Medisch Een leven lang hormonen Voordat u een hypofyseaandoening kreeg, heeft u er waarschijnlijk nooit bij stilgestaan hoe belangrijk hormonen zijn. Die chemische boodschappers die allemaal met elkaar in verbinding staan, beïnvloeden onze vruchtbaarheid, onze stofwisseling, ons gedrag en zelfs onze stemming. Als hypofysepatiënt vergeet je wel eens hoe het in het gezonde lichaam werkt. Daarom volgt hier een kleine verkenning van onze hormoonhuishouding door de jaren heen. 0-10 jaar Schildklierhormoon Een foetus kan de eerste drie maanden zelf geen schildklierhormoon aanmaken, maar heeft dit wel nodig voor z’n hersenontwikkeling. Gelukkig krijgt hij het in die periode van zijn moeder. Zwangere vrouwen met een schildklierafwijking of een tekort aan schildklierhormoon moeten daarom altijd laten controleren of ze voldoende hormoon aanmaken. Ongeveer vijf dagen na de geboorte vindt de hielprik plaats om een tekort aan schildklierhormonen vast te stellen.(Bron: medipedia.be) Groeihormoon Normaal gesproken regelt onder meer het groeihormoon je groei vanzelf. Hoeveel groeihormoon je aanmaakt, hangt van je ouders af. Zijn die lang, dan zal je waarschijnlijk groot worden. Zijn je ouders klein, dan is er weinig kans dat jij wel lang wordt. Wanneer een kind te klein is voor zijn/haar leeftijd, kan dat duiden op een tekort aan groeihormoon. Als volwassene heb je ook voldoende groeihormoon nodig om je gezond te voelen. Knuffelhormonen Oxytocine en vasopressine zijn de ‘knuffelhormonen’ waardoor je je als baby veilig en welkom in de wereld voelt. Ze helpen je ook om zelfvertrouwen te ontwikkelen en dat is belangrijk bij het aanknopen van relaties wanneer je wat ouder bent. 10-18 jaar De puberteit brengt een stortvloed van hormonen met zich mee. Meisjes kunnen hier tussen hun negende en hun veertiende op rekenen, jongens tussen hun elfde en hun zeventiende. Bij meisjes verandert er van alles aan hun lichaam dankzij estradiol, het vrouwelijk geslachtshormoon. Het zorgt voor de groei van de borsten en de ontwikkeling van de baarmoeder. Jongens maken het mannelijke geslachtshormoon testosteron aan én een kleine mate van estradiol. Bij beiden zet, dankzij de aanmaak van estradiol, de groeispurt in. Vandaar dat de veranderingen eerder bij meisjes beginnen. Helaas gaat deze belangrijke periode ook vaak gepaard met pukkels en stemmingswisselingen – ook het gevolg van die hogedrukpan vol hormonen. Hersenwerk Dat je als puber eindeloos lang wil uitslapen, moeilijk kan plannen of niet inziet waarom sommige dingen, bijvoorbeeld alcohol of drugs, gevaarlijk zouden zijn, wordt veroorzaakt door de ontwikkeling van je hersenen. Die maakt ook een soort groeispurt door. Mannelijke hormonen Geslachtshormonen remmen groei De beenderen bevatten groeischijven die ervoor zorgen dat je bot aanmaakt. Zolang die groeischijven actief zijn, blijf je groeien. Maar groei je te hard, dan helpt het toedienen van geslachtshormonen om je groeischijven wat vroeger te sluiten waardoor de groei wordt afgeremd. 12 hyponieuws • medisch Ook een vrouwenlichaam maakt mannelijke hormonen aan, soms een beetje te veel. Dit is meestal zichtbaar aan vervelende haartjes op plekken waar je ze niet wilt hebben. Voor meisjes kan het een reden zijn om naar de dokter te stappen. Bij jongens valt het minder op: het ziet er namelijk uit alsof ze een vroege puberteit ingaan. 18-45 jaar Je bent in de bloei van je leven. Het is tijd voor de liefde, carrière en voortplanting. Vooral dit laatste gaat de boel natuurlijk weer behoorlijk op z’n kop zetten. Zwangerschap Als je zwanger raakt, maakt je lichaam grote hoeveelheden hormonen aan die je zonder zwanger te zijn ook al in mindere mate bezat. Dit zijn de belangrijkste: de eerste 16 weken: hCG. Dit hormoon zorgt ervoor dat de embryo zich kan ontwikkelen. Vanaf de zesde tot en met de zestiende week van je zwangerschap bevat je urine zoveel hCG-hormoon dat je hiermee andere vrouwen kunt helpen om zwanger te worden. Helaas zorgt dit hormoon er ook voor dat je je misselijk en lusteloos voelt in de eerste zestien weken van je zwangerschap. De bevalling en daarna: oxytocine en prolactine Oxytocine is allereerst het hormoon dat weeën veroorzaakt. Het kan zelfs extra worden toegediend om de weeën op te wekken. Het regelt ook de toeschietreflex bij borstvoeding. Door het hormoon prolactine wordt de melkproductie gestimuleerd. Oxytocine is een hormoon met grote emotionele effecten: het speelt een rol bij moederbinding, vriendschappen, romantiek én bij een orgasme. PMS Het premenstrueel syndroom, dat een paar dagen voor de menstruatie de kop opsteekt, is uitsluitend te wijten aan hormoonschommelingen. Als je eraan lijdt (zo kunnen we dat gerust stellen) voel je je somber, snauw je je omgeving af, grijp je naar zoetigheid en vreet calorieën tot je nóg somberder bent. Na 16 weken: progesteron Progesteron is het beschermende hormoon dat ervoor zorgt dat je baarmoeder zich niet samentrekt, zodat de baby niet te vroeg geboren wordt. De bijbehorende kwaaltjes: je houdt vocht vast of loopt kans op aambeien, een moeilijke stoelgang of bloedend tandvlees. Tot aan de bevalling: oestrogenen Dankzij deze hormonen kan je baarmoeder groeien en nieuwe bloedvaten aanleggen. Ook je melkklieren ontwikkelen zich, waardoor je later borstvoeding kunt geven. Tegen het einde van de zwangerschap gaat je baarmoeder door de oestrogenen samentrekken, ter voorbereiding op de bevalling. Neurotransmitters: onze hersenhormonen Een aparte categorie hormonen die onze hersenen en ons welbevinden beïnvloeden, zijn de neurotransmitters, een signaalstof waarmee onze zenuwcellen onderling kunnen communiceren. Daardoor kan ons lichaam complexe taken uitvoeren. De belangrijkste neurotransmitters: Acetylcholine: Is betrokken bij herinnering, gedachten en alertheid. Adrenaline: ‘De spanning giert je door de keel’, dit is de stimulator die het lichaam helpt bij stress. Dopamine en Noradrenaline: De ‘Feel Good’- neurotransmitters voor energie en controle. Endorfines: Geven een gevoel van euforie. GABA: De rustgevende neurotransmitter. Heb je hiervan te weinig, dan kun je te maken krijgen met angst en epilepsie. Glutamaat: Zorgt ervoor dat de signalen van de hersenen op de juiste manier bij de spieren terecht komen: deze neurotransmitter is betrokken bij het cognitieve vermogen van de hersenen, herinnering, beweging. Serotonine: Een stemmingsregulator. Serotonine-ontregeling kan psychische problemen zoals depressies, eetstoornissen en slaapproblemen veroorzaken. Onvruchtbaarheid Als je niet in verwachting kunt raken, is er een kans dat hormonen de boosdoeners zijn. Dat geldt voor vrouwen en voor mannen. Soms is het mogelijk om een tekort aan hormonen te verhelpen of bepaalde hormonen die de vruchtbaarheid onderdrukken af te remmen. Dit zijn de twee hormonale hoofdrolspelers bij het zwanger worden: •LH, het luteïniserend hormoon, laat de eicel rijpen en helpt mee bij de eisprong •FSH, het follikelstimulerend hormoon heeft een vergelijkbare functie en zet bij de mannen aan tot rijping van het zaad. De babyblues Het is helemaal niet gek als je in de dagen na je bevalling last van huilbuien hebt. Zie het als een soort afkicken: je lichaam zat bomvol hormonen die helemaal in balans waren en opeens is er – met de placenta – van alles weggevallen. Maar je hersenen hebben nog steeds behoefte aan die stofjes. Een enkele keer gaat dit afkicken niet vanzelf over en leidt het tot een postnatale depressie die behandeld moet worden. Bron artikel: Gezond idee, Magazine van Maastricht UMC+, Nr1. 2013 Na je 45e In het volgende nummer van Hyponieuws staat de leeftijd vanaf 45 en ouder centraal: de beruchte menopauze. Slikt u hormoonpreparaten omdat uw eierstokken niet meer aangestuurd worden door de hypofyse, of bent u op natuurlijke wijze in de overgang gekomen? Vertel het ons! Stuur een mail naar [email protected]. Bron: circadian.nl maart 2014 13