SOORTENKENNIS DEEL 2/3 Toegepaste biologie O41 2015-2016 AMERIKAANSE EIK KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken *De Amerikaanse eik is vrij groot *De bast is enigszins grof *De bast is groen bruin *bladrand is gelobd-gespleten *nervatuur is veernervig Extra foto’s AMERIKAANSE VOGELKERS KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken *bast is gerafeld/gebladerd *nervatuur is veernervig *bladrand is gezaagd *erg veel bessen Extra foto’s BONT ZANDOOGJE KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken *bruin gekleurd *gele vlekjes aan buitenkant van vleugels *spanwijdte 3 tot 4 centimeter Extra foto’s BOSANEMOON KENMERKEN BOSANEMOON Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken 10-25 cm hoog. Heeft 3 bladeren en witte bloemen. Bloemen kunnen ook paars-rood zijn. Extra foto’s DAS KENMERKEN DAS Soortgroep Zoorgdieren Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken leeft in een burcht, dat vele generaties meegaat. vooral 's nachts actief en heeft een omnivoor dieet. de bovenzijde is grijs van kleur, de onderzijde en poten zijn zwart. De kop, haren op de oren en de staartpunt zijn wit. Er lopen twee brede evenwijdige strepen over zijn kop De das komt voornamelijk voor in glooiend landschap, bestaande uit loofbossen, afgewisseld met grasvelden. Extra foto’s BRUIN ZANDOOGJE KENMERKEN BRUIN ZANDOOGJE Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken Voorvleugellengte: 21-28 mm. Bij mannetje: bovenkant van voorvleugel bruin met ongekernde zwarte oogvlek in de vleugelpunt. Bij vrouwtje: bovenkant van voorvleugel een opvallend oranje veld met meestal witgekernde zwarte oogvlek. De bovenkant van de achtervleugel is bruin. Extra foto’s CITROENVLINDER KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken Voorvleugellengte: 27-30 mm. Kleur: citroengeel. Voorvleugel met puntige vleugelpunt. Aan de achtervleugel bevindt zich halverwege de achterrand een duidelijk puntje. Het vrouwtje is bleekgeel of soms bijna wit. De onderkant van de vleugels is groenachtig van kleur. Extra foto’s BOSANEMOON KENMERKEN BOSANEMOON Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken 10-25 cm hoog. Heeft 3 bladeren en witte bloemen. Bloemen kunnen ook paars-rood zijn. Extra foto’s DAS KENMERKEN DAS Soortgroep Zoorgdieren Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken leeft in een burcht, dat vele generaties meegaat. vooral 's nachts actief en heeft een omnivoor dieet. de bovenzijde is grijs van kleur, de onderzijde en poten zijn zwart. De kop, haren op de oren en de staartpunt zijn wit. Er lopen twee brede evenwijdige strepen over zijn kop De das komt voornamelijk voor in glooiend landschap, bestaande uit loofbossen, afgewisseld met grasvelden. Extra foto’s BRUIN ZANDOOGJE KENMERKEN BRUIN ZANDOOGJE Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken Voorvleugellengte: 21-28 mm. Bij mannetje: bovenkant van voorvleugel bruin met ongekernde zwarte oogvlek in de vleugelpunt. Bij vrouwtje: bovenkant van voorvleugel een opvallend oranje veld met meestal witgekernde zwarte oogvlek. De bovenkant van de achtervleugel is bruin. Extra foto’s CITROENVLINDER KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken Voorvleugellengte: 27-30 mm. Kleur: citroengeel. Voorvleugel met puntige vleugelpunt. Aan de achtervleugel bevindt zich halverwege de achterrand een duidelijk puntje. Het vrouwtje is bleekgeel of soms bijna wit. De onderkant van de vleugels is groenachtig van kleur. Extra foto’s EDELHERT HOOFDFOTO KENMERKEN EDELHERT Soortgroep Zoogdieren , evenhoevigen Hoofd-biotoop Bossen in centraal Europa kenmerken ‘s Zomers een roodbruine vacht, ‘s winters grijsbruine vacht Witte buikzijde Mannetjes hebben een gewei, vrouwen gewei Geven de voorkeur aan leven aan de rand van het bos Extra foto’s EEKHOORN KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Zoogdieren, knaagdieren Hoofd-biotoop naaldbossen met gematigd klimaat Uiterlijke kenmerken Voornamelijk rood tot bruin getint, gewoonlijk rood-bruin met witte buikzijde Vacht wordt grijsachtiger in de winter en naarmate de leeftijd. Flinke pluimstaart Kraalogen Extra foto’s KONINGSKAARS KENMERKEN KONINGSKAARS Soortgroep zaadplanten, bedektzadigen, Helmkruidfamilie Hoofd-biotoop Duingebieden Uiterlijke kenmerken 80-200 cm Bladeren en stengel bedekt met wollige beharing Bloemen hebben 5 gele kroonbladeren Bloeit van juli tot de herfst Langwerpige, matig gekartelde bladeren 5 kelkdraden en 5 meeldraden Op duingebieden na, vrij zeldzaam in Nederland Extra foto’s GELE DOVENNETEL KENMERKEN GELE DOVENETEL Soortgroep Zaadplanten, bedektzadigen, lipbloemenfamilie Hoofd-biotoop Bossen met een gematigd klimaat Uiterlijke kenmerken 15-60 cm Gele kroonbladeren Bloeit in mei en juni Langwerpige bladeren met gezaagde kartelrand Groeit op vochtige, beschaduwde plaatsen Extra foto’s “Nachtegaal” KENMERKEN NACHTEGAAL Soortgroep Vogels Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken De bovenzijde is egaal bruin, de stuit en bovenzijde van de staart zijn roodbruin. Bekent voor zijn zang, die meestal ‘s nachts te horen is. Extra foto’s “Moerasrolklaver” KENMERKEN MOERASROLKLAVER Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken De bloem van de moerasrolklaver is geel. De plant wordt 30-100 cm lang De plant komt voor tussen het gras, aan waterkanten en open gekapte plekken op vochtige tot natte grond. Extra foto’s “Noorse Esdoorn” KENMERKEN NOORSE ESDOORN Soortgroep Bomen Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken De noorse esdoorn wordt tot 30 m hoog. De schors is donkergrijs. De bladeren van de noorse esdoorn zijn handvormig samengesteld en veerspletig Extra foto’s “Pimpelmees” KENMERKEN PIMPELMEES Soortgroep Vogels Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken De pimpelmees is gemiddeld 12 cm groot. De pimpelmees leeft in gebieden met veel groen, ze zijn vooral in struikgewas, houtwallen en houtsingels te vinden. De pimpelmees is kleiner dan de koolmees Extra foto’s REE KENMERKEN REE Soortgroep Evenhoevigen Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken • Witte spiegel ( dat is het witte deel onder de staart), een zeer korte staart die nauwelijks zichtbaar is. • Zomervacht zandgele tot roodbruine vacht en wintervacht. • Volwassen dieren hebben geen vlekken. • Het mannetje heeft een eenvoudig gewei. Extra foto’s PISSEBED HOOFDFOTO KENMERKEN PISSEBED Soortgroep Geleedpotige Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken - - Extra foto’s Een pissebed heeft twee uitstekels aan de achterzijde van zijn lijf zitten. Het lijf van de pissebed bestaat uit platen die de pissebed beschermt tegen vijanden. REUZENBALSEMEIN. KENMERKEN REUZENBALSEMEIN Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken - - Extra foto’s De bloemen zijn 2-5 cm groot en kunnen de kleur lila, roze, licht geel of wit hebben. De planten kunnen tot 2,5 m hoog worden. Ze groeien dichtbij water en langs greppels. ROOIEBOS MIER HOOFDFOTO KENMERKEN ROOIEBOS MIER Soortgroep geleedpotigen Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken Hij heeft een zwarte achter kant en een rode lijf. Meeste tijd besteden ze met werken en het voeden van de larve. Ze leven in grote kolonies. Er leven 700000 mieren in een kolonie en kunnen 400 keer hun eigen gewicht tillen. Extra foto’s ROEK HOOFDFOTO KENMERKEN ROEK Soortgroep vogel Hoofd-biotoop Akker weide land Uiterlijke kenmerken Leeft in kolonies. Is ietsjes groter dan een kraai. heeft een zwarte met blauwige metalen glans. Snavel is zwart en iets naar beneden is gebogen. https://www.youtube.com/watch?v=6wXejgDuxow Extra foto’s SPAANSE AAK KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep planten Hoofd-biotoop Heel Europa zuidwest Azie en noord Afrika Uiterlijke kenmerken Het zijn meestal struiken en zelden bomen zijn 10 m breed en 10 tot 12 meter hoog. Het is een traag groeiende soort en kan 300 jaar oud worden. Takken zijn olijf groen tot geelbruin en jonge takken zijn licht behaard. Extra foto’s MEREL KENMERKEN MEREL Soortgroep vogel Hoofd-biotoop Heel Europa Uiterlijke kenmerken Hele lichaam egaal zwart en hebben een oranje spitse snavel. die grote belang heeft in de onderlinge communicatie. Ze wegen 80 tot 110 g Extra foto’s