Hormonen - Wikiwijs Maken

advertisement
Hormoonstelsel
Overzichten van hormoonwerkingen
Hormonen
•Het zijn stoffen die door allerlei weefselcellen worden
gemaakt en afgegeven aan het bloed
•Ze zetten andere cellen aan tot een gerichte activiteit of
remmen een activiteit.
•Functie: regulatie van orgaanfuncties/processen ( stofwisseling,
voortplanting, groei, homeostase)
Hormonen
•Hormonen: eiwitten met een specifieke moleculaire structuur
•De aanmaakplaats is meestal een andere dan de
werkingsplaats
•Tijdelijk aanwezig in het bloed, afbraak in de lever
•Hormoonafgifte wordt in veel gevallen gereguleerd via een
regelkring, waarin negatieve terugkoppeling een grote rol speelt.
OverzichtHormoonstelsel
De belangrijkste endocriene klieren
Hypothalamus
Pijnappelklier
Hypofyse
Schildklier/bijschildklieren
Luchtpijp
Huid
Zwezerik
Longen
Hart
Lever
Maag
Bijnieren
Alvleesklier
Darmen
Nieren
Baarmoeder
Rood-Belangrijke endocrieneklieren
Zwart-hormoonproducerende organen
Scrotum/bijbal
Eierstokken
Testikels
Hypofyse 1
De hypofyse bestaat uit een voorkwab en een
achterkwab.
Door middel van een steeltje is de hypofyse met de
hypothalamus (deel van de hersenstam)
Het heeft de grootte van een flinke erwt
Hypofyse 2
De hypofysevoorkwab produceert de
volgende hormonen:
groeihormoon; stimuleert lengtegroei van de botten
door activering groeischijven(epifysaire schijven)
Bevordert ook de ontwikkeling van spierweefsel.
Naam enigszins misleidend: omdat dit hormoon tot op
zeer hoge leeftijd geproduceerd wordt.
Wanneer gedurende de jeugdjaren de voorkwab te
weinig of te veel groeihormoon produceert, ontstaat
dwerggroei of reuzengroei.
Hypofyse 3
De hypofysevoorkwab produceert de
volgende hormonen:
Bijnierschorsstimulerend hormoon; dit stimuleert de
bijnierschors tot productie van zogenaamde
schorshormonen.(corticoïden )
Schildklierstimulerend hormoon (TSH): dit zet de
schildklier aan tot de vorming van het
schildklierhormoon thyroxine.
Hypofyse 4
De hypofysevoorkwab produceert de
volgende hormonen:
Geslachtsklierstimulerende hormonen; deze
stimuleren de geslachtsklieren of gonaden: bij de
vrouw de eierstokken en bij de man de zaadballen.
Er zijn 2 geslachtsklierstimulerende hormonen,
namelijk FSH (follikelstimulerend hormoon) en LH
(luteïniserend hormoon).
Het hormoon FSH bevordert bij de vrouw de groei en
ontwikkeling van de follikels in de eierstok. Follikels
zijn blaasjes waarin zich een eicel ontwikkeld.
Hypofyse 4 vervolg
De hypofysevoorkwab produceert de
volgende hormonen:
Geslachtsklierstimulerende hormonen 2;
Bij de man heeft FSH invloed op de ontwikkeling van
zaadcellen.
Het hormoon LH stimuleert bij de vrouw de
ontwikkeling van het gele lichaam in de eierstok.
Bij de man stimuleert LH de productie van het
mannelijk geslachtshormmoon testosteron, waarvan
de productie plaatsvindt in de zaadballen.
Hypofyse 5
De hypofysevoorkwab produceert de
volgende hormonen:
Prolactine; dit hormoon stimuleert de melksecretie
(lac=melk) bij de moeder na de geboorte van het kind.
Hypofyse 6
De hypofyseachterkwab produceert zelf geen
hormonen.
Het is een tijdelijke opslagplaats van 2 hormonen die
geproduceerd worden door de hypothalamus. Deze 2
hormonen worden door de achterkwab aan het bloed
afgegeven.
Antidiuretisch hormoon (ADH): Dit hormoon speelt
een belangrijke rol in de nieren waar het zorgt voor de
terugresorptie van water. Het gaat de urineproductie
tegen. Dit hormoon houdt de waterbalans nauwkeurig
in evenwicht
Hypofyse 7
Oxytocine: Dit hormoon veroorzaakt samentrekkingen
van glad spierweefsel in de wand van de baarmoeder
op het einde van de zwangerschap. Hierdoor ontstaan
de weeën.
Oxytocine veroorzaakt bovendien contractie van het
gladde spierweefsel in de borstklier en bevordert zo de
afgifte van de melk na de geboorte van het kind.
De Schildklier
Strottenhoofd
Schildklier
Bijschild
klieren
De Schildklier
Klier met inwendige afscheiding, bestaande uit 2 ter
weerszijden van de luchtpijp gelegen, met elkaar verbonden
lobben die zijn opgebouwd uit kleine, met een taaie vloeistof
gevulde blaasjes ( follikels)
Er worden 2 hormonen afgescheiden, namelijk thyroxine en
calcitonine.
De schildklier heeft voor zijn normale ontwikkeling als voor
de productie van het schildklierhormoon het element jood
(jodium) nodig.
De Schildklier 2
Thyroxine: heeft invloed op de verbranding in de cellen.
Het heeft dus invloed op de stofwisseling in ‘rust’, ook wel
grondstofwisseling of basaalmetabolisme genoemd.
Bij hyperfunctie is de stofwisseling verhoogd. De patiënten
zijn rusteloos, vermageren snel, snelle pols, hoge
lichaamstemperatuur en dikwijls uitpuilende ogen.
Bij een hypofunctie zal de stofwisseling op een laag pitje
staan, dat betekent dat de groei sterk achterblijft.
Calcitonine: dit hormoon verlaagt het calciumgehalte in het
bloed.
de bijschildklieren
De bijschildklieren zijn kleine endocriene kliertjes die achter
en tegen de schildklier aanliggen.
De bijschildkliertjes, meestal 4 zijn kleine geel- tot
okerachtige gekleurde orgaantjes van niet meer dan een
halve centimeter.
Ze produceren het parathormoon, dat een regelende
invloed heeft op de kalk(calcium)- en fosfaathuishouding in
het lichaam en dus van belang is voor de botvorming en de
werking van spieren en zenuwen.
Pancreas
Aorta
Twaalfvingerige
darm
Milt
Pancreas
(alvleesklier)
Pancreas
•De hormonen worden afgescheiden door de eilandjes van
Langerhans
Insuline: heeft invloed op het hele lichaam, met name op
bloedglucosegehalte.
De functie van dit hormoon is: bevordert de omzetting van
glucose in glycogeen (verlaging bloedglucosegehalte)
Glucagon: heeft invloed op het hele lichaam, met name op
bloedglucosegehalte.
De functie van dit hormoon is: bevordert omzetting van
glycogeen in glucose (verhoging bloedglucosegehalte)
Bijnieren
Bijnier
Bijnier
Nier
Holle ader
Nier
Aorta
Bijnieren
•De Bijnieren zitten als een soort hoedjes boven op de
nieren. Ze hebben op zich niets met de nieren of de
nierfunctie maken.
•Ze bestaan uit een merg(± 10%) en een schors (±90%)
en zijn zeer sterk doorbloed.
.
Bijnieren
Het bijniermerg staat onder controle van het autonome
(sympathische) zenuwstelsel en kan zeer snel
hormonen loslaten
Adrenaline: “actie”hormoon ( RR omhoog, hartfreq.
Omhoog, bloedvatverwijding spieren)
Fight, fright,flight
Noradrenaline: vrijwel zelfde werking
.
Bijnieren
Het bijnierschors bestaat uit drie lagen (samen 2 mm
dik)die elk andere corticoïden( betekent schorshormonen)
maken.
Aldosteron: beïnvloed mineraalhuishouding
Cortisol : beïnvloed glucosehuishouding, remt ontstekingen
Geslachtshormonen: invloed gering
Het bijniermerg staat onder controle van het autonome
zenuwstelsel en kan zeer snel hormonen loslaten
.
Testikels
Zaadblaasje
Prostaat
Zaadleider
Bijbal
Bal
Blaas
Schaambeen
Urinebuis
Zwellichaampjes
testis (teelbal)
• De zaadballen produceren het mannelijk
geslachtshormoon testosteron.
Testosteron: heeft invloed op het hele
lichaam en de zaadcellen.
De functie van testosteron: het ontwikkelen
van de secundaire geslachtskenmerken en
de productie van zaadcellen.
Ovaria
Ovaria
ovarium (eierstok)
• De eierstokken produceren de beide vrouwelijke
geslachtshormonen oestron en progesteron.
Oestron: heeft invloed op het hele lichaam en op de
baarmoeder.
De functie van oestron: het ontwikkelen van de
secundaire geslachtskenmerken en het herstel van
baarmoederslijmvlies na de menstruatie.
Progesteron: heeft invloed op de baarmoeder.
De functie van progesteron: verdikking van
baarmoederslijmvlies en beschermt de jonge vrucht.
Download