767 Brilafwijking Wat is een brilafwijking? Een brilafwijking is een afwijkende vorm van het oog waardoor het beeld dat het oog binnenkomt niet precies op het netvlies valt. Hierdoor ontstaat een onscherp beeld. Het normale oog Bij het normale oog zorgen het hoornvlies en de lens in het oog ervoor, dat bij zien in de verte op het netvlies een scherp beeld ontstaat. Scherp stellen voor dichtbij gebeurt door het instellen van de ooglens. U kunt dit vergelijken met een fotocamera: door de fotolens te verstellen zorgt u ervoor dat binnenvallende stralen zo door de lens worden gebroken, dat ze precies op de film samenkomen. Uw foto wordt dan scherp. Wanneer de sterkte van hoornvlies en ooglens niet goed in verhouding staan tot de lengte van de oogbol, dan vallen de lichtstralen uit de buitenwereld bij het in de verte kijken niet precies samen op het netvlies. Er is dan geen sprake van een oogziekte of zwakte, maar van een refractie- of brilafwijking. Verschillende soorten refractie- of brilafwijkingen Myopie (ook wel bijziend of min-bril genoemd) Dit wil zeggen dat het oog in verhouding te groot is. Het beeld dat het oog binnenkomt valt daardoor niet op het netvlies, maar ervoor. Bijzienden zien in de verte slechter dan dichtbij. Toch kunnen zij ook problemen hebben met kijken dichtbij. Door groei zal de sterkte in de meeste gevallen toenemen. Dit gaat door totdat het lichaam is uitgegroeid. Bijziend Bijziend met min-bril Hypermetropie (ook wel verziend of plus-bril genoemd) Dit wil zeggen dat het oog in verhouding te klein is. Het beeld dat het oog binnenkomt valt daardoor niet op het netvlies, maar juist erachter. Verzienden zien dichtbij slechter dan op afstand. Toch hebben zij vaak ook problemen met verzien. Deze brilafwijking komt veel bij kinderen voor. Soms wordt deze brilsterkte pas wat later ontdekt, doordat kinderen een zeer soepele lens hebben en deze brilsterkte zelf kunnen corrigeren door de lens bij te stellen. Een gevolg hiervan kan zijn dat er hoofdpijnklachten ontstaan. Deze hoofdpijn treedt in de loop van de dag op. 17-12-2012 1-3 767 Een ander gevolg van hypermetropie kan zijn dat er een lui oog ontstaat indien deze brilsterkte niet gecorrigeerd wordt. Of dat er een vorm van scheelzien (loenzen) ontstaat, waarbij het afwijkende oog naar de neus is gericht. Een plusbril heeft in dit geval vaak een gunstig effect op de afwijkende oogstand. Deze plusbril is niet te vergelijken met een leesbril voor oudere mensen. Die is gebaseerd op een veroudering van de lens, waardoor deze minder soepel is geworden. Verziend Verziend met plus-bril Astigmatisme (ook wel cylinder afwijking genoemd) Behalve te groot of te klein kan het oog onregelmatig van vorm zijn. Astigmatisme is aanwezig wanneer de kromming van het hoornvlies niet de vorm van een bol (zoals een voetbal) heeft, maar wanneer de bolling in verschillende richtingen wisselend is (zoals een rugbybal). Daardoor komt het beeld niet in zijn geheel scherp op het netvlies. Het licht wordt dan in één richting (bijvoorbeeld horizontaal) sterker afgebogen dan in een andere richting (bijvoorbeeld verticaal). Je ziet het beeld dan vervormd en dit kan problemen geven voor zowel het zien dichtbij als op afstand. Er komt dan op geen enkele kijkafstand een scherp beeld op het netvlies.Vaak komt astigmatisme Astigmatisme voor in combinatie met myopie of hypermetropie. Anisometropie Het hoeft niet altijd zo te zijn dat beide ogen dezelfde (mate van) brilafwijking hebben. Is er verschil dan spreekt men van een anisometropie. Juist bij deze afwijking is er een grote kans op het ontstaan van een lui oog, omdat de hersenen twee verschillende beelden ontvangen. Een scherper en een waziger beeld. Het meest wazige beeld wordt in de hersenen onderdrukt, zodat de prikkel tot ontwikkeling van de gezichtsscherpte van dat oog verdwijnt. Dit oog wordt een lui oog. Lui oog (amblyopie) Wanneer een brilsterkte bij een kind niet of niet goed gecorrigeerd wordt, kan één of beide ogen lui (amblyoop) worden. Een lui oog houdt in dat het oog een verminderde gezichtsscherpte heeft. Het luie oog dient gestimuleerd te worden om beter te gaan zien. Dit gebeurt onder andere door het voorschrijven van de juiste brilcorrectie. Indien de gezichtsscherpte van een oog dan nog achterblijft, wordt het “goede” oog afgeplakt met een oogpleister. De bril wordt hier overheen gedragen. Deze behandeling van het luie oog heeft géén invloed op de brilsterkte of scheelzien. 2-3 767 De volgende controle Indien uw kind een brilafwijking heeft en een bril draagt, zal hij/zij regelmatig op controle komen bij de orthoptist. Deze controleert onder andere de gezichtsscherpte en de bril. Daarnaast wordt af en toe de druppeltest herhaald, waarbij de brilsterkte opnieuw wordt vastgesteld omdat deze door de groei kan veranderen. De orthoptist bepaalt vervolgens of de glazen aangepast moeten worden. Bij alle vormen van brilafwijkingen geldt, dat indien deze niet (goed) op jonge leeftijd gecorrigeerd worden, er een lui oog kan ontstaan! Vragen Als u nog vragen heeft kunt u ze bij de volgende controle persoonlijk stellen of contact opnemen met de orthoptist, (036) 868 87 33. Tot slot Sinds 2010 werkt het Flevoziekenhuis samen met het Oogzorgnetwerk aan het verbeteren van de kwaliteit van oogzorg in Almere. Om dit te realiseren werkt de polikliniek Oogheelkunde intensief samen met onder andere de Almeerse opticiens in het project OpticienZorg. Ook komt de Oogbus regelmatig in Almere. 3-3