Erfelijkheid 6de leerjaar (16 lesuren) 1 Doelstellingen Voorkennis: mechanisme celdeling: mitose en meiose bouw van chromosomen en DNA; replicatie van DNA geslachtelijke voortplanting Situering : Je beschikt al over een duidelijk inzicht in de bouw en werking van een cel. Je hebt ook een kijk op de verschillende stofwisselingsprocessen en hun regulatie. Daarnaast heb je ook kennis gemaakt met mechanismen van celvermeerdering en de achtergronden daarbij: mitose, meiose, structuur en replicatie van DNA. Geslachtelijke en/of ongeslachtelijke voortplanting zorgen ervoor dat de soort in stand gehouden blijft. Meer uitgebreid bestudeerde je hoe voortplanting bij de mens in zijn werk gaat. In dit deel gaan we verder onderzoeken hoe eigenschappen worden overgedragen bij geslachtelijke voortplanting. Doelstellingen: De wetten van Mendel afleiden uit resultaten van zijn proeven. De resultate van mono-en dihybride kruisingen symbolisch voorstellen en verklaren van uit de chromosomentheorie. Een inhoud geven aan de begrippen letale allelen, multiple allelen en polygenie. Uit de resultaten van experimenten van Morgan en uit genenkaarten afleiden dat sommige genen gekoppeld zijn en aan de hand van begrippen overkruising (crossing-over) en recombinatiefrequentie het opstellen van genenkaarten toelichten. Afleiden hoe het geslacht erfelijk bepaald wordt. Het begrip geslachtsgebonden erfelijkheid omschrijven en verklaren. De erfelijkheidswetten toepassen door het oplossen van denkvragen die handelen over reële voorbeelden van overerving, waaronder ook voorbeelden bij de mens. Met een voorbeeld de wet van Hardy en Weinberg illustreren en de voorwaarden van toepassing aangeven. 2 Studieactiviteiten 2.1 Opdracht 1 Datum Wat moet je doen? Inleidende verkenning: probeer eerst individueel wegwijs te raken in de structuur van de studiewijzer. De leerkracht helpt je daarbij. Opdracht: Voor deze opdracht werk je samen in ploegen van 4 (samengesteld door de leerkracht). Maak eerst samen een lijst met uitdrukkingen in onze taal die verwijzen naar de vroegere ideeën over het doorgeven van kenmerken bij de mens. Vb. adellijk bloed,… Tijdsduur in minuten 20 minuten LES 1 INDIVIDUEEL 20 minuten LES 1 GROEPSWERK Deze lijst breid je thuis verder uit. Zoek eens naar mogelijke bronnen hierover, vraag ook eens aan je leerkracht Nederlands. 2.2 Opdracht 2 Datum Wat moet je doen? Tijdsduur in minuten Opdracht: Voor deze opdracht werk je verder samen in dezelfde ploegen van 4. Je gaat bij deze opdracht zelf registreren hoe bepaalde kenmerken (zie onder ‘Bronnen’ voor mogelijkheden) voorkomen doorheen de verschillende generaties van je eigen familie. Stap1: Maak binnen je ploeg afspraken over de wijze waarop je de waarnemingen gaat noteren en bij wie in je familie (grootouders, ouders, ooms, tantes, nichten, neven, broers, zussen,…). Je gebruikt hier best de voorstelling in de vorm van een familiestamboom. GROEPSWERK 10 minuten LES 1 Stap 2: Noteer je waarnemingen en breng ze onder in een schema volgens de afspraken. 30 minuten THUIS Stap 3: Leg de gegevens binnen je ploeg naast elkaar. Ga na of je bepaalde wetmatigheden kunt vaststellen. Volgende vragen kunnen je daarbij helpen. 30 minuten LES 2 Is een kenmerk van een persoon altijd bij minstens één van de ouders aanwezig? Is een kenmerk van een persoon altijd bij minstens een van de ouders en/of een van de grootouders (4!) aanwezig? Zijn er kenmerken die volgens jou “overheersen”, d.w.z. dat als een van de ouders het kenmerk vertoont, alle kinderen dat kenmerk vertonen? Kun je bepaalde wetmatigheden met zo’n grote graad van zekerheid formuleren dat je er ook voorspellingen mee kunt doen? Vind je dat je een voldoende groot aantal waarnemingen hebt om met zekerheid wetmatigheden af te leiden? Of speelt het “toeval” hier een Datum Wat moet je doen? Tijdsduur in minuten grote rol? Noteer de antwoorden op deze vragen, aangevuld met eigen bedenkingen. Stap 4: Elke ploeg in de klas stelt kort zijn besluiten voor waarbij afgerond wordt met een korte gedachtenwisseling. Formuleer tot slot een algemeen besluit. KLAS Resultaat: waarnemingen en resultaten van bespreking worden schriftelijk vastgelegd. Bronnen: http://sciconn.mcb.arizona.edu/heredity/worksheet_heredity.html Hier vind je mogelijke kenmerken die je in je familie kunt onderzoeken. 2.3 Opdracht 3: Mendel ‘monohybride kruising’ Datum Wat moet je doen? Opdracht: Uit je eigen beperkte waarnemingen zul je zeker hebben vastgesteld dat er een veel uitgebreider en systematischer onderzoek nodig is om de wetmatigheden achter de overerving van kenmerken met zekerheid vast te leggen. In de 19de eeuw deed Mendel dit al. Het is nog steeds een schitterend voorbeeld van “wetenschappelijk onderzoek”. Binnen je ploeg verdeel je volgende opdrachten: - maak een korte biografie van Mendel (1 leerling) - beschrijf de proef van Mendel waarbij hij erwten kruiste die slechts voor een kenmerk verschilden; de info hierover vind je in zeer veel bronnen. (2 leerlingen) - verklaar de resultaten van de voorgaande proef van Mendel aan de hand van onze huidige kennis van de chromosomen. (zelfde 2 leerlingen). Verklaar daarbij ook de begrippen dominantie en codominantie. - hoe ging Mendel tewerk bij zijn experiment? welke maatregelen nam hij om een succesvol experiment op te zetten? (kijk daarbij naar materiaalkeuze, werkwijze,….) (1 leerling) Resultaat: Wat wordt er concreet van je verwacht als resultaat? - Vanaf hier maak je individueel een begrippenlijst op: ieder nieuw begrip Tijdsduur in minuten 20 minuten LES 2 GROEPSWERK Verder THUIS uitwerken Datum Wat moet je doen? Tijdsduur in minuten dat je tegenkomt neem je hierin op, met uitleg en waar mogelijk met een voorbeeld. - Werk jou deel van de opdracht schriftelijk, schematisch en overzichtelijk uit. - Eén van de ploegen presenteert telkens één van de drie opdrachten voor de volledige klasgroep, gevolgd door een bespreking. 50 minuten LES 3 Bronnen: http://www.bios.student.kuleuven.ac.be/downloads/woordgen.doc: een woordenlijst voor genetica http://www.digischool.nl/bioplek/animaties/erfelijkheidsleer/Mendel.html http://www.mendelweb.org/Mendel.html (de oorspronkelijke tekst van Mendel uit 1865, met Engelse vertaling en commentaar) http://www.uia.ac.be/u/bharding/Genetica/inhoudstafel.html: een prima werktekst over erfelijkheidsleer Evaluatie: - Evaluatie van de werkwijze en de presentatie in de klas. Evaluatie van het schriftelijke eindmateriaal (deelopdracht, begrippenlijst) Werk de vragen en opdrachten in bijlage uit. 2.4 Opdracht 4 Dihybride kruising Datum Wat moet je doen? Opdracht: - Beschrijf een proef waarbij de overerving van twee kenmerken die niet op hetzelfde chromosoom gelegen zijn bestudeerd wordt. Bespreek de resultaten. - Verklaar de resultaten van bovenstaande proef aan de hand van onze huidige kennis van de chromosomen. - Los met je ploeg vraagstukken op over volgende onderwerpen: monohybride en dihybride kruising, dominantie en codominantie, familiestambomen. Bronnen: Resultaat: Tijdsduur in minuten 2 LESUREN 2.5 Opdracht 5 Letale allelen, polygenie, overerving van het geslacht, geslachtsgebonden kenmerken. Datum Wat moet je doen? Opdracht: - Tijdsduur in minuten 5 LESUREN Voor deze onderwerpen maak je zelf een planning. Kies een werkvorm (groepswerk, individueel, presentatie voor klasgroep,...) Bepaal hoe het eindresultaat re moet uitzien. Bepaal hoe de evaluatie gebeurt (testen voor zelfevaluatie,....) Werk deze planning schematisch uit en bespreek die dan met de leerkracht. Bronnen: Je gaat hier zelf op zoek naar informatie. Zorg dat je meerdere bronnen gebruikt en verwerkt in je eindresultaat. 2.6 Opdracht 6 Onderzoek vaderschap aan de hand van de bloedgroep Datum Wat moet je doen? Tijdsduur in minuten http://www.erfelijkheid.nl/faq/vader.php Veelgestelde vragen: Bloedgroep/vaderschap VRAAG Kan een kind met ouders die beiden A-positief zijn bloedgroep Opositief hebben? Een kennis vraagt zich al zijn hele leven af of zijn vader ook zijn biologische vader is. Opdracht: Bij de vraag naar bewijsmateriaal voor biologisch vaderschap kom je tegenwoordig onvermijdelijk bij DNA-onderzoek terecht (http://www.sanquin.nl/sanquin-nl/sqn_home_nl.nsf). Maar ook aan de hand van de bloedgroep kun je in een aantal gevallen deze vraag al oplossen. Bij deze opdracht ga je na hoe dat in zijn werk gaat. Je zult dan vragen zoals deze hierboven kunnen oplossen. Stap 1: zoek de info terug over de verschillende bloedgroepen bij de mens. Verwerk deze info in een schema. 20 minuten Stap 2: bestudeer hoe de overerving van dit kenmerk gebeurt. Men spreekt hier van “multiple allelen”. Verwerk deze info in een schema. 20 minuten Stap 3: los bovenstaande vraag op. In je handboek vind je nog andere gelijkaardige vraagstukken. 10 minuten Stap 4: zoek andere voorbeelden van kenmerken bepaald door multiple allelen. Taak THUIS Datum Wat moet je doen? Tijdsduur in minuten Bronnen: http://www.bl.rodekruis.be/leerhoek/groep.htm: info over bloedgroepen http://www.digischool.nl/bioplek/animaties/afweer/bloedgroep.html: info over bloedgroepen met animaties 2.7 Opdracht: video: “Aan genen zijde” Datum Wat moet je doen? Opdracht: - - Bekijk de video: “Aan genen zijde” (Centrum Menselijke Erfelijkheid Leuven) Maak in de resterende tijd van het eerste lesuur afspraken voor een panelgesprek over dit onderwerp tijdens het volgende lesuur. Tijdens het tweede lesuur houden jullie een panelgesprek over met onder meer aandacht voor de ethische aspecten van erfelijkheidsonderzoek. De concrete uitwerking bepalen je samen met de klas. Enkele mogelijkheden: een panel met verschillende rollen (huisarts, wetenschapper, jong koppel, koppel van middelbare leeftijd in verwachting,...), een panel van externen (maatschappelijk werker, huisarts, ouders,...) Tijdsduur in minuten 100 minuten (2 LESUREN) 2.8 Opdracht : gekoppelde genen Datum Wat moet je doen? Deze les wordt gedoceerd door de leerkracht. Neem hier een actieve luisterhouding aan. Tijdens een tweede les heb je kans om vragen te stellen. Tevens worden er in groep een enkele voorbeeldvraagstukken opgelost. Tijdsduur in minuten 50 minuten 50 minuten 3 Evaluatie 3.1 Toets je kennis (zelfevaluatie) http://www.trq.nl/school/B4006AN01.php Nog uit te werken 3.2 Evaluatie Uit te werken. 3.2.1 Bijlage: Eigen bronmateriaal + eventuele invulbladen Uit te werken met o.a. - Oplossen van vraagstukken: o vraagstukken oplossen leer je maar door het te doen: hoe meer hoe beter. o werk systematisch: gegeven, gevraagd, oplossingen maak een schema van het probleem noteer mogelijke geno- en fenotypes teken een stamboom waar mogelijk - Maak een begrippenlijst - Maak een degelijk schema van je cursus erfelijkheid - Vergelijk begrippen die sterk op elkaar lijken