Over Woesten en andere dingen Een gesprek met Thomas Janssens Thomas Janssens studeert in 2011 af aan de masteropleiding Drama Acteren aan het Antwerpse Conservatorium. Sindsdien speelt hij bij een aantal gezelschappen: deTijd, Theater Malpertuis en t,arsenaal. Daarnaast probeert hij jaarlijks zelf een extra voorstelling te creëren Hij maakte o.m. You may now kiss the bride (verleden jaar nog in Bornem) en je zag hem onlangs op ons podium in Dood van een handelsreiziger. Hij is te zien als gastacteur in de tv-reeks Vermist, de Vlaamse misdaadreeks De Ridder en de fictiereeks Cordon 2. Thomas, jij gaat een uitdaging niet uit de weg. Een van de eerste voorstellingen die je zelf maakte was Winterlicht, een bewerking van het boek van Jeroen Brouwers. Niet meteen een voor de hand liggende en vooral geen veilige keuze. Op dat moment echter leek die keuze zowel inhoudelijk als vormelijk voor mij onvermijdelijk. Ik was net afgestudeerd aan het Conservatorium Antwerpen, opleiding Dora Van Der Groen. Lucas Vandervost organiseerde als artistiek leider van deTijd reeds enkele jaren werkplatformen onder de noemer: m². Op een vierkante meter wordt een speler geconfronteerd met de tekst en zichzelf. In Winterlicht verhaalt Brouwers over een beginnend schrijver die zijn angsten, ambities en dromen projecteert op een oude vergeten schrijver. Het standpunt van ergens aan moeten beginnen, aan iets dat je een metier of ambacht zou kunnen noemen, was een logische eerste stap in het professionele werkveld. En wat betreft de zin: ‘Jij gaat een uitdaging niet uit de weg.’ Ik begrijp wat je bedoelt, uiteraard. Maar het is niet zo dat ik gedreven word door uitdagingen. Eigenlijk integendeel. Het uiteindelijke materiaal dat aan de basis van voorstellingen ligt, handelt toch veeleer over twijfels, angsten, dingen die ik niet begrijp of niet durf. Om met een quote van Lucas Vandervost te spreken: ‘Het is een estafette van dingen die ik niet durfde maar gedaan heb door ze te doen.’ Nu bewerk je de oorlogsroman Woesten van Kris Van Steenberge. In de pers destijds lovend onthaald, meermaals bekroond ook en omschreven als een instant klassieker van de Nederlandstalige literatuur. Ook niet vanzelfsprekend. Vanwaar die keuze? Het idee om met het boek Woesten van Kris Van Steenberghe aan de slag te gaan kwam van AULOS Music Mgt. Het is echter onmogelijk de hele roman te vertellen op zo'n manier dat die eer wordt aangedaan. Het werk is te omvangrijk en te gelaagd om op anderhalf uur mee te geven. En dat kan ook niet de bedoeling zijn. Deze voorstelling moet veeleer tonen hoe het boek Woesten mij geraakt heeft. En welke thema’s en verhaallijnen mij waardevol lijken om tot een originele monoloog te komen. Voor deze productie wordt ingezoomd op het personage Nameloos. Bij de bewerking zal ik de roman in dialoog laten treden met werken als Invisible Man van R. Ellison en Onzichtbare Man van B. Okri. We worden vandaag door de vluchtelingenstroom geconfronteerd met 'naamloze' mensen. Nameloos wordt een symbool voor al die outsiders. Hoe bouw je aan een toekomst als je kansen miniem lijken? Waaruit bestaat het verleden van de buitenstaander? Wat zijn zijn dromen? Deze monoloog geeft stem aan 'De Vreemde' en verhaalt over zijn zoektocht naar een thuis. Een thuis waar geen ‘wij’ tegenover ‘zij’ bestaat. Een thuis waarin hij niet die ander is maar een van allen. Een thuis dat hem lang geleden werd ontnomen - of misschien nog nooit heeft bestaan. Je bewerkt dit boek tot een symfonie voor piano, cello, fluit en stem. Een concertmonoloog. Koos je bewust voor die vorm of is dat zo gegroeid tijdens het creatieproces? Deze productie is voor mij het laatste deel van een triptiek over de zoekende mens. De voorbije jaren creëerde ik twee andere monologen: Lift not the painted veil which those who live call life samen met muzikant Bert Dockx (deTijd) en De laatste reis van Donald Crowhurst in regie van Lucas Vandervost (deTijd). Telkens werd een mens belicht die zijn weg niet vond in de maatschappij. Tevens werd op indringende wijze de relatie tussen taal en muziek onderzocht. In Lift not… componeerde Bert nieuwe muziek voor gitaar, stem en een bandopnemer, in De laatste reis… stond het oeuvre van Max Richter centraal. Ook nu zal opnieuw onderzocht worden hoe muziek de motor voor taal kan zijn. We willen geen vertelling met soundtrack op de achtergrond. Op tafel liggen bijvoorbeeld wat werken uit het oeuvre van Arvo Pärt. Hij maakte muziek die hij zelf tintinnabular noemt, (Latijn tintinnabuli: kleine klokjes) klanken als het geluid van belletjes. Pärts composities lijken daardoor simpele harmonieën, vaak bestaande uit enkele noten of drieklanken. De kracht van deze componist schuilt in zijn tijdloosheid. De muziek wordt niet anekdotisch, voelt soms filmisch aan, zonder slechts een score te worden. De voorstelling moet een symfonie voor piano, fluit, cello en stem worden over het lot van de outsider. Niet slechts die uit de roman, niet slechts die van honderd jaar geleden, maar alle soorten buitenstaanders die moeilijk hun plek vinden in deze wereld. Die specifieke stem in de samenleving waarover socioloog en filosoof Zygmunt Bauman in zijn werk schrijft als ‘restjesmensen’. Globalisering leidt tot afgedankte levens. Mensen die hun toevlucht zoeken. Wat een recht voor iedereen hoort te zijn. Dat moeten we onder ogen zien als we het willen veranderen. Hoe werkt dat eigenlijk bij jou? Lees je toevallig het boek en zie je meteen het potentieel? Of kwam iemand anders met de suggestie of het idee? In dit geval lag dit boek als uitgangspunt dus al vast. Desondanks was het natuurlijk kijken wat voor mij een aanknopingspunt vormde waarrond een nieuwe voorstelling zou kunnen gemaakt worden. Hoe dat in zijn algemeenheid werkt bij andere voorstellingen: geen idee. Ivo Van Hove (Toneelgroep Amsterdam) noemt het een ‘love affair’. Je wordt verliefd op een tekst/thema/vraag of niet. Kan je de voorstelling kort schetsen? Wat mag het publiek verwachten? Door een oorlog raakt een land versnipperd. Haar bevolking vecht of vlucht, sterft of probeert te overleven. Ook Nameloos. Dat is zijn naam. Nameloos. Zijn naam is wie hij is. Niemand eigenlijk. Hij is een van die vele outsiders in onze wereld. Zij die blijkbaar niet mee tellen. De buitenstaander die zijn plek zoekt in de veranderende maatschappij. Oorlogen rukken families uit elkaar. Mensen raken als scherven verspreid over heelder continenten en zoeken een leven lang naar houvast, een aanknopingspunt. Zo ook Nameloos. En waarom is net hij een outcast en iemand anders niet? Puur toeval. Puur geluk. Of ongeluk, zo je wil. In een tijd waarin we ‘overspoeld’ worden door vluchtelingen, mensen die ‘anders’ zijn dan wij - al is het maar omdat zij ‘van daar’ komen en wij ‘van hier’ zijn, steekt xenofobie snel de kop op. Het zit kennelijk fundamenteel ingebakken in de mens: angst voor het onbekende, de vreemde, die ander. We zijn bang van wie er anders uitziet dan wij. Voor wat te ver van ons af staat, voor wat we niet kennen. Het personage Nameloos wordt een symbool voor alle soorten outsider die we vandaag kennen. Zo’n figuur zijn verhaal laten doen, zijn zoektocht verklanken naar een eigen plek op deze aarde wordt de rode draad van de tekst. In de reeks Van De Schoonheid en De Troost van Wim Kayzer stelt filosoof Roger Scruton dat al te vaak ten onrechte gesteld wordt dat de jeugd een soort Arcadië was waarnaar we de rest van ons leven blijven zoeken. Integendeel, zo stelt hij, zijn jeugd was verre van een Arcadië en als jongeman besefte hij zeer snel dat, wilde hij ooit geluk vinden in dit leven, hij dat enkel zou kunnen bewerkstelligen door eigen enorme moeite, kracht en moed. Een accurate frasering van Nameloos’ zoektocht naar een eigen thuishaven. Ben je al met een nieuw project bezig? Zeker. Op 26 november ‘16 gaat Brief aan mijn Kind in première van Maelstrom. Deze voorstelling toert dit en volgend seizoen. En verder ben ik in volle voorbereiding voor The Lost Boys i.s.m. Evelien Bosmans, Joke Emmers en Matthias Meersman. We willen inzoomen op het conflict tussen het leven van J.M. Barrie (de schrijver van Peter Pan) en zijn werk; de wisselspanning tussen realiteit en fictie/verbeelding. Première midden september 2017 in Het Gevolg. Theater / Muziek Thomas Janssens, Vitaly Pisarenko, Kacper Nowak & Aldo Baerten Woesten Vrijdag 10/02 om 20.30 uur 17 – 14 euro - 19 jaar : 8,5 euro www.aulos.be