GE NE E S K UNDE YOGHURT ZORGT VOOR GEZONDE KINDEREN Ap. Natalie Evrard Tijdens het YINI-symposium (Yogurt in Nutrition Initiative) dat op 2 maart plaatsvond in Amsterdam, stelden enkele wetenschappelijke experts een aantal studies voor over de gezondheidseffecten van yoghurt in het kader van een gezonde en duurzame voeding bij kinderen. YOGHURT EN DE GEZONDHEID VAN KINDEREN eerste maanden nog stabiel blijft, neemt ze vanaf zes maanden sneller toe naarmate het kind in de voorgaande periode regelmatig suiker heeft gekregen. Volgens professor Luis Moreno (Spanje) hebben verschillende studies bevestigd dat het eten van yoghurt bij volwassenen een globale signatuur is van een gezonde voeding en levensstijl op elke leeftijd. Voor kinderen zijn hierover nog weinig gegevens beschikbaar. De resultaten van Amerikaanse en Britse cohortstudies bij kinderen tussen 2 en 18 jaar benadrukken dat het eten van yoghurt wordt geassocieerd met de aanvoer van rijkere voedingsstoffen (calcium, vitamine D, vitamine B2, jodium, fosfor, eiwitten), volle granen en melk. Recente studies (HELENA en IDEFICS) die in verschillende Europese landen werden uitgevoerd, associëren het eten van yoghurt ook met meer lichaamsbeweging en minder sedentaire activiteiten (met name het kijken naar een beeldscherm). Uit de HELENA-studie bleek bij adolescenten een omgekeerd verband tussen het eten van yoghurt en zuivelproducten en cardiovasculaire risicofactoren, vooral overgewicht en in het bijzonder buikvet. Gecontroleerde gerandomiseerde studies zijn nodig om deze resultaten te bevestigen. MEER SUIKER DAN AANBEVOLEN In Europa bedraagt de totale suikerconsumptie 15% à 21% bij volwassenen en 16% à 26% bij kinderen. Voor toegevoegde suikers is het verschil tussen volwassenen en kinderen het grootst: zij vertegenwoordigen 7-11% van de energieaanvoer bij volwassenen en 11-17% bij kinderen. Heel wat Europeanen, vooral kinderen, overschrijden dus de drempel van 10% die is aanbevolen door de WHO. Zoete producten en dranken bevatten meer dan twee derde van de toegevoegde suikers, zuivelproducten slechts 6-18%. In België vertegenwoordigt yoghurt 4% van de totale suikerconsumptie (*). Interessant om te benadrukken is dat producten die het meest bijdragen tot de totale suikeropname weinig mineralen, vitaminen en vezels bevatten. De overheid moet hier dan ook rekening mee houden wanneer ze maatregelen treft om het gehalte aan toegevoegde suikers in voedingsmiddelen te beperken zonder de voedingswaarde te verlagen. Er zijn momenteel echter nog te veel verschillen in de beschikbare studies. Pas als we beschikken over eenduidige gegevens over het totaalgehalte aan suiker en toegevoegde suikers, maar ook over de aanwezigheid van andere voedingsstoffen, kunnen we evalueren welk effect de geplande overheidsmaatregelen zullen hebben op lange termijn. ■ MS11445N DE DRANG NAAR ZOET IS AANGEBOREN Tijdens haar uiteenzetting zei dr. Julie Mennella (VS) dat zuigelingen dol zijn op zoete smaken. Dat brengen ze tot uiting met uitdrukkingen die we interpreteren als tevredenheid, zelfs al voordat ze ooit suiker hebben geproefd en dus de link kunnen leggen tussen ‘zoet’ en ‘energie’. Zuigelingen onderscheiden ook het verschil tussen zoetvermogens (sacharose, glucose, fructose, lactose): als we de producten in eenzelfde concentratie aanbieden, zullen ze kiezen voor de zoetste suikers. “Onze studies hebben bevestigd dat de voorkeur voor zoete aroma’s (en vreemd genoeg ook zuren) bij kinderen en de afkeer van bittere smaken, een reflectie is van de biologische basisbehoeften. Deze voorkeur voor zoete smaken is aangeboren.” De zoete smaak is een van de typische kenmerken van calorierijke voedingsproducten en deze calorieën zijn essentieel voor de groei van het kind. Dat zou verklaren waarom kinderen in de groeistadia een voorkeur hebben voor zoet. Waar de aantrekkingskracht van zoete smaken de Medi-Sfeer 550 13 a p r i l 2 0 17 * In België bestaan er geen gegevens over de consumptie van toegevoegde suikers, alleen over de totale suikerconsumptie (natuurlijke suikers en toegevoegde suikers). Referenties 1. Bel-Serrat S, et al. Pediatric Obesity 2014;9(5):401-2. 2. Dror DK, et al. Nutrient Reviews 2014;72:68-81. 3. A review of total and added sugar intakes and dietary sources in Europe Nutrition Journal 2017;16(1):6. 28