Godsdienst OV1 Thema: lucht Werkgroep godsdienst o.l.v. Rony Timmermans Mogelijkheden voor leerlingen die functioneren binnen fase 0 Thema: IK KOM OP ADEM De leerlingen moeten zich bewust worden van LUCHT die hen omringt. Lucht is een deel van de schepping. Hoofddoel binnen deze fase: De leerlingen komen in een vertrouwde, herkenbare omgeving, in contact met het element "lucht" Door deze jongeren vertrouwen te geven in het element lucht voelen ze zich meer en beter mens. Blijde Boodschap: Lucht geeft leven Lucht geeft ruimte Ik adem Gods levensadem in. Dit element is zeker niet het meest eenvoudige om tastbaar duidelijk te maken bij deze jongeren. Toch kunnen we in deze fase een grote hoeveelheid ervaringen aanbieden. Steeds is de dragende gedachte: We zijn een deel van Gods Schepping en we ademen zijn Levensadem in. Activiteiten voor leerlingen binnen fase 0 Eerst en vooral kunnen we gebruik maken van buitenobservaties. Kijken naar: - de lucht - de wolken - de bomen die bewegen in de wind - vlaggen in de buurt die wapperen in de wind. - wat vliegt in de lucht. Luisteren naar : -het geluid van de wind in de bladeren -de wind die blaast door de gangen -het waaien van de wind over de zee -het geluid uit windbuizen We kunnen ruiken : - wanneer er in de keuken gekookt wordt. De lucht verspreidt deze geuren. - welke geuren er vrijkomen uit verschillende geurzakjes. Voelen: - hoe de wind in onze haren speelt enz. -hoe de lucht in een luchtkussen ons draagt. -hoe de lucht ontsnapt uit een ballon. Al deze elementen dragen er toe bij dat de leerlingen ervaren datje de lucht niet echt kan zien maar wel wat de wind teweegbrengt, wat we van de wind kunnen voelen. Wanneer we wind proberen na te doen met geluiden luchtverplaatsingen ontdekken we dat we lucht in ons hebben. Door te blazen kunnen we veranderingen teweegbrengen in onze omgeving. -ballonnen opblazen: we kunnen onze adem vangen. -we kunnen zeepbellen blazen. -een windmolentje kan door onze adem in beweging komen. -wanneer we in een rietje blazen kunnen we vb. een papieren bootje doen bewegen op het water, een ping-pong balletje voortblazen, ecolinespatten tot een schilderijtje maken enz.. We kunnen een kaars uitblazen ,paardenbloemzaadjes wegblazen enz. Onze adem maakt geluid: we kunnen praten, zingen, door onze stem te gebruiken. Wanneer we blazen in een fluit komt er geluid uit. In de snoezelruimte kijken we naar rondvliegende pluisjes in een plexi koker. We ervaren het verschil tussen warme en koude lucht. (Voelen aan verwarming, met een haardroger warme en koude lucht blazen...) Als het koud is kunnen we onze adem zien. Eveneens wanneer we blazen op een spiegel kunnen we dit zien. Als er toevallig een rookmachine in de buurt is, kunnen daar ook leuke dingen mee gebeuren Mogelijkheden voor leerlingen die functioneren binnen fase 1 Thema: LAAT ER LUCHT ZIJN BOVEN MIJN AARDE Hoofddoel: Wij kunnen ademhalen en leven. Daar zijn we blij en dankbaar om. Blijde Boodschap: De lucht om ons heen is deel van Gods Schepping. En God zag dat het goed was. Ik leef. DE LEVENSADEM WORDT MIJ ALS GESCHENK AANGEBODEN; De activiteiten en de ervaringen die we aanbieden in fase O worden hier zeker verder uitgediept. Naast het aanbieden gaan we zeker aandacht geven aan het verwonderings element. Het ervaren van lucht rondom ons wordt iets meer dan alleen maar een vanzelfsprekendheid. We kunnen ervaren dat er van alles in de lucht vliegt. - vliegtuigen, helikopters, luchtballon, insecten, vogels, stuifmeel, zaadjes, bladeren enz.. - we drogen kleren in de lucht In het zwembad blazen we armbandjes op: lucht kan ons dragen. - we kunnen een luchtmatras opblazen en daarop drijven op het water of slapen in een tent. We kunnen dit ook duidelijk maken door een parachute omhoog te zwieren en over ons laten neer te komen. Deze leerlingen kunnen al aanvoelen dat er zuivere lucht is en vervuilde lucht. We ruiken uitlaatgassen, sigarettenrook, rook van een vuur enz.. We proberen aan te tonen wat de rol van de mens hierin is. De kracht van wind en luchtverplaatsing kan besproken worden. Wind kan gebruikt worden om machines te doen werken, vb. windmolen. We kunnen een bezoek brengen aan een windmolen in werking, merken we de draaiende beweging. Deze wordt dan weer gebruikt om bloem te maken enz. We kijken toe hoe een windmachine een luchtkussen kan vullen. Daarna kunnen we er dan fijn op spelen. In de zomer geeft een ventilator verfrissing. Een ventilator kan voorzien worden van lintjes die dan fladderen in de wind. In de winter kunnen we een warme lucht blazer installeren. Een handwaaier geeft verkoeling en maakt lucht tastbaar. Dia' s van wolken, luchtmassa' s storm op zee kunnen de leerlingen ook onderdompelen in een "luchtige"sfeer. Sommige leerlingen kennen een beademingstoestel dat ze nodig hebben om op adem te komen. Lucht kunnen we doen geuren. Er zijn onaangename en aangename geuren. Parfum kunnen we met een verstuiver in de lucht blazen. De kracht van de lucht helpt ons schoon te maken. We gebruiken een haardroger, een J stofzuiger, een luchtblazer om bladeren bij mekaar te blazen. We zorgen ervoor dat de leerlingen ondergedompeld worden in een sfeer van rust en ademvrijheid. Daartoe brengen we prenten en foto' s aan die betrekking hebben op de lucht op een prikbord. In deze fase wordt dit gewoon aangeboden als aandachtstrekker, blikvanger zonder dat er meer uitleg gegeven wordt. Het accent ligt helemaal op de ervaring zelf. Zo zien we dat deze op het eerste zicht moeilijke opdracht toch heel wat mogelijkheden biedt. Mogelijkheden voor leerlingen die functioneren binnen fase 2| THEMA: Gods Geest leeft in ons HOOFDDOEL: Dankbaar genieten van het leven en de lucht De lucht om je heen is zo gemaakt dat we kunnen ademhalen. We moeten helpen om de lucht zuiver te houden; BLIJDE BOODSCHAP: Zoals we lucht nodig hebben als levensadem, zo hebben we ook Gods geest nodig. De Geest van God geeft je kracht, maakt je vurig, en zetje in beweging. Hier worden de voorheen gedane activiteiten op een meer intensieve manier aangeboden. - Bij het begin van de werkmomenten kunnen we diep in- en uitademen. Dit heeft een relaxerend effect. - met wierook kunnen we geurende lucht zichtbaar maken - We observeren hoe zuivere lucht eruitziet, hoe vuile lucht eruitziet. Hierop worden pictogrammen aangebracht. Er wordt gesproken over de picto 's. Wat vervuilt de lucht? Wat houdt de lucht zuiver enz. Deze picto 's worden dan op het juiste ondergrond aangebracht. We maken een kleurstudie daarvanf donker, grijs,... )voor de vuile lucht, lichte kleuren voor x de zuivere lucht. - Sommige leerlingen hebben een luchtfoto van hun huis. We bespreken dit. Veel werken met prenten, verhalen uitdiepen. - We proberen duidelijk te maken dat we zonder adem niet meer kunnen leven. Een kaars onder een stolp gaat uit. - Kinderen die astmatisch zijn kunnen geen lucht krijgen, ademen wordt moeilijk, leven wordt ook moeilijk. Bij hyperventilatie hebben we ook het gevoel van ademnood. - Planten die geen lucht hebben groeien niet. - Wanneer we onder water zijn en niet kunnen ademen, krijgen we ademnood enz.. We zijn blij dat we de lucht rondom ons aangeboden krijgen als geschenk. Zeilboten en surfers bewegen zich voort door de kracht van de wind; We kijken naar een windvlieger en proberen er zelf één te maken. Via een luchtballon kunnen we onze boodschap van wede versturen. We maken een wenskaart en maken dit vast aan een ballon met helium gevuld. We wachten dan vol ongeduld of onze ballon gevonden wordt en we er een antwoord op krijgen; We ervaren de kracht van lucht wanneer we een doek proberen vast te houden in een ventilator. Dit is niet gemakkelijk. We kunnen mond aan mond ademhaling toepassen bij mensen in nood. Adem geeft leven. We kijken naar de lucht en merken dat er geen einde is aan de lucht. Zeker wanneer we de kans krijgen om “ avonds te kijken zien we de veelheid aan sterren, ontelbaar, onnoembaar. We benoemen de elementen in de hemel, maan en sterren, en proberen ver- en bewondering op te wekken. Wind kan ook verwoestend zijn. Dit maakt ons bang. Op het nieuws zien we vb. orkanen In deze fase kunnen we beginnen met verhalen. Deze worden dan als verhaal verteld. We vertellen over Jezus en de storm. We maken dit zo levendig mogelijk. We vertellen van storm op zee eventueel ondersteund met dia’ s. We beleven storm in een teil water, op de vijver, in de badkamer enz. We proberen te spreken over onze gevoelens hieromtrent. Het verhaal van Jezus en de storm wordt een verhaal van vertrouwen. In de kersttijd maken we de link naar de hemel, de engelen. Verhaal van Floepje en de lucht. Mogelijkheden voor leerlingen die functioneren binnen fase 3 THEMA: Leven in de Goede Geest Gemeenschap. HOOFDDOEL: Wij zijn er zelf verantwoordelijk voor dat we willen leven in Goos Geest Door het goede gebruik van onze levensadem kunnen we spreken met elkaar en de boodschap verkondigen. BLIJDE BOODSCHAP: De vrienden van Jezus durven praten door de adem =de geest van God. Gods Geest geeft me kracht om dit ook te doen. Naast de vorige activiteiten kunnen we hier aandacht geven aan de reddende mogelijkheden van adem, lucht. Het nut van mond op mond ademhaling, zuurstofflessen voor onder water. Sommige mensen moeten zuurstof krijgen via een beademingsapparaat ofaërosol. We vinden uitdrukkingen terug in de taal. -er hangt iets in de lucht; -we geven mekaar lucht en ademruimte. -welke sfeer hangt er hier? Eventueel kan hier ook het Pinksterverhaal aan bod komen. | Adem Er was eens een man, die een verhaal wilde vertellen over lucht. Maar het moest geen f lutverhaal zijn, geen verhaal van niks-niemendal. Het moest een verhaal zijn, dat fijn was om te vertellen en goed om naar te luisteren. En hij ging op zoek naar het beste verhaal over lucht dat er was. En hij vond het ook. Het alleroudste verhaal was het, het allereerste verhaal over lucht, dat ooit werd geschreven. Luister, dan vertel ik het… Toen God de wereld had geschapen, zag hij, of zag zij, hoe mooi het allemaal was. Vol kleur en geluid, vol glans en geur en licht, vol leven. En toch miste hij nog iets. Iemand die in de wereld zou kunnen wonen. Iemand, sprankelend als water, weldadig als de aarde, iemand warm als vuur. En hij, of zij, hurkte aan de oever van een rivier en kneedde van de grijze klei twee poppen, twee mensen. Man en vrouw maakte hij, wondermooi vormde hij ze, lief en sterk, bijna om van te houden. Maar toen hij opstond, bleven ze liggen. De enige twee dode dingen in heel die levende wereld. Koud en grijs lagen ze op de warme aarde, naast het stromende water, bij het wuivende gras. En hij wilde dat zij leven zouden. Hij knielde bij hen neer, en blies ze, vol liefde, adem in hun neus. Hij zag hoe ze zijn adem uitademden, hoe ze warm werden en kleur kregen. Er kwam kijken in hun ogen en horen in hun oren, zij stonden op. Er kwam ruiken in hun neus, er kwamen woorden in hun mond, zij voelden eikaars vingers, zij pakten eikaars handen en terwijl ze, nog vol van Gods adem, het leven inliepen, hield de verhalenverteller even zijn adem … Uit: Han van Uden, Als het op vieren aankomt. O/’t verhaal werd verteld in een serie vieringen rond de vier elementen. Vergelijk: Genesis l en 2 (de scheppingsverhalen); Psalm 104 en 105. Lied: Weet je hoe je God moet loven – Psalm 150. Trefwoorden: verwondering, dank, leven. Het verhaal “Adem “ God blaast zijn levensadem in. Tekst: Geest. Spook. Figuur in rook. Geheim. Ongekend. Aan niemand bekend. Nooit gezien. Nooit gehoord. Nimmer door iemand opgespoord. Je voelt hem wel. Zo af en toe. ‘k Weet niet wanneer. Dit maakt me moe. Over de geest is niets zeker geweten. Wel dat hij ons nog nooit is vergeten. Dus als ik iets voel vanbinnen in mij, Dat ik niet ken maar het maakt me Het geeft mij kracht en moed op mijn tocht. Dan denk ik: ‘ t is daar dat ik naar zocht. Liederen die kunnen gebruikt worden: Ze zitten samen in een huis uit “ik zing,want ik ben blij. “ Kom Schepper Geest Veni creator- Taize Jezus zat rustig in de boot. Mieke Lembrechts