Conclusies extra analyse omnibusenquête Rotterdam wil vooruit. Discriminatie belemmert dat, omdat het een negatieve impact heeft op alle maatschappelijke terreinen. Kansen kunnen alleen worden gepakt en talenten slechts benut als daar de mogelijkheid voor is. Bijvoorbeeld als je die baan krijgt, ook als je achternaam niet Jansen of de Jong is. Ook het doel om van Rotterdam een stad te maken waar we naar elkaar omkijken zal niet behaald worden zo lang (gevoelens van) discriminatie onderdeel blijft van de Rotterdamse samenleving. Het is bekend dat discriminatie de sociale cohesie sterk onder druk zet en dat eenzaamheid op de loer ligt als mensen niet over de grenzen van hun eigen, veilige wereld durven te kijken. In 2013 heeft veertien procent van de Rotterdammers (16 – 85 jaar) zich wel eens gediscrimineerd gevoeld. Op verzoek van RADAR is een extra analyse gedaan, waarvoor er een uitsplitsing is gemaakt naar enkele relevant geachte achtergrondkenmerken: allochtone/autochtone achtergrond, leeftijd en geslacht. In deze extra analyse vallen enkele dingen op. Dit rapport vat de belangrijkste conclusies samen en geeft enkele aanbevelingen die daarbij aansluiten. Ter illustratie zijn casusomschrijvingen toegevoegd, dit zijn verkorte (en geanonimiseerde) weergaven van meldingen die in het afgelopen jaar bij RADAR zijn binnengekomen. Rotterdammers met een allochtone achtergrond voelen zich vaker gediscrimineerd dan Rotterdammers met een autochtone achtergrond 22 Procent van de Rotterdammers met een allochtone achtergrond heeft zich in 2013 gediscrimineerd gevoeld, tegenover tien procent van de Rotterdammers met een autochtone achtergrond. Opvallend zijn de verschillen in gevoelens van discriminatie op grond van ras/huidkleur, nationaliteit en godsdienst of levensovertuiging. Figuur 1: Opvallende verschillen in discriminatiegronden op basis van uitsplitsing naar achtergrond, als percentage van alle Rotterdammers (met zonder) discriminatie-ervaring 12 10 8 Rotterdammers met een autochtone achtergrond 6 Rotterdammers met een allochtone achtergrond 4 2 0 Ras/huidskleur Nationaliteit Godsdienst of levensovertuiging Discriminatie komt vooral voor in de openbare ruimte, op straat, in de eigen woonomgeving en tijdens het winkelen, en op de arbeidsmarkt, bij een sollicitatie en op de werkvloer. Wat ons vooral opvalt is dat mensen met een allochtone achtergrond (zeven procent) zich veel vaker dan mensen met een autochtone achtergrond (twee procent) gediscrimineerd voelen tijdens het winkelen. Dit zien we ook terug bij de antwoorden op de vraag door wie men zich gediscrimineerd voelde. Maarliefst zes procent van de Rotterdammers met een allochtone achtergrond zegt zich het afgelopen jaar gediscrimineerd gevoeld te hebben door winkelpersoneel, waar geen enkele Rotterdammer met een autochtone achtergrond zich in dat jaar door winkelpersoneel gediscrimineerd voelde. Ik wilde wat artikelen omruilen en stond als tweede in de rij. Ik zag dat een meneer al geruime tijd bij een de kassa ernaast aan het wachten was en ik heb die meneer voor laten gaan. Tot ongenoegen van de vrouw achter mij, waar ik verder geen aandacht aan gegeven heb. Toen ik mijn aankopen in mijn tas deed, zag ik de kassamedewerkster smoezen met de mevrouw die boos op mij was. Op het moment dat ik weg wilde lopen zei de kassamedewerkster hardop: “Ja zij hebben de hele dag niets te doen, ze werken niet, dus daarom hebben ze tijd zat.” Autochtone Rotterdammers hebben niet aangegeven zich in 2013 gediscrimineerd gevoeld te hebben door politie of collega’s, waar vier procent van de allochtone Rotterdammers zich in beide gevallen wel door de desbetreffende groep gediscrimineerd voelde. Allochtone Rotterdammers ‘scoren’ ook vier procent op ervaren discriminatie door hun leidinggevende, tegenover één procent van de autochtone Rotterdammers. De arbeidsmarkt is nog steeds een terrein waar veel gediscrimineerd wordt. “Werk moet lonen. Rotterdammers die werken ontwikkelen zichzelf, hebben meestal een betere gezondheid en meer sociale contacten. Werk zorgt voor eigen inkomen.” 1 Het is dus van groot belang te zorgen dat iedereen aan het werk komt en de barrière die discriminatie opwerpt voor diverse groepen mensen weg te nemen. De aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt is niet eenvoudig, maar ook niet onmogelijk. In een reactie op het advies van de SER over de aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt, schrijft RADAR dat er een nadrukkelijke rol voor de overheid is weggelegd. Hoge eisen stellen aan bedrijven in combinatie met een goede controle door de Inspectie en het gebruik van naming en shaming kan bedrijven ertoe zetten om werk te maken van discriminatiebestrijding.2 De recent ontwikkelde cursus Selecteren Zonder Vooroordelen van het College voor de Rechten van de Mens3 is een voorbeeld van een training die aan werkgevers kan worden aangeboden. Uit onderzoek blijkt dat beeldvorming een grote rol speelt in het politiewerk en dat dit veelal wordt beïnvloed door negatieve ervaringen. Om discriminatie te bestrijden en voorkomen, is het raadzaam te investeren in trainingen voor de politie op het gebied van professionaliteit, reflectie, bewustwording en zelfcorrigerend vermogen. Hoewel er tijdens de politieacademie al aandacht aan besteed wordt, is het raadzaam deze trainingen in een latere fase te vervolgen.4 Een training als ‘Discriminatie? Waar ligt de grens?’ 5 kan helpen bij de bestrijding van discriminatie door winkelpersoneel en anderen die werken in de dienstverlening of detailhandel. De gemeente Rotterdam kan er ook voor kiezen om informatie over discriminatie op de werkvloer te verspreiden bij nieuwe ondernemers, of als er een discriminatieklacht wordt ingediend over een bepaald bedrijf. 1 Coalitieakkoord Volle Kracht Vooruit: 21 http://radar.nl/read/radar-reactie-op-ser-ontwerpadvies-disc 3 http://www.mensenrechten.nl/selecteren/ 4 Bodlaender, B. (2013) Ratio of emotie, een grijs gebied? Een kwalitatief onderzoek naar de praktijken van etnisch profileren door de politie Masterscriptie, Universiteit Utrecht: 48. 5 Training van RADAR, voor meer informatie zie http://radar.nl/?file=2819735 2 "Onlangs heb ik samen met een vriendin een boete gehad. Ik heb een bewijs gekregen maar mijn vriendin niet en er werd ook gevraagd naar mijn telefoonnummer, terwijl ik gewoon de Nederlandse identiteit heb. Ik vind het discriminatie, want we hebben allebei een boete gehad en ik ben de enige die mijn boete moet betalen! En ik heb een getinte huidskleur en mijn vriendin is gewoon Nederlands." Dhr. W. wordt door zijn collega en supervisor gediscrimineerd vanwege zijn afkomst. Er worden opmerkingen gemaakt over Marokko. Zijn collega’s schelden hem uit voor kut-Marokkaan. Ook is een keer gezegd: "Jij komt toch uit de bergen, jij drinkt je koffie uit je handen.” Figuur 2: Opvallende verschillen door wie men zich gediscrimineerd voelde, op basis van uitsplitsing naar achtergrond, als percentage van alle Rotterdammers (met en zonder discriminatie-ervaring) 7 6 5 4 Autochtone Rotterdammers 3 Allochtone Rotterdammers 2 1 0 Gediscrimineerd Gediscrimineerd Gediscrimineerd Gediscrimineerd door door politie door collega door winkelpersoneel leidinggevende Discriminatie op grond van ras/huidskleur en nationaliteit zijn samen goed voor ongeveer zestig procent van de situaties waarin iemand zich gediscrimineerd voelde. In het afgelopen jaar is de aandacht voor racisme in Nederland gegroeid en dat is terecht, gezien de impact die racisme nog altijd heeft op de samenleving en vooral op verschillende groepen mensen. Wat betreft de aanpak van racisme is er nog altijd een wereld te winnen. Mensen moeten worden geschoold over het onderwerp, over vooroordelen, stereotypen en etnocentrisme en dat dit geen onschuldige fenomenen zijn. De overheid kan een belangrijke sturende rol op zich nemen door actief antiracisme en antidiscriminatiebeleid te voeren. Een aanpak als ‘Welkom in Rotterdam’6 is dus nog steeds belangrijk en nodig en verdient prioriteit.7 Vooral jongeren worden gediscrimineerd Hoe ouder iemand is, hoe kleiner de kans is dat hij of zij zich gediscrimineerd zal voelen, zo blijkt uit de Omnibusenquête. Dit is te zien in figuur 3. In 2004 heeft het Bureau Discriminatiezaken onderzoek gedaan naar discriminatie onder Haagse jongeren.8 De onderzoekers stellen dat 6 Voor een rapport over dit project zie: http://edepot.wur.nl/163886 Lees hier meer over racisme en de uitdagingen waar de samenleving voor staat volgens RADAR. 8 Bureau discriminatiezaken (2004) Ze zien alleen wat ze willen zien: Een onderzoek naar discriminatie onder Haagse jongeren tussen de 12 en 18 jaar Den Haag: Bureau Discriminatiezaken. 7 discriminatie zich kan richten tegen verschillende personen of groepen en dat discriminatie verschillende vormen aan kan nemen, structurele, verzwegen, openlijke en taaldiscriminatie. Een ander belangrijk punt dat ze maken is dat, willen we discriminatie onder jongeren echt begrijpen, we niet alleen moeten kijken naar discriminatie van jongeren door politie, horecamedewerkers, et cetera, maar ook naar discriminatie van jongeren door andere jongeren. Figuur 3: Percentage Rotterdammers dat zich in 2013 gediscrimineerd heeft gevoeld, uitgesplitst naar leeftijdscategorieën 25 20 15 Percentage Rotterdammers dat zich in 2013 discrimineerd heeft gevoeld 10 5 0 16 t/m 24 jaar 25 t/m 44 jaar 45 t/m 64 jaar 65 t/m 85 jaar Rotterdammers tussen de 16 en 24 jaar komen veel op plekken waar vaak gediscrimineerd wordt; zoals op school, in het openbaar vervoer/taxi en tijdens het uitgaan. Discriminatie van jongeren door politie, werknemers van RET en andere vervoersbedrijven en door uitbaters van horecagelegenheden is een punt van zorg. Daarnaast zoeken mensen in die leeftijdscategorie vaak naar een (eerste) baan. In een dergelijke situatie zijn mensen kwetsbaar. Ze lopen een relatief grote kans zich gediscrimineerd te voelen, omdat er tijdens werving en selectie per definitie onderscheid gemaakt wordt. We weten dat dat onderscheid meer dan eens verboden onderscheid en dus discriminatie is. Allochtone mannen van 16 tot en met 24 jaar lijken de grootste kans om gediscrimineerd te worden te lopen. Hiervoor zijn enkele aannemelijke verklaringen. Hoewel precieze uitspraken over zowel sociologische als psychologische grondslagen aan discriminatie na slechts de analyse van de cijfers niet gedaan kunnen worden, kunnen we wel zeggen dat mensen uit deze leeftijdscategorie in het algemeen in een relatief onzekere periode zitten, waarin zij hun plaats in de wereld proberen te bepalen: wie ben ik, wie wil ik zijn en waar hoor ik bij? We weten dat één van de triggers voor discriminatie kan zijn dat een groep zich bedreigd voelt door een andere groep. Bijvoorbeeld als men denkt dat een bepaalde groep verantwoordelijk of zelfs de oorzaak is van hun problemen. 9 Dat wil niet zeggen dat het alleen om gevoelens van discriminatie gaat. Zoals we eerder schreven, weten we dat er relatief vaak gediscrimineerd wordt in de context waar jongeren zich in bevinden. Allochtone jongeren lijken, op basis van de gegevens uit de Omnibusenquête, het vaakst gediscrimineerd te worden. Dat is geen verrassing, aangezien er het meest gediscrimineerd wordt op grond van ras/huidskleur, nationaliteit en godsdienst (Islam). 9 Bureau discriminatiezaken (2004) Ze zien alleen wat ze willen zien: Een onderzoek naar discriminatie onder Haagse jongeren tussen de 12 en 18 jaar Den Haag: Bureau Discriminatiezaken: 8. Figuur 4: Opvallende verschillen in discriminatiegronden op basis van uitsplitsing naar leeftijd 16 14 12 10 16 t/m 24 jaar 25 t/m 44 jaar 8 45 t/m 64 jaar 6 65 t/m 85 jaar 4 2 0 Grond: Ras/huidskleur Grond: Nationaliteit Grond: Leeftijd De Omnibusenquête wordt verspreid onder Rotterdammers tussen de 16 en 85 jaar, maar discriminatie begint al veel eerder zoals het onderzoek over discriminatie in het primair onderwijs in Amsterdam10 en onderstaand schrijnend voorbeeld uit Rotterdam laten zien. Mevrouw beklaagt zich over discriminatie van haar 6-jarige zoontje door een klasgenootje. Haar zoontje is vrijdag 8 maart huilend thuisgekomen. Hij wilde zijn huid wit verven. "Ik ging op stap met twee vrienden in het centrum van Rotterdam. Waar ik normaal altijd word binnengelaten, werd ik vandaag door de portier geweigerd omdat ik geen studentenpas bij me had. Dit terwijl er voor en na mij in de rij iedereen werd binnengelaten, ook zonder studentenpas! Hollandse jongeren werden wel binnengelaten, niet-Hollands uitziende jongeren zoals ik niet, daardoor voelde het walgelijk en discriminerend." Zoals hiervoor aangegeven discrimineren jongeren elkaar onderling ook. Pesterijen door leeftijdsgenoten bij tieners zijn goed voor tien procent van het langdurig verzuim op school, 11 dat alleen al is een goede reden om ertegen op te treden. Pesterijen worden niet altijd herkend als (een vorm van) discriminatie, hoewel pesterijen vaak gaan over afkomst, geloof en handicap en chronische ziekte.12 Het verdient de aanbeveling positieve aandacht voor diversiteit te bevorderen en in het overleg met de schoolbesturen de socialisatiefunctie van het onderwijs explicieter op de agenda te zetten.13 En ook al is voorkomen beter dan genezen, verdient ook de aanpak van discriminatie in het onderwijs de aandacht. Er zijn verschillende trainingen beschikbaar die jongeren kunnen helpen discriminatie te herkennen en die handvatten bieden om met discriminatie om te gaan, zoals ‘Verder kijken dan je neus lang is’ en de ‘Powerday.’ 10 Amerongen, C. van (2010) Discriminatie in het primair onderwijs in Amsterdam: Stand van zaken, ervaringen en aanbevelingen Eduquality. 11 Stoffelen, A. (2008) ‘Pubers naar schoolarts’ Volkskrant 29 oktober 2009. 12 RADAR (2009) Belevingsonderzoek naar onderwijsdiscriminatie aan Dordtse scholen Rotterdam, Radar. 13 Amerongen, C. van (2010) Discriminatie in het primair onderwijs in Amsterdam: Stand van zaken, ervaringen en aanbevelingen Eduquality: 50. Vrouwen voelen zich minder vaak gediscrimineerd dan mannen Vrouwen zeggen iets minder vaak dan mannen dat ze zich wel eens gediscrimineerd voelen. Op school/onderwijsinstellingen voelen vrouwen zich vaker dan mannen gediscrimineerd, zowel door leerlingen als door docenten. Vrouwen zeggen ook meer dan mannen last te hebben van discriminatie op grond van geslacht, leeftijd en arbeidsduur (fulltime of parttime). Mannen voelen zich vaker dan vrouwen gediscrimineerd op grond van ras/huidskleur en nationaliteit (gezamenlijk elf procent, tegenover zeven procent van de vrouwen) en op straat, tijdens het winkelen en het uitgaan. Er zijn echter geen hele grote verschillen in de context waarin men zich gediscrimineerd voelde. "Ik zat in het laatste jaar van mijn opleiding en ik werd verplicht uitgeschreven, omdat ik zwanger was. Nu heb ik geprobeerd mij in te schrijven bij een andere onderwijsinstelling en daar ben ik geweigerd omdat ik een kind heb." Figuur 5: (Gevoelens van) discriminatie uitgesplitst naar geslacht 18 16 14 12 10 Man 8 Vrouw 6 4 2 0 Totaal Grond: ras/huidkleur en nationaliteit Op school/bij een onderwijsinstelling Door leerling of docent