Iedereen taalcompetent!

advertisement
Algemeen Secretariaat Nederlandse Taalunie
Visietekst
Iedereen
taalcompetent!
Visie op de rol, de positie en de
inhoud van het onderwijs Nederlands
in de 21ste eeuw
www.taalunie.org
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
Iedereen
taalcompetent!
Visie op de rol, de positie en de
inhoud van het onderwijs Nederlands
in de 21ste eeuw
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
Inhoud
Inleiding
1
2
3
4
5
7
Naar een complexe, superdiverse en meertalige samenleving: ontwikkelingen in de
21ste eeuw
De rol en positie van taal en het Nederlands in de 21ste eeuw
9
11
2.1
Taal als bindmiddel
11
2.2
Taal als instrument voor deelname aan de 21ste-eeuwse samenleving
11
2.3
Het Nederlands als instrument voor deelname aan de Nederlandse en Vlaamse samenleving
12
2.4
Het Nederlands en andere talen
12
Onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw: werken aan taalcompetentie
13
3.1
Taalcompetentie
13
3.2
Taalcompetentie, taalbeleid en het schoolvak Nederlands
14
3.3
Basis en verdieping
15
3.4
Het onderwijs Nederlands vandaag
15
Kernthema’s en -inhouden van onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw
17
4.1
Taalcompetentie en identiteit
17
4.2
Taalcompetentie en communicatie
18
4.3
Taalcompetentie en informatie
20
4.4
Taalcompetentie en cultuur
21
Implicaties van de visie
23
Referenties
27
Begeleiding en advies
30
Colofon
31
3
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
Inleiding
Om volwaardig deel te kunnen nemen aan de Vlaamse
Nadruk in deze visietekst ligt grotendeels op
en Nederlandse samenleving van vandaag en morgen is
doelstellingen en op wat in het onderwijs Nederlands
een goede beheersing van het Nederlands van cruciaal
aan bod zou moeten komen, eerder dan op hoe dat zou
belang. Ook in de 21 eeuw, waarin de talige diversiteit
moeten gebeuren. We zijn er immers van overtuigd dat
in onze samenleving groter is dan ooit tevoren, vormt
gesprekken over het hoe pas ten gronde kunnen worden
het Nederlands immers een belangrijk fundament. Dat
gevoerd als voldoende duidelijkheid bestaat over de
maakt dat voor het onderwijs in de 21 eeuw een
doelen die we met het onderwijs Nederlands in de 21ste
cruciale taak blijft weggelegd in het ondersteunen van
eeuw willen bereiken en over de leerinhouden die
alle kinderen en jongeren bij de ontwikkeling van talige
daarmee samengaan.
ste
ste
competenties, in eerste instantie in het Nederlands. In
het kerncurriculum voor de 21ste eeuw dient dan ook
De visietekst is opgebouwd uit 5 paragrafen. In de
ontegensprekelijk ruimte te zijn voor duurzaam
eerste paragraaf worden enkele ontwikkelingen
onderwijs in de Nederlands taal.
besproken die hebben bijgedragen aan het complexe,
superdiverse en meertalige karakter van de 21ste-eeuwse
Deze tekst drukt de visie uit van het Algemeen
samenleving (en dat nog steeds doen). In de tweede
Secretariaat van de Taalunie over waar duurzaam
paragraaf wordt stilgestaan bij de rol en positie van taal
onderwijs Nederlands zich in het leerplichtonderwijs op
en het Nederlands in de 21ste eeuw. De derde paragraaf
zou moeten richten. Het doel van deze visietekst is
zoomt in op het onderwijs Nederlands: op waar
tweeërlei. Ten eerste wil de tekst een samenhangend en
eigentijds onderwijs Nederlands volgens ons op zou
overkoepelend kader bieden waarbinnen (toekomstige)
moeten inzetten, op de rol en positie van een apart vak
adviezen van het Algemeen Secretariaat over
Nederlands daarbinnen, op het belang van een
(deelaspecten van) onderwijs Nederlands en taalbeleid
basisaanbod voor elke leerling en de mogelijkheid tot
in het leerplichtonderwijs gepositioneerd kunnen
verdieping, enz. De vierde paragraaf handelt over de
worden. Ten tweede wil de tekst een bron van inspiratie
kernthema’s en kerninhouden die volgens ons in het
zijn voor eenieder die betrokken is bij de vernieuwing
onderwijs Nederlands van de 21ste eeuw centraal zouden
van het curriculum voor Nederlands in Vlaanderen en
moeten staan. In de vijfde paragraaf bespreken we een
Nederland: beleidsmakers, onderwijsondersteuners ,
aantal implicaties van onze visie voor beleid en praktijk
lerarenopleiders, onderwijsonderzoekers, leraren, enz.
en voor de inrichting van het onderwijs Nederlands van
1
vandaag en morgen.
Met ‘onderwijsondersteuners’ bedoelen we voor Vlaanderen de
pedagogisch begeleiders en voor Nederland de onderwijsadviseurs.
1
7
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
Deze tekst kwam tot stand in opdracht van het Comité
van Ministers van de Taalunie en sluit aan bij Vaart met
Taalvaardigheid (2015), een adviesrapport van de Raad
voor de Nederlandse Taal en Letteren over (het belang
van) taalvaardigheid van studenten in het hoger
onderwijs. Met de tekst wordt een verbreding gemaakt
naar het leerplichtonderwijs.
8
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
1 Naar een complexe, superdiverse
en meertalige samenleving:
ontwikkelingen in de 21ste eeuw
De wereld is volop in beweging en de impact daarvan is
het maakt het ook tot een lingua franca in onze
zichtbaar en voelbaar in onze samenleving. In amper
meertalige samenleving.
een paar decennia tijd heeft deze zich ontwikkeld van
een analoge, vrij homogene, geordende samenleving
2
Digitalisering – Digitalisering en digitale
naar een samenleving die zich kenmerkt door snelheid
informatietechnologie dringen steeds sneller en
en superdiversiteit, hoogtechnologisch is en waarin
steeds dieper door in onze samenleving. Als gevolg
verandering de enige constante lijkt. Naar een complexe
daarvan ontstaan nieuwe communicatieplatformen
samenleving, dus, die ons veel biedt, maar ons ook voor
– waaronder sociale media – die het mogelijk maken
grote uitdagingen stelt en die bovendien taliger is dan
dat we altijd en overal (in netwerken) met elkaar
ooit. Drie factoren drijven deze ontwikkelingen sterk
verbonden zijn en kunnen communiceren. Dat
aan:
maakt dat we vandaag ook meer communiceren dan
ooit. We doen dat op heel diverse en creatieve
1
Migratie – Als gevolg van globalisering en onder
manieren: met geschreven tekst (bv. sms,
invloed van schaarste, klimaatverandering en
WhatsAppberichten, blogteksten), met beelden (bv.
conflicten, is wereldwijd sprake van grote
Instagram, Snapchat, fotoblogs), met een
migratiestromen. Ook Vlaanderen en Nederland
combinatie van tekst, beeld en geluid (bv. Facebook,
krijgen te maken met een toenemend aantal
YouTube), enz. Deze nieuwe vormen van
nieuwkomers, afkomstig van overal ter wereld.
communiceren doen ook nieuwe teksttypes
Vlaanderen telt meer dan een half miljoen mensen
ontstaan met eigen conventies (bv. tweets).
met een migratieachtergrond (Vlaamse Regering
Onder invloed van nieuwe en digitale media
2015); Nederland ruim 3,5 miljoen (Centraal Bureau
vervagen bovendien de grenzen tussen mondelinge
voor Statistiek 2016). Migratie maakt de
en schriftelijke communicatie. Een
samenleving diverser, multicultureler, maar ook
WhatsAppbericht, bijvoorbeeld, is een hybride vorm
taliger, en dan met name ‘meertaliger’. In
van mondeling en schriftelijk communiceren: het
Vlaanderen worden 123 verschillende thuistalen
wordt (digitaal) geschreven, maar heeft tegelijk
gesproken (Huis van het Nederlands Antwerpen
zowat alle kenmerken van mondelinge
2013); in Nederland ongeveer 110. Migratie heeft
communicatie: het is kort, bestaat uit onvolledige
ook impact op de positionering van het Nederlands
zinnen, is doorspekt met regiolect/dialect, enz. Net
in onze samenleving. Met het oog op communicatie
zoals migratie, maakt ook digitalisering onze
en integratie leert een groot deel van de mensen
samenleving dus (meer)taliger, en door de veelheid
met een andere thuistaal het Nederlands als tweede
aan nieuwe teksttypen en de verschillende
taal. Het Nederlands wordt daarmee niet alleen
conventies die ermee samengaan, ook complexer.
bevestigd als formele en dominante omgangstaal,
9
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
3
Van een kennissamenleving naar een lerende
samenleving – Sinds het begin van de 21ste eeuw
ontwikkelt onze samenleving zich geleidelijk aan
van een kennissamenleving naar een lerende
samenleving. Waar in een kennissamenleving vooral
wordt ingezet op kennisproductie/toptalent, ligt de
nadruk in een lerende samenleving veeleer (a) op
het creëren van kansen waardoor de kennis die
wordt ontwikkeld door zoveel mogelijk mensen
optimaal kan worden gebruikt, (b) op het
ontwikkelen van vaardigheden om te leren van
anderen en om zinvol met nieuwe kennis om te
gaan en (c) op het aanreiken van competenties die
mensen in staat stellen tot levenslang leren. Dat zijn
één voor één aspecten die een groot beroep doen
op taal.
De bovengenoemde factoren maken onze samenleving
dus niet alleen diverser en complexer, maar ook
(meer)taliger. Daardoor neemt het belang van talige
competenties om te kunnen functioneren in de
samenleving ook alleen maar toe. In de volgende
paragraaf gaan we daar dieper op in.
10
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
2 De rol en positie van taal en het
Nederlands in de 21ste eeuw
2.1
Taal als bindmiddel
en solidariteit in onze samenleving in toenemende mate
Het complexe en diverse karakter van onze samenleving
onder druk komen te staan, is die verbindende rol van
biedt tal van kansen, maar stelt ons ook voor grote
taal belangrijker dan ooit. In Vlaanderen en Nederland
uitdagingen, vandaag en in de (nabije) toekomst. Als
is die verbindende rol in de eerste plaats weggelegd
gevolg daarvan dreigen immers nieuwe vormen van
voor het Nederlands (zie ook 2.3).
ongelijkheid te ontstaan die voor nieuwe breuklijnen in
de samenleving kunnen zorgen. In een recent rapport
2.2
wijst het Sociaal en Cultureel Planbureau (2016) op de
groeiende vaardigheidskloof in onze samenleving. Het
Taal als instrument voor
deelname aan de 21ste-eeuwse
samenleving
Planbureau waarschuwt ervoor dat als deze kloof de
De afgelopen jaren zijn verschillende initiatieven
komende jaren groter wordt, een nieuwe, belangrijke
genomen om de kennis, vaardigheden en attitudes –
breuklijn zal ontstaan tussen enerzijds zij die de
oftewel: de competenties – te beschrijven die het
vaardigheden hebben om mee te draaien en anderzijds
mogelijk maken om volwaardig deel te nemen aan de
zij voor wie het allemaal te veel wordt. Een breuklijn die
21ste-eeuwse samenleving (zie o.a. Europees Parlement
de samenleving dus niet langer verdeelt in zogenaamde
2006; Cisco 2008; OECD 2015a; SLO/Kennisnet 2016)2.
haves en have-nots, maar in cans en cannots. Die
Dat leverde een uitgebreide set aan competenties op,
overigens ook moeilijk te beslechten is, aangezien enkel
zoals ‘bewust kunnen omgaan met verandering’,
wie over de nodige vaardigheden beschikt nieuwe
‘complexe informatie kunnen verwerken’, ‘in staat zijn
kansen zal krijgen. Dergelijke ontwikkelingen zorgen
tot kritisch en probleemoplossend denken’, ‘zelfstandig
ervoor dat de sociale cohesie in de samenleving verder
beslissingen kunnen nemen’, ‘creatief met elkaar
onder druk komt te staan.
kunnen samenwerken’, ‘kunnen communiceren in
diverse, al dan niet digitale, contexten’, ‘kunnen omgaan
Als we dat een halt willen toeroepen, is het belangrijk
met nieuwe media en technologie’, enz.
dat vandaag structurele maatregelen worden genomen
om de sociale cohesie te bestendigen, zelfs te
Wat opvalt, is dat al die competenties in grote mate een
bevorderen. Taal heeft daarin een cruciale rol: het is een
beroep doen op taal. Zo moet wie complexe informatie
krachtig bindmiddel dat communicatie mogelijk maakt,
wil verwerken, bronnen kunnen raadplegen. Dat vraagt
wederzijds begrip kan doen ontstaan, sociale
onder andere om een sterk ontwikkelde lees- en
samenhang kan verstevigen, enz. Taal verbindt mensen
luistervaardigheid. Een taalgebruiker die tot zinvolle
en maakt van de omgeving waarin we leven een
samenleving. In een tijd waarin sprake is van een sterke
toename van individualisering en waarin de samenhang
Met ‘volwaardig deelnemen aan de samenleving wordt bedoeld:
(a) kunnen deelnemen aan en functioneren in de samenleving en
op de arbeidsmarkt; (b) toegang hebben tot alle instrumenten die
het mogelijk maken om jezelf blijvend te ontwikkelen en
ontplooien.
2
11
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
communicatie wil komen, moet goed kunnen lezen en
lingua franca: het is de gemeenschappelijke taal van alle
luisteren en moet zich schriftelijk en mondeling goed
leerlingen, ongeacht hun thuistaal, en het stelt hen in
kunnen uitdrukken. Daarnaast moet hij zich ervan
staat om, ondanks eventuele andere talige
bewust zijn dat woorden meerdere betekenissen
achtergronden, met elkaar te communiceren. In
kunnen hebben. Hij moet tevens de gepaste
Vlaanderen en Nederland biedt het Nederlands dan ook
registerkeuze kunnen maken en creatief kunnen zijn
de beste kansen voor deelname aan de samenleving,
met taal. Ook omgaan met nieuwe media en met
voor schools succes en voor welbevinden in het
nieuwe technologieën doen een groot appel op talige
onderwijs.
competenties: tweeten en sms’en vereisen onder meer
Het Nederlands en andere talen
de vaardigheid om beknopt en creatief te schrijven, de
2.4
automatische stembediening van een smartphone
Dit neemt echter de wenselijkheid niet weg om onze
vraagt om het formuleren van duidelijke instructies,
jongeren daarnaast ook te motiveren voor het
enz.
verwerven van talige competenties in andere talen dan
het Nederlands. Zoals hoger beschreven, is onze
2.3
Het Nederlands als instrument
voor deelname aan de
Nederlandse en Vlaamse
samenleving
samenleving een meertalige samenleving, waarin het
Nederlands weliswaar een dominante positie heeft,
maar waarin ook andere talen een rol spelen. Het ligt
dan ook voor de hand dat ons onderwijs kinderen en
Taal geeft dus niet alleen vorm aan de samenleving, het
jongeren kansen moet bieden om zich ook in die talen
is ook een van de belangrijkste instrumenten om er
te bekwamen. Sterk onderwijs in moderne vreemde
volwaardig aan deel te kunnen nemen. Als we onze
talen biedt daartoe goede garanties. Maar ook
kinderen en jongeren op volwaardige deelname willen
onderwijs, waarbij een deel van de vakken in een andere
voorbereiden, dan moeten we aan hen ook maximaal
taal dan het Nederlands wordt onderwezen, kan daartoe
kansen geven om talige competenties te ontwikkelen.
bijdragen3. Bovendien kan sterk onderwijs in een andere
Voor Vlaanderen en Nederland gaat het dan in eerste
taal dan het in Nederlands het onderwijs Nederlands
instantie om talige competenties in het Nederlands. In
versterken: het verwerven van talige kennis en
Vlaanderen en Nederland is het Nederlands immers niet
vaardigheden van/in een andere taal heeft immers ook
alleen de officiële taal, het is ook de dominante
vaak een versterkend effect op talige kennis en
omgangstaal, zowel in formele als in informele situaties
vaardigheden in het Nederlands.
(Butler 2014; Nederlandse Taalunie 2016a; Steunpunt
Daarnaast vinden we het belangrijk dat scholen een
Taalwetwijzer 2016).
meertaligheidsbeleid kunnen voeren, waarbij de nadruk
niet alleen ligt op het inrichten van vakken in een
Ook in het onderwijs in Vlaanderen en Nederland is
andere taal dan het Nederlands, maar ook op
voor het Nederlands een belangrijke rol weggelegd. Het
talensensibilisering en op een positieve houding
Nederlands is immers niet alleen de instructietaal
tegenover alle (thuis)talen en taalvariëteiten.
(Departement Onderwijs en Vorming 2013;
Nederlandse Taalunie 2016b), tijdens informele
onderwijsmomenten (bv. op het schoolplein of op de
speelplaats) vervult het Nederlands ook de rol van
In Nederland kiezen steeds meer basisscholen en scholen voor
voortgezet onderwijs ervoor om een deel van de lessen in het
Engels, soms ook in het Frans, het Duits en/of het Spaans aan te
bieden (de Gier 2015; EP Nuffic 2016). In Vlaanderen heeft een
stijgend aantal scholen een aanbod voor CLIL, oftewel Content
Language Integrated Learning, een vorm van meertalig onderwijs,
waarbij niet-taalvakken in het Frans, het Engels of het Duits
worden onderwezen.
3
12
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
3 Onderwijs Nederlands in de 21ste
eeuw: werken aan
taalcompetentie
In de vorige paragrafen stonden we stil bij het talige
Taalcompetentie is het geheel aan talige kennis,
karakter van de 21ste-eeuwse samenleving en betoogden
vaardigheden en attitudes dat nodig is om
we dat goed talig functioneren in het Nederlands een
geschreven, gesproken en multimodale teksten te
belangrijke voorwaarde is om in Vlaanderen en
begrijpen, te evalueren en te gebruiken zodat:
Nederland succesvol deel te kunnen nemen aan de
(a) volwaardige deelname aan de samenleving
samenleving. Een dergelijk betoog is niet vrijblijvend:
mogelijk wordt;
het maakt het onderwijs Nederlands belangrijker dan
(b) de eigen doelen gerealiseerd kunnen worden;
ooit, aangezien met name daar de basis wordt gelegd
(c) de eigen kennis en mogelijkheden levenslang en
voor talig functioneren in het Nederlands. Een vraag die
duurzaam kunnen worden ontwikkeld.
zich daarbij opdringt, is waar het onderwijs Nederlands
dan op moet inzetten, wil het aansluiten bij en
‘Kennis’ verwijst daarbij naar wat iemand bewust en
voorbereiden op de uitdagingen die de 21 -eeuwse
onbewust weet over allerlei aspecten van taal,
samenleving aan ons stelt. In deze paragraaf gaan we
taalgebruik en taalsysteem. Dit valt uiteen in vier
daar dieper op in.
componenten (Graham e.a. 2016): kennis van taal (bv.
ste
spelling, relatie klank-letter, register en
Taalcompetentie
3.1
tekststructuren), domeinkennis (bv. kennis over de
Voorop in het onderwijs Nederlands in de 21 eeuw
inhoud van een tekst), kennis van procedures (bv. weten
staat, wat ons betreft, werken aan de ontwikkeling van
welke strategieën bij welke vaardigheid horen) en
taalcompetentie4. We kiezen voor het begrip
metacognitie (bv. weten welke strategieën bij welke
‘taalcompetentie’, omdat het kernachtig verbindt waar
tekstsoort en welk teksttype ingezet kunnen worden).
ste
het in het onderwijs Nederlands in de 21 eeuw
‘Vaardigheden’ vatten het kunnen uitvoeren van talige
volgens ons primair om moet gaan: in authentieke
handelingen, bijvoorbeeld een brief kunnen schrijven
situaties doelgericht leren omgaan met (functionele)
(schrijfvaardigheid), een tekst begrijpend kunnen lezen
taal en daarvoor de nodige kennis, vaardigheden en
(leesvaardigheid), een gesprek kunnen voeren
attitudes ontwikkelen.
(spreekvaardigheid), een audioboek kunnen beluisteren
ste
5
(luistervaardigheid).
Gezien de focus op onderwijs Nederlands in deze tekst, gaat het,
wanneer we het over ‘taalcompetentie’ hebben, expliciet om
‘taalcompetentie in het Nederlands’, tenzij anders vermeld.
5
Taal bedoelen we hier heel ruim. Het gaat om elke vorm van taal
die is ingebed in een context: gesproken taal, geschreven taal,
beeldtaal, enz.
4
13
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
‘Attitude’ refereert aan de houding van de taalgebruiker
kinderen te ondersteunen bij hun taalontwikkeling en
ten aanzien van het Nederlands en van de eigen
bij het verwerven van de basiskennis, de
taalcompetentie. Attitude gaat dus bijvoorbeeld om
basisvaardigheden en de basisattitudes om tot
vertrouwen hebben in de eigen taalcompetentie, om
taalcompetentie te komen. Voor het
spreekdurf tonen, om de wil hebben om de eigen
secundair/voortgezet onderwijs betekent dat dat elke
taalcompetentie blijvend te ontwikkelen, om plezier
leraar, in elk vak, zijn of haar steentje moet bijdragen
hebben in taal, enz.
aan de ontwikkeling van taalcompetentie en aan het
Van belang bij taalcompetentie is de onderlinge
uitbouwen van een sterk taalbeleid.
samenhang, het samenspel tussen talige kennis,
Een vraag die daarbij rijst, is wat dat betekent voor de
vaardigheden en attitudes. Ook in reëel taalgebruik is
positie en de legitimiteit van een apart vak Nederlands.
die samenhang sterk aanwezig. Met name daarom
Want als in alle vakken wordt ingezet op
vinden we het belangrijk dat talige kennis, vaardigheden
taalontwikkeling Nederlands en in elk vak aandacht is
en attitudes ook in het onderwijs zoveel mogelijk in
voor taalcompetentie, is een apart vak Nederlands dan
samenhang worden bekeken.
nog nodig? Wij menen van wel. Zoals aangegeven, gaat
taalcompetentie immers niet alleen over
Werken aan de ontwikkeling van taalcompetentie
taalvaardigheid en over het toepassen van talige kennis,
begint liefst zo vroeg mogelijk (en zeker vanaf het
maar ook over het verwerven van meta-cognitieve
kleuteronderwijs/groep 1 en 2) en houdt in principe
kennis over taal, over het ontwikkelen van een
nooit op. De ontwikkeling van taalcompetentie is
begrippenapparaat om over taal te kunnen praten en
immers een lang, geleidelijk en complex proces waarbij
over het werken aan een talig bewustzijn. Het gaat dus
het verwerven en verdiepen van talige kennis,
om meer dan om het leren van/in taal; het gaat ook om
vaardigheden en attitudes voortdurend op elkaar
leren over taal. Dat vraagt tijd en focus. Een apart vak
inspelen en elkaar ook versterken. De ontwikkeling van
biedt daartoe de beste garanties. Daarnaast is het
taalcompetentie kan dan ook beschouwd worden als
belangrijk dat in het onderwijs ‘een plek’ wordt
een spiraalvormige ontwikkeling: in elke fase van de
gecreëerd die toelaat om in te zoomen op specifieke
ontwikkeling is sprake van een combinatie van
doelen en leerinhouden, bijvoorbeeld op strategieën
verwerving van nieuwe talige kennis, vaardigheden en
(schrijfstrategieën, leesstrategieën, luisterstrategieën),
attitudes en van verdieping van bestaande kennis,
op literatuur, op de betekenisverbreding van woorden,
vaardigheden en attitudes. Dat neemt niet weg dat in
enz. Die mogelijkheid tot inzoomen is het krachtigst als
de eerste fases van de ontwikkeling de nadruk vooral
die kan plaatsvinden in een apart vak (het vak
ligt op verwerving en in latere fases op verfijning en
Nederlands). Dat vak kan overigens het best
verdieping. Vertaald naar onderwijsniveaus zouden we
vormgegeven door een expert: een gekwalificeerde
kunnen stellen dat de eerste fases (nadruk op
leraar Nederlands. Van experts in andere vakken kan
verwerving) grosso modo samenvallen met het
immers niet verwacht worden dat ze alle kennis en
basisonderwijs en de latere fases (nadruk op verfijning
expertise in huis hebben om specifieke leerdoelen en
en verdieping) met secundair/voortgezet onderwijs.
leerinhouden zoals schrijfstrategieën of
taalbeschouwing aan te brengen, laat staan dat ze
3.2
Taalcompetentie, taalbeleid en het
schoolvak Nederlands
daarvoor voldoende tijd kunnen nemen binnen het
bestek van hun eigen vak.
Werken aan de ontwikkeling van taalcompetentie is een
opdracht voor de hele school. Voor het basisonderwijs
We pleiten dus voor maximale integratie van leerdoelen
betekent dat dat, naast de specifieke aandacht voor
die leiden tot taalontwikkeling en taalcompetentie. Dat
Nederlands in de lessen taal, op elk moment van de dag
vraagt om een stevig taalbeleid op elke school, naast
alle mogelijke kansen benut moeten worden om
om een ontwikkelingsdomein taal voor het
14
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
3.4
basisonderwijs en een kernvak Nederlands voor het
secundair/voortgezet onderwijs. Een kernvak dat zich
Het onderwijs Nederlands
vandaag
niet opsluit binnen de eigen muren, maar te midden van
We gaan dus uit van een sterk, aantrekkelijk, eigentijds
de samenleving staat en inzoomt op wat nodig is om in
en effectief onderwijs Nederlands, met daarbinnen een
authentieke situaties tot taalcompetentie te komen; dat
centrale rol voor een vak Nederlands. Maar zover zijn
te midden van de andere vakken staat en inspeelt op
we nog niet. Uit bevragingen en gesprekken met
reële taalbehoeften in die vakken.
jongeren blijkt dat het onderwijs Nederlands zoals we
dat vandaag kennen anders en beter kan. Dat geldt in
3.3
Basis en verdieping
het bijzonder voor het vak Nederlands. Bijna
Om in te kunnen spelen op de uitdagingen die de 21 -
systematisch valt het vak buiten de top 10 van favoriete
eeuwse samenleving aan ons stelt en tegelijkertijd
schoolvakken van jongeren (dat geldt met name voor
invulling te kunnen geven aan individuele leerbehoeften
jongens; meisjes blijken enthousiaster over het vak
en persoonlijke ambities van leerlingen is een onderwijs
Nederlands). Bovendien blijkt één op de drie jongeren
Nederlands nodig dat een basisaanbod combineert met
de leerinhouden Nederlands weinig tot niet interessant
maatwerk en verdieping. Het basisaanbod garandeert
te vinden en de relevantie ervan niet, of in elk geval
het minimum aan talige kennis, vaardigheden en
onvoldoende, te ervaren (zie o.a. van der Velden 2012;
attitudes dat élke leerling, ongeacht opleiding of
Qompas 2013; Redactie NRC 2016). Veel jongeren
studierichting, nodig heeft om (a) volwaardig deel te
verlaten bovendien het leerplichtonderwijs met een
kunnen nemen aan de samenleving en (b) de totale
lage mate van leesplezier en zonder echt de
persoon te kunnen ontplooien. Het verdiepende aanbod
meerwaarde van of het plezier in taal te hebben
is een aanbod-op-maat, en speelt in op de (persoonlijke)
ervaren. Een gevolg daarvan is dat ze na hun schoolse
doelen die iemand wil kunnen realiseren en op de
carrière nog moeilijk te enthousiasmeren zijn om verder
kennis en mogelijkheden die hij of zij wil ontwikkelen. In
te werken aan de ontwikkeling van hun talige kennis en
dat verdiepende aanbod kan bijvoorbeeld extra nadruk
vaardigheden, om te genieten van allerlei talige en
liggen op taal in functie van een specifiek beroep, van
culturele uitingen en om erop te reflecteren. Dat is
een specifieke opleiding of studierichting of van een
nochtans van belang om blijvend te kunnen
vervolgstudie.
functioneren in en participeren aan onze talige
ste
samenleving.
Leerbehoeften en ambities zijn in principe voor
iedereen anders. Om daar maximaal op in te kunnen
Minstens even zorgwekkend is dat vandaag bijna 12%
spelen, zal het onderwijs Nederlands een verregaand
van de mensen die in Nederland het leerplichtonderwijs
engagement moeten aangaan op het vlak van
verlaat onvoldoende taalvaardig blijkt te zijn om te
differentiatie, naast een belangrijke
kunnen functioneren in de samenleving (Buisman &
inspanningsverplichting om taalontwikkeling
Houtkoop 2014). Voor Vlaanderen gaat het zelfs om
Nederlands te stimuleren en alle leerlingen tot
meer dan 15% (Cincinnato & De Meyer 2014).
taalcompetentie te brengen. Op een dusdanig niveau,
Bovendien gaapt in veel sectoren een kloof tussen wat
bovendien, dat gegarandeerd kan worden dat elke
jongeren kennen en kunnen bij uitstroom uit het
leerling, bij uitstroom uit het leerplichtonderwijs, in
onderwijs en wat op de werkvloer wordt verwacht
staat is om volwaardig deel te nemen aan de
(OECD 2015b). Als het gaat om talige vaardigheden,
samenleving.
wijzen werkgevers vooral op tekorten in mondelinge en
schriftelijke communicatievaardigheden van jongeren
(Vansteenkiste 2016). Maar ook bij doorstroom naar
het hoger onderwijs blijkt vaak een probleem. Veel
hogescholen en universiteiten nemen in de eerste jaren
15
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
van de opleidingen die ze aanbieden dan ook
structureel zelf maatregelen die gericht zijn op het
verhogen van de taalcompetentie van beginnende
studenten.
Het lijkt er dus op dat het onderwijs Nederlands er op
dit moment onvoldoende in slaagt om in te spelen op
de verwachtingen van de samenleving, van de
arbeidsmarkt, van het hoger onderwijs en van de
jongeren zelf en niet voldoende voorbereidt op de
uitdagingen die de 21ste-eeuwse samenleving aan ons
stelt. Dat geeft reden tot zorg. Het onderwijs
Nederlands moet dus anders, en beter, wil het in de 21ste
eeuw jongeren vormen tot taalcompetente burgers. Het
moet de uitdaging aangaan om verder te evolueren naar
een onderwijs dat te midden van de samenleving staat,
jongeren voorbereidt op de uitdagingen waarmee ze in
de 21ste eeuw worden geconfronteerd, hen vooruithelpt,
zowel persoonlijk als sociaal, hen kansen biedt, op de
arbeidsmarkt en in het vervolgonderwijs, hun
creativiteit aanspreekt en hen het plezier van taal doet
ervaren. Kortom, naar een onderwijs Nederlands dat
kinderen en jongeren aanspreekt en uitdaagt omdat het
over hen gaat en over de wereld waarin ze leven, omdat
het raakt aan voor hen herkenbare en passende
taalsituaties, omdat het hun horizon verbreedt en
waarin ze de instrumenten krijgen aangereikt om
zichzelf maximaal te ontwikkelen en ontplooien.
16
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
4 Kernthema’s en -inhouden van
onderwijs Nederlands in de 21ste
eeuw
Dat brengt ons bij de vraag hoe aansprekend, effectief
communicatie, in communicatie met teksten/met
en eigentijds onderwijs Nederlands er dan concreet
informatie en in communicatie met cultuuruitingen
uitziet. Welke leerinhouden moeten er zeker in aan bod
ontwikkelen zich talige competenties die mensen in
komen? En hoe verhouden die inhouden zich tot elkaar?
staat stellen om een eigen ‘ik’ te ontwikkelen, om
In deze paragraaf doen we een aanzet om die cruciale
sociale relaties met anderen aan te gaan en om een
leerinhouden nader te omschrijven. We focussen daarbij
relatie aan te gaan met de brede omgeving waarin ze
op wat we beschouwen als kerninhouden van het
zich bevinden.
onderwijs Nederlands: leerinhouden waar elke leerling,
Die verwevenheid geldt niet alleen voor de kernthema’s,
ongeacht de studiekeuzes die hij of zij maakt, tijdens
maar ook voor de kerninhouden die we hieronder per
het leerplichtonderwijs kennis mee moet maken, omdat
thema definiëren. Ook deze zijn niet zonder meer van
ze duurzaam bijdragen aan de ontwikkeling van
elkaar te scheiden en werken op elkaar in. Bovendien
taalcompetentie. De kerninhouden die we benoemen,
behoren kerninhouden zelden exclusief toe aan één
brengen we onder in vier kernthema’s die we
thema: de meeste zijn relevant, zelfs onmisbaar, binnen
beschouwen als dé thema’s waarop een eigentijds
meerdere thema’s.
curriculum voor het onderwijs Nederlands geënt zou
moeten worden:
Onderstaand belichten we de genoemde cruciale
thema’s. Per thema duiden we concrete kerninhouden
1
taalcompetentie en identiteit (‘ik’)
aan. We streven daarbij geen volledigheid na. Wel willen
2
taalcompetentie en communicatie (‘ik in relatie
we ermee een aanzet doen die hopelijk kan inspireren
tot anderen’)
bij het vormgeven en invullen van een eigentijds
taalcompetentie en informatie (‘ik in relatie tot
curriculum voor het onderwijs Nederlands.
3
tekst/media’)
4
Taalcompetentie en identiteit
taalcompetentie en cultuur (‘ik in relatie tot de
4.1
wereld/mijn omgeving’)
Mensen die kansen krijgen om zichzelf te ontdekken en
hun talenten te ontplooien, hebben een belangrijke
Deze thema’s zijn sterk met elkaar verweven: we
sleutel in handen tot succes in onze samenleving
kunnen ze onderscheiden, maar ze zijn niet strikt van
(Verhaeghe 2012). Het onderwijs Nederlands heeft
elkaar te scheiden. Bovendien spelen ze vaak
daarin een cruciale taak. Bovendien wordt het onderwijs
tegelijkertijd en werken ze ook op elkaar in.
Nederlands ook zelf duurzamer, relevanter en meer
Taalontwikkeling vindt immers altijd plaats in
toekomstgericht naarmate het elk kind/elke jongere
communicatie met een of meerdere anderen en dient
stimuleert om de eigen sterktes en kwaliteiten te
veelal verscheidene doelen tegelijkertijd (zie o.a.
ontdekken en te benutten, om het beste uit zichzelf
Wardhaugh & Fuller 2014): in interpersoonlijke
naar boven te halen, om de eigen beperkingen te
17
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
overstijgen en om dromen waar te maken.
het Nederlands: Standaardnederlands in Nederland,
Identiteitsontwikkeling maakt daar onmiskenbaar deel
Vlaanderen en Suriname, tussentaal, regiolect, dialect,
van uit. Bij identiteitsontwikkeling gaat het immers om
straattaal, sms-taal, chattaal, enz.
ontdekken wie je bent, wat je wilt, kunt, voelt en durft,
Een positieve talige grondhouding laat kinderen en
en waar je energie van krijgt. Maar het gaat ook over
jongeren toe om zelfvertrouwen rond de eigen
zelfbeschikking, over keuzevaardigheid en
taalcompetentie te ontwikkelen, om spreek- en
keuzevrijheid, over verantwoordelijkheid leren dragen
schrijfdurf te ontwikkelen, om respectvol te
voor de keuzes die je maakt, over voor jezelf kunnen
communiceren en te discussiëren met anderen, om het
zorgen, enz.
Nederlands te ontdekken, om ermee te experimenteren
en om er creatief mee om te gaan. Bovendien maakt het
Het ontwikkelen van taalcompetentie speelt een
kinderen en jongeren nieuwsgierig naar
cruciale rol bij de ontwikkeling van identiteit. In
taalverschijnselen en motiveert het hen om hun
essentie gaan beide zelfs hand in hand. Het leren
taalcompetentie verder te ontwikkelen, in zo’n mate dat
verwoorden en formuleren van ambities, eigen
hun talige kennis, vaardigheden en attitudes hen
meningen en emoties, leren reflecteren op jezelf en op
ondersteunen om beter te leven, te leren en zichzelf te
anderen en op de taal van jezelf en van anderen,
ontplooien in onze complexe, superdiverse en
(intercultureel) leren communiceren, kritisch leren
meertalige samenleving. Het stimuleren van een
denken, taalplezier beleven, creatief leren omgaan met
positieve talige grondhouding beschouwen we dan ook
taal, enz. spelen alle een belangrijke rol bij
als een van de kerntaken van het onderwijs Nederlands
identiteitsontwikkeling en zijn er ook sterk mee
in de 21ste eeuw.
verweven. Identiteitsontwikkeling steunt dus in grote
mate op talige kennis, vaardigheden en attitudes.
Ook het lezen van verhalen en het ontwikkelen van
4.2
Taalcompetentie en
communicatie
literaire competentie, al of niet in een schoolse context,
Wie doelgericht wil communiceren, moet in staat zijn
leveren een bijdrage aan de ontwikkeling van identiteit.
om zijn taalkeuzes goed af te stemmen op de specifieke
Of het nu gaat om kinder- of jeugdboeken,
communicatiesituatie waarin hij zich bevindt, op de
stripverhalen, graphic novels of werken uit de literaire
doelen die hij daarbinnen wil bereiken en op de normen
canon, verhalen lezen/beluisteren confronteert
en conventies die in die situatie heersen:
leerlingen met andere identiteiten en biedt
onderhandelen met een aannemer over verbouwwerken
mogelijkheden aan hen om zich te verplaatsen in de
vraagt om andere taalkeuzes dan overleggen met
denk- en leefwereld van anderen, in hun emoties, in hun
vrienden over een vakantiebestemming; mailen naar
cultuur. Dat biedt unieke kansen om het eigen ‘ik’ te
een leraar met een verzoek om een afspraak te
ontplooien, te positioneren, te duiden en te relativeren.
verplaatsen, vraagt om een ander register dan sms’en
naar een klasgenoot om op een ander moment af te
Een belangrijk aspect van taalcompetentie in relatie tot
spreken, enz.
identiteit is het ontwikkelen van een positieve talige
grondhouding. We definiëren dit als een houding
Uit onderzoek blijkt dat veel kinderen en jongeren, maar
waarbij sprake is van vertrouwen in de eigen
ook volwassenen, moeite hebben om
taalcompetentie, van een blijvende verwondering voor
communicatiesituaties van elkaar te onderscheiden en
het fascinerende van taal en van openheid en respect
om hun taalkeuzes goed af te stemmen op de doelen
tegenover elke vreemde taal en elke vorm van talige
die ze willen bereiken (zie o.a. AKOV 2014a; 2014b).
diversiteit in het Nederlands. Dat laatste uit zich onder
Daardoor komen ze vaak niet tot doelgerichte
meer in openheid ten opzichte van het taalgebruik van
communicatie. Een van de gevolgen daarvan is dat ze er
anderen en ten opzichte van verschillende variëteiten in
onvoldoende in slagen om hun eigen doelen te
18
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
realiseren. Dat vraagt om de nodige aandacht. Eigen
bijvoorbeeld over chemische reacties gesproken en over
doelen kunnen realiseren is immers een belangrijke
de bouw van moleculen, terwijl we die niet kunnen zien.
voorwaarde om zich goed te kunnen voelen en zich
Dat maakt schooltaal niet alleen vaak abstract, maar
optimaal te kunnen ontplooien in onze 21 -eeuwse
ook cognitief veeleisend: veelal moeten eerst een aantal
samenleving (zie o.a. Platform Onderwijs2032 2016;
denkstappen worden gezet alvorens de betekenis van
Vlaamse Scholierenkoepel 2016).
uitspraken echt kan doordringen. Vooral voor kinderen
In staat zijn om op het juiste moment het juiste
van laaggeschoolde ouders en jongeren die het
taalregister te hanteren, is daarenboven medebepalend
Nederlands niet als thuistaal hebben, vormt schooltaal
voor het aanknopen en onderhouden van sociale
in het Nederlands een heuse uitdaging. Uit onderzoek
relaties met anderen. Het gebruik van taalregisters
blijkt dat anderstaligen ongeveer twee jaar nodig
heeft immers een sterke invloed op de manier waarop
hebben om een tweede of vreemde taal onder de knie
mensen door anderen worden gepercipieerd, en dus op
te krijgen; om schooltaal in een tweede of vreemde taal
hun sociale status. Het behoort tot de basisdrijfveren
te verwerven, is vijf tot acht jaar nodig (Baker 2009).
van elke mens om constructieve en warme sociale
Ondanks de complexiteit ervan is het verwerven van
relaties aan te knopen met andere mensen. Taalgebruik
schooltaal van groot belang voor alle leerlingen. De
vormt daarbij een cruciaal instrument: taal helpt ons om
mate van beheersing ervan is namelijk een belangrijke
tot groepen te behoren waartoe we graag willen
factor voor schoolsucces: een minimumniveau is
behoren en om in bepaalde groepen gezamenlijke
essentieel om vlot aan de les te kunnen deelnemen.
doelen na te streven. Hoe bewuster iemand zich is van
Bovendien komt gedecontextualiseerde en cognitief
het bestaan van registers en hoe beter hij of zij erin
veeleisende taal voor in veel lagen van onze
slaagt om die registers te hanteren, hoe sterker hij of zij
samenleving, op de arbeidsmarkt, in de media, enz. Wie
taal kan inzetten als een instrument om zulke doelen te
volwaardig wil kunnen deelnemen aan de samenleving
realiseren.
moet dan ook met dit soort taal kunnen omgaan. Het
ste
vak Nederlands is bij uitstek de plaats waar aan de
Drie registers die binnen het bestek van deze tekst
verwerving en aan het onderhoud van de schooltaal kan
bijzondere aandacht verdienen, omdat ze nauw verband
worden gewerkt.
houden met onderwijs en schoolsucces, zijn ‘schooltaal’
(of ‘instructietaal’), ‘vaktaal’ en ‘Standaardnederlands’.
Een ander register waarmee leerlingen kennis maken op
We beginnen bij ‘schooltaal’.
school is ‘vaktaal’. Onder vaktaal begrijpen we taal die
Een groot deel van het leven van kinderen en jongeren
specifiek is voor een schoolvak, zoals voor
speelt zich af op de school, wat het belangrijk en
wereldoriëntatie, aardrijkskunde, biologie of
noodzakelijk maakt dat ze zich de taal van de school zo
automechanica. Bij vaktaal kan het gaan om een
goed en zo snel mogelijk eigen maken. De meeste
specifieke betekenis van een alledaags woord (bv. ‘cel’
leerlingen ervaren schooltaal echter als erg moeilijk,
bij biologie) of om woorden die alleen in dat specifieke
onder meer omdat schooltaal in grote mate verschilt
vak worden gebruikt (bv. ‘asbest’). Vaardig worden in
van de taal die ze thuis spreken, ook als die taal het
een vak en vaardig worden in de taal die met dat vak
Nederlands is. Maar ook omdat in een schoolse context
samengaat, gaan hand in hand (Punt e.a. 2013). Dat
iets moeilijks met taal wordt gedaan: taal wordt er
betekent dat in het onderwijs niet alleen aandacht moet
namelijk gebruikt om achter de schermen van de
zijn voor de inhoud van een vak, maar ook voor de
werkelijkheid te kijken, om mechanismen te
ontwikkeling van de taal waarmee de inhoud van dat
beschrijven, om (ingewikkelde) verbanden te
vak wordt vormgegeven. Het onderwijs Nederlands kan
verwoorden, enz. (Van den Branden 2013). Bovendien
daarin ondersteunen, door leerlingen bewust te maken
geldt bij schooltaal dat vaak geredeneerd wordt in taal
van het bestaan van vaktaal, door hen te helpen bij het
zonder dat de context voor het grijpen ligt. Zo wordt
identificeren ervan en door te vertrekken van
19
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
realistische communicatieve opdrachten die aansluiten
lijkt het erop dat veel mensen bij digitale communicatie
bij de vakdoelen die in zaakvakken worden beoogd.
een grotere afstand ervaren tussen zender en ontvanger
dan wanneer ze bijvoorbeeld een brief schrijven of een
Een derde register waar we in deze tekst bijzondere
telefoongesprek voeren. Dat leidt tot allerhande
aandacht aan willen schenken, is het
eigenzinnige registerkeuzes, waardoor de boodschap
Standaardnederlands. Zowel in het Vlaamse als in het
niet altijd overkomt als door de zender was bedoeld.
Nederlandse onderwijs heeft het Standaardnederlands
een bijzondere positie, aangezien het de officiële taal is
We beschouwen het als een belangrijke taak voor het
van het onderwijs. In Vlaanderen is die officiële status
onderwijs Nederlands om leerinhouden en
zelfs vastgelegd in de wet. Wie het
instrumenten aan te reiken die leerlingen in staat
Standaardnederlands goed beheerst, vergroot niet
stellen om doelgericht te communiceren in
alleen zijn of haar kansen op schoolsucces, maar
verschillende contexten en om registers te herkennen,
beschikt daarnaast ook over een passend arsenaal aan
te erkennen en te gebruiken. Door daarbij ook expliciet
woorden, constructies, conventies, uitdrukkingen,
aandacht te hebben voor schooltaal en vaktaal ontstaat
uitspraakvormen, enz. die contact en communicatie met
bovendien een onderwijs Nederlands dat te midden van
mensen buiten de eigen vertrouwde omgeving mogelijk
het onderwijs staat en een belangrijke hefboom kan zijn
maken. De school is de uitgelezen plek om het
voor schoolsucces en succes in het latere
Standaardnederlands te leren. De school is vandaag
maatschappelijke en professionele leven.
immers een van de weinige plekken waar kinderen en
Taalcompetentie en informatie
jongeren nog structureel in aanraking komen met
4.3
Standaardnederlands en ook kansen krijgen om zich dat
De hoeveelheid informatie waarmee mensen in onze
register eigen te maken.
samenleving te maken krijgen, is immens groot. Door de
komst van het internet en van sociale media is
Een andere belangrijke uitdaging wanneer het gaat om
informatieverspreiding sterk gedemocratiseerd en zijn
taalcompetentie en communicatie is digitale
zowat alle ontwikkelingen en nieuwtjes, waar ook ter
communicatie en duurzaam en doelgericht leren
wereld, binnen handbereik. Een van de uitdagingen
omgaan met sociale media, zoals Blogger, Twitter,
daarbij is dat veel informatie die wordt verspreid niet of
Facebook, WhatsApp, enz. Hoewel de meeste leerlingen
nauwelijks is gecontroleerd op correctheid of op
buitenschools volop digitaal communiceren, is met
objectiviteit. Al wie dat wil, kan op elk moment kennis
name wanneer het gaat om doelgerichtheid en
en informatie verspreiden. Naast democratisering is er
mediawijsheid, nog grote winst te boeken. Waar
ook sprake van commercialisering van informatie. Het
leerlingen vooral moeite mee blijken te hebben, is met
kunnen onderscheiden van objectief informerende
het veelal hybride karakter van digitale communicatie.
teksten en persuasieve teksten (die bijvoorbeeld
Waar tot voor de digitalisering van onze samenleving
bedoeld zijn om mensen iets te verkopen) is in de
nog globaal een onderscheid kon worden gemaakt
hedendaagse informatiemaatschappij van groot belang.
tussen bijvoorbeeld geschreven en gesproken
Wie goede kansen wil hebben om zich te ontwikkelen
communicatie, formele en informele communicatie,
als deelnemer aan de democratie (burgerschap), als
enz. ligt dat vandaag minder voor de hand. Een bericht
consument, als lerende en als werkende en een leven
op Facebook, bijvoorbeeld, wordt (digitaal) geschreven,
lang nieuwe dingen wil kunnen leren, moet zich van het
maar heeft ook tal van kenmerken van mondelinge
bovenstaande niet alleen bewust zijn, maar hij dient er
communicatie: het is meestal kort, het kan bestaan uit
ook effectief, efficiënt en kritisch mee om te kunnen
onvolledige zinnen, er is veel ruimte voor
gaan. Dat betekent naast kunnen selecteren, analyseren
tussenwerpsels, enz. Met emoticons worden aspecten
en synthetiseren ook in staat zijn om inhouden kritisch
die samengaan met het non-verbale gevat. Bovendien
te begrijpen en te evalueren. Dat zijn (hoog)cognitieve
20
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
taken die uiterst talig zijn en alleen met succes kunnen
onderscheiden van diverse teksttypes, bij het leren
worden uitgevoerd door mensen die voldoende lees- en
beoordelen van de betrouwbaarheid van informatie, bij
schrijfvaardig zijn, kennis hebben van tekstsoorten en
het oog krijgen voor de (sociale, culturele, emotionele,
teksttypen, inzicht hebben in hoe
politieke) lading van woorden en uitdrukkingen, enz.
argumentatietechnieken werken, enz. Het onderwijs
Nederlands heeft een belangrijke taak om die kennis en
Het is dus belangrijk dat in het onderwijs Nederlands
vaardigheden aan te brengen. Bovendien moeten
een bewustzijn wordt ontwikkeld voor kritische omgang
kinderen en jongeren op een heldere, samenhangende
met informatie en dat een talig instrumentarium wordt
wijze verslag kunnen uitbrengen (zowel mondeling als
geboden om dat te realiseren. Want het is dat
schriftelijk) van de informatie die ze hebben verwerkt.
instrumentarium dat jonge mensen in staat stelt om
Ook in het aanleren daarvan heeft het onderwijs
duurzaam en betekenisvol om te gaan met informatie
Nederlands een taak.
en een leven lang te leren.
We beschouwen het dus als een primaire opdracht van
4.4
het onderwijs Nederlands om kinderen en jongeren de
In onze samenleving zijn er veel contacten tussen
talige kennis, vaardigheden en attitudes bij te brengen
mensen met verschillende culturele achtergronden. Om
die hen in staat stellen om met de veelheid en de
duurzaam en respectvol met elkaar te kunnen
verscheidenheid aan informatie in de hedendaagse
samenleven, zijn culturele kennis, cultureel bewustzijn
samenleving om te gaan. Leerlingen op een goede
en culturele expressie van groot belang6. Samen dragen
manier ondersteunen in hun groei om effectieve en
ze er immers toe bij dat we mensen en hun culturele
kritische informatieverwerkers te worden, vraagt
uitingen, ongeacht het wereldbeeld of het perspectief
daarnaast ook om een stevige samenwerking tussen alle
van waaruit ze vertrekken, (beter) leren begrijpen en
vakken. Zowel bij het zoeken naar en selecteren van
interpreteren. Culturele kennis, cultureel bewustzijn en
geschikte informatie voor een werkstuk of
culturele expressie dragen bovendien bij aan
spreekopdracht als bij het schrijven van een betoog, het
persoonlijke ontwikkeling en identiteitsvorming: ze
voeren van een discussie of het interpreteren van
helpen mensen om zichzelf te leren kennen, om een
beeldtekst zijn taal en vakinhoud niet van elkaar te
eigen smaak te ontwikkelen, om hun verbeelding aan te
scheiden. Sterker nog: ze hebben elkaar nodig. Omgaan
spreken, om het plezier van creëren te ervaren, enz.
met informatie kan dus in alle vakken geoefend en
Daarnaast zijn ze essentieel voor de ontwikkeling van
ontwikkeld worden. Dat neemt niet weg dat het vak
creatieve vaardigheden en bieden ze sociale en
Nederlands daarbij, meer nog dan vandaag het geval is,
economische kansen. Uitgesproken voorbeelden
een sleutelrol kan spelen. In het vak Nederlands worden
daarvan vinden we onder andere binnen de creatieve
leerlingen immers begeleid door taalexperts, die
industrie en in de kunstwereld.
Taalcompetentie en cultuur
uitgelezen begeleiders zijn van leerlingen bij het
verwerven van specifieke lees-, luister-, schrijf- en
Bij het verwerven van culturele kennis en het
spreekstrategieën, bij het leren identificeren en
ontwikkelen van cultureel bewustzijn en culturele
Onder ‘culturele kennis’ begrijpen we zowel feitelijke kennis van
en over cultuur als het bewustzijn van de plek die cultuur en
cultuurproducten in onze samenleving innemen. ‘Cultureel
bewustzijn’ gaat over het begrijpen en waarderen van de culturele
uitingen van anderen. Onder ‘culturele expressie’ vatten we de
kennis en kunde om eigen ideeën, emoties en ervaringen creatief
te uiten en te relateren aan de uitingen van anderen.
6
21
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
expressie speelt taal een belangrijke rol.
zin van het woord (van prentenboek tot gedicht en van
Cultuuruitingen zijn immers vaak sterk talig. Bovendien
chick lit tot canonwerk) en voor de ontwikkeling van
is taal het middel bij uitstek dat reflectie op culturele
literaire competentie ook in het onderwijs in de 21ste
uitingen mogelijk maakt. Het belang van culturele
eeuw een centrale rol hoort te hebben, zowel in het
kennis, cultureel bewustzijn en culturele expressie en
basis- als in voortgezet/secundair onderwijs.
het vaak talige karakter ervan rechtvaardigen de vraag
Aansluitend bij Witte (2008) definiëren we literaire
naar aandacht ervoor in het onderwijs Nederlands.
competentie als het vermogen om geschreven en
Bovendien is het wenselijk dat de ontwikkeling ervan
gesproken fictieve teksten te begrijpen, erop te
zoveel mogelijk parallel verloopt aan de ontwikkeling
reflecteren en er persoonlijke, historische en culturele
van taalcompetentie. Ook al kan een link tussen taal en
betekenis aan toe te kennen. Daarmee samen gaat niet
cultuur in alle vakken van het curriculum gelegd worden
alleen leesvaardigheid, maar ook kennis over (fictieve)
(denk bijvoorbeeld aan de rol van historische romans in
tekstsoorten/teksttypes en bereidheid om fictieve
het vak geschiedenis), toch is het vak Nederlands (en
teksten aandachtig te lezen.
voor het basisonderwijs: het ontwikkelingsdomein taal)
Bovendien menen we dat een stevig literatuuronderwijs
een uitgelezen plek waar leerlingen in aanraking komen
in alle schooltypen van het (voortgezet/secundair)
met talige culturele uitingen (in eerste instantie in het
onderwijs een absolute voorwaarde is voor duurzaam
Nederlands, maar ook in relatie tot andere
onderwijs Nederlands. Literatuuronderwijs draagt
talen/culturen) en de ruimte krijgen om die te
immers positief bij aan de ontwikkeling van de
bestuderen. Bovendien is het de plek bij uitstek om
taalcompetentie van leerlingen, doordat het hen met
kinderen en jongeren instrumenten en meta-talige
complexe talige uitingen confronteert. Bovendien vormt
kennis aan te reiken die hen in staat stellen om met en
literatuur een register op zich, waar gevorderde
over cultuur te communiceren en om zelf
taalgebruikers veelvuldig naar verwijzen. Kennis hiervan
cultuurproducten te creëren.
is dan ook aan te raden voor wie ten volle aan de
samenleving wil deelnemen. Daarnaast voedt literatuur
Cultuuruitingen met een sterk talige inslag zijn er in
identiteitsontwikkeling en de ontwikkeling van sociale
vele soorten en maten: prentenboeken,
en interculturele competenties. Literatuuronderwijs kan
(jeugd)literatuur, gesproken verhalen,
jonge mensen uitdagen om na te denken over morele
tentoonstellingen, films, theatervoorstellingen, enz.
keuzes, persoonlijke beslissingen, stereotypes, enz.,
Ook nieuwe(re) culturele uitingsvormen doen hun
confronteert hen met perspectieven, opinies, keuzes,
intrede in de levens van kinderen en jongeren: slam
cultuuruitingen, religies, levensstijlen die verschillen
poetry, graphic novels, videogames, enz.
van de hunne en leert aan hen om er begrip voor op te
Wat opvalt, is dat veel nieuwe cultuurvormen sterk op
brengen (zie ook Nussbaum 2011). Dat effect zal met
beeld zijn geënt. Voor veel kinderen en jongeren is het
name ontstaan in een aanpak van het
echter vaak niet eenvoudig om de gedachtegang en de
literatuuronderwijs die leerlingen de kans geeft om hun
bedoeling achter beelden te achterhalen en om inzicht
leeservaringen te verwoorden, te delen met anderen, uit
te verkrijgen in hoe beelden hun eigen gedachten,
te diepen, te bediscussiëren, enz.
ideeën en emoties (kunnen) beïnvloeden. Het onderwijs
Nederlands heeft een belangrijke taak om kinderen en
jongeren te leren om beelden – in samenhang met
talige uitingen – te duiden en te interpreteren en ze te
positioneren binnen een breder geheel aan culturele
uitingen. Of met andere woorden: om bij te dragen aan
de beeldgeletterdheid van alle leerlingen. Dat laat
onverlet dat aandacht voor literatuur in de meest brede
22
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
5 Implicaties van de visie
De visie in deze tekst over hoe het onderwijs
2
Nederlands er in de 21 eeuw uit zou moeten zien,
Duurzame integratie van talige kennis,
vaardigheden en attitudes is noodzakelijk
ste
heeft een aantal ingrijpende implicaties: inhoudelijk,
Werken aan de ontwikkeling van taalcompetentie naar
maar ook organisatorisch. We benoemen tien
voren schuiven als de kernopdracht van het onderwijs
implicaties, die we in deze paragraaf ook nader
Nederlands in de 21ste eeuw betekent kiezen voor een
toelichten. We zijn daarbij van mening dat voor deze
onderwijs Nederlands waarbij én kennis én
tien bijzondere aandacht zou moeten zijn bij het
vaardigheden én attitudes een centrale rol hebben.
voorbereiden, ontwerpen en implementeren van een
Kennis van en over het Nederlands, vaardigheden in het
duurzaam en eigentijds curriculum voor het onderwijs
Nederlands en een positieve attitude ten aanzien van
Nederlands. Een curriculum dat niet alleen aansluit bij
(diverse vormen van taalgebruik in) het Nederlands zijn
de reële uitdagingen en behoeften in de 21 eeuw,
immers voorwaardelijk en alle drie van even groot
maar leerlingen ook uitdaagt tot creativiteit en het
belang om taalcompetentie te ontwikkelen. Bovendien
plezier in taal doet ervaren.
zijn ze met elkaar verweven en versterken ze elkaar. Dat
ste
pleit ervoor om kennis en vaardigheden (en bij
1
Een kernvak Nederlands is onmisbaar
uitbreiding: attitudes) niet langer tegen elkaar af te
De ontwikkeling van taalcompetentie is een complex
wegen, maar om in te zetten op een sterke samenhang
proces. Hoewel we van mening zijn dat er vanuit elk vak
en duurzame integratie ervan in het onderwijs
een krachtige bijdrage aan kan worden geleverd, is het
Nederlands in de 21ste eeuw.
niet zo dat alle aspecten van taalcompetentie goed tot
hun recht komen binnen om het even welk vak of
aandachtsgebied binnen de school. Duurzaam en
3
Een samenhangend aanbod van de leerinhouden uit
verschillende taaldomeinen is essentieel
structureel kunnen inzetten op het verwerven van
Lees-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid zijn, net als
meta-cognitieve kennis over taal, bijvoorbeeld, of op
taalbeschouwing en literaire competentie, essentieel
het verkrijgen van kennis van en over onze talige
voor de ontwikkeling van taalcompetentie. Uit
cultuur, vraagt immers om tijd, ruimte en focus, maar
onderzoek blijkt bovendien dat ze zich sterk tot elkaar
ook om specifieke expertise. Om dat te kunnen
verhouden en zich ook het best ontwikkelen in
garanderen, dringt zich met name voor het
samenhang met elkaar (zie o.a. Shanahan 2006; Graham
secundair/voortgezet onderwijs een organisatorische
& Herbert 2010; Hoogeveen 2012; Leesmonitor 2016).
keuze op: de keuze voor een apart kernvak Nederlands
Dat pleit voor een curriculum waarbij lezen (inclusief
dat ook wordt gegeven en vormgegeven door een
het lezen van literatuur), luisteren, schrijven en spreken
vakspecialist: de leraar Nederlands. Voor het belang van
zoveel mogelijk geïntegreerd aan bod komen, bij
een apart vak Nederlands werd ook al eerder in deze
voorkeur in authentieke en voor leerlingen
tekst gepleit (zie p. 13), maar het is dermate van belang
betekenisvolle contexten van taalgebruik.
dat we het hier opnieuw aanhalen als belangrijke
implicatie van deze visie.
23
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
4
Evaluatie en toetsing moeten primair gericht zijn op
leerplichtonderwijs voldoende taalcompetent is om
het inzichtelijk maken van de ontwikkeling van
volwaardig deel te kunnen nemen aan de 21ste-eeuwse
taalcompetentie
samenleving. Dat impliceert een onderwijs Nederlands
De keuze om het onderwijs Nederlands vorm te geven
dat uitgaat van een stevig basisniveau voor
rondom de ontwikkeling van taalcompetentie (en dus
taalcompetentie. Een basisniveau dat is gebaseerd op
de keuze voor integratie van talige kennis, vaardigheden
reële talige noden en behoeften in de 21ste eeuw en, met
en attitudes en voor samenhangende taaldomeinen)
oog op een goede aansluiting tussen onderwijs en
heeft belangrijke implicaties voor de manier van
maatschappij/werk/vervolgopleiding, bij voorkeur
evalueren en toetsen. Inzetten op de ontwikkeling van
wordt vastgesteld in samenspraak met leraren,
taalcompetentie noopt immers tot vormen van
vertegenwoordigers uit verschillende maatschappelijke
evaluatie en toetsing waarbij niet alleen wordt gekeken
sectoren, werkgevers en lesgevers in het hoger
naar verschillende aspecten van talige kennis,
onderwijs. Een basisniveau dat bovendien in de loop van
vaardigheden en attitudes, maar waarbij in de eerste
de tijd opnieuw wordt getoetst aan de talige noden en
plaats inzicht wordt gegeven in de mate waarin
behoeften in onze snel veranderende samenleving.
leerlingen in staat zijn om in authentieke situaties met
Echter, met het vaststellen van een stevig basisniveau
taal om te gaan. Dat geldt voor eindexamens, maar ook
voor taalcompetentie zijn we er nog niet. Een
voor toetsen en andere vormen van evaluatie in basis-
belangrijke uitdaging is om elke leerling naar dat
en secundair/voortgezet onderwijs.
basisniveau te brengen, ook de leerlingen die moeite
Voor het onderwijs Nederlands in Nederland betekent
hebben met of weinig interesse hebben voor taal.
dat in elk geval dat het examenprogramma Nederlands
Essentieel daarbij is dat dit niet ten koste gaat van
voor het voortgezet onderwijs grondig onder de loep
leerlingen die sterk zijn in taal: zodra leerlingen het
moet worden genomen. De keuze voor een
basisniveau hebben bereikt, is het belangrijk om hen
examenprogramma waarbij de vaardigheden rigide van
blijvend uit te dagen om steeds weer een hoger niveau
elkaar gescheiden worden geëxamineerd, sluit immers
van taalcompetentie te bereiken. Duurzaam onderwijs
niet aan bij het samenspel tussen lezen, luisteren,
Nederlands draagt immers niet alleen zorg voor de
spreken, schrijven, taalbeschouwing en literaire
meest kwetsbare leerlingen, maar voor álle leerlingen.
competentie dat bij taalcompetentie vooropstaat.
Bovendien laat het examenprogramma onvoldoende
toe om uitspraken te doen over de mate waarin iemand
6
De doorlopende leerlijnen voor Nederlands moeten
worden versterkt
in staat is om in authentieke situaties om te gaan met
Stroomlijning en monitoring van de ontwikkeling van
de Nederlandse taal. Daar komt bij dat het
taalcompetentie is van groot belang. Zo kan op cruciale
examenprogramma ook een impact heeft op de manier
momenten worden nagegaan of leerlingen een goede
waarop het onderwijs Nederlands vorm krijgt in de
koers varen, dan wel of bij hun ontwikkeling extra
praktijk en op de accenten die in dat onderwijs
ondersteuning nodig is. Dat impliceert een
Nederlands worden gelegd. De curriculumkeuzes waar
beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden
het examenprogramma zoals we dat vandaag kennen,
voor het onderwijs Nederlands in doorlopende
toe uitnodigt, zijn dan ook moeilijk verenigbaar met
leerlijnen. Die doorlopende leerlijnen zijn bij voorkeur
onderwijs Nederlands dat inzet op de ontwikkeling van
sterker en transparanter dan de leerlijnen voor taal die
taalcompetentie.
we vandaag kennen. Het onderwijs Nederlands van de
21ste eeuw vraagt niet alleen om stevige doorlopende
5
Het vaststellen van een stevig basisniveau voor
leerlijnen in het leerplichtonderwijs, maar om leerlijnen
taalcompetentie is cruciaal
die starten vanaf de voorschoolse periode en
In deze tekst bepleiten we onderwijs Nederlands dat
doorwerken in het vervolgonderwijs aan een mbo, een
garandeert dat elke leerling bij uitstroom uit het
hogeschool of universiteit (zelfs nog verder). Werken
24
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
aan de ontwikkeling van taalcompetentie kan immers
secundair/voortgezet onderwijs, is die expertise op dit
best zo vroeg mogelijk beginnen, bij voorkeur al voor de
moment slechts beperkt aanwezig. Op steeds meer
start van het kleuteronderwijs/het onderwijs in groep 1
scholen zien we echter initiatieven ontstaan om NT2-
en 2, en loopt verder door na het leerplichtonderwijs.
expertise op te bouwen, veelal omdat ze
Om dat te kunnen realiseren, is het noodzakelijk dat
geconfronteerd worden met een instroom van kinderen
leerlijnen worden ontwikkeld over de onderwijsniveaus
van vluchtelingen. Daarbij is het van belang om die
heen. Het beleid heeft een belangrijke taak om hiervoor
expertise vast te houden en structureel in te bedden,
de noodzakelijke randvoorwaarden te creëren.
zodat ze ook op andere momenten kan worden ingezet
om niet alleen kinderen van vluchtelingen, maar om alle
7
Hernieuwde aandacht voor het belang van een
kinderen en jongeren die het Nederlands niet als
stevig taalbeleid op elke school is noodzakelijk
thuistaal hebben te begeleiden bij de ontwikkeling van
In onze visie betogen we dat taalcompetentie zich in
taalcompetentie.
een schoolse context het meest duurzaam en krachtig
ontwikkelt als de aandacht ervoor niet wordt beperkt
9
De samenwerking tussen onderwijs en
tot de lessen taal (basisonderwijs) of het vak
maatschappelijke en culturele actoren moet worden
Nederlands (secundair/voortgezet onderwijs). Werken
gestimuleerd
aan de ontwikkeling van taalcompetentie beschouwen
Pleiten voor onderwijs Nederlands dat te midden van de
we dan ook als een opdracht voor de hele school. Dat
samenleving staat, impliceert een expliciete keuze om
impliceert een stevig taalbeleid op elke school dat inzet
de vele kansen die er buiten de context van de school
op transfer en integratie van taalcompetentie in alle
zijn om taalcompetentie te ontwikkelen, te omarmen en
lessen/in elk vak. Een taalbeleid waarin daarnaast ook
te valoriseren. Leesbevorderingsinitiatieven van
aandacht is voor de ontwikkeling van taalcompetentie
bibliotheken, auteurslezingen in lokale culturele centra,
in andere talen dan het Nederlands en voor de manier
theatervoorstellingen, taalvakanties, enz. zijn stuk voor
waarop die zich tot elkaar verhouden en/of elkaar
stuk buitenschoolse activiteiten die een wezenlijke
kunnen versterken. Hernieuwde aandacht voor het
bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van
belang van een stevig taalbeleid op elke school kan daar
taalcompetentie. Het zijn geweldige kansen waar het
in belangrijke mate toe bijdragen.
onderwijs Nederlands maximaal voordeel uit kan halen.
Dat vraagt om samenwerking en om dwarsverbanden
8
Elke school heeft expertise op het vlak van NT2
tussen het onderwijs Nederlands en diverse
nodig
maatschappelijke en culturele actoren: bibliotheken,
Het diverse en meertalige karakter van onze
jeugdverenigingen, cultuurhuizen, theaters, culturele
samenleving vertaalt zich ook door naar ons onderwijs:
centra, lokale besturen, enz. Het uitwerken van een
de meeste klassen in Vlaanderen en Nederland kennen
gecoördineerd beleid dat de verschillende
een heterogene samenstelling en tellen in toenemende
beleidsdomeinen overstijgt, is een belangrijke
mate ook leerlingen met een andere thuistaal dan het
voorwaarde om die samenwerking en dwarsverbanden
Nederlands. Het nastreven van duurzaam onderwijs
te kunnen realiseren.
Nederlands voor álle leerlingen, zoals deze tekst bepleit,
impliceert dat in het onderwijs Nederlands ook
10 Elke leraar moet een taalbewuste leraar zijn
structureel aandacht moet zijn voor de noden en
Om de visie in deze tekst ook echt te doen werken, zijn
behoeften die leerlingen die het Nederlands niet als
taalbewuste leraren in elk vak cruciaal. Pas als elke
thuistaal hebben, ervaren bij het ontwikkelen van
leraar, ongeacht het vak dat hij of zij onderwijst, alle
taalcompetentie. Aanwezigheid van expertise op het
kansen aangrijpt om taalkennis, taalvaardigheid en
vlak van NT2 op elke school is daarom nodig. Op veel
taalattitude bij te brengen, worden de ideale
scholen, zowel voor basisonderwijs als voor
omstandigheden gecreëerd om de school de krachtige
25
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
taalleeromgeving te laten zijn die nodig is voor optimale
ontwikkeling van taalcompetentie bij elke leerling.
Voor de lerarenopleidingen is een belangrijke taak
weggelegd om toekomstige leraren daar de nodige
competenties voor bij te brengen. Maar ook de reeds
werkzame leraren moeten, voor zover dat nog niet het
geval is, doordrongen worden van de gedachte dat elke
leraar een rol en verantwoordelijkheid heeft in de
ontwikkeling van taalcompetentie en moet de
instrumenten aangereikt krijgen om die rol ook echt op
te kunnen nemen. Dat vraagt om een breed en
toegankelijk aanbod aan vorming dat zich hier expliciet
op richt.
Gevolg en invulling geven aan de genoemde implicaties
vraagt om een intensieve samenwerking tussen
beleidsmakers, onderwijsondersteuners, onderzoekers,
curriculum- en leerplanontwikkelaars, methodemakers,
leraren, lerarenopleiders, toetsontwikkelaars,
vakdidactici, enz. Want enkel als zij de handen in elkaar
slaan, kunnen de voorwaarden worden gecreëerd voor
het boeiende, ambitieuze, geïntegreerde en eigentijdse
onderwijs dat in deze visietekst wordt beschreven. We
hopen dat ze elkaar zullen vinden en allen mee zullen
timmeren aan het vormgeven van een onderwijs
Nederlands dat inspeelt op de behoeften van mensen
en op de uitdagingen die ze ervaren in de 21ste eeuw.
26
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
Referenties
AKOV (2014a). ‘Peiling Nederlands. Lezen en luisteren
Cisco (2008). Equipping Every Learner for the 21st
in het basisonderwijs’. Brussel: Ministerie van Onderwijs
Century. California: Cisco Systems.
en Vorming.
De Gier, A. (2015). “Hey there, Little Red Riding Hood.
AKOV (2014b). ‘Peiling Project Algemene Vakken (PAV)
Engels op de basisschool”. In: Naar School, 2, p. 150-
in het zesde jaar bso’. Brussel: Ministerie van Onderwijs
153.
en Vorming.
Departement Onderwijs en Vorming (2013).
Baert, J. (2017). “De digital native is digitaal naïef”. In:
‘Taalregeling: onderwijstaal (taalwetgeving)’. In:
De Morgen (11 januari 2017).
WeTwijs. Online raadpleegbaar op:
www.ond.vlaanderen.be/wetwijs/thema.aspx?id=188.
Baker, S. (2009). “Second Language Acquisition”. Online
raadpleegbaar op:
EP Nuffic (2016). ‘Talenonderwijs’. Online
http://www.education.com/reference/article/second-
raadpleegbaar op: https://www.epnuffic.nl/primair-
language-acquisition/.
onderwijs/talenonderwijs.
Buisman, M. & W. Houtkoop (2014). ‘Laaggeletterdheid
Europees Parlement (2006). “Key Competencies for
in kaart’. Den Bosch/Den Haag: ECBO/Stichting Lezen
Lifelong Learning: A European Reference Framework”.
& Schrijven.
In: Official Journal of the European Union. Online
raadpleegbaar op: http://eur-lex.europa.eu.
Butler, E. (2014). “Nederlanders, buitenlanders,
allochtonen”. In: Republiek Allochtonië. Online
Graham, S. & M. Herbert (2010). “A meta-analysis of
raadpleegbaar op:
writing instruction for adolescents students”. In: Journal
http://www.republiekallochtonie.nl/nederlanders-
of Educational Psychology, 99, p. 445-476.
buitenlanders-allochtonen-de-cijfers.
Graham, S., J. Bruch, J. Fitzgerald, L. Friedrich, J.
Centraal Bureau voor Statistiek (2016). ‘Generatie,
Furgeson, K. Greene, J. Kim, J. Lyskawa, C.B. Olson & C.
geslacht, leeftijd en herkomstkomstgroepering op 1
Smither Wulsin (2016). Teaching secondary students to
januari 2016’. Online raadpleegbaar op:
write effectively. Washington DC: National Center for
http://statline.cbs.nl/.
Education, Evaluation and Regional Assistance; Institute
of Education Sciences; U.S. Department of Education.
Cincinnato, S. & I. De Meyer (2014). ‘Vaardig genoeg
Hoogeveen, M. (2012). Writing with peer response using
voor de 21ste eeuw? De eerste Vlaamse resultaten bij
genre knowledge. A classroom intervention study.
PIAAC’. Gent: Universiteit Gent.
Enschede: University of Twente.
27
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
Huis van het Nederlands Antwerpen (2013). Overal
Punt, L., H. Strating, M. Hajer, R. Scharten & B. de Vos
Taal. Antwerpen: Huis van het Nederlands
(2013). ‘Werken aan vaktaal bij talen’. Enschede:
Antwerpen/Atlas Antwerpen/Stad Antwerpen.
Platform Taalgericht Vakonderwijs / SLO.
Imandt, M. & S. Telderman (2016). ‘Leraren over de
Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren (2015).
toekomst van het onderwijs. Toetsing van het advies
‘Vaart met taalvaardigheid. Nederlands in het hoger
van het Platform Onderwijs2032’. Utrecht:
onderwijs’. Den Haag: Nederlandse Taalunie.
Onderwijscoöperatie.
Redactie NRC (2016). “Nederlands is saai. Hoe kan het
Kennisnet/SLO (2016). “Nieuw model 21 -eeuwse
ste
beter?” In: NRC (21 januari 2016).
vaardigheden”. Online raadpleegbaar op:
https://www.kennisnet.nl/artikel/nieuw-model-21e-
Shanahan, T. (2006). ‘Relations among oral language,
eeuwse-vaardigheden/.
reading and writing development’. In: C.A. MacArthur,
S. Graham & J. Fitzgerald (eds.). Handbook of writing
Leesmonitor (2016). “Literair lezen en schrijven”.
research. New York: The Guildford Press, p. 171-183.
Online raadpleegbaar op:
http://www.leesmonitor.nu/literair-lezen-en-schrijven.
Sociaal en Cultureel Planbureau (2016). De toekomst
tegemoet. Leren, werken, zorgen, samenleven en
Nederlandse Taalunie (2016a). “Taal en wetgeving”.
consumeren in het Nederlands van later. Den Haag:
Online raadpleegbaar op:
SCP.
http://taalunieversum.org/inhoud/taal-en-wetgeving.
Steunpunt Taalwetwijzer (2016). De Taalwetwijzer.
Nederlandse Taalunie (2016b). “Feiten en cijfers. Wat
Welke taal wanneer? Brussel: Vlaamse Overheid.
iedereen zou moeten weten over het Nederlands”.
Online raadpleegbaar op:
Van den Branden, K. (2013). “Waarom instructietaal zo
http://taalunieversum.org/inhoud/feiten-en-cijfers.
moeilijk kan zijn…”. In: Duurzaam Onderwijs. Online
raadpleegbaar op: https://duurzaamonderwijs.com.
Nussbaum, M. (2011). Niet voor de winst. Waarom de
democratie de geesteswetenschappen nodig heeft.
Van den Branden, K. (2015). Onderwijs voor de 21ste
Amsterdam: Ambo/Anthos.
eeuw. Een boek voor leerkrachten en ouders. Leuven: Acco.
OECD (2015a). Skills for Social Progress: The Power of
Van der Velden, S. (2012). Jongeren, de Nederlandse taal
Social and Emotional Skills. Paris: OECD Publishing.
& participatie. Den Haag: NRJ Het Bureau.
OECD (2015b). Skills Outlook 2015. Youth, Skills and
Vansteenkiste, S. (2016). ‘Het belang van human skills
Employability. Paris: OECD Publishing.
op de (toekomstige) werkvloer voor jongeren.
Resultaten van de survey voor het app-titude project’.
Pauwels, G. (2006). ‘Culturele globalisering’. Ministerie
Leuven: KU Leuven, Faculty of Business and Economics.
van de Vlaamse Gemeenschap: Administratie Planning
en Statistiek.
Vlaamse Regering (2015). VRIND 2015. Vlaamse
Regionale Indicatoren. Brussel: Studiedienst van de
Platform Onderwijs2032 (2016). Ons Onderwijs 2032.
Eindadvies. Den Haag: Bureau Platform Onderwijs2032.
28
Vlaamse Regering.
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
Vlaamse Scholierenkoepel (2016). Van LerensBelang.
Scholierenrapport. Wat 17.000 leerlingen in de nieuwe
eindtermen willen. Brussel: VSK.
Verhaeghe, P. (2012). Identiteit. Amsterdam: De Bezige
Bij.
Wardhaugh, R. & J.M. Fuller (2014). An introduction to
sociolinguistics (7th edition). Sussex: Wiley-Blackwell.
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
(2003). ‘Waarden, normen en de last van het gedrag’.
Amsterdam: Amsterdam University Press.
Witte, T. (2008). Het oog van de meester. Delft: Eburon.
29
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
Begeleiding en advies
Het Algemeen Secretariaat van de Taalunie kreeg bij het opstellen van deze visietekst begeleiding en advies van de
kerngroep ‘Onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw’ en van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren.
Kerngroep ‘Onderwijs Nederlands in de
21ste eeuw’
Raad voor de Nederlandse Taal en
Letteren



Jan Rijkers, oud-directeur school voor voortgezet
Departement Taalkunde, Universiteit Antwerpen
Marleen Lippens, coördinator taalbeleid,
(voorzitter)
Nederlands en kunstonderwijs, Katholiek Onderwijs


Zorgberoepen en Opleidingen ZIN/VWS
Alida Pierards, opleidingshoofd Bachelor in het
(vicevoorzitter)

Hasselt
internationalisering Odisee

Antwerpen
Bart van der Leeuw, leerplanontwikkelaar/vakexpert



Jane Fenoulhet, hoogleraar Department of Dutch,
University College London

Kris Van den Branden, hoofddocent Faculteit
Letteren, KU Leuven
Eric Eljon, commissaris, Commissariaat voor de
Media
Nederlands, SLO nationaal expertisecentrum
leerplanontwikkeling
An De Moor, talenbeleidcoördinator Odisee en KU
Leuven campus Gent en Brussel; coördinator
Jordi Casteleyn, docent Antwerp School of
Education - Specifieke lerarenopleiding, Universiteit

Kete Kervezee, voorzitter Commissie Innovatie
Vlaanderen
onderwijs – kleuteronderwijs, Hogeschool PXL,

Reinhild Vandekerckhove, hoofddocent
onderwijs (voorzitter)
Leo Lentz, hoogleraar Tekstontwerp en
Communicatie, Universiteit Utrecht

Frans Meijman, hoofddocent afdeling
Paula Bosch, voorzitter Vereniging van Leraren in
huisartsgeneeskunde en ouderengeneeskunde, VU
Levende Talen (sectie Nederlands), NT2-specialist
medisch centrum Amsterdam

Marco de Niet, directeur stichting Digitaal Erfgoed
Nederland

Annette Roeters, algemeen directeur Raad voor de
Kinderbescherming (Nederland)

Ronald Soetaert, gewoon hoogleraar vakgroep
Onderwijskunde, Universiteit Gent

Kris Van den Branden, hoofddocent Faculteit
Letteren, KU Leuven

Bart Vandesompele, general manager Scarlet Blue,
bvba en gedelegeerd bestuurder Community Gent
(Samenstelling tot 1 januari 2017)
30
IEDEREEN TAALCOMPETENT!
Colofon
Iedereen taalcompetent!
Visie op de rol, de positie en de inhoud van het
onderwijs Nederlands in de 21ste eeuw
©2017 Algemeen Secretariaat Nederlandse Taalunie
Tekst: Steven Vanhooren, Carlijn Pereira & Maryse
Bolhuis
Opmaak: Ellen Haksel
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de
uitgever.
No part of this book may be reproduced in any form, by
print, photocopy, microfilm or any other means without
written permission from the publisher.
31
Telefoon
Bezoekadres
+ 31 (0)70 – 346 95 48
Paleisstraat 19
E-mail
2514 JA Den Haag
[email protected]
Nederland
www.taalunie.org
Download