Patiënteninformatie REFRACTIEAFWIJKING (Brilafwijking) Een refractieafwijking (ook wel brekingsafwijking of brilafwijking genoemd) ontstaat doordat het beeld dat het oog binnenkomt niet precies op het netvlies valt. Dit geeft een onscherp beeld. Er bestaan verschillende soorten refractieafwijkingen: Bijziendheid (myopie) Als een oogbol in verhouding te lang is, valt het beeld voor het netvlies. De patiënt ziet de beelden dichtbij scherp maar op afstand wazig. Een holle (min) lens is nodig om het beeld weer scherp te krijgen. Myopie neemt over het algemeen toe, totdat het oog niet meer groeit. Met name in de puberteit is vaak een snelle toename te zien. Daarna blijft de sterkte meestal redelijk constant. myopie met min-glas Verziendheid (hypermetropie)) Als een oogbol in verhouding te kort is, valt het beeld achter het netvlies. Dit kan gecorrigeerd worden door een bolle (plus) lens of door de eigen accommodatie. Een geringe mate van verziendheid is normaal bij kinderen en kan in de groei verdwijnen. Indien er sprake is van verziendheid, dan moet de patiënt op afstand al accommoderen om het beeld scherp te zien en dichtbij nog meer. Dit kost dus extra inspanning. De gezichtsscherpte en eventuele klachten die daarbij op kunnen treden zijn individueel heel verschillend. De meeste kinderen kunnen heel goed accommoderen. Op latere leeftijd neemt dit vermogen in principe af. In sommige gevallen leidt deze extra accommodatie tot scheelzien. Na het 6e levensjaar neemt een hypermetropie iets af, maar de veranderingen zijn over het algemeen niet zo erg groot. hypermetropie met plus-glas Cylinderafwijking (astigmatisme) Naast een myopie of hypermetropie kan er sprake zijn van astigmatisme. Dit houdt in dat het oog niet helemaal bolvormig is, maar in verhouding iets ovaal. Je kunt het hoornvlies van het oog dan vergelijken met een rugbybal waarbij je zo’n verschil in krommingen duidelijk ziet. Patiënteninformatie Bij astigmatisme komt het beeld dus niet in zijn geheel scherp op het netvlies dit geldt voor alle afstanden. Veranderingen van astigmatisme zijn meestal gering. Ouderdoms-verziendheid (presbyopie) Bij iedereen ontstaat op latere leeftijd een afname van het accommodatievermogen. Dit kan gecorrigeerd worden door een bolle lens voor dichtbij (de ‘leesbril’), maar het staat los van een hypermetropie of van andere afwijkingen. Brilvoorschrift Als het onderzoek gedaan is, weten we de totale sterkte van beide ogen. Bij kinderen is een lichte hypermetropie normaal. Of het al dan niet nodig is om een bril voor te schrijven hangt af van onder andere: sterkte soort afwijking verschil tussen de ogen gezichtsscherpte ontwikkeling van de ogen/hersencellen oogstand samenwerking tussen de ogen klachten leeftijd van de patiënt In elk individueel geval zal de oogarts en/of orthoptist al deze factoren overwegen en zo tot een advies komen. Een bril Als er besloten is tot het voorschrijven van een bril, dan krijgt u een brilvoorschrift mee voor de opticien. Bij kinderen adviseren wij in elk geval een opticien die redelijk in de buurt is omdat de bril regelmatig moet worden bijgesteld. Verder is het vooral belangrijk dat de bril lekker zit. Of u al dan niet aanspraak kunt maken op vergoeding, is afhankelijk van uw verzekeraar en van de glassterkte. Dit kunt u zelf nalezen of navragen bij uw verzekeraar. Het dragen van de bril Van de oogarts/orthoptist krijgt u te horen of het nodig is de bril de hele dag te dragen of alleen bij behoefte. Daarnaast zal hij/zij een indicatie kunnen geven of de bril tijdelijk of blijvend is. Dit is vooral afhankelijk van de soort afwijking. Verdere behandeling In sommige gevallen kan een brilafwijking een “lui oog” (amblyopie) veroorzaken: als er sprake is van verschil tussen het rechter- en linkeroog; bij (hogere) cylinderafwijkingen; bij hoge hypermetropie. Patiënteninformatie Dit kan aan één oog zijn, maar het kan ook beide ogen (eventueel ongelijk) treffen. De orthoptist zal u dan ook hiervoor een behandeladvies geven. Meestal betreft dat afplakken (occlusie) van een oog. (Zie folder lui oog) Tot slot Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde. Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur via telefoonnummer: 079 – 346 25 52 en vragen naar de orthoptiste. Ook op http://www.orthoptie.nl kunt u meer informatie vinden. Wij stellen uw mening vanzelfsprekend zeer op prijs. Heeft u opmerkingen of suggesties over deze informatie of over de behandeling, laat dit ons dan weten via bovenstaand telefoonnummer of via [email protected].