PDF Uw kind krijgt een bril

advertisement
H.298547.0914
Uw kind krijgt een bril
Inleiding
De orthoptist heeft de ogen van uw kind onderzocht en
geconstateerd dat uw kind aan één of beide ogen een
brekingsafwijking heeft. Een bril corrigeert deze brekingsafwijking.
Wat is een brekingsafwijking
Als de breking van het oog perfect is, ligt het brandpunt van het oog
precies op het netvlies. Het licht wordt dan door het hoornvlies en de
lens zo ‘gebroken’, dat het beeld scherp op het netvlies komt.
Als er een verschil is tussen de brekingsafwijking van beide ogen,
krijgt het oog met de grootste brekingsafwijking nooit een scherp
beeld. Het onscherpe beeld krijgt in de hersenen minder aandacht
en wordt min of meer verdrongen door het beeld van het goede oog.
Door het dragen van een bril wordt dit verschil in brekingsafwijking
opgeheven en krijgt het benadeelde oog ook een scherp beeld.
Vaak heeft de ontwikkeling van de gezichtsscherpte van dat oog
dan wel vertraging opgelopen en is er sprake van een lui oog. (zie
folder “Een lui oog”).
Een brekingsafwijking wil zeggen dat het beeld niet precies op het
netvlies valt. Het brandpunt ligt dan voor of achter het netvlies.
Er bestaan drie brekingsafwijkingen:
 verziendheid
 bijziendheid
 cilindersterkte.
Verziendheid (plussterkte)
Bij verziendheid is de breking van het oog niet sterk genoeg. Het
brandpunt valt daardoor achter het netvlies. Dit is bij kinderen, tot
een bepaalde sterkte, een normale situatie. Hier kan het oog zelf
iets aan doen door ‘scherp te stellen’. Bij het scherp stellen wordt de
spier rondom de ooglens aangespannen, waardoor de lens boller
wordt. Daardoor wordt de breking sterker en komt het beeld op het
netvlies terecht. Bij dichtbij kijken moet je extra scherp stellen.
Als de plussterkte hoog is kost dit scherp stellen veel inspanning.
Hierdoor kun je last krijgen van hoofdpijn, zere ogen, of moeite met
langere tijd lezen. Ook kan een oog scheel gaan kijken. Om
verziendheid te corrigeren, heb je een plusbril nodig. Daarmee hoeft
het oog zich minder in te spannen. Verziendheid neemt vaak tot een
jaar of zes iets toe en daarna af, zolang de kinderen in de groei zijn.
Bijziendheid (minsterkte)
Bij bijziendheid is de breking van het oog te sterk. Het brandpunt valt
dan voor het netvlies. Hierdoor kun je dichtbij wel scherp zien, maar
in de verte is het wazig. Met behulp van een min-bril valt het
brandpunt weer op het netvlies.
Bijziendheid bij kinderen neemt vaak toe zolang ze groeien omdat
tijdens de groei het oog nog wat langer wordt. Vanaf het twintigste
jaar blijft de sterkte redelijk stabiel.
Cilindersterkte
Bij een cilindersterkte heeft het oog niet een ronde bolling, maar iets
ovaal zoals bij een rugbybal. De ene richting van het oog is wat
boller, de andere richting wat platter. Hierdoor is er niet één maar
zijn er twee brandpunten. Het beeld wordt hierdoor vervormd. Deze
afwijking wordt gecorrigeerd door een glas met twee sterkten, een
cilinderglas. Vaak komt een cilindersterkte samen voor met
bijziendheid of verziendheid. Een cilindersterkte blijft in de loop van
de jaren vrij constant.
Als je voor het eerst door een bril met cilinders kijkt, kan alles er
vreemd uitzien. Even uitkijken dus met bijvoorbeeld traplopen. De
meeste kinderen zijn er na een paar dagen wel aan gewend.
Vragen
Als u vragen heeft kunt u contact opnemen met de poli
Oogheelkunde.
Maandag t/m vrijdag
9.00 uur -12.00 uur en 14.00 uur – 16.00 uur
 Hardenberg
(0523) 27 63 15
Maandag t/m vrijdag
9.00 uur -12.00 uur en 14.00 uur – 16.00 uur
 Coevorden
(0524) 52 63 16
Download