Suiker, de zoete vijand (uit TIAN DAO, Journal of traditional chinese medicine, jan 1994) Dit artikel gaat over het gebruik van suiker en geraffineerde koolhydraten. Algemeenheden over koolhydraten en suiker. Onze voeding heeft ingrijpende veranderingen ondergaan in de laatste honderd jaar. In honderd jaar is er meer veranderd dan in de voorgaande miljoenen jaren dat de mens al leeft en eet. En de evolutie kan dat natuurlijk niet allemaal bijhouden; in een drietal generaties kan er nog geen sprake zijn van biologische aanpassing. Sinds oudsher haalt de mens een groot deel van zijn biologische brandstof uit natuurlijke suikers. Deze bestaan uit complexe koolhydratensamenstellingen die traag verteerbaar zijn en enkelvoudige suikers die sneller verteerbaar zijn. Denk bij de koolhydraten aan de granen; rijst, graan, maïs, maniok (cassave meel) en afgeleiden als brood, polenta en deegwaren. Denk bij de enkelvoudige suikers aan de suikers afkomstig uit fruit (fructose) en moedermelk (lactose). De vertering breekt deze natuurlijke koolhydraten en gluciden geleidelijk af tot glucose (ook dextrose genoemd) dat meteen vrijkomt in de bloedbaan. Vanuit die bloedbaan staat het tot de beschikking voor verbranding in onze cellen. Glucose vormt een der belangrijkste energiebronnen voor de celwerking en alle weefsels, in het bijzonder hersen- en spierweefsel. Wat is de rol van de pancreas in de bloedsuikervoorziening en bloedsuikerregulatie? De alvleesklier of pancreas ligt achter de maag en scheidt in het bovenste gedeelte van de darmen pancreassap uit waarin verteringsenzymen zitten. In het pancreasweefsel liggen kleine groepjes cellen die de eilandjes van Langerhals worden genoemd. Deze geven verschillende hormonen af, waaronder glucagon en insuline. Deze hormonen regelen het suikergehalte in het bloed. Als het suikergehalte stijgt, stimuleert insuline de lever om glucose op te nemen en op te slaan als glycogeen. Als het suikergehalte daalt zorgt glucagon ervoor dat de lever het glycogeen weer omzet in glucose, die in de bloedbaan wordt vrijgegeven. Een andere klier, de hypofyse, detecteert het glucose overschot of tekort in de bloedbaan en regelt de aanmaak van de hormonen insuline en glucagon. Dat zeer subtiele regulatieproces werd tijdens miljoenen jaren evolutie afgestemd op onze natuurlijke suiker consumptie. Pas heel recent op onze evolutieschaal is de mens massief gebruik beginnen te maken van geraffineerde suiker en geraffineerde graanproducten. Suiker werd voor het eerst in de 7de eeuw door de Perzen uit suikerriet gehaald. Deze teelt werd door de Turken en Arabieren overgenomen in de 14de eeuw en overgebracht naar Europa door de kruisvaarders. Suiker blijft echter zeer lang een uitzonderlijk genotsmiddel, gereserveerd voor de rijken. Pas rond 1700 begint de eigenlijke industriële suikerproductie zich te ontwikkelen met suikerriet plantages in de koloniën en vooral vanaf 1812 met de uitbreiding van de suikerbietenteelt voor de suikerindustrie. De wereldproductie was slechts enkele tienduizenden ton op het eind van de 18de eeuw, maar steeg naar 8 miljoen ton in 1900 en tot 100 miljoen ton in 1991! De natuurlijke aantrekkingskracht van de zoete smaak maakte elke publiciteit voor suiker effectvol. Bovendien werd in de publicitaire slogans handig gebruik gemaakt van wetenschappelijke medische informatie ("suiker is een belangrijke bron voor energie"), zodat suiker kon doorgaan als een belangrijke bron van kracht. Voornamelijk voor de arbeider, en later ook voor de sportbeoefenaar. Van "overdaad schaadt" werd niet gesproken. Suiker werd weldra toegevoegd aan elke industriële bereiding en vormt zelfs het hoofdbestanddeel van een groot aantal "nieuwe" consumptiemiddelen als gebak, snoep en frisdrank. In 1825 bedroeg het individueel verbruik amper 2 kg per jaar (5,5 g per dag). Tegenwoordig schat men het gemiddeld verbruik op ongeveer 130 g per dag!! Bijna 50 kg per jaar en in de verenigde staten meer dan 60 kg per jaar! Bovendien verdubbelde het verbruik de laatste eeuw elke 7 jaar. Suiker dat dus in 1812 zo goed als niet gebruikt werd, en zelfs in het begin van onze 20e eeuw nog vrij matig voorhanden was, wordt nu beschouwd als een primair voedingsmiddel dat binnen het dagelijkse dieet niet meer kan ontbreken. Hetzelfde geld voor de geraffineerde graanproducten als wit deeg, pizza, witte rijst, etc. die pas na de tweede wereld oorlog zijn bedacht, en ook tot basisvoedsel zijn gepromoveerd. Dat deze "witte producten" gemakkelijker vrij van ongedierte bewaard blijven heeft bijgedragen tot hun succes, maar had ons ook tot nadenken moeten aansporen: waarom blijven de beestjes ervan af? Omdat er geen levensnoodzakelijke voedende substanties meer te vinden zijn! "Junk Food" (chips, hamburger, cola, ijs) is een mooi voorbeeld van een karikatuur voor onze huidige voedingscultuur. De koolhydraten en vetten zijn volledig onnatuurlijk behandeld om als Junk Food in onze cultuur terug te keren. De gevolgen: Suiker, lekker, maar duurder dan je denkt! Ons organisme kan onmogelijk deze drastische wijziging van zijn belangrijke energiebron probleemloos ondergaan. De ernst van de verstoring die suiker en geraffineerde koolhydraten meebrengen zijn uiteraard afhankelijk van het individueel verbruik en van het individueel gestel (bv. Sterke pancreas of aanleg voor diabetes, goede bijnierfunctie, etc.) De gevolgen van suikergebruik kunnen worden verdeeld in twee groepen: directe gevolgen, welke het Hypoglycemische Syndroom worden genoemd, en gevolgen op de lange termijn die als een Degeneratief Syndroom worden bestempeld. Hypoglycemisch Syndroom Geraffineerde suiker is een chemisch zuivere voedingsstof, die in ons lichaam totaal onbekend is. Het wordt echter praktisch zonder transformatie opgenomen door ons lichaam en komt snel in het bloed terecht. Deze suikerstoot dwingt de pancreas om snel en veel insuline te produceren om het bloedsuikergehalte normaal te houden. Deze insuline-piek veroorzaakt op haar beurt weer voor een zo snelle verbranding en opslag van glucose dat het suikergehalte onder de norm daalt. De gevoeligste functies vertonen de eerste symptomen van glucosetekort: hersenen en zenuwen kunnen hun opdrachten niet correct meer uitvoeren: er onstaat humeurigheid, vermoeidheid, misselijkheid, zwakheid, bloeddrukdaling. De plotselinge vermindering van zuurstof en glucose in de hersenen kan waakzaamheidsdaling en flauwvallen veroorzaken. Deze toestand is meer dan eens verantwoordelijk voor verkeers- en werkongevallen. Bij sommigen onstaat het hypoglycemische fenomeen praktisch even snel door inname van geraffineerde graanproducten (wit meel, wit brood, etc.) In deze hypoglycemietoestand zoekt men makkelijk een opkikker in de vorm van koffie. Deze stimuleert de bijnier welke een adrenalinestoot geeft, die glycogeen uit de lever bevrijdt, waardoor het suikergehalte in het bloed snel stijgt. Zo ontstaat een gevaarlijke drug-achtige afhankelijkheid. Men kan van afhankelijkheid spreken zodra men zich gedwongen voelt om een middel te gebruiken om zich goed te voelen. Tenslotte zullen alle gevolgen hierna beschreven nog in de hand worden gewerkt door de suiker-drang: het gevoel van zwakte, nervositeit en humeurigheid wordt vrijwel onmiddellijk hersteld door het opnieuw innemen van suiker, of van koffie, of nog beter: koffie met suiker en een koekje. Dit houdt ons weer "zoet" tot de volgende insuline piek. Bij deze volgende insuline piek krijgt men weer de suiker-drang. Kortom dit leidt tot een verslaving die vergelijkbaar is met alcoholisme. DR. A. Hoffer vergelijkt zelfs de suiker-verslaving in sommige gevallen met die aan heroïne! In de geneeskunde zijn verbanden gelegd tussen suikergebruik en: pancreastumoren, hormonale dysfunktie en bijnier stress. Deze laatste vorm van stress kan in onze moderne levenssituatie niet afgereageerd worden. Als we zouden vluchten (=beweging) of sporten zou het teveel aan glucose verbranden en vermijden dat een nieuwe insuline-piek ontstaat. Nerveuze mensen zullen dus doorgaans gevoeliger zijn voor hypoglycemie. Toenemende, aanhoudende of repetitieve stresssituatie vergen van de bijneren steeds meer adrenalineprodukte, tot ze uiteindelijk uitgeput raken. Het lichaam kan dan moeilijker glycogeen in glucose omzetten waardoor hypoglycemie optreedt. Deze zeer onderschatte aandoening zou volgens sommige onderzoekers verantwoordlijk zijn voor 50% van klachten als moeheid, zwakte, hoofdpijn, concentratiestoornissen, vergeetachtigheid, slaperigheid, angst, verminderde intellectuele mogelijkheden en geïrriteerdheid. Baby’s en kleine kinderen worden niet gespaard: naast de humeurigheid veroorzaakt toegevoegde suiker in de fles allerlei darm- en leverirritaties met ondervoeding en spijsverteringsklachten als gevolg. Schap, Molhausen, Finkenstein en Meyer vermelden bij het kind het bestaan van "suikerkoorts". De slechte gewoonte kinderen te voorzien van snoep en tussendoortjes veroorzaakt verzuring, demineralisatie en overprikkeling van de zenuwcentra, waardoor na verloop van tijd slaapproblemen, nachtelijke angsten, nervositeit en hyperactiviteit kunnen ontstaan. Menig kind met concentratiezwakten en leerproblemen, of dat doodmoe of met hoofdpijn na schooltijd thuiskomt om zich meteen op een zoet vieruurtje te werpen, of dat zelfs gediagnosticeerd is als hyperactief, is in feite alleen maar hypoglycemisch! Degeneratief syndroom De indirecte gevolgen van suiker-misbruik zijn complexer, maar niet minder belangrijk. Prof. Linus Pauling (Nobelprijs) beweert: "Het staat vast dat de verhoogde toevoer van suikers, waarvan de mens de laatste honderd jaren een gewoonte heeft gemaakt, een oorzaak is van een groot aantal van onze ziekten". Suiker en geraffineerde koolhydraten zou dus verantwoordelijk zijn voor veel meer narigheid dan alleen maar de bekende tandproblemen en zwaarlijvigheid. Tandcaries en tandvleesontsteking zijn het meest algemeen bekende gevolg van het snoepen. Door een verhoging van de zuurtegraad als reactie op aanwezigheid van suiker in de mond, wat demineralisatie veroorzaakt. Zoals we net zagen veroorzaakt de ontregeling van de suikerregulatie een verhoogde opslag van glycogeen in de lever. Afhankelijk van individuele mogelijkheden, wordt wat de verzadigde lever niet meer op kan slaan vrijgelaten in het bloed in de vorm van vetzuren die in de weefsels van het hele organisme worden opgeslagen. Vetzucht is dus een direct gevolg van suikerverbruik. De vettige degeneratie (hypercholesterolemie) kan zich voordoen in de bloedvatwanden en in de vitale organen zoals nieren en hart. Dat lijdt tot bloeddrukstoornissen en verstopte bloedvaten. Bovendien bestaat suiker, net zoals bepaalde vetten en alcohol, alleen uit "lege" calorieën. Dat wil zeggen dat deze stoffen enkel energie leveren zonder bruikbare nutriënten: zonder eiwitten, mineralen noch vitaminen. Dus deze voeding levert niet alleen geen nutriënten voor het lichaam, maar verhoogt ze juist in het verbruik! Gevolg hiervan is dat wij deze tekorten moeten inhalen op de resterende voeding, wat dikwijls alleen maar mogelijk is door nog meer te eten. Zwaarlijvigheid is dus ook indirect het gevolg van suikergebruik. Bij de andere degeneratieve gevolgen van suikergebruik rekenen wij diabetes. De pancreas zal steeds minder correct reageren op de brutaal wisselende hyper-hypoglycemische stress. Dit kan de uitputting van de eilandjes van Langerhals in de Pancreas betekenen. Met als gevolg dat de energie steeds minder wordt aangepast aan de behoeften van het organisme. Diabetes treft tegenwoordig 10 % van de mannelijke bevolking boven de 50 jaar (met verwikkelingen als nierkwalen, verhoogde bloeddruk, bloedsomloopproblemen, etc.) En zelfs 40 % van de Hindoestaanse bevolking. In de hindoestaanse voedingscultuur wordt zeer veel gebruik gemaakt van geraffineerde suikers en geraffineerde granen. (gefrituurd witmeel) Degeneratieve verschijnselen zijn voor een deel te verwijten aan een verlies van mineralen en vitamines die verbruikt worden om de vertering en eliminatie van en ontgiften van suiker te bewerkstelligen. Dagelijks gebruik van suiker tast bijvoorbeeld de darmflora aan, die onder meer vitamine B aanmaakt. Er ontstaat demineralisatie omdat het organisme mineralen gebruikt om de te hoge zuurtegraad te herstellen. Ongeveer hetzelfde als bij tandcariës, maar dan op grote schaal. Dit veroorzaakt decalcificatie van het beenderstelsel. Zeer waarschijnlijk ligt daar een van de diepere oorzaken van een moderne ziekte: postmenopausale osteoporose (botontkalking). Deze demineralisatie verzwakt ook onze zenuw- en hersenfuncties. De gevolgen zijn velerlei en te complex om hier uit te werken. We zetten alle degeneratieve aandoeningen gewoon op een rijtje: diabetes, osteoporose, hersendegeneratie, schizofrenie, verouderingsverschijnselen, immuundeficiëntie en kanker (dit laatste volgens Prof. Joyeux, Drs. Rueff, Sain Aubert, Kousmine, e.a.) De schadelijkheid van suiker wordt scherp gesteld door een avontuur verhaald door Prof. F. Magendie, Frans fysioloog. Hij herhaalde het experiment met proefdieren, met hetzelfde resultaat. In 1793 bleven na een schipbreuk vijf matrozen negen dagen op een eiland. Het is heel goed mogelijk om zonder eten nog drinken negen dagen lang te overleven zonder af te takelen, met water is het nog langer vol te houden. De sukkelaars werden echter in uiterst erbarmelijke toestand teruggevonden. Zij hadden zich enkel kunnen "voeden" met rietsuiker en rum! Behandeling De eerste en voornaamste (zelfs enige) basisbehandeling van hypoglycemische toestanden is het dieet. Vele specialisten zijn het daar over eens (Hoffer, Nittler, Ross, Joyeuz, Carton, e.a). Dr. Harris onderschrijft zelfs dat de behandeling zo simpel is, dat zelfs een beoefenaar van de geneeskunde, er geen munt uit kan slaan. Zit daar misschien het grootste probleem: het is zo eenvoudig, dat het volgens onze westerse instelling niet goed kan zijn. Of komt het doordat de suikerlobby zo machtig is? Zoet voedsel maakt hongerig, waardoor je nog meer eet (consumeert). Of misschien ook doordat de therapeuten zelf moeite hebben met het loslaten van die lekkere gewoonte? Dieet richtlijnen Om het bloedsuiker op een constant niveau te houden is het in het begin verstandig om veelvuldig lichte maaltijden te gebruiken. Vermijd zeer zoete waren: snoep, ijs, stroop, gebak, chocolade, jam en frisdrank (een liter cola bevat 15-20 suikerklontjes). Eet zoveel mogelijk ongeraffineerde koolhydraten: volkoren deegwaren, volkorenbrood, zilvervlies rijst, etc, en verse groenten en fruit. Vermijd zoveel mogelijk alle geraffineerde voeding en vooral voeding die zuivere suiker en chemische zoetmiddelen (dieet suiker!!!) bevatten. En dit is tegenwoordig een hele klus: jam, koekjes, peperkoek, boterkoek en vele (gesuikerde) fruitsappen moeten we beschouwen als "snoep". Maar wist jij dat zelfs in een blik erwten 40 gram suiker verscholen wordt? Conserven, kaas, mayonaise, ketchup, oplossoep, yoghurt met fruit, puddingpoeder, muesli, krentenbollen, cacaodrank en zelfs "gezondheidsdrankjes" uit de natuurvoedingswinkel bevatten dikwijls een aanzienlijke hoeveelheid suiker. Babyvoeding helaas ook. Lees daarom de etiketten en wees selectief! Voeg geen suiker toe aan je voeding! Verminder ook snel het toevoegen van suiker aan uw drank, yoghurt, fruit om het tenslotte helemaal te laten. Daar went men vrij vlug aan. Indien je toch wilt zoeten, gebruik dan droge rozijnen of honing (zorg wel voor natuurlijke honing, ook dit wordt geïndustrialiseerd: imkers geven vaak suiker aan de bijen). In de natuurwinkels vindt men nog andere zoetmiddelen, die echter niet allemaal onschadelijk zijn (zie de lijst hieronder) Vermijd alcohol en gebruik een minimum aan koffie. Zoetmiddelen De volgende zoetmiddelen zijn onschadelijk bij normaal gebruik: amasake, rijststroop (aryza) met of zonder malt, maltstroop, natuurlijke maïsstroop. Met mate te gebruiken: geconcentreerd vruchtensap en vruchtenstroop, honig, esdoornstroop. Uitzonderlijk te gebruiken: suikerbietenstroop, sucanat, ruwe rietsuiker. Te mijden: bruine suiker, fructose, witte suiker, chemische zoetmiddelen zoals sacharine, aspartaam (komen veelvuldig voor in gebak van diabetes!) Vruchtensuiker Vruchtensuiker (fructose) in het bloed veroorzaakt geen insulinestoot en dus geen hypoglycemie. Dit komt omdat fructose pas in de lever tot glucose wordt omgezet, wat geen kwaad meer kan voor het bloed. Derhalve mogen suikerziekenvruchtensuiker eten. Vruchtensuiker wordt daarom ook diabetessuiker genoemd. Sportlui weten dit en nemen als vlugwerkende energiebron doorgaans geen glucose meer maar fructose. Helaas komt fructose in de natuur praktisch altijd samen voor met glucose. Fruit dat naar verhouding het minst glucose en het meest fructose bevat zijn appelen (verhouding 3:6) en peren (verhouding 3:7). De meeste andere fruitsoorten bevatten evenveel of veel meer glucose dan fructose! Slotbeschouwing Geen wonder dat wij keer op keer ziek worden, van humeurigheid tot angsten en depressies, van allergie tot gynaecologische aandoeningen en artritis. Geen wonder als geen arts of specialist je ooit wijst op de schadelijkheid van suiker en geraffineerde koolhydraten! Of is het de suiker industrie? Een grote maffiose organisatie: suiker doet eten. Suiker maakt een drang tot nog meer suiker. Dus door steeds meer suiker in het voedsel te verwerken, neemt de consumptie vanzelf toe. Gewetensloos, zonder aandacht te besteden aan de gevolgen! Wees sterk, maar objectief! Probeer eens uit te vinden wat de onzichtbare rol van suiker in jouw leven is!