Gregor Johann Mendel. Gregor Johann Mendel leefde van 1822 tot 1884 was een Oostenrijkse augustijn met belangstelling voor biologie. Mendel bestudeerde in het klooster door middel van kweekproeven de overerving van eigenschappen van onder andere erwten en stelde een theorie op over hoe eigenschappen zich gedragen bij overerving en kruising. Hij ging er hierbij vanuit dat de eigenschappen van gameten kunnen worden beschouwd als vaste eenheden, en dat de combinatie van twee van die eenheden zou bepalen wat voor eigenschap er tot uitdrukking zou komen. Een gameet is een geslachtscel of geslachtelijke voortplantingscel, een haploïde cel die dient voor de geslachtelijke voortplanting. Walther Flemming. Walther Flemming leefde van 1843 tot 1905. In 1882 ontdekte de Duitse embryoloog Walther Flemming als eerste in cellen de draadvormige structuren die hij chromatine noemde. Deze draadvormige structuren worden nu chromosomen genoemd. Halverwege de twintigste eeuw behandelde Rosalind Franklin, een Britse chemica, DNA met röntgenstraling, een techniek waarmee men inzicht kan krijgen in kristalstructuren en organische verbindingen. Nu kun je een fotografische film maken, door allerlei dingen te ontdekken in je DNA. Richard Lenski. Richard Lenski is een evolutionaire bioloog en komt uit Amerika. Geboren op 1956. Hij heeft 25 jaar lang aan een evolutie experiment gewerkt, en bekend aan zijn werk met digitale organismen. Lenski won drie prijzen: Guggenheim Fellowship in 1992, MacArthur Fellowship in 1996,en in 2006 was hij gekozen voor de Amerikaanse Nationale academie voor wetenschap. Ernst Mayr. Ernst Mayr geboren in 1904 overleden in 2005 was een Duits Amerikaanse bioloog. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste biologen in de twintigste eeuw. In veel van zijn werk wees Mayr het reductionisme in de evolutiebiologie af. Hij voerde aan dat de selectiedruk wordt uitgeoefend op het hele organisme en niet alleen op de chromosomen en dat genen verschillende effecten kunnen hebben afhankelijk van de andere genen in het organisme. Hij was er voorstander van om het hele genoom te bestuderen in plaats van uitsluitend de veranderingen in het DNA. Reductionisme is de benaming die in de filosofie en in wetenschapstheorie debatten gegeven wordt.