SOORTENKENNIS DEEL 1 VAN 3 Toegepaste biologie en Milieu en ruimte O41b 2015-2016 GROVE DEN KENMERKEN GROVE DEN Soortgroep Bomen en struiken Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken - Behoort tot de naaldbomen - Wordt 10 – 40 meter groot - Vruchten zijn kegels van 3-6cm hangend aan een twijg - 3-6cm lange naalden, altijd met twee bij elkaar - Grove grijsbruine schors, bovenzijde stam oranjebruin - Groeit in een doorlatende droge grond Extra foto’s HOP KENMERKEN HOP Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken - Behoort tot de roosachtigen. - Wordt 1 tot 4,5m groot - Bloeit van juli – september - De bloemen zijn groen/geel - De bladstand is tegenoverstaand, de bladvorm is handvormig ingesneden, de bladrand is gezaagd - De bladeren zijn meestal drielobbig of soms vijflobbig. - De hopbellen zijn uitgegroeide vrouwelijke katjesachtige bloeiwijzen die in de zomer aan de hop hangen Extra foto’s HONDSROOS KENMERKEN HONDSROOS Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken - Behoort tot de roosachtigen, wordt 1 tot 3 meter hoog - De bladeren en takken zijn groen en soms roodachtig aangelopen, de stekels zijn haakvormig gebogen - De hondsroos bloeit in juni en juli met 4-6 cm grote, witte of roze bloemen. De kroonbladen zijn veel langer dan de kelkbladen. - De vrucht is een ovale, rood-oranje, 1,5-2 cm grote rozenbottel. Extra foto’s “KLEIN SPRINGZAAD” KENMERKEN KLEIN SPRINGZAAD Soortgroep planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken 30-60 cm hoog Groeit in vochtige gebieden Zaden springen wel 3m ver weg Bloem is bleekgeel en ong. 1 cm lang en trechtervormig Bladrand is gezaagd en het blad is veernervig Bloeit van juni t/m oktober Extra foto’s “HEGGENRANK” KENMERKEN HEGGENRANK Soortgroep Planten (Cucurbitaceae) Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Klimt op andere planten en dingen tot ongeveer 4 meter. Bladeren zijn hartvormig De plant heeft kleine witgele bloemetjes De zaden zitten in rode bessen die ook giftig zijn voor ons. Extra foto’s “EUROPESE LORK” KENMERKEN EUROPESE LORK Soortgroep Planten( naaktzadigen) Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken De naalden van de lork zitten met 20-30 bij elkaar en vallen ook uit in de herfst Een volwassen boom worden ongeveer 40 meter hoog Hij komt voor in bergachtige gebieden in Europa Extra foto’s “HULST” KENMERKEN HULST Soortgroep planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Hulst is een vetplant met getande bladeren. Blijft altijd groen en de bladeren vallen niet af in hersft Hulst kan tot ongeveer 10 meter hoog en 100 jaar oud worden. Ook kan de planten goed tegen zure grond De hulst wordt door insecten bestoven. De bessen zijn voor ons giftig mar voor veel vogels niet. Extra foto’s hazelaar KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Bomen en struiken Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken De bladeren zijn enkelvoudig en veernervig. De hazelaar heeft hazelnootjes, die ook gebruikt worden voor de verspreiding. Mannelijke bloemen zitten in katjes, vrouwlijke bloemen zitten met 3 tot 4 stuks in een klein knopje bij elkaar. Extra foto’s Mannelijke Vrouwelijke Haagbeuk” HAAGBEUK Soortgroep Bomen en Struiken Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Dubbelgezaagd bladrand en een Veernervige vernatuur. De mannelijke en Vrouwelijke bloem zitten op één plant, Het stuifmeel wordt door de wind versprijdt. Extra foto’s HEERMOES HEERMOES Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken De plant verspreid door middel van sporen. Zijtakken staan als kransen rond de stengel. Deze plant kan makkelijker leven op extreme gebieden dan andere planten. Extra foto’s Spoor Stengel “FIJNSPAR (KERSTBOOM)” KENMERKEN FIJNSPAR Soortgroep Bomen Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken De twijgen zijn roodachtig of oranjebruin Knoppen glad, bruin en gepunt. Donkergroene naalden. Extra foto’s “GEWONE ENGELWORTEL” KENMERKEN GEWONE ENGELWORTEL Soortgroep Planten Hoofd-biotoop In bermen en langs water. Vochtige grond Uiterlijke kenmerken De stengels zijn hol en gestreept. De kleur van de stengels is rood/purper. De blaadjes zijn ei- tot lancetvormig en getand. Extra foto’s “GELDERSE ROOS” KENMERKEN GELDERSE ROOS Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Tuinen en gekweekt Uiterlijke kenmerken • • • • Extra foto’s Plant wordt tot 3 meter hoog. Van nature uit benelux Bloemen komen in platte tuilen voor. Rode bessen als vrucht “HOUTDUIF” HOOFDFOTO KENMERKEN HOUTDUIF Soortgroep Dieren Hoofd-biotoop Bossen en in stad. Vaak bij water en-of vochtige gronden. Uiterlijke kenmerken • Witte en blauwe vlek in de nek. • Bruine borst • Witte iris en zwarte pupil. In tegenstelling tot de Turkse tortel • Klik hier voor vogelgeluid Extra foto’s GROTE BRANDNETEL KENMERKEN GROTE BRANDNETEL Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken De gehele plant is bedekt met brandharen. Grote brandnetel is een belangrijke voedselplant voor rupsen van diverse vlinders. Het is een stikstof indicator. Bladrand: gezaagd Nervatuur: veernervig Extra foto’s KOEKOEK KENMERKEN KOEKOEK Soortgroep Vogels Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Mannetjes hebben een effen blauwgrijze borst, kop en bovenzijde. Van het vrouwtje zijn er twee varianten van het kleed, een grijze en een bruine. De koekoek heeft zeer korten poten waardoor het net lijkt alsof hij met zijn buik op de tak zit. Geluid van de koekoek Extra foto’s GROENE SPECHT KENMERKEN GROENE SPECHT Soortgroep vogels Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken De groene specht heeft een rode kruin en een zwart masker. Mannetjes hebben een rode vlek onder het oog en vrouwtjes hebben een zwarte vlek onder het oog. Onvolwassen groene spechten zijn gevlekt over het hele lichaam. Geluid van groene specht. Extra foto’s “ADELAARS VAREN” HOOFDFOTO KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop De adelaarsvaren wordt voornamelijk aangetroffen in bossen op zandgrond, maar de soort groeit ook op open plekken, waaronder in Nederland. De adelaarsvaren houdt niet van heel vochtige grond en kalk. Op onbeschutte plaatsen is er een kans dat de plant schade oploopt als gevolg van kou (bijvoorbeeld een koude wind of nachtvorst). Uiterlijke kenmerken De adelaarsvaren is een forse plant die zich vooral vermeerdert door middel van een dikke, zwarte en kruipende wortelstok. Op deze wijze kan de adelaarsvaren op sommige plaatsen soms een moeilijk te bestrijden onkruid zijn. Extra foto’s “AKKERKOOL” HOOFDFOTO KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep planten Hoofd-biotoop Akkerkool groeit op zowel bebouwde als onbebouwde grond, bijvoorbeeld langs wegen, dijken, in bossen en tegen muren. Uiterlijke kenmerken Er zijn uitsluitend lintbloemen, die geel van kleur zijn. Het hoofdje heeft een doorsnede van 1,5-2 cm. Er bevinden zich smalle omwindselblaadjes om de bloem, die lijnvormig en stomp zijn. Extra foto’s AMERIKAANS KRENTENBOOMPJE HOOFDFOTO: KENMERKEN BLAASILENE Soortgroep Planten Hoofd-biotoop De soort komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, maar komt daar nu niet meer voor en wordt sinds de 19e eeuw in Nederland aangeplant Uiterlijke kenmerken Het Amerikaans krentenboompje heeft 3-7 cm lange bladeren, die bij het uitlopen bruinachtig rood en van onderen dan nog behaard zijn. In de herfst hebben de bladeren een geelachtige herfstkleur.De knoppen zijn groenbruin, spits en verspringend en lijken enigszins op die van een beuk.De twijg is bruingrijs, ruw en kronkelend. Extra foto’s gaai HOOFDFOTO KENMERKEN BREM Soortgroep dieren Hoofd-biotoop Deze vogel komt voor in het cultuurland en de bossen. Hij is over heel Europa verspreid met uitzondering van het hoge noorden. In nieuwbouwwijken zie je in eerste instantie vaak de ekster, naarmate de bomen en struiken in het openbaar groen en in tuinen groter worden, wordt deze langzaamaan verdrongen door de gaai. Uiterlijke kenmerken Het veren kleed is grijsbruin van kleur, Het is gezicht is lichter van kleur. Er is duidelijk en zichtbare zwart snorstreep aanwezig Extra foto’s