Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e [email protected] www.tns-nipo.com Rapport Marktbeschrijving Podiumkunsten 2004 Onderzoek onder de Nederlandse bevolking Martine van de Pol | Elisabeth Duijser B7791 | 29 september 2004 Bestemd voor: Bureau Promotie Podiumkunsten AMSTERDAM Alle in dit document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van TNS NIPO beslist niet toegestaan. © TNS NIPO | ISO 9001 | rapport nederlands.dot Inhoud Samenvatting Inleiding 2 4 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Bezoekersprofiel Beschrijving in WIN-segmenten Profielschets bezoekers en niet-bezoekers Profiel frequente en minder frequente bezoekers Profiel bezoeker per type voorstelling 5 5 6 11 14 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.9.1 2.9.2 Het laatste bezoek Gemiddeld drie bezoeken per half jaar Cabaret en kleinkunst nog steeds het meest bezocht Ruime meerderheid voorstellingen door professionele groep Officieel theater of poppodium minder in trek Gemiddelde reistijd met 5 minuten toegenomen Betalen voor voorstellingen neemt toe, in frequentie en prijs Idee voor bezoek via mond-tot-mond reclame en media Vrijwel niemand gaat alleen naar voorstelling Tevredenheid hoog, vooral over kwaliteit voorstelling Inhoud van de voorstelling wekt de meeste tevredenheid Uitstraling accommodatie het meest belangrijk 18 18 20 22 24 25 26 29 30 31 33 34 3 3.1 3.2 Redenen voor niet-bezoek Gebrek aan interesse belangrijkste reden niet-bezoek Andere behoeftes en tijdgebrek ook redenen voor niet-bezoek 35 35 38 1 2 3 4 5 6 Bijlagen Vragenlijst Steekproefverantwoording Methode van onderzoek Waardensegmenten in Nederland (WINTM) Sociale Klassen Nomogram ter bepaling van de steekproefmarges Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Inhoud figuren en tabellen 1 Profiel bezoekers en niet-bezoekers Podiumkunsten (sekse, leeftijd en opleiding) 2 Profiel bezoekers en niet-bezoekers Podiumkunsten (inkomen, sociale klasse en gezinsgrootte) 3 Profiel bezoekers en niet-bezoekers Podiumkunsten (regio en gemeentegrootte) 4 Profiel bezoekers en niet-bezoekers Podiumkunsten (WIN-segmenten) 5 Profiel frequente en minder frequente bezoekers podiumkunsten (sekse, leeftijd en opleiding) 6 Profiel frequente en minder frequente bezoekers podiumkunsten (inkomen, sociale klasse en gezinsgrootte) 7 Profiel frequente en minder frequente bezoekers podiumkunsten (regio en gemeentegrootte) 8 Profiel frequente en minder frequente bezoekers podiumkunsten (WINsegmenten) 9 Profiel bezoekers type voorstelling (sekse, leeftijd en opleiding) (2004) 10 Profiel bezoekers type voorstelling (inkomen, sociale klasse en gezinsgrootte) 11 Profiel bezoekers type voorstelling (regio en gemeentegrootte) 12 Profiel bezoekers type voorstelling (WIN-segmenten) 13 Bezoekfrequentie in de afgelopen 6 maanden (n=844) 14 Soort voorstelling(en) in het afgelopen half jaar bezocht (n=932) 15 Voorstelling(en) in afgelopen half jaar bezocht, uitsplitsing naar leeftijd 16 Laatst bezochte voorstelling 17 Professioneel/ amateur-optreden 18 Locatie van de voorstelling 19 Reistijd naar laatste voorstelling van podiumkunsten, cumulatief 20 Zelf betaald voor voorstelling, naar leeftijd 21 Prijs toegangskaartje laatst bezochte voorstelling 22 Gemiddeld betaalde prijs toegangskaartje (naar type voorstelling) 23 Top 10 wijze waarop men op idee kwam voor bezoek 24 Met wie men naar de voorstelling is geweest (n=836) 25 Tevredenheid over diverse aspecten van de voorstelling 26 Tevredenheid over diverse aspecten naar soort voorstelling 27 Tevredenheid per soort locatie 28 Redenen om geen podiumkunsten te bezoeken (n=1.348) 29 Redenen om geen podiumkunsten te bezoeken, naar wel of geen interesse 30 Andere redenen om geen podiumkunsten te bezoeken (n=1.348) 31 Steekproefopbouw voor en na herweging Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 7 8 9 10 11 12 13 13 14 15 16 17 18 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 36 37 38 Samenvatting Op basis het eerste halfjaar van 2004 heeft 41% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder podiumkunsten bezocht. Bezoekers zijn vooral personen in de leeftijd van 20 tot en met 29 jaar, met een hogere opleiding, hoger inkomen en behorende tot de hogere sociale klasse - vrouwen vaker dan mannen; verder zijn het relatief veel alleenstaanden die podiumkunsten bezoeken. Tot de bezoekers behoren relatief veel Zakelijken en Ruimdenkers. Ten aanzien van de frequentie van het bezoek zien we eveneens dat opleiding een belangrijke rol speelt: hoger opgeleiden gaan het vaakst naar een voorstelling van podiumkunst. Zijn het vooral de 20- tot en met 29-jarigen die podiumkunsten bezoeken, de frequentie van bezoek binnen deze doelgroep is echter laag. Net zoals in 2002 hebben alle bezoekers van het afgelopen half jaar (per bezoeker) circa drie podiumkunsten bezocht. Zeven op de tien bezoeken komt voor rekening van degenen die minstens drie keer naar een voorstelling zijn geweest. Cabaret en musical zijn de populairste vormen van podiumkunst, gevolgd door pop-/ rockmuziek en toneel/mime. Het bezoek aan toneel, klassieke muziek en opera is in vergelijking met 2002 gedaald. Opera, toneel en klassieke muziek worden meer door oudere personen bezocht; pop-/ rockconcerten zijn vooral onder de jongeren erg populair. Bijna alle podiumkunsten worden meer door vrouwen dan door mannen bezocht, met uitzondering van pop-/rockmuziek, wereldmuziek en fanfares. Vooral toneel en klassieke muziek worden door mensen uit de hogere sociale klasse bezocht. Ruim driekwart (77%) van de bezoekers is naar een voorstelling van een professioneel gezelschap geweest, 21% ging naar een amateur-optreden (dit betreft met name fanfares, toneel- en kindervoorstellingen en klassieke muziekconcerten). Het bezoek aan podiumkunsten is een sociaal gebeuren: ondanks het grote aantal alleenstaanden dat podiumkunsten bezoekt, blijkt slechts 4% alleen naar een voorstelling te gaan; 52% van de bezoekers gaat met z’n tweeën. Gemiddeld is men ongeveer 40 minuten onderweg om bij het theater, schouwburg of concertpodium te komen. Ongeveer de helft van de bezoekers is langer dan 30 minuten onderweg. Bezoekers denken gemiddeld € 33,30 voor een kaartje betaald te hebben, een sterke stijging ten opzichte van 2002 (27,40). Dit bedrag varieert sterk naar de kunstvorm die de Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 2 voorstelling betreft: musicals en festivals worden over het algemeen het duurst ervaren; toneel behoort samen met harmonieën tot de goedkoopste voorstellingen. ‘Van horen zeggen’ wordt het meeste als reden aangegeven om een voorstelling te bezoeken. Krant/tijdschrift/radio volgt op de tweede plaats. In het algemeen is men zeer tevreden over de kwaliteit van het gebodene: zowel ten aanzien van de inhoud als ten aanzien van de locatie. Over het prijspeil is men minder tevreden (hoewel de meerderheid het nog wel acceptabel vindt). De belangrijkste reden om podiumkunsten niet te bezoeken is ‘geen interesse’ (62%), gevolgd door prijs (53%) en het ‘liever niet alleen gaan’ (42%). Ten opzichte van 2002 geven niet-bezoekers minder vaak aan dat het te veel moeite kost om een kaartje te verkrijgen en zijn zij ook minder van mening dat de kaartjes “toch altijd uitverkocht zijn”. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 3 Inleiding In 2002 heeft TNS NIPO in opdracht van Bureau Promotie Podiumkunsten (BPP) en de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) een onderzoek uitgevoerd onder het Nederlands publiek. In dit onderzoek zijn Nederlanders ondervraagd over hun bezoek aan Podiumkunsten. Dit jaar heeft BPP aan TNS NIPO gevraagd dit onderzoek te herhalen. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode van 19 augustus tot en met 7 september 2004 onder 2.280 Nederlanders van 12 jaar en ouder. De steekproef is getrokken TNS NIPObase, de database van TNS NIPO (voorheen Capi@home genaamd). TNS NIPObase bestaat uit circa 200.000 personen die via diverse methoden benaderd kunnen worden. In het onderhavige onderzoek is gebruik gemaakt van de CASI-methode (Computer Assisted Self Interviewing), waarbij respondenten per modem een vragenlijst krijgen toegestuurd. Na het invullen sturen de respondenten de vragenlijst weer via de modem retour. Omdat de respondenten in de database vaker op deze wijze worden benaderd, zijn zij vertrouwd met de onderzoeksmethode en bovendien kunnen zij de vragenlijst invullen op een moment dat hen het beste schikt. Een uitgebreide beschrijving van deze methode van onderzoek is in de bijlagen van dit rapport opgenomen, tezamen met de tabellen en vragenlijst. Doordat de onderzoeksopzet en vragenlijst vrijwel gelijk zijn gebleven aan het voorgaande onderzoek, is een vergelijking tussen beide metingen mogelijk gemaakt. In dit rapport worden de huidige uitkomsten beschreven en waar mogelijk vergeleken met de resultaten uit 2002. Allereerst wordt een profielschets gemaakt van bezoekers en niet-bezoekers van podiumkunsten. Vervolgens wordt dieper ingegaan op het laatste bezoek, zoals het soort voorstelling, de locatie en de tevredenheid over het bezoek. Naast een verdieping onder ontevreden bezoekers, worden hierbij tevens de redenen van tevredenheid in kaart gebracht, hiervoor zijn twee vragen dit jaar aan de vragenlijst toegevoegd. Tenslotte wordt een analyse gemaakt van redenen van niet-bezoekers om geen voorstelling van podiumkunsten te bezoeken, zodat bepaald kan worden op welke wijze deze doelgroep kan worden gemotiveerd tot bezoek. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 4 1 Bezoekersprofiel In dit hoofdstuk wordt allereerst het profiel van de podiumkunstbezoeker afgezet tegen de niet-bezoeker. Vervolgens wordt een analyse gemaakt van het profiel bij uitsplitsing naar bezoekfrequentie en type voorstelling(en) die men in het afgelopen half jaar heeft bezocht. Ten opzichte van 2002 zijn in de profielen geen grote verschuivingen opgetreden. Daar waar (kleine) verschillen tussen profielen zijn gevonden, staat dit vermeld. In de profielschets is in deze meting voor het eerst gebruik gemaakt van het WINmodelTM (Waarden In Nederland). Het WIN-model segmenteert de Nederlandse bevolking op basis van waarden in acht verschillende segmenten, die qua leefstijl, opvattingen, drijfveren en gedrag sterk van elkaar verschillen. Elk van de in paragraaf 1.1 beschreven segmenten heeft een eigen specifiek waardenpatroon. 1.1 Beschrijving in WIN-segmenten Behoudenden De behoudende is vooral gericht op de eigen leefomgeving. Gezinsleven en vriendenkring staan centraal. De behoudenden vallen niet graag op en mengen zich liever niet in gevaarlijke situaties en discussies. Televisiekijken is favoriet waarbij vooral entertainmentprogramma’s geliefd zijn. Echt materialistisch is de behoudende niet, maar hij geeft wel om enige luxe en moderne artikelen. Het kernwoord van deze groep is conformisme. Evenwichtigen De evenwichtige lijkt het meest op het gemiddelde van de gehele bevolking. Zij vallen qua interesse, opleiding, bestedingspatronen, gedachtegoed en leefsituatie precies tussen de andere zeven groepen in. Het kernwoord voor deze groep is gemiddeld. Geëngageerden De geëngageerde hecht veel waarde aan harmonie en stabiliteit, zowel in de samenleving als geheel, als in de eigen leefwereld. Zij zijn sociaal ingestelde personen en houden ervan om dingen in groepsverband te ondernemen. In dit segment komen verhoudingsgewijs meer ouderen voor, met een redelijk hoog opleidingsniveau. Zij pakken eerder een boek dan dat zij een televisieshow bekijken en interesseren zich voor kunst, natuur en politiek. Het kernwoord van deze groep is veiligheid. Genieters De genieter is een echt gezelligheidsdier. Eigen plezier en genot, zowel op lichamelijk als emotioneel gebied, staan centraal. Maatschappelijke issues en politiek interesseren hen niet uitermate veel. In tegenstelling tot lezen, kijken genieters meer dan gemiddeld naar de televisie. Vooral de commerciële zenders hebben de voorkeur. Het bestedingsgedrag is hoger dan gemiddeld en de koopstijl impulsief. Het kernwoord van deze groep is plezier. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 5 Luxezoekers De luxezoeker heeft hoge ambities en streeft naar succes en erkenning. Zij hechten veel waarde aan een comfortabel leven en houden absoluut niet van stil zitten. In het segment luxezoekers komen de minste religieuze personen voor. De levensstijl is sterk ingericht rond de eigen behoeften. De luxezoeker is maatschappelijk geïnteresseerd en haalt informatie uit zowel kranten als televisieprogramma’s. Het segment luxezoekers omvat de meeste Veronica- en Telegraafabonnees. Het kernwoord van deze groep is prestatie. Ruimdenkers De ruimdenker is een vooruitstrevend persoon met een goede opleiding en veel idealen die vooral links georiënteerd zijn. Zij maken zich druk om politieke zaken en maatschappelijke problemen en proberen de wereld te verbeteren, beginnende bij henzelf. Zij zijn milieubewust en gesteld op hun vrijheid. Zelfontplooiing is erg belangrijk. Het kernwoord van deze groep is betrokken. Zakelijken De zakelijke is ambitieus en onafhankelijk; zeer gericht op de eigen ontwikkeling en hoog geschoold. Het zijn harde werkers en snelle en creatieve denkers. Het huishouden van zakelijken bestaat veelal uit tweeverdieners uit de hoogste inkomenscategorie, die houden van luxe maar daarnaast ook geld schenken aan goede doelen. Televisiekijken doen zij meer dan gemiddeld, vooral naar nieuws en achtergronden. Personen uit andere segmenten zullen geneigd zijn deze groep mensen als “yuppen” te bestempelen. Het kernwoord van deze groep is zelfbepaling. Zorgzamen De zorgzame richt zich op het welzijn van anderen. Zij zijn sociaal ingesteld en putten energie uit het helpen van naasten. De levensstijl is sober, maar erg gul voor derden. Tradities en traditionele waarden zijn belangrijk. Zorgzamen zijn echte gezelschapsmensen die zich graag verdienstelijk maken in de (kerk)gemeenschap. Zowel lezen als televisie kijken behoren tot de dagelijkse bezigheden. Zorgzamen lezen voornamelijk een regionale krant. Het kernwoord van deze groep is sociaal. 1.2 Profielschets bezoekers en niet-bezoekers Bezoekers van podiumkunsten zijn in dit onderzoek als volgt gedefinieerd: ‘In het afgelopen half jaar minimaal eenmaal naar een voorstelling of uitvoering van podiumkunst geweest’. Er is gekozen voor de periode van een half jaar om het geheugen van de respondent niet al te zeer op de proef te stellen. Op deze manier kan men namelijk 1 januari 2004 als startpunt gebruiken. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 6 Op basis van deze definitie blijkt tweevijfde (41%) van de Nederlanders van 12 jaar en ouder een bezoeker van podiumkunsten te zijn (n=932 personen). Vervolgens is een profiel op te stellen van bezoekers en niet-bezoekers: waarin onderscheiden deze twee groepen zich van elkaar? Allereerst blijken bezoekers van podiumkunsten iets vaker vrouwen (55%) van 20 tot en met 29 jarige leeftijd (18%) met een wat hogere opleiding (31%) te zijn. Mannen en lager opgeleiden zijn minder geïnteresseerd in podiumkunsten (respectievelijk 45% en 33% wel eens bezocht). 1 | Profiel bezoekers en niet-bezoekers Podiumkunsten (sekse, leeftijd en opleiding) Sekse: Man Vrouw Bezoekers 2004 n=932 % 451 55 Nietbezoekers 2004 n=1.348 % 50 50 Leeftijd: 12-19 jaar 20-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-59 jaar 60+ jaar 10 18 20 18 16 19 12 13 20 18 15 22 Opleidingsniveau: Lager Middelbaar Hoger 33 36 31 53 33 14 1 Sigificante afwijkingen zijn dikgedrukt weergegeven. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 7 Totale bevolking (12+) 2004 n=2.280 % 48 52 11 15 20 18 16 21 45 34 21 Bron: TNS NIPO, 2004 Bezoekers van podiumkunsten zijn verder vaker te vinden in eenpersoonshuishoudens met de hoogste inkomens en behorend tot de hogere sociale klassen2. Behoorden in 2002 nog de gezinnen met vier of meer personen relatief vaker tot de nietbezoekers, dit jaar zijn het de driepersoonshuishoudens die relatief minder een voorstelling of uitvoering bezoeken. 2 | Profiel bezoekers en niet-bezoekers Podiumkunsten (inkomen, sociale klasse en gezinsgrootte) Inkomen (in euro): <23.000 23.000-34.000 34.000-56.000 >56.000 Niet bekend Bezoekers 2004 n=932 % 15 23 28 18 15 Nietbezoekers 2004 n=1.348 % 20 23 25 10 21 Sociale Klasse: A Bb Bo C/D 22 34 19 25 11 30 17 41 Gezinsgrootte: 1 persoon 2 personen 3 personen 4+ personen 22 36 14 28 14 36 19 31 Totale bevolking (12+) 2004 n=2.280 % 18 23 26 13 19 16 32 18 35 17 36 17 30 Bron: TNS NIPO, 2004 Niet-bezoekers zijn (dus) vaker te vinden in huishoudens behorend tot de laagste sociale klassen, met, logischerwijs, lage inkomens. 2 Een indeling van de sociale klassen is te vinden in de bijlagen. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 8 Tussen de verschillende regio’s zijn geen opvallende verschillen voor wat betreft het bezoek aan podiumkunsten. Wel valt op dat onder inwoners van kleinere gemeentes (10.000 tot 20.000 inwoners) minder vaak bezoekers van voorstellingen of uitvoeringen te vinden zijn. 3 | Profiel bezoekers en niet-bezoekers Podiumkunsten (regio en gemeentegrootte) Nielsen regio: Drie grote steden Rest westen Noorden Oosten Zuiden Gemeentegrootte: >250.000 100.000-250.000 50.000-100.000 20.000-50.000 10.000-20.000 <10.000 Bezoekers 2004 n=932 % 16 31 10 20 23 13 19 21 35 9 3 Nietbezoekers 2004 n=1.348 % 15 27 12 22 25 10 19 19 36 13 3 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 9 Totale bevolking (12+) 2004 n=2.280 % 15 29 11 21 24 11 19 20 36 11 3 Bron: TNS NIPO, 2004 Zakelijken en Ruimdenkers zijn vaker bezoekers van podiumkunsten. Zij zijn beide hoger geschoold, wat reeds in het profiel van de bezoeker naar voren kwam. Daarnaast staan bij deze groepen ontplooiing en ontwikkeling hoog in het vaandel, iets wat zij kennelijk mede door het bezoeken van voorstellingen of uitvoeringen trachten te verwezenlijken. In tegenstelling tot de Zakelijken en Ruimdenkers, behoren de Zorgzamen en Genieters juist tot de niet- bezoekers. Voor de Zorgzamen is het bezoeken van voorstellingen of uitvoeringen te veel een luxe, zij vinden dit niet tot hun levensstijl horen. De Genieters zijn vooral geïnteresseerd in televisiekijken (naar commerciële zenders) en in mindere mate in lezen. Mogelijk valt hieruit reeds een conclusie te trekken ten aan zien van hun bezoek aan podiumkunsten. 4 | Profiel bezoekers en niet-bezoekers Podiumkunsten (WIN-segmenten) Winsegmenten: Zorgzamen Behoudenden Genieters Evenwichtigen Luxezoekers Zakelijken Ruimdenkers Geëngageerden Bezoekers 2004 n=932 % 12 14 8 24 9 10 10 12 Nietbezoekers 2004 n=1.348 % 17 17 13 21 10 7 5 11 Totale bevolking (12+) 2004 n=2.280 % 15 16 11 22 10 8 7 11 Bron: TNS NIPO, 2004 Van al deze factoren is het kenmerk opleiding verreweg het meest bepalend of iemand podiumkunsten bezoekt, met inkomen en sekse (met grote achterstand) op de gedeelde tweede plaats. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 10 1.3 Profiel frequente en minder frequente bezoekers Het zijn vooral de 20- tot en met 29-jarigen die podiumkunsten bezoeken, de frequentie van bezoek binnen deze doelgroep is echter laag. Eenmalige bezoekers zijn vooral te vinden onder de 20- tot en met 29-jarigen en relatief weinig onder 60-plussers. In 2002 was 28% van de hoogfrequente bezoekers 60-plusser, in 2004 is dit percentage met 7% gedaald. Het lijkt erop dat 60-plussers minder vaak tot de hoogfrequente bezoekers behoren, maar dit verschil is echter niet significant. Verder blijkt de bezoekfrequentie duidelijk samen te hangen met het opleidingsniveau: naarmate de bezoeker hoger opgeleid is, bezoekt hij vaker voorstellingen van podiumkunsten. 5 | Profiel frequente en minder frequente bezoekers podiumkunsten (sekse, leeftijd en opleiding) Sekse: Man Vrouw 1 keer 2004 n=352 % 44 56 2 keer 2004 n=228 % 43 57 3 keer 2004 n=143 % 53 47 4 of meer 2004 n=198 % 46 54 Leeftijd: 12-19 jaar 20-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-59 jaar 60+ jaar 11 20 20 18 14 17 10 14 21 18 17 20 10 19 19 14 18 19 6 18 19 20 15 21 Opleidingsniveau: Lager Middelbaar Hoger 41 36 22 35 33 32 24 41 35 22 33 45 Alle bezoekers 2004 n=932 % 45 55 10 18 20 18 16 19 33 36 31 Bron: TNS NIPO, 2004 Hoewel het wel of niet bezoeken van podiumkunsten samenhang vertoont met sekse (meer vrouwen onder de bezoekers), blijkt de bezoekfrequentie geen samenhang met de demografische variabele sekse te hebben. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 11 Niet alleen gaat een grotere groep naar voorstellingen van podiumkunsten naarmate de sociale klasse hoger is, ook neemt de bezoekfrequentie toe. Hoogfrequente bezoekers zijn relatief veel alleenstaand. 6 | Profiel frequente en minder frequente bezoekers podiumkunsten (inkomen, sociale klasse en gezinsgrootte) Inkomen (in euro): <23.000 23.000-34.000 34.000-56.000 >56.000 Niet bekend 1 keer 2004 n=352 % 2 keer 2004 n=228 % 3 keer 2004 n=143 % 4 of meer 2004 n=198 % Alle bezoekers 2004 n=932 % 14 28 27 16 15 16 23 32 14 15 15 16 27 29 18 15 21 27 23 13 15 23 28 18 15 Sociale Klasse: A Bb Bo C/D 18 32 19 31 21 32 20 27 28 36 17 20 28 37 17 18 22 34 19 25 Gezinsgrootte: 1 persoon 2 personen 3 personen 4+ personen 16 35 18 31 22 32 16 30 22 40 13 25 32 38 7 23 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 12 22 36 14 28 Bron: TNS NIPO, 2004 Hoogfrequente en minder frequente bezoekers blijken niet opvallend veel in bepaalde regio’s voor te komen, alleen in de drie grote steden (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) zijn meer hoogfrequente bezoekers te vinden. 7 | Profiel frequente en minder frequente bezoekers podiumkunsten (regio en gemeentegrootte) Nielsen regio: Drie grote steden Rest westen Noorden Oosten Zuiden Gemeentegrootte: >250.000 100.000-250.000 50.000-100.000 20.000-50.000 10.000-20.000 <10.000 1 keer 2004 n=352 % 11 32 9 24 24 9 18 22 43 5 2 2 keer 2004 n=228 % 20 33 13 16 19 19 16 18 31 13 4 3 keer 2004 n=143 % 12 31 11 20 27 10 20 24 32 13 2 4 of meer 2004 n=198 % 21 28 8 18 25 15 23 22 28 9 3 Alle bezoekers 2004 n=932 % 16 31 10 20 23 13 19 21 35 9 3 Bron: TNS NIPO, 2004 Ruimdenkers behoren niet alleen vaker tot de bezoekers van voorstellingen of uitvoeringen, ze zijn tevens hoogfrequente bezoekers. Niet geheel onverwacht zijn de bezoekersfrequenties van de Zorgzamen en Genieters aan de lagere kant. Dit geldt tevens voor de Behoudenden die podiumkunsten bezoeken. 8 | Profiel frequente en minder frequente bezoekers podiumkunsten (WIN-segmenten) Winsegmenten: Zorgzamen Behoudenden Genieters Evenwichtigen Luxezoekers Zakelijken Ruimdenkers Geëngageerden 1 keer 2004 n=352 % 15 18 11 26 8 9 6 9 2 keer 2004 n=228 % 12 13 9 22 7 10 12 15 3 keer 2004 n=143 % 12 10 4 28 11 14 10 12 4 of meer 2004 n=198 % 8 12 8 23 12 10 16 12 Alle bezoekers 2004 n=932 % 12 14 8 24 9 10 10 12 Bron: TNS NIPO, 2004 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 13 1.4 Profiel bezoeker per type voorstelling Zoals vermeld gaan vrouwen over het algemeen wat vaker naar voorstellingen of uitvoeringen van podiumkunsten. Ballet- of dansvoorstellingen en musicals zijn dan ook duidelijk populairder onder vrouwen dan onder mannen. Ook qua leeftijdsopbouw zijn er verschillen tussen de bezoekers van de diverse soorten voorstellingen. Zo trekken voorstellingen op het gebied van opera/ operette, toneel en klassieke muziek vooral 60-plussers. Pop- en rockconcerten worden meer dan gemiddeld bezocht door 20-29 jarigen. Kinder- en jeugdvoorstellingen hebben veel publiek uit de leeftijdscategorie 30-39 jaar, ongetwijfeld vanwege het feit dat deze leeftijdscategorie veelal jonge kinderen heeft. Lageropgeleiden bezoeken relatief minder vaak podiumkunsten. Hoger opgeleiden kiezen daartegenover voor een scala aan type voorstellingen: ballet of dansvoorstellingen, kleinkunst, klassieke muziekconcerten en toneel worden door deze doelgroep veelal genoemd. 9 | Profiel bezoekers type voorstelling (sekse, leeftijd en opleiding) (2004) kleinkunst musical opera toneel klass. muz. pop/ rock wereld ballet/ kind/ muz. dans jeugd festival fan- Totaal befares zoekers n=932 n=61 % % 56 45 44 55 n=308 n=277 n=48 n=163 n=104 n=237 n=79 n=103 n=90 n=123 Sekse: Man Vrouw % 48 52 % 38 62 % 45 55 % 39 61 % 40 60 % 52 48 % 51 49 % 36 64 % 45 55 % 46 54 Leeftijd: 12-19 jaar 20-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-59 jaar 60+ jaar 7 25 20 18 13 16 9 20 17 22 14 18 -5 8 18 25 44 7 11 17 15 22 28 2 11 8 10 24 45 13 27 24 22 12 3 4 14 23 20 17 22 -18 19 22 16 25 16 7 31 28 7 10 8 18 25 19 19 12 Opl.niveau: Lager Middelbaar Hoger 23 34 43 37 38 25 41 29 30 28 32 40 25 32 43 26 39 35 18 30 52 24 30 46 34 39 27 29 40 33 35 39 36 36 21 31 Bron: TNS NIPO, 2004 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 14 14 10 6 20 23 26 10 18 20 18 16 19 Kleinkunst wordt relatief vaak door de hogere inkomens bezocht, terwijl festivals juist onder de lagere inkomens favoriet is. Veel typen voorstellingen trekken meer bezoekers uit de hoogste sociale klasse, zoals toneel, klassieke muziekconcerten en ballet of dansvoorstellingen. Alleen de fanfares, harmonieën of brassbands worden beter bezocht door de lagere sociale klasse. Ook wat betreft de gezinsgrootte is er sprake van diversiteit in de klantgroepen van de diverse voorstellingen. Eenpersoonshuishoudens zijn echter wel bij vele types voorstellingen te vinden: kleinkunst, toneel, wereldmuziek en festivals worden veelal door deze personen bezocht. Daarnaast zijn opera-/ operettevoorstellingen en klassieke muziekconcerten relatief populair onder tweepersoonshuishoudens. Het publiek van kinder- en jeugdvoorstellingen bestaat tenslotte meer dan gemiddeld uit leden van de grotere gezinnen. 10 | Profiel bezoekers type voorstelling (inkomen, sociale klasse en gezinsgrootte) kleinkunst musi- ope- toneel cal ra n=308 n=277 n=48 klass. muz. pop/ wereld ballet/ kind/ rock muz. dans jeugd festi -val fan- Totaal fares bezoekers n=163 n=104 n=237 n=79 n=103 n=90 n=123 n=61 n=932 Inkomen: <23.000 23.000-34.000 34.000-56.000 >56.000 Niet bekend % 11 21 29 23 16 % 14 24 27 16 18 % 22 13 28 27 10 % 15 20 25 21 18 % 18 23 22 23 14 % 14 27 29 15 15 % 20 19 24 23 14 % 19 24 21 25 12 % 11 26 31 16 17 % 24 19 25 21 11 % 17 17 26 19 21 % 15 23 28 18 15 Sociale Klasse: A Bb Bo C/D 22 39 22 18 23 30 21 26 24 36 14 25 31 32 18 19 40 36 10 14 16 36 19 29 27 40 21 12 33 33 18 16 15 34 17 35 25 37 15 22 17 27 15 41 22 34 19 25 Gezinsgrootte: 1 persoon 2 personen 3 personen 4+ personen 26 40 13 21 18 36 13 33 32 49 4 15 29 42 9 20 28 49 12 11 26 25 16 33 36 38 13 13 29 36 15 20 10 7 19 64 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 15 20 22 37 39 36 26 13 8 14 24 33 28 Bron: TNS NIPO, 2004 Logischerwijs gaan bewoners van de drie grote steden vaker naar pop- of rockconcerten, het aanbod zal in deze steden groter zijn. Ook niet geheel onverwacht is de populariteit van fanfares, harmonieën en brassbands in het Zuiden des land. Bewoners van grotere gemeentes bezoeken vaker festivals en bewoners uit middelgrote gemeentes (20.000-50.000 inwoners) bezoeken veelal een toneelstuk of mimespel. 11 | Profiel bezoekers type voorstelling (regio en gemeentegrootte) kleinkunst musi- ope- toneel cal ra n=308 n=277 n=48 klass. muz. pop/ wereld ballet/ kind/ rock muz. dans jeugd n=163 n=104 n=237 n=79 n=103 n=90 Nielsen regio: Drie grote steden Rest westen Noorden Oosten Zuiden % 14 33 8 20 25 % 15 35 6 18 25 % 15 23 9 23 29 % 15 33 10 20 22 % 22 30 10 21 17 % 22 27 8 18 24 % 18 30 12 16 24 % 18 33 5 24 21 % 19 30 4 24 24 Gemeentegrootte: >250.000 100.000-250.000 50.000-100.000 20.000-50.000 10.000-20.000 <10.000 10 19 24 36 9 2 13 21 18 33 11 4 14 24 15 36 7 4 13 15 18 43 7 3 19 20 16 28 15 2 17 17 25 32 8 2 20 14 19 33 11 4 19 26 16 29 7 3 11 20 26 36 5 2 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 16 festi -val fan- Totaal befares zoekers n=932 n=123 n=61 % % % 20 16 5 26 25 31 15 12 10 20 21 20 19 23 36 13 21 2 20 14 19 19 32 21 29 37 35 8 9 9 3 6 3 Bron: TNS NIPO, 2004 Zoals het een Ruimdenker betaamt, zijn ze in vele typen podiumkunst geïnteresseerd. Variërend van wereldmuziek, balletvoorstelling tot en met toneel, de Ruimdenker bezoekt een scala aan podiumkunsten, waarbij zelfontplooiing voorop staat. Zakelijken zijn vooral geïnteresseerd in kleinkunst (zoals cabaret). Dit zijn de snelle en creatieve denkers, ook wel “yuppen” genaamd, die podiumkunsten bezoeken ter verhoging van hun eigen ontwikkeling. Ondanks dat de Zorgzamen niet vaak een voorstelling of uitvoering bezoeken, wordt binnen deze groep wel vaak een concert van klassieke muziek bezocht. Mogelijk liggen hun traditionele waarden hieraan ten grondslag. Tenslotte zijn tevens de Geëngageerden bovengemiddeld geïnteresseerd in klassieke muziek. Binnen dit segment voeren ouderen en hoger opgeleiden de boventoon, groepen waarbinnen dit type kleinkunst tevens vaker wordt bezocht. 12 | Profiel bezoekers type voorstelling (WIN-segmenten) kleinkunst musi- ope- toneel cal ra n=308 n=277 n=48 Winsegmenten: Zorgzamen Behoudenden Genieters Evenwichtigen Luxezoekers Zakelijken Ruimdenkers Geëngageerden % 8 13 7 22 10 13 12 15 % 12 16 11 27 12 7 8 7 % 20 14 6 19 2 6 12 21 klass. muz. pop/ wereld ballet/ kind/ rock muz. dans jeugd n=163 n=104 n=237 n=79 n=103 n=90 % 13 10 7 22 7 10 17 14 % 23 12 3 13 2 7 16 23 % 6 14 12 25 14 12 11 6 % 10 7 1 21 6 9 26 20 % 17 9 3 24 6 7 19 15 % 6 12 12 28 9 11 13 9 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 17 festi -val fan- Totaal befares zoekers n=932 n=123 n=61 % % % 9 18 12 9 18 14 8 3 2 26 25 24 11 8 9 16 10 3 14 6 10 12 20 12 Bron: TNS NIPO, 2004 2 Het laatste bezoek In dit hoofdstuk wordt allereerst inzicht gegeven in meer algemene aspecten betreffende het bezoek in de afgelopen zes maanden, zoals bezoekfrequentie en het soort voorstelling(en) dat is bezocht. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de laatst bezochte voorstelling. 2.1 Gemiddeld drie bezoeken per half jaar Zoals in hoofdstuk 1 reeds is aangegeven, is ongeveer 41% van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder in de eerste zes maanden van 2004 naar een voorstelling van Podiumkunsten geweest. Deze groep heeft gemiddeld drie keer (2,9) een voorstelling bezocht in de betreffende periode. In 2002 lag dit gemiddelde iets hoger, met 3,2 voorstellingen in een half jaar. Onderstaande grafiek geeft niet alleen het aantal bezoekers weer naar het aantal bezoeken dat men heeft gebracht, maar tevens is op basis van het totaal aantal bezoeken aangegeven welk deel door de weinig frequente bezoekers wordt geconsumeerd en welk deel door de hoog frequente. Een voorbeeld: 38% van de bezoekers is tenminste drie keer naar een voorstelling geweest en 70% van de bezoeken komen voor hun rekening. 13 | Bezoekfrequentie in de afgelopen 6 maanden (n=844) % 100 100 90 87 80 70 70 62 60 54 bezoekers bezoeken 50 46 40 38 34 30 23 20 17 17 10 10 3 0 1 2 3 4 5 6 t/m 10 7 0 11 t/m 20 21 en meer Bron: TNS NIPO, 2004 In vergelijking tot 2002 zijn bezoekers van podiumkunsten vaker één maal per half jaar naar een voorstelling geweest (2002: 30%; 2004: 38%). Daarnaast is het aantal bezoekers Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 18 dat vier maal een voorstelling heeft bezocht bijna gehalveerd: van 10% in 2002 naar 6% in 2004. Kortom, de bezoekersfrequentie is afgenomen. Onder alleenstaanden is de bezoekfrequentie hoger (gemiddeld 3,9 keer) dan onder vier of meerpersoonshuishoudens (gemiddeld 2,4 keer). Als het soort voorstelling dat men de laatste keer heeft bezocht in de analyse wordt betrokken, blijkt dat degenen die de laatste keer naar een musical zijn geweest, in het algemeen niet erg frequent gaan (gemiddeld 2,1 keer). Het meest frequent gaan degenen die de laatste keer naar een concert van klassieke- symfonische of kamermuziek zijn geweest (gemiddeld 4,1 keer). Zoals reeds in het profiel in hoofdstuk 1 is beschreven, gaan Ruimdenkers het vaakst naar voorstellingen (gemiddeld 4,9 keer). Zorgzamen en Genieters gaan het minst vaak (beide 2,3 keer). Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 19 2.2 Cabaret en kleinkunst nog steeds het meest bezocht Bezoekers van Podiumkunsten zijn in de eerste zes maanden van 2004 vooral naar voorstellingen op het gebied van cabaret/ kleinkunst en stand-up comedy geweest (33%). Daarnaast bezochten ongeveer drie op de tien (30%) een musical. Op de derde plaats komt de pop- en rockmuziek. Vergeleken met 2002 doen zich geen veranderingen voor in de rangorde van de top vijf van meest bezochte voorstellingen. Wel is het bezoek aan toneel- of mimevoorstellingen en klassieke muziekconcerten gedaald. Daarnaast is het bezoek aan een opera of operette in de afgelopen twee jaar gehalveerd. 14 | Soort voorstelling(en) in het afgelopen half jaar bezocht (n=932) 33 Cabaret/kleinkunst 30 Musical 37 34 24 25 Pop/rock muziek 18 Toneel/mime 22 13 14 Festival 10 10 10 Klassiek/symfonisch/kamermuziek Kinder-/jeugdvoorstelling 14 8 9 Wereldmuziek/jazz/folk 2004 (n= 932) 7 Harmonieën/fanfares/brassbands 2002 (n= 844) 5 6 5 Werelddans/folkdans Opera/operette 11 44 Moderne dans 33 Klassiek ballet Circus/Cirque du Soleil 2 Koor 1 2 1 2 Literaire voordracht 1 2 Anders 0 1 Weet niet (meer) 0 5 10 15 20 25 30 35 Bron: TNS NIPO, 2004 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 20 40 % Bij uitsplitsing naar leeftijd blijken er nogal wat verschillen te zijn, overeenkomstig het in hoofdstuk 1 geschetste profiel. Niet verassend is de uitkomst dat jongere bezoekers relatief veel voor pop- en rockconcerten kiezen. Naarmate de bezoeker ouder is, kiest men eerder voor klassieke muziek, opera en toneel. Verder valt op dat bezoekers van 30 tot en met 49 jaar veel naar kinder- en jeugdvoorstellingen gaan: zoals eerder gezegd is dit dan ook de leeftijdsgroep die veelal kinderen hebben die de doelgroep van dergelijke voorstellingen vormen. Waarschijnlijk gaat het hier dan ook om 30 tot en met 49 jarigen met 4 of meer kinderen. Uit het bezoekersprofiel in hoofdstuk 1 bleek namelijk al dat deze huishoudens het vaakste naar dit type voorstellingen gaan. 15 | Voorstelling(en) in afgelopen half jaar bezocht, uitsplitsing naar leeftijd Cabaret/ kleinkunst/ stand-up comedy Musical Opera/ operette Toneel/ mime Klassieke, symfonische of kamermuziek Pop/ rockmuziek Wereldmuziek/ jazz/ folk Klassiek ballet Moderne dans Kinder-/ jeugdvoorstelling Festival (versch. soorten optredens) Literaire voordracht/ poëzie Werelddans/ intern. dans/ folkdans Harmonieën/fanfares/brassbands Circus/Cirque du Soleil Koor Anders Weet niet (meer) 12-29 n=256 % 38 31 1 11 5 36 6 2 2 8 12 1 4 6 1 1 0 - 30-39 n=186 % 33 26 2 15 4 30 10 2 5 15 16 2 5 2 2 0 2 - 40-49 n=166 % 33 36 5 15 7 31 9 3 3 15 14 1 9 7 1 1 - 50-59 n=147 % 28 26 8 24 15 19 9 2 5 4 16 4 6 14 3 3 1 - 60+ Totaal n=177 n=932 % % 29 33 29 30 5 12 18 26 10 22 25 4 10 8 3 6 5 4 10 5 13 8 2 2 6 6 9 7 1 2 2 5 1 1 0 0 Bron: TNS NIPO, 2004 Alleenstaanden gaan vaker naar een scala aan voorstellingen (cabaret: 40%; pop- en rockconcerten: 31%; toneel: 24%; festivals: 23%; klassieke muziek: 14%; wereldmuziek: 14%; moderne dans: 7% en literaire voordrachten: 4%). Ook Ruimdenkers bezoeken veel verschillende type podiumkunsten. Zakelijken zijn vooral geïnteresseerd in cabaret (44%) en festivals (22%). Luxezoekers kiezen voor musicals (43%) en pop- of rockconcerten (38%). Net als de Zakelijken hebben de Geëngageerden en Zorgzamen een voorkeur voor klassieke muziek (respectievelijk 23% en 18%). De Zorgzamen luisteren daarnaast gedurende een voorstelling ook vaker naar een koor (9%). Een verdere analyse van het bezoekersprofiel per type voorstelling is te vinden in hoofdstuk 1. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 21 Voor het vervolg van de vragenlijst is tevens gevraagd naar de laatst bezochte voorstelling. In onderstaande figuur is hiervan het overzicht opgenomen. De volgorde blijkt vrijwel gelijk die van het totaal aan bezochte voorstellingen in het afgelopen half jaar, al liggen de percentages per type voorstelling uiteraard lager doordat men slechts één antwoord kon geven. 16 | Laatst bezochte voorstelling 20 21 Musical Pop/rock muziek 17 14 16 Cabaret/kleinkunst 8 Toneel/mime Festival 7 6 Klassiek/symfonisch/kamermuziek Circus/Cirque du Soleil 4 Kinder-/jeugdvoorstelling 4 Wereldmuziek/jazz/folk 4 4 Werelddans/folkdans 2 2 Opera/operette Harmonieën/fanfares/brassbands 1 Moderne dans 1 Klassiek ballet 1 1 1 Koor 0 0 Literaire voordracht 19 10 8 7 5 2004 (n= 932) 2002 (n= 844) 3 4 2 1 2 2 Anders 0 Weet niet (meer) 0 1 5 10 15 20 Bron: TNS NIPO, 2004 De beschrijving in de volgende paragrafen betreft steeds de laatst bezochte voorstelling. 2.3 Ruime meerderheid voorstellingen door professionele groep Ruim driekwart (77%) van de laatst bezochte voorstellingen betrof een optreden door een professionele groep. Ongeveer eenvijfde (21%) werd dus door amateurs opgevoerd en in 1% van de gevallen weet de bezoeker niet of het een professionele of amateurvoorstelling betrof. Professionele voorstellingen worden meer dan gemiddeld bezocht door inwoners van grootste gemeentes (88%), jongeren (12-29 jaar 85%) en Zakelijken (87%). Amateur-voorstellingen worden meer dan gemiddeld bezocht door Zorgzamen (31%). Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 22 25 % In onderstaande grafiek is een rangorde gemaakt naar de hoogste mate van professionaliteit c.q. de laagste mate van het amateur-aandeel. Zo is te zien dat optredens van kleinkunst (waaronder cabaret en stand-up comedy) en pop- of rockconcerten veelal door professionals worden uitgevoerd. Amateur optredens komen opvolgend het meest voor bij fanfares, toneel, kindervoorstellingen en klassieke muziek. 17 | Professioneel/ amateur-optreden 91 Kleinkunst 8 Pop/rock 88 11 Wereldmuziek 88 10 Musical 87 13 Opera 84 Ballet/dans 25 67 Kinder/jeugd 31 65 33 45 Toneel 53 21 Fanfares 0 76 20 Professioneel 40 Amateur 1 (n=159) 2 17 72 Klass. Muziek (n=148) 16 82 Festival 1 60 1 (n=188) 0 (n=22) 1 3 (n=49) (n=77) 2 (n=64) 2 (n=40) 2 (n=74) 3 80 (n=36) (n=37) 100 % Weet niet Bron: TNS NIPO, 2004 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 23 2.4 Officieel theater of poppodium minder in trek Ten opzichte van 2002 is de opvoering van de laatst bezochte voorstellingen in een officieel theater of op een officieel poppodium gedaald. Desondanks wordt nog steeds een meerderheid van de voorstellingen op deze locatie bijgewoond. Een sporthal of stadion wordt vaker genoemd als locatie waar men de laatste voorstelling heeft bijgewoond. Mogelijk komt dit door de stijging in het aantal respondenten die voor het laatst een pop- of rockconcert hebben bijgewoond (van 2002 naar 2004: +3%). 18 | Locatie van de voorstelling 2004 2002 (n=928) (n=836) 11% 2% 7% 1% 12% 12% 56% 16% 63% 19% Officieel theater/poppodium Open lucht/tent Cultureel centrum, dorpshuis, etc. (Sport)hal/stadion Anders Bron: TNS NIPO, 2004 Senioren (60+) bezoeken eerder een voorstelling in een officiële gelegenheid (64%) en zijn het minst vaak te vinden bij een optreden in een hal of stadion (6%) of een festival in de open lucht (12%). Vooral voorstellingen van kleinkunst (90%), opera of operette (86%) en musicals (81%) worden in officiële theaters bezocht. Pop- en rockconcerten worden nogal eens gegeven in (sport)hallen en stadions (39%), in de open lucht of een tent (33%). Ook festivals spelen zich, niet verassend, veelal in de open lucht af (72%). Tenslotte valt op te merken dat voorstellingen op het gebied van fanfares, klassieke muziek en toneel nogal eens in de categorie ‘dorpshuis, cultureel centrum, kerk, jongerensociëteit, etc.’ vallen (respectievelijk: 35%, 31% en 26%). Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 24 2.5 Gemiddelde reistijd met 5 minuten toegenomen Gemiddeld reist de Nederlander bijna 40 minuten voor een voorstelling van podiumkunsten, namelijk 39,5 minuten. Dit is een toename ten opzichte van twee jaar geleden, toen de gemiddelde reistijd 35,1 minuten bedroeg. Zoals uit onderstaande figuur blijkt, bedraagt de reistijd voor bijna één op de vier bezoekers tussen de 10 en 20 minuten (38% - 13%). Ook is er een aanzienlijke groep (26%) die langer dan een uur reist. 19 | Reistijd naar laatste voorstelling van podiumkunsten, cumulatief % 100 98 100 90 80 78 80 70 70 72 70 61 56 60 48 50 43 38 40 30 20 13 12 10 2 0 tot 10 min. tot 20 min. tot 30 min. tot 40 min. 2004 (n=928) tot 50 min. tot 60 min 60 min. of langer Weet niet 2002 (n=836) Bron: TNS NIPO, 2004 Opvallend is dat jongeren gemiddeld wat langer lijken te reizen om bij een voorstelling te komen dan ouderen (42,6 versus 37,3 minuten). Ook hogere inkomens reizen wat verder dan gemiddeld (41,2 minuten). Driepersoonshuishoudens reizen gemiddeld het minst ver, namelijk gemiddeld 34,9 minuten. Mogelijk hangt dit samen met de (jonge) leeftijd van het kind of de kinderen. Voor met name musicals (59,6 minuten) en pop- of rockconcerten (53,5 minuten) heeft men een flinke reistijd over. Voor kleinkunst reist men echter niet zo lang, namelijk gemiddeld 23,7 minuten. Gaat men naar een optreden van een professioneel gezelschap, dan is er gemiddeld een langere reistijd aan verbonden: 45,3 minuten voor een voorstelling van beroepsartiesten en 18,8 minuten voor amateur-kunstenaars. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 25 Geëngageerden reizen het minst lang naar een voorstelling (gemiddeld 29,9 minuten), zij kiezen voor veiligheid. Luxezoekers hebben de meeste reistijd voor een voorstelling over (gemiddeld 52,2 minuten). 2.6 Betalen voor voorstellingen neemt toe, in frequentie en prijs Zeven op de tien bezoekers moest (zelf) betalen voor het toegangskaartje, een stijging van 8% ten opzichte van 2002. Bijna eenvijfde van de bezoekers (19%) hoefde niet voor zijn kaartje te betalen. In de rest van de gevallen ging het om een cadeau of uitnodiging (4%). De overige 7% weet niet meer of ze voor het toegangskaartje moesten betalen. Zoals uit onderstaande figuur blijkt, betalen jongeren in 2004 vaker zelf voor een voorstelling dan dat dit in 2002 het geval was (29%). 20 | Zelf betaald voor voorstelling, naar leeftijd 2004 66 17 6 11 (n=174) 10 (n=190) 60+ jaar 2002 74 2004 10 72 6 16 5 7 (n=147) 50-59 jaar 2002 68 10 10 71 2004 12 21 4 (n=129) 4 (n=165) 40-49 jaar 2002 58 25 2004 8 71 9 18 6 (n=138) 5 (n=186) 30-39 jaar 2002 66 2004 15 70 8 21 11 (n=165) 1 8 (n=256) 11 (n=214) 12-29 jaar 2002 53 0 10 20 29 30 40 50 Ja Nee Anders 60 70 7 80 90 100 % Weet niet meer Bron: TNS NIPO, 2004 ‘Gratis’ voorstellingen worden het meest bezocht door personen uit 4+persoonshuishoudens (25%) en het minst door tweepersoonshuishoudens (14%). Verder komen gratis voorstellingen het meest voor bij fanfares, harmonieën of brassbands (57%) en festivals met verschillende soorten voorstellingen en optredens (53%). Voor musicals en cabaret, kleinkunst of stand-up comedy heeft de bezoeker bijna altijd (zelf) het toegangskaartje betaald (respectievelijk 83% en 81%). Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 26 Indien er een toegangskaartje gekocht moest worden, heeft men gemiddeld 33,30 euro voor de laatste voorstelling betaald. Dit is bijna 6 euro meer dan in 2002 (gemiddelde besteding 2002: 27,40 euro). Ongeveer één op de vier (24%) zegt 50 euro of meer te hebben betaald. In 2002 bedroeg dit percentage nog 15%. 21 | Prijs toegangskaartje laatst bezochte voorstelling % 30 25 24 25 24 22 19 20 15 14 15 13 12 11 10 10 9 5 1 1 0 tot 10 euro 10-20 euro 20-30 euro 30-40 euro 2004 (n= 622) 40-50 euro 50 euro en meer weet niet 2002 (n= 531) Bron: TNS NIPO, 2004 Driepersoonshuishoudens lijken een voorkeur te hebben voor goedkopere voorstellingen (gemiddeld betaalde prijs 28,20 euro). Verassend is de uitkomst dat bezoekers met de hoogste inkomens gemiddeld (denken) het minste te betalen voor de laatste voorstelling van podiumkunsten (29,10 euro). Het lijkt er niet op dat de hogere inkomens vooral de goedkopere soorten kleinkunst bezoeken, kennelijk is het moeilijk inschatten hoeveel men heeft uitgegeven aan kaartjes. Van alle WIN-segmenten zeggen Zakelijken over het algemeen het laagste bedrag neer te leggen voor een kaartje (30,80 euro). Deze groep tweeverdieners uit de hogere inkomenscategorie, die ook wel als ‘yuppen’ bestempeld kunnen worden, weten mogelijk beter hun bestedingspatroon in kaart te brengen dan anderen. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 27 Het zal ook geen verbazing wekken dat de gemiddeld betaalde toegangsprijs nogal varieert naar type voorstelling. In onderstaande overzicht wordt de gemiddeld geschatte prijs van het toegangskaartje per type voorstelling die men het laatst heeft bezocht, weergegeven. De gemiddeldes van opera, kindervoorstellingen, harmonieën, circus en ‘overig’ zijn hierbij meer indicatief, gezien het kleine aantal respondenten dat voor deze laatste voorstellingen een kaartje heeft gekocht. 22 | Gemiddeld betaalde prijs toegangskaartje (naar type voorstelling) Cabaret/ kleinkunst/ stand-up comedy Musical Opera/ operette Toneel/ mime Klassieke, symfonische of kamermuziek Pop/ rockmuziek Wereldmuziek/ jazz/ folk Ballet/ dans Kinder-/ jeugdvoorstelling Festival (versch. soorten optredens) Harmonieën/ fanfares / brassbands Circus/ Cirque du soleil Overig Gemiddelde 2004 (n= 622) € 21,50 53,00 44,80 14,40 17,60 39,20 28,40 30,00 16,00 43,20 11,20 44,20 12,80 2002 (n= 531) € 18,70 41,30 41,90 14,80 19,20 34,20 22,60 24,30 9,20 24,90 14,40 33,30 27,40 Bron: TNS NIPO, 2004 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 28 2.7 Idee voor bezoek via mond-tot-mond reclame en media Net zoals in 2002 kwam ruim een kwart (27%) op het idee voor het bezoek doordat mensen in hun omgeving over de voorstelling of het optreden spraken. Een bijna even grote groep (26%) was op de hoogte via de printmedia, de radio of de televisie. Internet lijkt een stijgende tendens te vertonen, daarnaast neemt het aantal personen dat via een cadeau of uitnodiging op het idee is gekomen af. Uit de bestedingen aan podiumkunsten blijkt dit echter niet. Kennelijk worden uitnodigingen niet meer zo vaak als eerste reden voor bezoek beschouwd. 23 | Top 10 wijze waarop men op idee kwam voor bezoek 27 27 Mensen in omgeving 26 26 Krant/tijdschrift/radio/tv 15 Kende groep/orkest al 13 13 Via abonnement 16 10 10 Vriend/familielid trad op 2004 (n=928) 2002 (n=836) 10 Mailing/brief met aankondiging 7 7 Posters/aanplakborden 8 6 Via internet 3 3 Cadeau/uitgenodigd 5 2 Toevallig aanwezig 0 5 10 15 20 25 30 % Bron: TNS NIPO, 2004 Jongeren komen nogal eens op het idee om naar een voorstelling te gaan doordat mensen in hun omgeving erover praten (40%). Met name 60-plussers gaan naar een voorstelling omdat zij een abonnement hebben (19%) of vanwege een thuisgestuurde brief of mailing (17%). Alleenwonenden noemen vooral de mond- op mondreclame (34%), eerdere ervaringen (21%) en posters (21%). Binnen driepersoonshuishoudens wordt door bijna eenvijfde (18%) als motivatie gegeven dat een bekende in de voorstelling optrad. Zoals te verwachten was hebben hoogfrequente bezoekers veelal een abonnement waarmee ze de voorstelling hebben uitgekozen (22%). Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 29 Het uitzoeken van een voorstelling via een abonnement komt vooral veel voor bij opera of operette (27%) en toneel of mime (21%). Het idee om naar een musical te gaan ontstaat veelal als gevolg van uitingen in de meest gangbare media (37%). Daarnaast is het idee voor klassieke muziek nogal eens via een mailing of brief is ontstaan (19%). Gezien de doelgroep is het niet geheel verassend dat pop- of rockconcerten veelal via internet worden gevonden (10%). Een uitgebreid overzicht van de meest gebruikte informatiebronnen voor de diverse soorten voorstellingen is in de tabellen achter in dit rapport te vinden. Evenwichtigen doen hun ideeën relatief vooral op via de media (33%), Zakelijken via internet (17%) en bij Behoudenden kwam met name toevallig zo uit dat zij bij een voorstelling aanwezig waren (8%). 2.8 Vrijwel niemand gaat alleen naar voorstelling Was in 2002 het percentage dat alleen podiumkunsten bezocht al laag (7%), in 2004 is dit percentage zelfs nog lager uitgekomen op 4%. De ruime meerderheid gaat samen met één of meer personen naar een voorstelling van podiumkunsten (96%). Meestal gaat men met z’n tweeën, zoals met een vriend(in), partner of familielid (52%). 24 | Met wie men naar de voorstelling is geweest (n=836) 9% 2004 2002 (n=928) (n=836) 4% 7% 7% 34% 35% 52% 51% Alleen Met z'n tweeën Met groep(je) Met kind(eren) Bron: TNS NIPO, 2004 Vooral jongeren (12-29 jaar: 49%) gaan in groepsverband naar een voorstelling, terwijl 30- tot en met 49-jarigen veelal samen met de kinderen gaan (15%). Alleenstaanden gaan nogal eens in hun eentje naar een voorstelling (10%) en tweepersoonshuishoudens Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 30 bezoeken podiumkunsten vaker met z’n tweeën (62%), wat op zich geen verbazing zal wekken. Verder blijken met name de meest frequente bezoekers relatief veel alleen naar een voorstelling van podiumkunsten te gaan (4 of meer keer: 7%). Voorstellingen van opera of operette en wereldmuziek, jazz of folk worden relatief veel met z’n tweeën bezocht (respectievelijk 71% en 70%). Met name pop- en rockconcerten worden in groepsverband bezocht (46%), dit hangt samen met de jonge doelgroep naar deze concerten gaan. Zoals te verwachten is, worden kinder- en jeugdvoorstellingen veelal samen met kinderen bezocht (63%). Overigens is het wel opvallend dat dus ruim eenderde (37%) van de kindervoorstellingen zonder kinderen wordt bezocht. Hierbij kan misschien gedacht worden aan bijvoorbeeld voorstellingen in de Efteling, of aan ouderen die uit veiligheidsoverwegingen de middag (jeugd)voorstellingen bezoeken. 2.9 Tevredenheid hoog, vooral over kwaliteit voorstelling In het algemeen blijkt men, net zoals in 2002, zeer tevreden over de laatst bezochte voorstelling. De tevredenheid is het grootst waar het de kwaliteit van de voorstelling betreft: 82% is zeer tevreden en 15% is enigszins tevreden. Ook over de locatie heeft de podiumkunstbezoeker in het algemeen weinig te klagen. De prijs van de voorstelling leidt tot een wat minder grote tevredenheid, maar desondanks geeft ‘slechts’ 13% van de bezoekers aan hier ontevreden over te zijn (18% van degenen die zelf moesten betalen). Dit is opvallend, gezien men eerder heeft aangegeven meer geld aan een kaartje uit te geven. 25 | Tevredenheid over diverse aspecten van de voorstelling (2004: n=928; 2002: n=836) 2004 82 15 2 0 2002 81 16 2 0 Kwaliteit voorstelling 2004 66 27 6 1 Kwaliteit locatie 2002 68 2004 46 2002 46 28 35 4 13 6 9 7 0 Prijs 0 10 20 Zeer tevreden 38 30 40 Enigszins tevreden 50 60 (Zeer) ontevreden 70 80 90 100 % Weet niet Bron: TNS NIPO, 2004 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 31 De jongere bezoekers blijken over de kwaliteit van de voorstelling en de locatie wat minder vaak zeer tevreden te zijn en eerder enigszins tevreden. Mogelijk zijn jongere bezoekers wat kritischer betreffende deze aspecten dan de senioren. In onderstaande tabel is de tevredenheid over de drie aspecten van de voorstelling per type voorstelling weergegeven. Voor het overzicht en de vergelijkbaarheid is gebruik gemaakt van een gemiddelde score. Er zijn allereerst punten toegekend aan de antwoordcategorieën: zeer tevreden heeft 4 punten gekregen, enigszins tevreden 3 punten, niet zo tevreden 2 punten en zeer ontevreden 1 punt. Vervolgens kan een gemiddelde score worden berekend. Hoe dichter deze score bij 4 ligt, hoe groter de tevredenheid over het betreffende aspect. 26 | Tevredenheid over diverse aspecten naar soort voorstelling (1=zeer ontevreden, 4 = zeer tevreden) (2004: n=928; 2002: n=836) Cabaret/ kleinkunst/ stand-up comedy Musical Opera/ operette Toneel/ mime Klassieke, symfonische of kamermuziek Pop/ rockmuziek Wereldmuziek/ jazz/ folk Ballet/ dans Kinder-/ jeugdvoorstelling Festival (versch. soorten optredens) Harmonieën/fanfares/brassbands Kwaliteit voorstelling gem. score 2004 2002 3.8 3.9 3.8 3.8 4.0 3.9 3.7 3.6 3.9 3.9 3.8 3.7 3.7 3.6 3.8 4.0 3.8 4.0 3.8 3.6 3.6 3.8 Kwaliteit locatie gem. score 2004 2002 3.6 3.7 3.7 3.7 3.6 3.9 3.6 3.5 3.7 3.8 3.6 3.4 3.7 3.6 3.6 3.6 3.5 3.7 3.6 3.7 3.6 3.8 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 32 Prijs gem. score 2004 2002 3,3 3.5 2,9 3.1 3,3 3.1 3,6 3.5 3.6 3,7 3,2 3.2 3,5 3.4 3,3 3.6 3,6 3.5 3,6 3.6 3,8 3.9 Bron: TNS NIPO, 2004 Indien de tevredenheid over de locatie wordt uitgesplitst naar type locatie, blijken de officiële theaters en poppodia het best te scoren. Het cultureel centrum, buurthuis, etc. en de sporthal en het stadion hebben het kleinste aandeel zeer tevreden bezoekers. 27 | Tevredenheid per soort locatie 2004 75 19 2002 74 22 5 (n=513) Officieel theater/ poppodium 2004 60 28 9 4 (n=531) 3 (n=148) Open lucht/tent 2002 63 2004 49 35 43 6 1 (n=134) 1 (n=103) (Sport)hal/stadion 2002 62 2004 49 30 (n=61) 7 43 6 2 (n=105) 2 (n=102) Cultureel centrum/ kerk/dorpshuis/etc. 2002 53 0 10 20 30 40 50 60 Zeer tevreden Enigszins tevreden (Zeer) ontevreden 45 70 Weet niet 80 90 100 % Bron: TNS NIPO, 2004 2.9.1 Inhoud van de voorstelling wekt de meeste tevredenheid Bijna driekwart van de tevreden bezoekers (73%) is te spreken over de inhoud van de uitvoering of voorstelling. Daarnaast noemt ruim een kwart het geluid, de muziek of de akoestiek (27%). Op de derde plaats worden de artiesten genoemd (14%). De 25 ondervraagden die ontevreden zijn over de kwaliteit van de voorstelling, is gevraagd wat de reden voor deze ontevredenheid is. De meerderheid van de gevallen voldeed de voorstelling niet aan de verwachting, ofwel ‘het was niet wat we gedacht hadden’. Een andere genoemde klacht is de slechte geluidskwaliteit van de voorstelling. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 33 2.9.2 Uitstraling accommodatie het meest belangrijk Indien men tevreden is over de locatie, wordt door tweevijfde (40%) aangegeven dat de locatie mooi is. Eenvijfde noemt de goede ligging van de accommodatie of de zitplaatsen (respectievelijk 21% en 20%). Indien men ontevreden is over de locatie, ligt de oorzaak vooral in de te krappe zitplaatsen en het gebrek aan beenruimte. Enkele respondenten klagen over het ontbreken van een goede sfeer. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 34 3 Redenen voor niet-bezoek Aan de groep Nederlanders die in de afgelopen zes maanden geen voorstelling van podiumkunsten heeft bezocht, is een aantal vervolgvragen gesteld over redenen om geen podiumkunsten te bezoeken. 3.1 Gebrek aan interesse belangrijkste reden niet-bezoek Allereerst is een negental uitspraken voorgelegd met redenen om geen voorstellingen van podiumkunst te bezoeken. De ondervraagde kon bij elke uitspraak aangeven in hoeverre het op hem van toepassing is. Hieruit blijkt dat de belangrijkste reden om geen voorstelling te bezoeken een gebrek aan interesse in podiumkunsten is: ongeveer drievijfde (62%) geeft aan dat dit op hen van toepassing is. Overigens betekent dit (logischerwijs) ook dat ruim eenderde (36%) om andere redenen dan desinteresse tot de groep niet-bezoekers horen. Voor ruim de helft (53%) is de prijs van een voorstelling een obstakel voor het bezoek. In vergelijking met 2002 is dit vaker een obstakel (2002: 44%), wat waarschijnlijk ook te maken heeft met de toegenomen gemiddelde prijs van een kaartje. Voor de niet-bezoekers is de moeite die het kost om aan een kaartje te komen in de afgelopen twee jaar afgenomen. Zei in 2002 nog een kwart dat het verkrijgen van een kaartje lastig was, in 2004 beweert slechts 21% dat dit op hun van toepassing is. Daarnaast is tevens een positieve tendens te zien voor wat betreft ‘als ik ergens heen wil, is het altijd uitverkocht’, men vindt deze uitspraak in 2004 minder op zichzelf van toepassing. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 35 28 | Redenen om geen podiumkunsten te bezoeken (n=1.348) Weinig/geen interesse Duur 2002 63 34 2004 62 36 44 2002 2 49 53 2004 3 6 42 2002 2004 42 54 4 Weet niet wat er te doen is 2002 42 53 5 Weinig voorstellingen van mijn interesse 2002 Slechte bereikbaarheid 40 5 Liever niet in mijn eentje 39 2004 2004 28 2002 28 Altijd uitverkocht Kan geen keuze maken uit grote aanbod 7 66 9 69 21 10 67 12 73 2002 9 83 2004 9 84 0 7 67 16 2004 13 66 25 2002 12 59 21 2004 6 59 26 2002 4 55 30 2004 Kost te veel moeite om aan kaartje te komen 56 20 Wel van toepassing 40 Niet van toepassing 11 8 7 60 80 % 100 Weet niet Bron: TNS NIPO, 2004 Net als in 2002 dragen alleenstaanden met name de reden aan van het niet alleen willen gaan (60% van toepassing). Op twee persoonshuishoudens is deze reden, logischerwijs, minder van toepassing (38%). Zij zijn meer dan gemiddeld van mening dat hun favoriete voorstellingen moeilijk bereikbaar zijn (31%), maar zijn wel op de hoogte van wat er te doen is (60% niet van toepassing bij de stelling: ik weet niet wat er te doen is). Het gebrek aan gezelschap, de bereikbaarheid en het prijskaartje vormen duidelijk minder vaak een probleem voor mannen (resp. 38%, 21% en 47%) dan voor vrouwen (resp. 47%, 32% en 58%). Niet verassend is het feit dat de prijs van een voorstelling vaker als reden wordt aangedragen indien het inkomen lager is (<23.000 euro: 63%). Personen met lagere inkomens geven echter wel aan dat zij op de hoogte zijn van wat er te doen is (61% niet van toepassing). In de grote steden is de reden ‘de kaartjes zijn erg duur’ vaker van toepassing dan gemiddeld (63% versus 52%). Jongeren blijken minder geïnteresseerd in podiumkunsten dan ouderen (12-29 jaar: 68%; 60-plussers: 52% van toepassing). De oudste leeftijdsgroep geeft daarnaast aan te veel moeite voor een kaartje te moeten doen en podiumkunsten moeilijk bereikbaar te vinden (respectievelijk 27% en 38% van toepassing). Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 36 Ruimdenkers en Geëngageerden die nog niet tot de bezoekers van podiumkunsten behoren, dragen in mindere mate aan dat podiumkunsten hen niet interesseren (respectievelijk 50% en 53% niet van toepassing). Ruimdenkers zijn echter minder te spreken over het aanbod van podiumkunsten, dit sluit wat hen betreft niet aan bij wat zij de moeite waard vinden (42% van toepassing). Behoudenden zijn juist wel over de aansluiting van het aanbod op hun persoonlijke behoeften te spreken (21% van toepassing), maar misschien zegt dit meer over het karakter van de Behoudenden dan over het aanbod van podiumkunsten. Het is interessant om de reden van niet-bezoek apart te beschouwen voor degenen die wél interesse hebben in podiumkunsten. Mensen, die wél interesse hebben maar niet gaan, geven niet altijd dezelfde redenen op als mensen die geen interesse hebben: Mensen mét interesse, die niet gaan, geven vaak aan dat de kaartjes te duur zijn (63% mee eens, tegenover 46% van de mensen met geen interesse). Daarnaast gaan de geïnteresseerde niet-bezoekers liever niet alleen (50% mee eens, tegenover 39% van de mensen met geen interesse) en zijn ze vaker van mening dat de kaartjes uitverkocht zijn (21% mee eens, tegenover 12% van de mensen met geen interesse). 29 | Redenen om geen podiumkunsten te bezoeken, naar wel of geen interesse Van toepassing Weinig/geen interesse Duur Liever niet in mijn eentje Weet niet wat er te doen is Weinig voorstellingen van mijn interesse Slechte bereikbaarheid Kost te veel moeite om aan kaartje te komen Altijd uitverkocht Kan geen keuze maken uit grote aanbod Geïnteresseerde Ongeïnteresseerde Totaal nietniet-bezoeker niet-bezoeker bezoekers (n= 487) (n= 823) (n= 1.348) % % 100 61 63 46 52 50 39 43 31 45 40 25 30 28 32 23 23 21 26 21 21 11 12 7 15 8 Bron: TNS NIPO, 2004 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 37 3.2 Andere behoeftes en tijdgebrek ook redenen voor niet-bezoek Na de negen stellingen is gevraagd of er nog andere redenen zijn om geen voorstellingen van podiumkunsten te bezoeken. De ruime meerderheid van de niet-bezoekers antwoordt hierop ontkennend (82%). De meest gehoorde redenen zijn ‘andere behoeftes/ interesses’(5%) en ‘geen tijd/ niet van gekomen’ (4%). 30 | Andere redenen om geen podiumkunsten te bezoeken (n=1.348) Nee Ja Andere interesse/ geen behoefte Geen tijd/ niet van gekomen Vanwege gezondheid/ invalide Reisafstand te groot Geen oppas voor kinderen Te duur 2004 (n=1.348) % 82 18 % waaronder: 5 4 2 2 2 2 2002 (n=1.280) % 82 18 % waaronder: 6 5 2 1 1 0 Bron: TNS NIPO, 2004 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 | 38 Bijlagen Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Bijlage 1 Vragenlijst Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 De volgende vragen gaan over uw bezoek aan voorstellingen of uitvoeringen van podiumkunst. Dat kan van alles zijn, musical, cabaret, standup comedy, amateurvoorstellingen, toneel, dans, concerten, kindervoorstellingen enz. enz. Het kunnen ook alle soorten podia zijn: theaters, poppodia, kerken, hallen maar ook de open lucht, zoals festivals. Filmvoorstellingen tellen niet mee, want het gaat alleen om ‘levende’ podiumkunst. VRAAG 10 Bent u het afgelopen half jaar (vanaf 1 januari 2004) naar een voorstelling of uitvoering van podiumkunst geweest? 1 2 Ja Nee GA DOOR MET VRAAG 130 VRAAG 20 Hoe vaak bent u dan in het afgelopen half jaar (vanaf 1 januari 2004) naar een dergelijke voorstelling of uitvoering geweest? (Indien u het niet precies weet, wilt u het dan zo goed mogelijk schatten? Indien u het echt niet weet, tik dan 99) VRAAG 31 FORMULIER MEERVOUDIG INDIEN [ 104L2 > 1 ] MAXIMUM WAARDE [ AANTAL ] Naar welke soorten voorstellingen of uitvoeringen bent u dan in het afgelopen half jaar bent geweest? (meerdere antwoorden mogelijk) 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 17 19 Cabaret\kleinkunst\stand up comedy Musical Opera \ operette Toneel \ mime Klassieke symfonische of kamermuziek Pop\ rock muziek Wereldmuziek\jazz\folk Klassiek ballet Moderne dans Kinder-\ jeugdvoorstelling Een festival met verscheidene soorten voorstellingen\optredens Literaire voordracht, poëzie Werelddans \ internationale dans \ folkdans Harmonieën \ fanfares \ brassbands Anders, nl..... Weet niet meer Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 VRAAG 32 TOON ALLEEN DE ANTWOORDCATEGORIEN DIE GEGEVEN ZIJN IN Q31 INDIEN [ NUMMER > 1 ] En naar welk soort voorstelling of uitvoering bent u de laatste keer geweest? (slechts één antwoord mogelijk) 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 17 19 VRAAG 33 Cabaret\kleinkunst\stand up comedy Musical Opera \ operette Toneel \ mime Klassieke symfonische of kamermuziek Pop\ rock muziek Wereldmuziek\jazz\folk Klassiek ballet Moderne dans Kinder-\ jeugdvoorstelling Een festival met verscheidene soorten voorstellingen\optredens Literaire voordracht, poëzie Werelddans\internationale dans\ folkdans Harmonieën \ fanfares \ brassbands Anders, nl..... Weet niet meer (Indien naar 1 voorstelling geweest, deze persoon krijgt niet vraag 31 en 32) INDIEN [ 104L2 = 1 ] Naar welk soort voorstelling of uitvoering bent u dan in het afgelopen half jaar geweest? (slechts één antwoord mogelijk) 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 17 19 Cabaret\kleinkunst\stand up comedy Musical Opera \ operette Toneel \ mime Klassieke symfonische of kamermuziek Pop\ rock muziek Wereldmuziek\jazz\folk Klassiek ballet Moderne dans Kinder-\ jeugdvoorstelling Een festival met verscheidene soorten voorstellingen\optredens Literaire voordracht, poëzie Werelddans\internationale dans\ folkdans Harmonieën \ fanfares \ brassbands Anders, nl..... Weet niet meer INDIEN [ Q32 , 19 \ Q33 , 19 ] GA DOOR MET VRAAG 999 VRAAG 40 Alle volgende vragen gaan over dit laatste bezoek, dus het bezoek betreffende <Question 33> Werd het optreden gegeven door een professioneel gezelschap\groep of door een groep\vereniging van amateurs? 1 2 9 Door professionele groep Door amateurs Weet niet Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 VRAAG 50 Op welke plek werd de voorstelling of uitvoering <Question 33> gegeven? 1 2 3 4 7 Een officieel theater of poppodium (schouwburg, concertgebouw, popzaal) Een (sport)hal of stadion (Ahoy, Arena, De Kuip, Gelredome, Rai, e.d.) Een festival in open lucht\tent (Lowlands, Oerol, Pinkpop, Parkpop en dergelijke) Een cultureel centrum, kerk, dorpshuis, jongerensociëteit Anders, namelijk: VRAAG 60 Hoe lang hebt u moeten reizen om er te komen? (Indien u het niet meer precies weet, probeert u het dan zo goed mogelijk te schatten. Indien u het echt niet meer weet, tik dan 999) FORMULIER VRAAG 70 Hoe veel kostte het toegangskaartje voor de voorstelling of uitvoering <Question 33> per plaats (inclusief eventuele bespreekgelden)? (Indien u het niet meer precies weet, probeert u het dan zo goed mogelijk te schatten.) 1 2 7 9 Niets, de voorstelling was gratis Het kostte € ....... Euros per plaats Anders, namelijk Weet niet meer VRAAG 71 FORMULIER INDIEN [ Q70 , 2 ] Hoe veel kostte het toegangskaartje voor de voorstelling of uitvoering <Question 33> per plaats (inclusief eventuele bespreekgelden)? (Wilt u het bedrag afronden op hele Euros) (Indien u het niet meer precies weet, probeert u het dan zo goed mogelijk te schatten. Indien u het echt niet meer weet, tik dan 999) VRAAG 80 Hoe bent u op het idee gekomen naar deze voorstelling of uitvoering te gaan? (meerdere antwoorden mogelijk) 2 3 4 5 6 7 8 9 17 19 Ik heb een abonnement, waarin ik deze voorstelling al had uitgekozen Ik las\hoorde erover in de krant\tijdschrift\ radio\ TV Door posters en aanplakborden Mensen in mijn omgeving hebben me erop attent gemaakt Ik kende de groep\orkest al van eerdere optredens Een vriend\familielid\bekende trad erin op Door een mailing\brief met aankondiging die ik thuisgestuurd kreeg Via internet Anders, namelijk Weet niet meer Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 MEERVOUDIG VRAAG 90 Met wie bent u naar de voorstelling of uitvoering <Question 33> gegaan? 1 2 3 4 9 Alleen Met z’n tweeën (vriend\vriendin, partner, familielid) Met een groep (je) Samen met kind(eren) Weet niet meer VRAAG 101 Hoe tevreden was u over de kwaliteit van de voorstelling of uitvoering <Question 33>? 1 2 3 4 9 Zeer tevreden Enigszins tevreden Niet zo tevreden Zeer ontevreden Weet niet VRAAG 102 OPEN INDIEN [ Q101 , 3 TO 4 ] Waar bent u dan ontevreden over? VRAAG 103 OPEN INDIEN [ Q101 , 1 TO 2 ] Waar bent u dan tevreden over? VRAAG 111 Hoe tevreden was u… over de kwaliteit van de locatie\het gebouw (<Question 50>) van de voorstelling of uitvoering <Question 33>? 1 2 3 4 9 Zeer tevreden Enigszins tevreden Niet zo tevreden Zeer ontevreden Weet niet VRAAG 112 OPEN INDIEN [ Q111 , 3 TO 4 ] Waar bent u dan ontevreden over als het gaat om de locatie\gebouw van de voorstelling of uitvoering? VRAAG 113 OPEN INDIEN [ Q111 , 1 TO 2 ] Waar bent u dan tevreden over als het gaat om de locatie\gebouw van de voorstelling of uitvoering? VRAAG 121 En hoe tevreden was u over de prijs van de voorstelling <Question 33>? 1 2 3 4 9 Zeer tevreden Enigszins tevreden Niet zo tevreden Zeer ontevreden Weet niet Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 INDIEN [ RAN 1 ] GA DOOR MET VRAAG 999 VRAAG 131 Er volgt nu een aantal redenen om geen voorstellingen of uitvoeringen van podiumkunsten te bezoeken. Voor elke reden kunt u aangeven in welke mate deze op u van toepassing is. - Podiumkunsten interesseren mij niet\heel weinig - Wat ik de moeite waard vind om naar toe te gaan, wordt heel weinig vertoond\uitgevoerd - Ik wil wel, maar kan geen keuze maken uit het grote aanbod - Als ik ergens heen wil, is het altijd uitverkocht - Ik zou wel willen, maar kaartjes zijn erg duur - Het kost teveel moeite om aan een kaartje te komen - Ik wil wel, maar liever niet in mijn eentje - Voorstellingen waar ik heen wil zijn moeilijk bereikbaar - Ik weet niet wat er te doen is - Podiumkunsten interesseren mij niet\heel weinig 1 2 3 4 9 Helemaal op mij van toepassing Enigszins op mij van toepassing Niet zo op mij van toepassing Helemaal niet op mijn van toepassing Weet niet VRAAG 140 En is er, naast de genoemde redenen, nog een andere reden waarom u geen voorstelling of uitvoering van podiumkunsten bezoekt? 1 2 Ja, namelijk Nee Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Bijlage 2 Steekproefverantwoording Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Steekproef voor en na herweging Voor het onderzoek is een landelijk representatieve steekproef getrokken van mannen en vrouwen van 12 jaar en ouder. Echter, aangezien de response op een onderzoek nooit 100% is, ontstaat er een lichte afwijking ten aanzien van de representatieve verdeling. Daarom zijn de cijfers achteraf herwogen naar sekse, leeftijd, regio, gezinsgrootte, opleiding en sociale klasse. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de steekproefopbouw voor en na herweging. 31 | Steekproefopbouw voor en na herweging Voor herweging % Na herweging % Sekse: Man Vrouw 49 51 48 52 Leeftijd: 12-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60+ 4 13 21 20 17 24 11 15 20 18 15 21 Regio: Drie grote steden Rest Westen Noord Oost Zuid 16 29 12 20 22 15 29 11 21 24 Voor herweging % Na herweging % Opleiding: LO/ LBO MAVO MBO HAVO/VWO HBO en WO kandidaats WO doctoraal 21 16 25 9 20 7 30 14 23 10 17 4 Sociale klasse: A Bb Bo C/D 16 32 19 33 16 31 18 34 Gezinsgrootte: 1 2 3 4 of meer 27 37 14 23 17 36 17 30 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Bijlage 3 Methode van onderzoek Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 CASI: onderzoek via eigen (multimedia) pc Bij CASI (Computer Assisted Self Interviewing) werken respondenten via hun eigen (multimedia) pc mee aan allerlei vormen van onderzoek. Vragenlijsten over de meest uiteenlopende onderwerpen worden via modem of internet naar de respondent of een geselecteerde groep respondenten verstuurd. De namen en adressen van de pc-bezitters zijn in de loop der tijd door TNS NIPO zelf verzameld en gescreend via diverse onderzoeksinstrumenten. Hierbij zijn extra inspanningen verricht om een aanzienlijk volume te creëren in de categorie respondenten met een laag pc-bezit (voornamelijk ouderen en lager opgeleiden). Daardoor is het mogelijk uit de totale database steekproeven van bijvoorbeeld 5.000 personen te selecteren die representatief zijn naar leeftijd, opleiding, geslacht, et cetera. De voordelen van CASI CASI biedt als onderzoeksinstrument alle voordelen van het traditionele CAPI onderzoek, zoals optimale steekproeftrekking, foutloze routing in de vragenlijst en directe data output. Daaraan kunnen de volgende voordelen worden toegevoegd: Een hoge respons. De respondent kan de digitaal verstuurde vragenlijst invullen op het tijdstip dat dit het beste uitkomt. Sterk verbeterde kwaliteit van de verkregen gegevens. Door de geboden vrijheid zijn de respondenten meer gemotiveerd, en nemen ze de tijd om bij open vragen precies te vertellen wat hen beweegt. Optimale objectiviteit en privacy. Er is geen beïnvloeding door een interviewer; de vragen kunnen in volstrekte anonimiteit worden beantwoord. Neutrale instructies worden via een hulpscherm verstrekt. De software is zo gemakkelijk te bedienen dat deze ook voor ouderen en lager opgeleiden geen problemen oplevert. Snelheid. De vragenlijst wordt na goedkeuring regelrecht digitaal naar de respondent verzonden. De eerste resultaten kunnen binnen enkele dagen beschikbaar zijn. Geen a-typisch gedrag, omdat een huishouden slechts met een beperkte frequentie wordt ingeschakeld en een beloning krijgt voor participatie. Toonmateriaal kan (in kleur of bewegend) op het scherm worden aangeboden. In de database is veel informatie over alle respondenten beschikbaar. Dit maakt het mogelijk om snel onderzoek te doen naar zeer laag gepenetreerde artikelen of diensten. Een tijdrovende screening is niet meer nodig. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 De mogelijkheden van CASI De database van TNS NIPO biedt geavanceerde mogelijkheden tot marktonderzoek: Grote steekproeven Door de omvang van de database en de rijkdom aan geregistreerde socioeconomische, demografische, gedrags- en bezitskenmerken kunnen direct (zeer) grote steekproeven worden getrokken. Moeilijke doelgroepen Vrijwel elk gewenst doelgroepprofiel komt snel tot stand, ook die van "moeilijke" doelgroepen. Het aantal beschrijvende variabelen groeit nog steeds en kan naar wens worden uitgebreid. Samenstellen panels Vanwege de grote omvang is het zeer goed mogelijk uit de database diverse panels samen te stellen - bijvoorbeeld om (switch)gedrag te meten bij bepaalde artikelen of diensten. Continue effectmeting Wie eenmaal een pc gebruikt, blijft deze ook gebruiken. Daarom is het met CASI goed mogelijk continue effectmetingen van kort- of langlopende reclamecampagnes en sponsoringacties uit te voeren. Product- en concepttesting CASI maakt het mogelijk producten en concepten te testen in matched samples, zowel 'blind' als 'as marketed'. Producten kunnen daarbij zowel als concept op de monitor worden getoond als fysiek worden toegestuurd. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Bijlage 4 Waardensegmenten in Nederland (WINTM) Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Waardensegmenten in Nederland (WINTM) Segmentatie op basis van waarde Vroeger voldeden kenmerken als leeftijd, geslacht, opleiding, welstand en religie om een beeld te krijgen van een bepaalde groep mensen. Tegenwoordig zijn er zo veel keuzes in hoe we leven, ons huis inrichten, eruit zien, onze tijd en geld besteden en wat we vinden, dat mensen met precies dezelfde achtergrondkenmerken totaal verschillend kunnen zijn. De traditionele kenmerken alleen verklaren niet meer voldoende waarom de een dit doet of koopt en de ander dat. Daarom baseert het WIN-model™ zich op de waarden die mensen het belangrijkste vinden in hun leven. De verschillende waarden die hun voorkeur hebben, blijken samen te hangen met verschillende manieren van leven, wonen, kleden, denken, stemmen en consumeren. De afkorting WIN staat voor Waardensegmenten In Nederland. Het WIN-model is een op waarden en socio-demografische kenmerken gebaseerde segmentatie van de Nederlandse bevolking. Met het WIN-model wordt duidelijk waar doelgroepen zich bevinden, welke specifieke achtergrondkenmerken zij hebben, welke media zij gebruiken, wat zij vinden, denken, kopen, stemmen en doen en op welke manier zij te bereiken zijn. Het WINmodel is gekoppeld aan TNS NIPObase, een database bestaande uit ongeveer 150.000 personen. Beter inzicht in doelgroepen Het WIN-model kan worden ingezet om het inzicht in doelgroepen te verdiepen. Door segmentatie is het mogelijk te bepalen waar doelgroepen zitten en hoe deze eruit zien. Daarnaast kan op basis van de WIN-variabele een steekproef van de potentiële doelgroep getrokken worden voor nader onderzoek. De WIN-variabele biedt samen met de sociodemografische achtergrondkenmerken een rijk ingekleurd beeld van de mens achter de consument of burger. Met de verrijkte profielen van de acht segmenten, waarvan wij onder andere ook het mediagedrag kennen, wordt duidelijk hoe een doelgroep te bereiken is en met welke boodschap en ‘tone of voice’. De segmenten Het model onderscheidt acht groepen in de samenleving, die qua leefstijl, opvattingen, drijfveren en gedrag sterk van elkaar verschillen. Behoudenden De behoudende is vooral gericht op de eigen leefomgeving. Gezinsleven en vriendenkring staan centraal. De behoudenden vallen niet graag op en mengen zich liever niet in gevaarlijke situaties en discussies. Televisiekijken is favoriet waarbij vooral entertainmentprogramma’s geliefd zijn. Echt materialistisch is de behoudende niet, maar zij geven wel om enige luxe en moderne artikelen. Het kernwoord van deze groep is Conformisme. Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Evenwichtigen De evenwichtige lijken meest op het gemiddelde van de gehele bevolking. Zij vallen qua interessen, opleiding, bestedingspatronen, gedachtegoed en leefsituatie precies tussen de andere zeven groepen in. Het kernwoord voor deze groep is gemiddeld. Geëngageerden De geëngageerde hecht veel waarde aan harmonie en stabiliteit, zowel in de samenleving als geheel, als in de eigen leefwereld. Zij zijn sociaal ingestelde personen en houden ervan om dingen in groepsverband te ondernemen. In dit segment komen verhoudingsgewijs meer ouderen in voor, met een redelijk hoog opleidingsniveau. Zij pakken eerder een boek dan dat zij een televisieshow bekijken en interesseren zich voor kunst, natuur en politiek. Het kernwoord van deze groep is Veiligheid. Genieters De genieter is een echt gezelligheidsdier. Eigen plezier en genot, zowel op lichamelijk als emotioneel gebied, staan centraal. Maatschappelijke issues en politiek interesseren hen niet uitermate veel. In tegenstelling tot lezen, kijken genieters meer dan gemiddeld naar de televisie. Vooral de commerciële zenders genieten de voorkeur. Het bestedingsgedrag is hoger dan gemiddeld en de koopstijl impulsief. Het kernwoord van deze groep is Plezier. Luxezoekers De luxezoeker heeft hoge ambities en streeft naar succes en erkenning. Zij hechten veel waarde aan een comfortabel leven, maar houden absoluut niet van stil zitten. In het segment luxezoekers komen de minste religieuze personen voor. De levensstijl is sterk ingericht rond de eigen behoeften. De luxezoeker is maatschappelijk geïnteresseerd en haalt informatie uit zowel kranten als televisieprogramma’s. Het segment Luxezoekers omvat de meeste Veronica,- en Telegraafabonnees. Het kernwoord van deze groep is Prestatie Ruimdenkers De ruimdenkers is een vooruitstrevend persoon met een goede opleiding en veel idealen die vooral links georiënteerd zijn. Zij maken zich druk om maatschappelijke problemen en proberen de wereld te verbeteren, beginnende bij henzelf. Zij zijn milieubewust, gesteld op hun vrijheid en zelfontplooiing is erg belangrijk. Politieke en maatschappelijke zaken gaan hen zeer aan het hart. Het kernwoord van deze groep is Betrokken Zakelijken De zakelijke is ambitieus en onafhankelijk; zeer gericht op de eigen ontwikkeling en hoog geschoold. Het zijn harde werkers en snelle en creatieve denkers. Het huishoudens van zakelijken bestaan veelal uit tweeverdieners uit de hoogste inkomenscategorie, die houden van luxe maar daarnaast ook geld schenken aan goede doelen. Televisiekijken doen zij meer dan gemiddeld, vooral naar nieuws en achtergronden. Personen uit andere segmenten zullen geneigd zijn deze groep mensen als “yuppen” te bestempelen. Het kernwoord van deze groep is Zelfbepaling Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Zorgzamen Zorgzamen richten zich op het welzijn van anderen. Zij zijn sociaal ingesteld en putten energie uit het helpen van naasten. De levensstijl is sober, maar erg gul voor derden. Tradities en traditionele waarden zijn belangrijk. Zorgzamen zijn echte gezelschapsmensen, die zich graag verdienstelijk maken in de (kerk)gemeenschap. Zowel lezen als televisie kijken behoren tot de dagelijkse bezigheden. Zorgzamen lezen voornamelijk een regionale krant. Het kernwoord van deze groep is Sociaal. Toepassingen van het WIN-model De analyse met het WIN-model geeft inzicht in de volgende onderwerpen: Welke doelgroepen zijn er te onderscheiden en waar bevinden deze zich? Hoe kunnen deze het beste worden benaderd; met welke ‘tone of voice’? Wat is het mediagedrag van ‘mijn’ doelgroep? Wat zijn de huidige normen en waarden en hoe zijn die verdeeld over Nederlandse bevolking? Welke maatschappelijke issues zijn actueel? Wat is de top-10 van maatschappelijke problemen in Nederland? Het WIN-model is geschikt voor: Positioneringonderzoek van merk, dienst of product ten opzicht van de concurrentie; Kwalitatieve ontwikkeling en pretesten van concepten; Selecteren van specifieke doelgroepen om nader te onderzoeken; Imago- en communicatieonderzoek; Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Bijlage 5 Sociale Klassen Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Beschrijving sociale klassen De (subjectieve) beoordeling (schatting) van de sociale klassen van een gegeven gezinshuishouding door de enquêteur zelf is per 1 januari 1988 geheel afgeschaft. Al enkele jaren wordt een meer objectieve benadering van dit begrip gehanteerd door de sociale klassenindeling afhankelijk te stellen van opleiding en (laatst uitgeoefend) beroep van de hoofdkostwinner. Eén en ander conform normvraagstelling van VMO. Een overzicht van de vijf sociale klassen naar de twee verklarende variabelen is als volgt te schetsen: opleidding onbebeHW HB HA MB MA LB LA kend roep Bedrijfshoofd 10+ A A A A A A A A Bedrijfshoofd 9A A A A Bb Bo Bo Bo Vrije beroepen A A A A Bb Bo Bo Bo Boeren en tuinders A A A A Bb Bo Bo Bo Hogere employé(e)s A A A A Bb Bo Bo Bo Middelbare Employé(e)s A Bb Bb Bb Bo C C C Lagere Employé(e)s A Bo Bo Bo Bo C C C Geschoolde Arbeiders A Bo C C C C C C Ongeschoolde Arbeiders A Bo C C C C D D Geen opgave (zonder beroep) Bo Bo C C C D D D Huisvrouw en studenten Bo Bo C C C D D D Onderwijs / opleiding: HW: Wetenschappelijk onderwijs (doctoraal) HB: Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs (kandidaats) HA: Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs MB: Middelbaar beroeps onderwijs MA: Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs LB: Lager beroeps onderwijs LA: Lager onderwijs Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Sociale klasse: A: A (Hoog) Bb: B Boven Bo: B Onder C: C D: D (Laag) Bijlage 6 Nomogram ter bepaling van de steekproefmarges Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 Nomogram voor de bepaling van de standaardafwijking van steekproefuitkomsten Door middel van dit nomogram kan voor de totale steekproef en voor deelsteekproeven worden bepaald met welke standaardafwijking van onderzoekuitkomsten rekening gehouden moet worden. Hoe gaat u te werk? Trek een rechte lijn tussen P (= steekproefuitkomst) en N (= steekproefomvang); Door het snijpunt met de middelste lijn wordt de statistische marge bij een betrouwbaarheidsniveau van 95% bepaald (2 sigma); Het percentage, zoals middels de steekproef bepaald, zal in het universum met 95% betrouwbaarheid tussen P+2S en P-2S liggen. Steekproefuitkomst Standaardafwijking Steekproefomvang P 2S(igma) N 50 40 35 10 9 30 8 7 100 150 25 6 20 200 5 300 4 15 400 3 500 600 10 2 9 700 800 900 1000 8 1.5 7 1500 6 1 0.9 5 0.8 2000 3000 0.7 4 0.6 0.5 4000 5000 6000 3 0.4 0.3 7000 8000 9000 10000 0.25 2 Dit nomogram is gebaseerd op de formule: 2S 2 15000 P (100 P) N Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004 20000 Nomogram voor de bepaling van de significantie van verschillen Door middel van dit nomogram (en het nomogram op de voorzijde) kan het al of niet significant zijn van de steekproefuitkomsten uit twee onafhankelijke steekproeven worden bepaald. Hoe gaat u te werk? Met behulp van het nomogram op de voorzijde bepaalt u de statistische marge van P1 uit N1 en de statistische marge van P2 uit N2; De uitkomst 2S1 (marge van P1 uit N1) en de uitkomst 2S2 (marge van P2 uit N2) verbindt u in onderstaand nomogram door een rechte lijn; Door het snijpunt met de middelste lijn wordt de significantie van verschil tussen P1 en P2 bepaald; Is het verschil tussen P1 en P2 groter dan het gevonden getal (op de middelste lijn) dan is dat verschil significant op een betrouwbaarheidsniveau van 95%. 2S1 2S 2S2 9 8.5 6 6 8 5.5 5.5 7.5 5 5 7 6.5 4.5 4.5 6 4 4 5.5 5 3.5 3.5 4.5 3 3 4 2.5 3.5 2 3 2 2.5 2 1.5 1 Dit nomogram is gebaseerd op de formule: 2S 2 2.5 1.5 1 1 P1 (100 P1 ) N1 P2 (100 P2 ) N2 Marktbeschrijving Podiumkunsten | B7791 | © TNS NIPO | 29 september 2004