niet het geval is, zijn deze normen niet toepasselijk op otc-derivatentransacties. Daartegenover staat dat het door de HKMA ontwikkelde kader op zowel binnen- als buitenlandse vergunninghoudende instellingen van toepassing is wanneer het gaat om niet centraal geclearde derivatentransacties die met een "bestreken entiteit" worden gesloten. Er wordt uitdrukkelijk aangegeven dat centrale banken en in aanmerking komende overheidsentiteiten niet onder de definitie van "bestreken entiteiten" vallen. Centrale banken zullen dan ook niet aan het voorgestelde kader onderworpen zijn, mits zij in hun respectieve rechtsgebied de status van een centrale bank hebben. Voor overheidsentiteiten geldt 10 dat als een entiteit in haar rechtsgebied voor kapitaaltoereikendheidsdoeleinden als een overheidsentiteit wordt beschouwd (ongeacht of zij al dan niet belast is met of betrokken is bij het beheer van de overheidsschuld), zij van de vereisten inzake risicolimitering zal zijn vrijgesteld. 5.4. Mexico Clearingverplichting Overeenkomstig Circular 4/2012 moeten enkel lokale banken en makelaarshuizen hun otcderivatentransacties via centrale tegenpartijen clearen wanneer het transacties betreft met andere lokale banken of makelaarshuizen, lokale of buitenlandse institutionele beleggers, dan wel buitenlandse banken of makelaarshuizen. Centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld zijn bijgevolg van de clearingverplichting vrijgesteld. Rapportageverplichting In Circular 4/2012 is bepaald dat ingeval een derivatentransactie wordt aangegaan tussen een aan de rapportageverplichting onderworpen lokale tegenpartij en een in een buitenlands rechtsgebied gevestigde entiteit, enkel de Mexicaanse financiële entiteit wettelijk verplicht is de derivatentransactie aan de BdM te rapporteren. Centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld zijn bijgevolg vrijgesteld. Risicolimiteringstechnieken Daar de in Circular 4/2012 omschreven risicolimiteringstechnieken enkel op lokale banken, makelaarshuizen, beleggingsfondsen, algemene entrepots en sofomes van toepassing zijn, zijn buitenlandse centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld vrijgesteld van de verplichting om deze risicolimiteringstechnieken toe te passen. 5.5. Singapore Clearingverplichting Volgens de in 2015 ter consultatie gepubliceerde ontwerpregelgeving inzake verplichte clearing heeft de MAS voorgesteld een reeks internationale instellingen, waaronder buitenlandse centrale banken en alle overheidsorganen, van de clearingverplichting vrij te stellen. De MAS is voornemens de voorgestelde vrijstelling in de definitieve regels te handhaven. Rapportageverplichting Overeenkomstig deel II van de Securities and Futures Act in combinatie met het vierde schema van de SF(RDC)R zijn buitenlandse centrale banken en alle overheidsorganen, naast een reeks andere internationale instellingen, uitdrukkelijk van de rapportageverplichting vrijgesteld. 11 Risicolimiteringstechnieken De vereisten inzake risicolimiteringstechnieken die momenteel door de MAS worden ontwikkeld, zullen enkel van toepassing zijn op houders van een CMS-licentie en op in otcderivaten handelende banken waaraan in Singapore een licentie is verleend. Daar normaal gesproken niet van buitenlandse centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld zal worden verlangd dat zij een CMS-licentie bezitten, zullen zij niet aan de verplichting onderworpen zijn. 5.6. Zwitserland Clearingverplichting Als tegenpartijen vallen buitenlandse centrale banken en buitenlandse overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld niet onder het toepassingsgebied van de marktgedragsregels voor derivaten (en dus evenmin onder de clearingverplichting), omdat de statutaire zetel van dergelijke entiteiten gewoonlijk niet in Zwitserland gelegen is. Bovendien zijn derivatentransacties met een hele reeks buitenlandse instellingen, waaronder centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld, niet aan de FinfraGmarktgedragsregels voor derivaten (en dus aan de clearingverplichting) onderworpen. Rapportageverplichting Wat de rapportageverplichting betreft, is de situatie analoog aan die voor de clearingverplichting: buitenlandse centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld vallen niet onder het toepassingsgebied van de marktgedragsregels voor derivaten omdat de statutaire zetel van dergelijke entiteiten gewoonlijk niet in Zwitserland gelegen is. Derivatentransacties tussen een onder het toepassingsgebied van de FinfraG-regels vallende Zwitserse tegenpartij en een buitenlandse centrale bank of een buitenlands overheidsorgaan voor het beheer van de overheidsschuld zijn weliswaar aan de FinfraG-rapportageverplichtingen onderworpen, maar de verplichting om de transactie in kwestie te rapporteren berust uitsluitend bij de betrokken Zwitserse tegenpartij. Bovendien staat het Zwitserse regelgevingskader toe dat derivatentransacties met dergelijke entiteiten volledig van de rapportageverplichting worden vrijgesteld, op voorwaarde van wederkerigheid. Risicolimiteringstechnieken Wat de verplichting betreft om risicolimiteringstechnieken op niet centraal geclearde otcderivatentransacties toe te passen, is de situatie identiek aan die voor de clearingverplichting. Als tegenpartijen zijn buitenlandse centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld niet aan de marktgedragsregels voor derivaten onderworpen. De FinfraG voorziet in een specifieke vrijstelling voor derivatentransacties met dergelijke entiteiten. 12 6. CONCLUSIE De wetgevingskaders voor het doorvoeren van de in 2009 te Pittsburgh afgesproken hervormingen van de otc-derivatenmarkten zijn thans volledig tot stand gebracht in Australië, Hongkong, Mexico en Zwitserland, en dat zal binnenkort ook in Canada en Singapore het geval zijn. In alle genoemde rechtsgebieden zijn deze wetgevingskaders bovendien niet van toepassing op centrale banken en overheidsorganen voor het beheer van de overheidsschuld, of zullen ze niet van toepassing zijn. De Commissie concludeert derhalve dat artikel 1, lid 4, van de EMIR moet worden gewijzigd om de centrale banken en de met het beheer van de overheidsschuld belaste of daarbij betrokken overheidsorganen van Australië, Canada, Hongkong, Mexico, Singapore en Zwitserland van bepaalde EMIR-vereisten vrij te stellen. Met het vrijstellen van deze entiteiten zal worden voorkomen dat de EMIR-vereisten hen hinderen bij het vervullen van hun monetaire verantwoordelijkheden en van andere taken van gemeenschappelijk belang. Een dergelijke vrijstelling zal er tevens toe bijdragen dat voor al deze rechtsgebieden met betrekking tot transacties met die entiteiten een gelijk speelveld voor het doorvoeren van hervormingen op het gebied van otc-derivaten tot stand wordt gebracht. De invoering van de vrijstelling zal ook de internationale coherentie en consistentie op het gebied van otc-derivaten ten goede komen. De in dit verslag gepresenteerde vergelijkende analyse is niet de laatste. De Commissie zal de ontwikkelingen op het gebied van de tenuitvoerlegging van de regels betreffende otcderivatentransacties in de genoemde en andere G20-rechtsgebieden immers op de voet blijven volgen en zal het verslag actualiseren naarmate het hervormingsproces in deze rechtsgebieden vordert. Daarbij kunnen ook entiteiten van bepaalde derde landen van de lijst van vrijgestelde entiteiten worden geschrapt indien de regelgeving in die derde landen niet meer voldoet aan de voorwaarden om voor een vrijstelling in aanmerking te komen. Er mag bijgevolg van uit worden gegaan dat verdere wijzigingen in artikel 1, lid 4, van de EMIR zullen worden aangebracht. 13