Beoordelen resultaten kostenonderzoek G.A. van Ankum Belastingen Beoordelen resultaten Dat een vaste kostenvergoeding onderbouwd moet zijn naar aard en veronderstelde omvang van de kosten is niets nieuws. Maar sinds de invoering van de werkkostenregeling moet de inhoudingsplichtige voor nieuw toe te kennen vaste kostenvergoedingen vooraf een onderzoek doen naar deze aard en veronderstelde omvang. Hoe dit onderzoek wordt aangepakt mag de inhoudingsplichtige zelf bepalen, maar de resultaten van het onderzoek moeten de inhoudingsplichtige duidelijkheid verschaffen over de aard en omvang van de kosten die uit de vaste kostenvergoeding bestreden gaan worden. Bij het beoordelen van een kostenonderzoek moet rekening worden gehouden met de hiernavolgende aandachtspunten. Uitgangspunt onderzoek Kaders onderzoek Meester, beiden specialist loonheffingen bij de Belastingdienst in Eindhoven. Allen hebben dit artikel op persoonlijke titel geschreven. Allereerst zal de inhoudingsplichtige moeten bepalen wat het doel is van het kostenonderzoek. Heeft hij geen idee van de kostensoorten die door zijn werknemers worden gemaakt, dan moet het onderzoek veel breder worden opgezet dan als de werkgever al een beeld heeft van de kostensoorten die hij wil gaan vergoeden, maar waarvan hij slechts de hoogte van de kosten wenst vast te stellen. Inhoudingsplichtige moet eerst doel kostenonderzoek bepalen Het is ook mogelijk een kostenonderzoek te houden om vast te stellen of wel sprake is van een homogene groep van werknemers. Een homogene groep van werknemers is een groep van werknemers die vanuit het oogpunt van gemaakte kosten in dezelfde omstandigheden verkeren. Vaak is dit een groep werknemers met dezelfde functie, zoals bijvoorbeeld vertegenwoordigers. Maar een groep directeuren hoeft geen homogene groep te zijn. Een financieel directeur (binnenfunctie) kan een heel ander kostenpatroon hebben dan een commercieel directeur die vaak onderweg is. Een kostenonderzoek kan dus ook gebruikt worden om een inzicht te krijgen in de kostenpatronen van werknemers om zo de homogene groep te bepalen. Als het doel van het onderzoek duidelijk is en de selectie van de deelnemers aan het onderzoek is vastgesteld, dan moeten de deelnemers nauwkeurig worden geïnstrueerd over wat er van hen wordt verwacht gedurende het onderzoek. Informeer hen uitgebreid over wat hen te wachten staat, welke kosten wel en welke kosten niet moeten worden verantwoord en op welke wijze. Wanneer moet er wat worden ingeleverd en hoe. Met name dat laatste is vaak een gevoelig item. Werknemers zullen uit zichzelf niet gemakkelijk gemotiveerd zijn voor deze extra administratieve last. Oplossing daarvoor zou kunnen zijn het onderzoek (deels) te laten begeleiden door een belastingadviesbureau dat met behulp van een webbased programma de kosten kan verwerken die de werknemer via de mobiele telefoon ’s avonds vanaf de bank even snel heeft ingevoerd. Drs. Guido van Ankum, EY Human Capital te Rotterdam en Elles Jacobs en Liesbeth 16 | SalarisMagazine augustus 2015 Beoordelen onderzoekresultaten Als het onderzoek is afgerond – na een goede instructie vooraf, een goede begeleiding van de werkgever of zijn adviseur gedurende de looptijd van het onderzoek en na het nodige aandringen om de gevraagde gegevens aan te kostenonderzoek leveren – kan de beoordeling van de onderzoeksresultaten aanvangen. 1. Fiscale toelaatbaarheid Daarbij is een niet gering onderdeel van de beoordeling de fiscale toelaatbaarheid van de kostensoorten. Is sprake van een kostensoort die aan te merken is als intermediaire kosten of vallen deze kosten onder een gerichte vrijstelling? Voorbeeld Werkgever A is van plan de volgende kosten te gaan vergoeden voor zijn vertegenwoordigers: Kosten verbonden met de leaseauto Lunches/kleine kosten onderweg Natuurlijk is het sinds de invoering van de werkkostenregeling mogelijk ook belaste elementen in de vaste kostenvergoeding op te nemen, en deze ten laste van het werkkostenforfait te laten vallen. 2. Reikwijdte onderzoek Als het onderzoek zich beperkt heeft tot bepaalde kostencategorieën en worden toch andere kostensoorten ter onderbouwing meegenomen door de werknemers, dan moeten deze weggelaten worden uit het resultaat. 3. Groep van werknemers Als het kostenonderzoek zich heeft gericht op vaste kostenvergoedingen voor groepen van werknemers, dan telt het resultaat van alle geselecteerde werknemers mee voor de bepaling Voorbeeld Werkgever A wil een vaste kostenvergoeding gaan verstrekken voor zijn vertegenwoordigers en zal daarom gedurende de onderzoeksperiode de vertegenwoordigers vragen alle kosten die zij maken voor hun dienstbetrekking bij te houden. Dit alles zal de werkgever meenemen in het onderzoek. Na afloop van het onderzoek zal de omvang en de hoogte van de vaste kostenvergoeding bepaald worden op basis van deze kosten. Werkgever A weet dat zijn vertegenwoordigers ook vaak gaan dineren met klanten. Toch wil hij hiervoor geen vaste vergoeding geven, maar hij wil dat de vertegenwoordigers deze kosten via de company creditcard declareren. Kosten voor zakelijke diners kunnen en hoeven dan ook niet meegenomen te worden in het onderzoek. De kosten die worden bijgehouden voor de bovenvermelde twee kostencategorieën zullen gebruikt worden om de hoogte van de vergoeding te bepalen. van de hoogte van het onderzoek. Dit betekent dat als de werknemer geen zin had om deel te nemen en geen kosten heeft onderbouwd, dit resultaat ook meetelt. Uiteraard kunnen er wel andere redenen zijn waarom een werknemer die niets heeft ingeleverd buiten de resultaten blijft. Dit is het geval als hij niet meer representatief is voor de rest van de populatie. Bijvoorbeeld bij ziekte, een conflict met de werkgever, bij non-activiteit of in de opzegtermijn. 4. Bewijsmiddelen en realiteitsgehalte De inhoudingsplichtige moet aannemelijk maken dat zijn werknemers kosten maken waarvoor een vaste kostenvergoeding kan worden verstrekt. De werkgever mag daar zelf de gegevens voor leveren. Bij de bewijsmiddelen Als de bonnen stuk voor stuk beoordeeld zijn, is het onderzoek nog niet afgerond die de werkgever daarbij aanvoert, zal het in bijna alle gevallen gaan om betalingsbewijzen zoals bonnen, nota’s, facturen en bankgegevens. De betalingsbewijzen dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen. Uitgangspunt is dat sprake moet zijn van originele betalingsbewijzen. Datum: valt de betreffende bon in de onderzoeksperiode? Als dat niet het geval is, kan deze niet geaccepteerd worden, tenzij de kostenpost kan worden verdeeld over een langere periode. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval als er een jaarabonnement van vakliteratuur ineens wordt betaald. Tijdstip: een lunch om 8.15 uur is niet aannemelijk, dus kan ook niet worden geaccepteerd. Locatie: een lunch tijdens een dienstreis moet ook daadwerkelijk tijdens de dienstreis zijn genoten, dus niet tussen huis en kantoor of bij kantoor om de hoek. De omschrijving: bij parkeerkosten van de auto van de zaak is de omschrijving niet relevant, maar bij lunchkosten of representatiekosten bijvoorbeeld, zijn die wel degelijk van belang. Indien uit de omschrijving niet duidelijk het zakelijke belang blijkt kunnen de betreffende kosten niet worden geaccepteerd. De aanname SalarisMagazine augustus 2015 | 17 Belastingen Met stelposten zonder betalingsbewijzen kan geen rekening worden gehouden. Voorbeeld Vaststellen hoogte en omvang kostencategorieën Uit het kostenonderzoek bij werkgever A blijkt dat meerdere vertegenwoordigers kledingkosten hebben opgevoerd. In het kader van hun dienstbetrekking is het gewenst in pak met stropdas gekleed de klanten te bezoeken. Deze kosten vallen niet onder de fiscale definitie van werkkleding, dus is onbelaste vergoeding van deze kosten niet mogelijk. Deze kosten kunnen dan niet een onbelaste vergoeding onderbouwen. Als de bonnen stuk voor stuk beoordeeld zijn, is het onderzoek nog niet afgerond. De vergoeding moet immers naar aard en omvang onderbouwd zijn. Uit de brij van bonnen zal dus een totaal per kostensoort moeten komen. Hiermee zal dus bij het beoordelen al rekening moeten worden gehouden. Niet alleen maar goed of fout, maar: Kostensoort A, B, C, D, etc, of Werkkost, of Niet accepteren ‘de bon wordt ingeleverd, dus zal wel zakelijk zijn’ is te kort door de bocht. Frequentie van uitgaven: in de onderzoeksperiode 3 keer per week de auto van de zaak wassen is al niet aannemelijk, maar nog minder aannemelijk is dat dat buiten de onderzoeksperiode ook gebeurt. Zo ook met vakliteratuur. Het is niet aannemelijk dat buiten de onderzoeksperiode meerdere boeken per maand worden gekocht. Er moet dus ook getoetst worden op realiteitsgehalte dan wel aannemelijkheid. Ook bij deze verdeling is het praktisch erg handig als de werknemer digitaal (al dan niet met de mobiel) aangeeft welke kostensoort het betreft. In dat geval hoeft alleen nog maar gecontroleerd te worden of dat juist is ingevuld, maar dan hoeft de beoordelaar dat onderscheid niet meer te maken. Met de resultaten van het onderzoek per deelnemer is het onderzoek ook nog niet afgerond. Zo kan het zijn dat er ‘vervuilende’ factoren zijn die het onderzoeksresultaat beïnvloeden, die kunnen worden geëlimineerd. Vervolgens zal per homogene groep moeten worden bepaald wat de vergoeding voor die groep is. Voorbeeld Werkgever A heeft onder 3 vertegenwoordigers een onderzoek gehouden. Dit heeft de volgende resultaten opgeleverd: Februari Maart April Werknemer 1 €100 €150 €50 €100 gemiddeld Werknemer 2 0 0 0 0 gemiddeld Werknemer 3 €75 €100 €125 €100 gemiddeld Indien werknemer 2 geen zin had om mee te doen, zal het resultaat van de onderbouwde kosten zijn: €200/3= €67, en niet €100 18 | SalarisMagazine augustus 2015 Met het eindresultaat zal vervolgens iets gedaan moeten worden. Is het nodig de hoogte van de vergoedingen aan te passen? Leidt het nog tot correcties over het verleden? Moeten regelingen worden herzien? Daarnaast is het raadzaam een declaratiereglement op te stellen (indien ook gedeclareerd mag worden naast de vaste vergoeding). In ons volgende artikel gaan we verder in op dit onderwerp. Afspraken Belastingdienst Het is veelal raadzaam het resultaat van het onderzoek te bespreken met de Belastingdienst, met het doel een goedkeuring te krijgen voor de vergoedingen voor een aantal jaar. In de praktijk veelal vijf jaar. Het komt er dus inderdaad op neer dat als werknemers een aantal maanden laten zien kosten te maken, dat de vergoeding vijf jaar lang gegeven kan worden. Ook de Belastingdienst kent dit principe en zal dus alleen akkoord gaan met de resultaten van het onderzoek indien blijkt dat gedurende het onderzoek kritisch is gekeken naar de door de werknemers opgevoerde kosten. Natuurlijk kan al in een vroeg stadium met de Belastingdienst de opzet van het onderzoek worden besproken en afgestemd. Dan kan de discussie over de resultaten van het onderzoek grotendeels voorkomen worden. Afronding Een kostenonderzoek kan meerdere doelen hebben, zorg op voorhand voor een duidelijk beeld van dat doel en richt de voorbereiding en het onderzoek daar ook op in. Een serieuze aanpak levert de beste resultaten op. Vraag niet alleen werknemers bonnetjes te verzamelen, maar geef ook aan welke bonnen en waarom. Gedurende het onderzoek zal er voldoende (fiscale) kennis moeten zijn om bonnen te beoordelen en eventueel werknemers nog bij te sturen. Houdt een en ander administratief zo eenvoudig mogelijk, gebruik waar mogelijk de voor handen zijnde ICT. Stem de resultaten af met de Belastingdienst, zodat er de komende vijf jaar geen discussie zal ontstaan. Als een kostenonderzoek op deze manier is het opgezet, uitgevoerd, beoordeeld en afgestemd, is het weliswaar even 3 maanden behoorlijk veel werk, maar levert het wel een zekerheid op in plaats van een risico op een naheffing. Ernst & Young LLP Accountancy | Belastingen | Transacties | Advies Over Ernst & Young Ernst & Young is wereldwijd toonaangevend op het gebied van accountancy, belastingen, transacties en advies. Onze 135.000 mensen delen wereldwijd dezelfde waarden en staan voor kwaliteit. Wij maken het verschil door onze mensen, onze cliënten en de samenleving te helpen hun mogelijkheden optimaal te benutten. Guido van Ankum Is verbonden aan Ernst & Young Belastingadviseurs LLP Tel: 088-4073770 E-mail: [email protected] Verschenen in: Elsevier Salarismagazine 28 (2015) augustus, p. 16-18 een uitgave van Reed Business te Doetinchem Voor meer informatie: www.ey.nl Disclaimer Dit bericht is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Voor mogelijke onjuistheid en/of onvolledigheid van de hierin verstrekte informatie aanvaardt Ernst & Young geen aansprakelijkheid, evenmin kunnen aan de inhoud van dit bericht rechten worden ontleend. © Ernst & Young 2015 Beoordelen resultaten kostenonderzoek / G.A. van Ankum. - ESM2015/0708/05