Handreiking Verminderde visus Handreiking Verminderde visus Doelgroep Ouderen met: - (Verdenking op) Een verminderde visus ¹ ² ³ ⁴ ⁵ of blindheid ² Diagnostiek Vraag naar en beoordeel: - Aard van de klachten (visusvermindering, wazig zien, gezichtsvelduitval, dubbelbeelden, bewegen van het beeld ² ⁶ visuele hallucinaties ⁷). - Bijkomende klachten (lichtschuwheid, pijn, brandende ogen, tranende ogen, vermoeidheid van het oog, gekleurde halo’s, lichtflitsen/ -schitteringen, fotofobie, hoofdpijn, misselijkheid, braken, klachten aan één oog of beide ogen). ¹ ⁴ - Ontstaanswijze (acuut of geleidelijk) ¹ ⁸ en beloop van de klachten. ⁸ - Bekende refractieafwijkingen ² en het dragen van een bril of contactlenzen. ¹ - Oogheelkundige voorgeschiedenis: oogtrauma ⁸, operaties ², veel blootstelling aan zonlicht ² ⁷, laatste consult oogarts, optometrist of opticien. - Algemene voorgeschiedenis ¹: diabetes mellitus, ¹ ² ⁴, hypertensie ¹, het fenomeen van Raynaud, neurologische aandoeningen, verminderde nierfunctie ⁴, CVA/TIA ⁴ ⁷. - Medicatiegebruik (zoals steroïden ², anticholinergica¹). - Rookgewoonten, alcoholgebruik, ² ⁴ levensstijl, voeding.² - Functioneren: ADL/IADL, zelfredzaamheid, ervaren beperkingen, sociale gevolgen. - Cognitie. ⁷ - Familieanamnese (erfelijke of familiaire aandoeningen en familieleden met dezelfde klachten). ⁴ Onderzoek: - Bloeddruk ³ ⁴ en hartfrequentie. ⁴ - Visus: visuskaart. ¹ Onbetrouwbaar bij cognitieve problemen of analfabetisme. - Oogonderzoek¹: inspectie ¹ (lens, pupillen, volgbewegingen, voorste oogkamer), gezichtsvelden, spleetlamponderzoek indien voorhanden. ³ ⁸ Alarmsymptomen: - Pijn. ⁸ - Acute daling van gezichtsvermogen. ⁸ - Lichtschuwheid. ⁸ - Lichtflitsen. Evaluatie Stel de (vermoedelijke/voorlopige) diagnose: Niet-acute pathologie: - Refractieafwijking. ¹ - Cataract ¹ ² ⁶ ⁸ of andere mediatroebelingen. ¹ - Diabetische retinopathie. ¹ ³ ⁶ (Zie NHG-standaard Diabetes Mellitus Type II) - Maculadegeneratie. ¹ ⁶ Acute pathologie: - Glaucoom. ¹ ⁴ ⁶ ⁸ (Zie NHG-standaard Het rode oog) Oogtrauma. ⁸ (Zie NHG-standaard Het rode oog) Ablatio retina. ³ Overige oculaire aandoeningen met alarmsymptomen.⁸ Behandeling - Behandel onderliggende oorzaken waar mogelijk. - Behandel bijdragende factoren van verminderde zelfredzaamheid/functioneren. Begeleiding Somatisch / medicamenteus: Huisarts - Voorlichting over de aandoening en eventuele behandeling. ⁸ Poh en wijkverpleegkundige - Nadere uitleg over aandoening en eventuele behandeling. - Informatie verstrekken over aandoening en patiëntenorganisaties en eventuele inschakeling van psychosociale hulp. ⁵ Zelfredzaamheid/ functioneren: Poh, wijkverpleegkundige en ouderenadviseur: - Signaleren van problemen bij activiteiten (adl/iadl, mobiliteit en lezen) en participatie. ⁵ - Signaleren van problemen bij zelfzorg en zorgactiviteiten m.b.t. wassen, verzorgen van lichaamsdelen, toiletgang en zich kleden. ⁵ (wijkverpleegkundige) - Attent maken op hulpmiddelen (grootletterboeken, telefoon met grote knoppen) ⁶ ⁷ en trainingen ⁷. - Informatiemateriaal meegeven over handige websites, ⁶ ⁷ rehabilitatie cursussen, supportgroepen, computerlessen ⁶, belangenverenigingen ⁷, lotgenotencontact, vrijtijdsbesteding. - Bespreken van mogelijkheid tot hulp bij boodschappen. (boodschappenbezorgservice of ‘tafeltje dekje’). - Bespreken van mogelijkheden tot vervoer. (‘gehandicapten taxi’) - Adviezen voor verzorging en eventueel hulp bij zelfzorg. ⁵ - Motivering van en werken naar zelfstandigheid en zelfmanagement. ⁵ - Adviezen rond aanpassen van leefomgeving. ⁷, voorlichting over veiligheid/ valpreventie, personenalarmering, (goed gebruik) hulpmiddelen, mogelijke inzet domotica. - Bespreken van sociale problemen. - Activiteiten om sociaal isolement tegen te gaan. - Adviseren van zinvolle dagbesteding. - Voorlichting over mogelijke vergoedingen voor gehandicapten. Verwijzing en/of consult Oogarts: Spoedverwijzing: - Alarmsymptomen en/of acute pathologie. ² ³ ⁸ Verwijzing voor screening, diagnostiek en behandeling: - Bij twijfel of onduidelijkheid over de diagnose. - Bij nieuwe of onverklaarde visusklachten. ³ - Bij een bestaande refractieafwijkingen die snel achteruit gaat. - Patiënten met een visus ≤ 0.2. ¹ - Patiënten die bekend zijn met een eigen correctie van meer dan + of -7 D sferisch of + of -3 D cilindrisch.¹ - (Verdenking op) cataract ¹ ², retinopathie ¹ ³, maculadegeneratie ¹ , hemianopsie *expert - Patienten met een diabetes mellitus en diabetische retinopathie of overige oogheelkundige comorbiditeit.³ Oogarts en/of diagnostisch eerstelijnscentrum: Verwijzing voor screening op diabetische retinopathie d.m.v. fundusfotografie bij patiënten met diabetes mellitus. ³ Opticien: - Verwijzing voor aanpassing van de correctie. ¹ - Bij patiënt met een reeds bekende refractieafwijking met correctie, waarbij de correctie voor verbetering vatbaar is. ¹ Regionaal revalidatiecentrum: (eventueel via de oogarts) Verwijzing voor visuele revalidatie en hulpmiddelenverstrekking: - Bij voldoende motivatie. ⁷ - Bij een complexe hulpvraag ³ ⁷ ⁹, complexe problematiek of wanneer de verwerking van de beperkingen problematisch verloopt. ⁷ - Bij een visus van 0.3 of minder, een leesvisus van 0.25 of minder, een gezichtsvelddiameter van 30° of minder ³ ⁷ ⁹ of een visus tussen de 0.3 en 0.5 met een duidelijke hulpvraag. ³ ⁷ - Bij patiënten met verminderde cognitieve vermogens en/of verminderde motoriek noodzakelijk voor het gebruik van een hulpmiddel. ⁷ Ergotherapie: - Aanpassen van leefomgeving. - Adviseren bij gebruik van hulpmiddelen. - Valpreventie. Literatuur 1. Cleveringa JP, Oltheten JMT, Blom GH, Baggen MEJM, Wiersma Tj. NHG-standaard Refractieafwijkingen. Huisarts Wet 2001;44(8):350-5. 2. NOG. Concept Cataract Richtlijn. www.oogheelkunde.org 2006. 3. NOG, CBO. Richtlijn Diabetische retinopathie: Screening, diagnostiek en behandeling. www.cbo.nl 2006. 4. European Glaucoma Society. Terminology and guidelines for Glaucoma. www.oogheelkunde.org 2003. 5. LEVV. Landelijke richtlijn tekort in zelfzorg bij een verminderd gezichtsvermogen. www.levv.nl 2006. 6. Young, JS. Age related eyes diseases: A review for current treatment and recommendations for low vision aids. Home Healthcare Nurse 2008;26(8);464-471. 7. NOG. Verwijzing van slechtzienden en blinden. www.oogheelkunde.org 2004. 8. Rietveld RP, Cleveringa JP, Blom GH, Baggen MEJM, Bink D, Oltheten JMT, Van der Weele GM. NHG-standaard Het rode oog. Huisarts Wet 2006;49(2):78-91. 9. NOG: M.R.de Boer, M.Langelaan, N.M.Jansonius en G.H.M.B.van Rens. Verwijzing naar revalidatie bij blijvende visuele beperkingen. Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1502-4. Colofon Handreiking Verminderde visus is een uitgave van 100. Uw welzijns- en zorgnetwerk. T (024) 361 82 82 | [email protected] | www.netwerk100.nl Auteur Franca Ruikes, huisarts / onderzoeker September 2011 UMC St Radboud Nijmegen