PLANTACTIE - NATUURLIJK HALLE

advertisement
PLANTACTIE - NATUURLIJK HALLE
Algemeen
In deze folder treft u informatie aan over de aanleg van een “tegeltuintje” en over de verzorging
van klimplanten die geschikt zijn voor gevelbeplanting.
Daarnaast geven we u ook informatie over de aanplant en verzorging van de struiken die we
binnen de groep van “kleinfruit” aanbieden.
Voor de teelt en verzorging van de haagplanten verwijzen we naar de folder “Hagen, heggen en
houtkanten, een praktische gids”, die u krijgt uitgereikt als u haagplanten komt afhalen.
Al deze informatie, inclusief de folder over haagplanten, staat ook vermeld op de website van
stad Halle. Op die website vindt u tevens het reglement voor de aanleg van een tegeltuintje en
het aanvraagformulier, zie https://www.halle.be/bouwen-en-verbouwen/een-tegeltuinaanleggen
1. Tegeltuintje met klimplanten
Een geveltuin is een smalle strook groen tegen een gevel die rechtstreeks aan het voetpad
aansluit. Met zo'n tegeltuin breng je kleur in een straat en maak je ze groener en vrolijker. Vogels,
vlinders en bijen voelen zich er thuis.
Neem een tegel of een rij tegels, die tegen je gevel aanligt, uit de stoep, zet er een klimplant in en
je hebt een tegeltuintje gemaakt. Aan de voet van de klimplant kan je nog een vrolijk bloeiende
plantensoort planten.
Voorbereiding van de grond
De grond onder de tegels is ongetwijfeld erg verhard en nog niet geschikt om in te planten.
Daarom is het van belang deze grond tot een diepte van 50 cm. goed los te maken en er wat
organische meststof en/of compost doorheen te werken. Let u wel op eventuele leidingen of
kabels in de grond, ook al liggen die normaal 60 cm. of dieper?
Wanneer blijkt dat de grond onder de tegel(s) grotendeels uit verhard zand (stabilisé) of puin
bestaat, is het beter de grond geheel of gedeeltelijk te vervangen door (bemeste) tuinaarde.
Maken van een plantvak
Na het verwijderen van de tegel(s), en het losmaken en eventueel verbeteren van de grond, is het
raadzaam rondom een opstaand randje te maken. Zo´n rand zorgt ervoor dat de omringende
stoeptegels niet verzakken en de grond binnen het plantvak blijft. En bij een flinke watergift
spoelt het water niet weg via de stoep.
Dat kan eenvoudig door stoeptegels en/of klinkers zo ver verticaal in te graven tot er ongeveer 10
cm. bovengronds uitsteekt.
Onderhoud
Het belangrijkste onderhoud van een klimplant is de snoei. Want alle klimplanten zullen zonder
snoei op den duur te hoog, te breed of te volumineus gaan uitgroeien. Daarom kan met het beste
elk jaar de takken verwijderen die te ver uitgroeien. Dat kan in de winter maar u mag ook tijdens
Bijlagen: /
Kopieën: wijkinspecteur Tony Paridaens - [email protected]
Wijkcoördinator Danny Vierendeel – [email protected]
Stad Halle - Oudstrijdersplein 18 - 1500 Halle - T 02 365 99 00 - [email protected] - www.halle.be
het groeiseizoen takken verwijderen. Zo behoudt u mooie, compacte klimplanten die elk jaar
weer met jonge frisse scheuten kunnen uitgroeien.
Klimrek
Een klimrek of draden die aan de gevel worden bevestigd, zijn een handig hulpmiddel. Bij de
zelfhechtende klimplanten geven die de plant in het begin de nodige steun. Bij klimplanten die
zich al slingerend een weg omhoog zoeken zijn ze een absolute noodzaak. Ook een klimroos kan
niet zonder een steun.
Let u er bij het bevestigen wel op dat het rek of de draden een paar centimeter van de muur af
staan. Dan kunt u de ranken beter leiden en vastmaken en kunnen de ranken zich ook beter zelf
rondom de latjes of de draden winden.
Klimplanten, zelfhechtend, eerst leiden
Bij deze klimplanten is het belangrijk dat u uw muur eerst controleert op gaten en scheuren. Deze
zelfhechtende klimplanten kunnen zich namelijk met hun hechtwortels en takjes in die openingen
dringen en de stenen en het voegwerk beschadigen. Bij een goed onderhouden en gevoegde
muur zal geen schade kunnen ontstaan. In het begin is een klein steunrek of zijn enkele draden
tegen de muur handig om de plant de goede richting op te laten groeien.
Naast de sierwaarde hebben deze zelfhechtende klimplanten nog een bijkomend voordeel. Zij
bedekken en isoleren de gevel tegen zomers warmte (alle klimplanten) of winterse kou (alleen de
bladhoudende klimop).
1. Klimhortensia (Hydrangea petiolaris)
Een zelfhechtende, winterharde, bladverliezende klimplant die bloeit in juni/juli. De
verdroogde bloemschermen zijn in de winter zeer decoratief. Deze plant groeit zowel tegen
een noordgevel als in de half-schaduw en elke luchtige grond is goed. Na het planten groeit
de klimhortensia langzaam. Maar eens nadat de plant een meter hoog is, gaat het sneller en is
onderhoudssnoei noodzakelijk. Dat doe je door takken die te hoog of te breed groeien, of van
de muur weg groeien, in te korten. Het is aan te bevelen om opgaande takken op sommige
plaatsen aan de muur te bevestigen, zo is de plant steviger aan de muur verankerd.
2. Wilde wingerd (Parthenocissus tricuspidata)
Een prachtige bladverliezende klimplant welke vooral gebruikt wordt om grote muren of een
pergola te bedekken. De plant hecht zich door middel van vertakte uitlopertjes, welke in een
jong stadium gemakkelijk zijn los te trekken. Dat is belangrijk als u de wingerd wilt beperken
in zijn groei, want eenmaal aan de groei kan hij verschillenden vierkante meters per jaar
bedekken.
De wingerd vormt geen aantrekkelijke bloemen maar wel prachtig gekleurde bladeren in de
herfst. Wilde wingerd verdraagt volle zonneschijn, maar ook in (half-)schaduw gedijt deze
plant goed. Het is wel zo dat hoe meer licht de plant krijgt, hoe feller zijn bladeren in de herfst
zullen verkleuren. De plant is niet kieskeurig wat de grondsoort betreft.
3. Grootbladige klimop (Hedera hibernica)
De Hedera hibernica (Ierse klimop) is een veel gekweekte variant van de gewone klimop, één
van de meest gebruikte bladhoudende klimplanten. De Hedera staat het liefst op een
halfbeschaduwde plaats maar zon en schaduw worden ook verdragen.
Alleen oudere planten van Hedera helix 'Hibernica' kunnen gaan bloeien. De bloei met witte
bolvormige bloemschermen vindt plaats in de periode september-december en trekt veel
Stad Halle - Oudstrijdersplein 18 - 1500 Halle - T 02 365 99 00 - [email protected] - www.halle.be
bijen aan. Het is een plant die als laatste van het jaar stuifmeel en nectar levert. Na de bloei
verschijnen er zwarte, ronde vruchtjes waar de vogels verzot op zijn.
Om de plant in toom te houden is het verwijderen van te hoog of te breed uitgroeiende
takken noodzakelijk. Ook takken die te ver van de muur weg groeien moeten regelmatig
verwijderd worden, want door het gewicht van die takken kan de plant loskomen van de
muur. De snoei kan het gehele jaar worden uitgevoerd.
Klimop groeit in vrijwel elke grond die niet te arm of te droog is.
Klimplanten (opgaand langs klimrek)
Deze klimplanten groeien van nature in schaduwrijke bossen. Zij gebruiken de stammen en
takken van bomen en struiken als steun om al slingerend omhoog te kunnen groeien. De klimroos
is een uitzondering binnen deze groep omdat de roos bij voorkeur een zonnige standplaats heeft.
Omdat deze groep van klimplanten niet zelfhechtend is, moet men een klimrek of enkele
steundraden tegen de muur voorzien.
4. Alpenbosrank (Clematis alpina)
Kleinbloemige Clematissoort met zacht blauwpaarse hangende klokjes met wit hart, die eind
april bloeien. Na de bloei ontstaan er de zijdeachtige, gedraaide zaaddoosjes, typisch voor
Clematis. Het is een matige klimmer, tot 2,5 m hoog. Deze plant heeft graag een goed
doorlatende humusrijke grond en kan zowel in de zon als in de halfschaduw staan. Bescherm
de voet van de plant tegen felle zon met bv. Met een groenblijvende vaste plant of een
dakpan.
5. Kamperfoelie, bladhoudend (Lonicera japonica ´Hall´s Prolific´)
Lonicera japonica 'Hall's Prolific' is een wintergroene kamperfoelie met een breed opgaande,
krachtig klimmende groeivorm. Hij bloeit van juni tot augustus met aangenaam geurende
witgele buisvormige bloempjes, later in de herfst gevolgd door vlezige, glanzende zwarte
bessen. Deze kamperfoelie groeit goed in een doorlatende humusrijke grond en houdt van
een standplaats in de halfschaduw, maar verdraagt ook de volle zon. Wanneer hij in volle zon
staat dient de voet tegen de volle zon te worden beschermd, dat kan met een groenblijvende
vaste plant of een dakpan. De plant is redelijk tot goed winterhard.
6. Kamperfoelie, bladverliezend (Lonicera periclymenum)
Lonicera periclymenum is een inheemse kamperfoelie die zijn hoofdbloei, met geel-lila
bloemen, heeft in de periode juni-juli. Na de bloei vormt deze kamperfoelie helderrode
bessen.
De standplaats dient zonnig tot licht beschaduwd te zijn. Omdat de voet van deze
kamperfoelie door teveel zonlicht kan verbranden, kunt u het beste de voet van de plant
beplanten of afdekken met een dakpan. Lonicera periclymenum is een mooie klimplant die
uitstekend geschikt is voor een plek tegen de pergola of klimrek.
7. Klimroos (Rosa hybride ´New Dawn´)
‘New Dawn’ is een licht geurende, rijkbloeiende en remonterende (=doorbloeiende) klimroos
die tot aan de eerste vorst bloeit met parelmoer roze bloemen. Het is een zeer sterke
klimroos, die zelfs in de halfschaduw kan staan en erg goed bestand is tegen ziektes.
Aangezien deze klimrozen gedurende meerdere maanden continu bloeien, hebben ze ook
veel energie nodig en je mag ze regelmatig wat voedsel, bijv. gedroogde koemest, toedienen.
Stad Halle - Oudstrijdersplein 18 - 1500 Halle - T 02 365 99 00 - [email protected] - www.halle.be
Bij
aanhoudende
droogte
de
planten
regelmatig
watergeven.
Het is nodig om regelmatig de nieuwe scheuten aan te binden aan het klimrek. De
uitgebloeide bloemtrossen mag je met de snoeischaar afsnijden tot net boven het
eerstvolgende
vijfblad
dat
je
tegenkomt.
Grootbloemige klimrozen hoeven in het eerste en tweede jaar eigenlijk niet te worden
gesnoeid, tenzij ze uitzonderlijk gegroeid zijn. Verwijder wel dode, zieke, zwakke en dunne
scheuten.
Het is aan te bevelen de plant in de herfst te snoeien en daarbij de krachtige scheuten te
behouden. U mag de plant na een aantal jaar een keer flink snoeien door alle takken op
ongeveer 1 meter hoogte in te korten, waarbij u slechts enkele krachtige scheuten overhoudt
Tweejarige plant - Stokroos
De stokroos heet dan wel een roos maar behoort niet tot de familie van de Roosachtigen, maar
tot de Kaasjeskruidfamilie. Het is geen klimplant maar omdat het een ideale gevelplant is, bieden
we deze plant toch aan.
8. Stokroos (Alcea rosea)
Stokrozen worden ruim 2 meter hoog en zijn decoratieve en sterke planten die bloeien van
juni tot september. Bijen en hommels worden aangetrokken door de grote openstaande
enkelbloemige bloemen. Dat alles maakt de stokroos tot een populair gevelplant.
De stokroos houdt van een standplaats in de volle zon. Een plek in de halfschaduw kan ook,
mits de plant niet te nat staat.
Zorg voor een voedselrijke, gedraineerde grond die verrijkt is met compost en organische
mest.
De bloemstengels kunnen het beste worden opgebonden omdat ze anders na een zware
regenbui doorbuigen.
Stokrozen hebben vaak last van bladroest, een schimmelaantasting die ronde bruine vlekken
tot gevolg heeft. De stokrozen overleven dit weliswaar maar de bladeren zien er minder mooi
uit. De enige manier om het risico op bladroest te verminderen, is door de planten niet te
dicht opeen te zetten waardoor het blad gemakkelijk kan opdrogen. Ook helpt het om bij het
gieten niet de bladeren nat te maken maar alleen de grond.
Na de bloei vormt de plant zaden die in hetzelfde jaar nog zullen ontkiemen als ze een
geschikt plekje op de grond vinden of wanneer u ze zelf zaait in een bakje. Het gevormde
rozet zal overwinteren en pas het jaar daarna tot bloei komen, vandaar de men de stokroos
een tweejarige plant noemt. Toch zal dezelfde plant wel 3 tot 4 jaar mee kunnen gaan.
2. Klein fruit
Bijenplanten
Naast vruchten als appel, peer , pruim, kers e.d. die aan bomen groeien, kennen we ook klein
fruit. Klein fruit zijn vaste planten (bijv. aardbei) of struiken (bijv. bessen, frambozen,
bramen). We bieden dit sortiment aan zodat u kunt genieten van de heerlijke vruchten. Maar
een groot bijkomend voordeel is dat bijen en hommels sterk worden aangetrokken door deze
planten. Klein fruitplanten produceren immers veel stuifmeel en nectar.
Stad Halle - Oudstrijdersplein 18 - 1500 Halle - T 02 365 99 00 - [email protected] - www.halle.be
Voorbereiding grond en bemesting
Voordat u gaat planten is het belangrijk de grond goed los te maken en deze te verrijken met
compost en/of een organische meststof. U herhaalt dit liefst jaarlijks door aan de voet van de
planten in het voorjaar weer een portie compost/organische meststof aan te brengen en licht
in te werken.
9. Rode bes ‘Rovada’
De rode bes levert lekkere zoetzure bessen die zeer veel vitamines bevatten. De rode bes is
ook wel bekend als Aalbes of Trosbes.
De planten bloeien vanaf half april op tweejarig hout. Als de plant nog geen blad heeft, kan je
de knoppen waarin de bloemen zitten, herkennen aan hun ronde vorm. Bladknoppen hebben
een spitse vorm. Als plantafstand houd je bij voorkeur 1-1,5 meter aan.
In de winter kan je de struiken snoeien waarbij je maximaal 8 gesteltakken overhoudt. Zorg
er dan voor dat er voldoende takken met bloemenknoppen overblijven.
Rode bessen trekken vogels aan die verzot zijn op de vruchten, span daarom een net over de
plant
als
de
vogels
teveel
gaan
mee-eten.
Leivorm
of
rechte
haagvorm
Rode bessen kan men ook langs een draad laten groeien in de zogenoemde leivorm of rechte
haagvorm.
De plantafstand in de rij is 1 m. en daarbij behoudt men drie hoofdtwijgen per struik die men
dan
aan
de
bedrading
vastbindt.
Voordeel van deze leivorm is dat de bessen beter en gelijkmatiger kunnen rijpen. En de
bessen zijn bij deze teelvorm eenvoudiger te plukken.
10. Zwarte bes ‘Noir de Bourgogne’
De Zwarte bes, ook wel cassisbes genoemd, groeit het best in de zon. De planten kunnen op
1-1,5 meter uit elkaar worden geplant. Zwarte bessen dragen vrucht op éénjarig hout. Hoewel
zwarte bessen nogal bitter zijn om direct te eten, zijn ze zeer geschikt om te verwerken in bijv.
sap of confituur. De meeste zwarte bessen kunnen in juli geplukt worden.
Onderhoudssnoei is erg belangrijk bij een zwarte bes. Een struik met alleen oude takken
draagt weinig tot geen vrucht. Een zwarte bes snoeien, mag in principe het hele jaar door
maar het beste is dit direct na de oogst te doen. U knipt bij voorkeur de oudste en zwakste
stengels zo laag mogelijk terug. Laat naar voorkeur acht tot tien jonge en sterke stengels
staan.
11. Stekelbes ‘Hinonmäki Red’ – rode kruisbes, witziekteresistent
12. Stekelbes ‘Invicta’ – groene kruisbes, witziekteresistent
De stekelbes, ook kruisbes genoemd, stelt weinig eisen aan grond en standplaats, wel hebben
ze een lichte voorkeur voor vochtige grond. Half schaduw wordt goed verdragen. De bessen
komen aan het éénjarig hout en zijn rijp vanaf einde juni.
Het snoeien bestaat uit uitdunnen en insnoeien. Sterk afhangende takken wegsnoeien, de
sterkste laten staan. De plantafstand bedraagt 1-1.50 m.
Ieder jaar moet na de winter, voordat de knoppen uitlopen, worden gesnoeid. Snoeien
bevordert de productiviteit van de struik en zorgt ervoor dat die open blijft, zodat er
voldoende licht bij kan komen. In een te dichte struik schimmelen de bladeren en vruchten
Stad Halle - Oudstrijdersplein 18 - 1500 Halle - T 02 365 99 00 - [email protected] - www.halle.be
namelijk veel sneller. Bij het snoeien van de kruisbes moeten er sporen worden gevormd.
Sporen ontstaan door alle zijscheutjes, die op de hoofdstengel(s) staan, terug te knippen tot
op 3 - 4 knoppen. Uit deze sporen lopen in het voorjaar de nieuwe scheuten, die vrucht zullen
dragen. De hoofdscheut zelf wordt met ongeveer éénderde ingekort. Takjes met veel
bloemknoppen worden zoveel mogelijk gehandhaafd. Bloemknoppen zijn te herkennen
omdat ze dikker zijn dan bladknoppen.
13. Loganbes (kruising tussen framboos en braambes)
De loganbes is een kruising tussen een braam en een framboos.
De vruchten zijn bolrond tot kegelvormig en hebben een gewicht van ongeveer 8 gram,
tweemaal zo zwaar als bramen. De vruchten hebben een voortreffelijk, fijn zuur aroma. De
vruchten zijn uitstekend tot confituur of gelei te verwerken.
De kweekmethode is ongeveer gelijk aan die van de braam (zie 16). Een voordeel is de vroege
rijpheid (eind juni tot eind juli). Daardoor heeft men geen last van onrijpe vruchten in de
herfst.
De plant kan als struik groeien maar wanneer er goede ondersteuning wordt gegeven kan de
plant ook als leiplant de hoogte in worden geleid.
14. Zomerframboos ´Tullameen’
15. Herfstframboos ‘Autumn Bliss’
De ideale standplaats voor frambozenplanten is een tegen wind beschutte zonnige plaats in
de tuin.
De planten niet dieper planten dan dat ze op de kwekerij hebben gestaan.
De ideale plantafstand in de rij is 30-35 cm. en tussen de rijen onderling 1,25-1,50 m.
Om de ranken die vrucht dragen te steunen is het goed om een paar draden te spannen,
zodat ze niet gaan hangen bij regen en wind. Het beste kan je de drie daden op
respectievelijk 50 cm., 100 cm. en 150 cm. hoogte aanbrengen.
Je hebt 2 soorten frambozen, de zomerframboos en de herfstframboos.
De zomerframboos geeft al in de vroege zomer (juni) frambozen, ze krijgen deze vruchten op
de takken die het jaar er voor zijn gegroeid. Bij de zomerframboos komen altijd 2 soorten
takken voor, de nieuwe 1-jarige en de vruchtdragende 2-jarige takken. De 2 jarige takken
snoei je na de oogst bij de grond af. De nieuwe takken bind je dan weer vast aan de draden
niet meer dan 5 takken per meter.
Herfstframbozen dragen aan de nieuwe uitlopers die in het voorjaar uit de grond komen. Ze
vormen daardoor ook pas in de nazomer hun vruchten. In de winter snoei je alle takken bij de
grond af.
16. Braambes ‘Loch Ness’, doornloze braam
De doornloze braam kent een middelsterke groei, begint al vroeg vruchten (juli) te dragen en
draagt lang door (begin augustus tot in oktober). De stevige vruchten zijn zeer groot en iets
langwerpig. Ze zijn zoet en aromatisch, de plant geeft een grote oogst.
Bramenstengels blijven niet vanzelf rechtop staan, ze zullen altijd een steun verlangen. Dat
kan door middel van een rij van palen met draad ertussen, maar ze kunnen ook langs een
muur worden geleid.
De plant bloeit zoel op éénjarige als tweejarige scheuten. Daarom kan de plant helemaal
worden teruggesnoeid in de winter. Maar aar als u enkele scheuten overhoudt, zal de bloei en
vruchtvorming vroeger in het jaar plaatsvinden.
Stad Halle - Oudstrijdersplein 18 - 1500 Halle - T 02 365 99 00 - [email protected] - www.halle.be
Doornloze bramen kunnen slecht tegen strenge vorst. Als het meer dan 10 graden gaat
vriezen, is het raadzaam om wat bescherming te geven.
Een braam is niet kieskeurig wat grond betreft en zal het in elke gemiddelde tuingrond goed
doen. Hele natte bodems worden echter slecht verdragen.
Stad Halle - Oudstrijdersplein 18 - 1500 Halle - T 02 365 99 00 - [email protected] - www.halle.be
Download