Geboren uit een maagd 21 december - vierde zondag van de advent (2 Samuel 7,1-16 - Lucas 1,26-38) =========== De engel Gabriël werd van Godswege gezonden naar Nazaret, tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette. De naam van de maagd was Mirjam in het Nederlands: Maria. Er zijn veel schilderijen van de boodschap van de engel aan Maria. Zo’n engel wordt dan voorgesteld als een bovenaards wezen, zo tussen God en mens, met grote klapwiekende vleugels, want hij komt van boven naar beneden. God woonde, in de gedachten van toen, in een ruimte hoog boven de wolken. Als wij spreken over de hemel denken we die ook nog ‘ergens’ boven, terwijl we toch ook in de ’zevende hemel’ van opperste geluk kunnen zijn, hier beneden. In ieder geval is in de taal van de Bijbel een engel een verbindingspersoon tussen hemel en aarde; een Godsgezant, een boodschapper van God. --------------- Waar mensen zich geroepen weten, waar ze geloven dat God hen aanspreekt om iets bijzonders te doen, komt er in de Bijbel een engel of meerdere engelen aan te pas. Denk maar aan de geboorte van Jezus waar eerst een engel, aan de herders, het blijde nieuws kenbaar maakt en dan een hele schare engelen ‘glorie aan God in den hoge’ zingt. Zo is het ook in dit evangelie waar het gaat om een beslissende boodschap, die té groot en té onbegrijpelijk is en al ons denken en doen te boven gaat. Ze wordt uitgesproken door de engel Gabriël. Zijn naam betekent: man Gods of Gods kracht. Hij richt zich tot een jong meisje van ongeveer 16 jaar. Zij is nog maagd, maar is wel al beloofd aan de man Jozef. MirjamMaria, wordt van Godswege gegroet. Dat was ongehoord. Dat mocht helemaal niet. Vrouwen, zeker jonge vrouwen en zeker als ze alleen waren, werden niet aangesproken door mannen. Vandaar dat Maria schrikt, staat er. Ook voor die buitengewone groet en nog wel van God zelf. Ze wordt ‘begenadigd’ genoemd! Zij zal een kind krijgen. Zij, niet haar man Jozef. In die tijd had de vrouw geen enkel aandeel in het krijgen van een kind. Alleen de man is de verwekker. De vrouwelijke eicel was nog totaal onbekend. De vrouw is enkel de ontvangende. Hier wordt dit meisje voor het eerst en tegen alles in, aangezegd dat het kind haar kind zal zijn. Zij zal het leven schenken en de man, met al zijn potentie, wordt naar het tweede plan verschoven. Dat is de zin van die mysterieuze woorden, dat het kind van Maria, zal verwekt worden uit kracht van de heilige Geest en uit overschaduw van de Allerhoogste. De maagdelijkheid van Maria heeft niets te maken met seksualiteit of biologie of gynaecologie. Alsof de Bijbel daarin geïnteresseerd zou zijn of daar zelfs maar iets van zou weten. De bijbel is een geloofsboek en geen boek over menselijke anatomie. Trouwens, het was gebruikelijk in de oudheid om van een uitzonderlijk groot man te zeggen dat hij niet op een normaal menselijke wijze geboren was. Dat zei men van de Egyptische farao’s. In de Griekse mythologie trouwen goden met vrouwen. Uit die heilige huwelijken worden dan godenzonen geboren. Ook keizers en koningen, denk maar aan de goddelijke keizer Augustus. In de Bijbel worden grote profeten uit oude, onvruchtbare vrouwen geboren om te zeggen dat ze eigenlijk mannen van God zijn en niet zomaar doodgewone mensen. We kennen de namen van die oude, onvruchtbare vrouwen: Sara, Rebekka, Hanna, Elisabeth, de moeder van Johannes de doper. Omdat Jezus die ‘zoon van de Allerhoogste’ wordt genoemd, keizers, koningen en profeten overtreft, zegt Lucas dat hij geboren is uit de maagd Maria. Je kan niet weten wie Jezus is door in het bevolkingsregister te gaan kijken. Jezus was zoveel méér dan de zoon van Maria en Jozef. Hij was bovenal ‘Zoon van God’. God zelf is de oorsprong van Jezus. Paus Benedictus schreef destijds: ’Indien Jezus geboren was op een normaal menselijke wijze, zoals iedereen van ons, zou dat niets afdoen aan zijn goddelijk zoonschap.’ Het antwoord van Maria op wat de engel Gabriël haar namens God gezegd had, is haar ‘fiat.’: ’Laat er met mij gebeuren wat u gezegd hebt.’ Als God er is voor mij, dan ben ik er voor hem. Gabriël geeft Maria nog een garantie. Haar nicht Elisabeth is zwanger ofschoon zij oud en onvruchtbaar is. Want, zo zegt de engel: ’Bij God is niets onmogelijk’, althans wat betreft het eigenlijk en uiteindelijk geluk van mensen. God is bedacht op het heil van mensen, ook al is de situatie schijnbaar hopeloos en is er geen uitzicht op toekomst. Daar, in dat kleine, door de Romeinen verdrukte Palestina, in dat boerengat Nazaret, draagt een eenvoudig jong meisje een nieuw begin. Haar kind brengt een nieuwe toekomst. Het zijn niet de oppermachtige mannelijke potentaten zoals keizer Augustus, Pontius Pilatus, koning Herodes, de hogepriesters en Sadduceeën die bevrijding zullen brengen. Net als andere verhalen uit de Bijbel, is de boodschap aan Maria, een verhaal over een God die bevrijding wil uit onderdrukking, die gerechtigheid wil. Meer nog: die God wil dat niet alleen, hij doet het ook via Maria en via allen die, zoals zij, geloven in de kracht van de heilige Geest van God. God roept en schreeuwt in mensen die het onrecht niet pikken, die doorgaan en doorgaan, alsmaar doorgaan met protesteren, te hoop lopen, betogen, gevangenis en foltering trotseren, brieven schrijven, handtekeningen verzamelen. Mensen die niet zeggen: het is vechten tegen de bierkaai, onbegonnen werk. De geschiedenis leert dat het schijnbaar onbereikbare soms toch mogelijk wordt. De Sovjet-Unie valt uiteen. De Berlijnse muur valt. Het Oostblok bestaat niet meer. De apartheid is afgeschaft. Dictators delven het onderspit: Stalin en Hitler, Marcos, Pinochet, Mobutu, Idi Amin. En op vandaag moeten wij, die geloven in Gods kracht, het opnemen tegen de duistere, hogere machten die driekwart van de wereldbevolking arm en onmondig houden, die door ongenaakbare structuren uitbuiten, bewapenen en vervuilen. We moeten koppig en weerbarstig volhouden dat er niets onmogelijk is vanuit Gods Geestkracht, vanuit een geloof dat bergen verzet: de bergen van geld, macht, wapens en corruptie. Vandaag wordt ons dat geloof voorgehouden in één van ons: een meisje, Mirjam uit Nazaret die aanvaardt dat de Geest Gods haar overschaduwt en dat uit haar het kind zal geboren worden dat Jezus genoemd wordt, wat betekent: ‘God redt’. Maria werd geroepen om die verwachting te dragen, dat andere leven, die nieuwe toekomst: jouw verwachting, mijn verwachting, ons aller verwachting. Daarom is Maria de begenadigde, de ‘gezegende onder alle vrouwen’. Rob Moens, dominicaan, Genk