Fiche_Lucht__Wind__A(...)

advertisement
Jaar/groep: OV 1
Project: Lucht – wind – adem.
Geplande timing (wanneer, hoelang): 4 à 5 weken
Gerealiseerde timing (wanneer, hoelang)
Job 12, 10 ‘Alle leven is in zijn hand, elk wezen dankt aan hem zijn adem.’
Joh. 15, 25-26 ‘de heilige geest zal u bijstaan’
Sleutelwoorden : adem, wind, bewegen, voelen, vertrouwen, leven, iemand zijn, Jezus.
Waarom dit project voor die groep?
- beginsituatie
(= levensvragen, levenservaringen, levensuitdagingen)
Lln. komen dagelijks in contact met het element
lucht (adem, wind). Voor de zwakste lln. kan dit
element aangewend worden om hen meer vertrouwd
te maken met de hen omringende wereld die soms
erg chaotisch kan zijn, zodat ze er zich meer thuis
voelen .
Andere ll. kunnen zich bewust worden van lucht,
adem en wind, iets waar ze anders niet bij stilstaan.
Ze krijgen de kans er bij stil te staan dat we
ademen om te leven, onze levensadem van God
krijgen en er een boodschap mee kunnen uitspreken.
- een boodschap durven uitspreken = er durven zijn
- we kunnen met onze adem ook levengevende
woorden spreken
Waaraan wil ik werken? Wat wil ik bijbrengen?
- vaardigheden en inhouden (= werkwoorden)
Hoe en waarmee wil ik het doen?
- materiaal, activiteiten, werkvormen
(ingrediënten: beelden-teksten-symbolen-handelingen)
- lln. worden zich bewust van de lucht en de
wind die ons omringt
- lucht is en geschenk
- lln. luisteren naar geluiden die de wind
voortbrengt
- lln. weten dat de wind dingen doet bewegen
mogelijke activiteiten:
1) lucht en wind:
- lln. observeren wolkenformaties in de lucht,
het voortbewegen ervan
- geluiden van de wind beluisteren (op CD)
- functie van een droogkast
- natte was laten drogen in de wind
- videobeelden van een storm, orkaan
- een vlieger oplaten
- observeren wat de wind buiten doet
(blaadjes, takken, … bewegen)
- waaiertje vouwen
- met ventilator, haardroger wind laten voelen,
dingen doen bewegen
- windsurfers bekijken
- lucht ruiken: zeelucht, boslucht, lekkere
kook- of baklucht, etherische olie die
verdampt is in de lucht, geurverstuiver,
geurzakje (vb. lavendel), parfum …
- we ontdekken dat we lucht in ons hebben
2) adem:
- wind nabootsen
- voelen met hand op buik en borst
- blazen tegen de hand
- adem ter sprake brengen in een sfeer van
gebed. Door het eigen gelovig aanwezig zijn
daar iets van overbrengen naar de leerlingen.
- ontdekken wat we met onze adem kunnen
doen
- lucht is een kracht in ons
- ademen is leven
- lln. merken dat er zuivere en vuile lucht is
- met onze adem kunnen we spreken
-
buiten adem na het lopen
ademen tegen spiegel
zoals bij de dokter: diep in- en uitademen
koude handen verwarmen met je adem
tijdens het gebedsmoment tegen elke ll.
afzonderlijk zeggen “ …, God geeft zijn adem
aan jou”.
- spel met pingpongballetje en glazen: een
drietal glazen naast elkaar, in één glas een
pingpongballetje, door te blazen het
pingpongballetje in het glas ernaast doen
terechtkomen
- met rietje bootje vooruitblazen in teil water
- op fluit blazen
- luchtbellen blazen
- verfspatten openblazen
- koude handen verwarmen met adem
- ballon opblazen
- blokkentoren omverblazen
- je adem inhouden
- lln. met astma hebben een ademtoestel
- soms hebben mensen lucht nodig uit een
zuurstoffles
- we ademen vervuilde lucht in vb.
sigarettenrook, uitlaatgassen van een auto
- zuivere lucht inademen: zeelucht, boslucht,
(berglucht)
-
zuchten
zingen
een klank aanhouden (aaaaa…)
dierengeluiden nabootsen
wij begrijpen niet wat de dieren zeggen, we
begrijpen elkaar wel:
- fluisterend een zin aan elkaar doorgeven
- een ll. laat een andere ll. iets doen door een
verbale opdracht
- soms durven we niet spreken, maar door
bemoediging en bevestiging kunnen we die
schrik soms overbruggen
- een leerling die niet zo goed durft
aanmoedigen om een verbale boodschap uit te
spreken in een ander lokaal (vragen om
plakband bvb) eventueel met nog iemand er
bij als ondersteuning
- verhaal ‘Oma is jarig’ (zie bijlage)
- lln. luisteren naar het pinksterverhaal en
proberen er een boodschap in te vinden van
kracht en vertrouwen
- het pinksterverhaal vertellen: de apostelen
durfden niet naar buiten om over Jezus te
spreken, maar toen voelden ze dat hij bij hen
was en toen durfden ze wel
- visuele verwerking van het verhaal (zie
bijlage)
-
Evaluatie: brug naar een ander project
Evaluatie
we vertellen aan elkaar wat we over Jezus
weten of kijken in het Jezusboek of in ons
schrift waar iets over Jezus staat
Evaluatie
Job 12, 10
‘Alle leven is in zijn hand, elk wezen dankt aan hem zijn adem.’
Job 33, 4
De geest van God heeft mij gemaakt, de Adem van de Almachtige laat mij leven.
Vierde Boek Psalm, Psalm 104, vers 30
Maar geeft U uw adem, dan worden zij herschapen: U maakt de aarde weer helemaal nieuw.
Job 38, 1
Toen begon de Heer in storm en wind tot Job te spreken
Joh. 15, 25-26 de heilige geest zal u bijstaan
25 Dit zeg ik u, terwijl ik nog bij u ben,
26 maar de Helper, de heilige Geest, die de Vader in mijn naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in
herinnering brengen wat ik u gezegd heb.
Joh. 20, 19-23. Verschijning aan de apostelen.
19 In de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten
waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei:
20 ‘Vrede zij u’. Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren
vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen.
21 Nogmaals zei Jezus tot hen: ‘Vrede zij u. Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik u.’
22 Na deze woorden blies Hij over hen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest’.
23 Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.’
Hand.2, 2
Plotseling kwam er uit de hemel een geraas alsof er een hevige wind opstak, en het vulde heel het huis waar
zij waren.
De apostelen zijn bang zonder hun vriend Jezus.
Ze blijven binnen in een huis, met de deuren en ramen dicht. Ze durven niet naar buiten gaan en dezelfde
dingen doen zoals Jezus.
Opeens waait er een sterke wind: de deuren en vensters waaien open.
De apostelen voelen: Jezus is nog bij ons, we kunnen hem niet zien maar Hij is nog bij ons.
Ze zijn niet meer bang.
Ze gaan naar buiten en doen zoals Jezus.
Oma is jarig.
Oma is jarig en geeft een groot feest. Iedereen van de familie is uitgenodigd. Leen zal een
versje voordragen. Ze is wat fier dat ze dat mag doen: ze houdt veel van haar oma en wil
haar daarmee blij maken.
Mama helpt haar om het versje te leren.
De dag van het feest is Leen heel zenuwachtig. Ze kan bijna niet meer wachten tot ze bij
oma zij. Met de auto rijden ze er naar toe. Voor het huis van oma staan al heel wat auto’s
geparkeerd. Leen schrikt: ‘Zal er daar zoveel volk zijn?’
Ja hoor. Als ze binnenkomen zit de woonkamer al vol. Oei, zoveel mensen had Leen niet
verwacht. Ze knijpt in mama’s hand.
‘Mama, zoveel mensen! Ik durf mijn versje nooit opzeggen.’
‘Wacht nog maar even, we drinken eerst nog iets.’
Maar Leen is er niet gerust in. Ze blijft maar rondkijken naar al die mensen.
Het is nochtans een mooi versje, en oma zal zo blij zijn.Maar … ze durft niet.
Daar komt tante Jo met het geschenk. Ze zet het pak voor oma neer en wacht …
Nu is Leen aan de beurt.
Leen houdt mam’s hand stevig vast.
‘Ik zal achter je staan’, zegt mama, ‘en als je het niet meer weet, zal ik de woorden
influisteren.’
Dat is goed. Leen staat recht, met mama achter haar. Ze kan mama’s adem in haar nek
voelen.
Ze kijkt naar oma en begint.
Adem om te leven.
(naar een verhaal uit een map voor Kleutercatechese)
Michèl en Jan zijn met de vereniging Basiel in Oostenrijk.
Het is mooi weer en ze gaan zwemmen.
Jan is klaar, gaat naar buiten en ziet dat Michèl er nog niet is. Hij gaat terug naar binnen, naar de kamer waar Michèl slaapt:
‘Michèl, wat ben je nu nog aan het doen?’
Michèl: ‘Ik vind mijn zwembroek niet.
Jan: ‘We zullen te laat zijn, de anderen staan buiten al klaar om te vertrekken. Ik zal het eerst gaan zeggen.’
Jan gaat naar buiten, komt terug met een leider.
‘Wat is er?’
Michèl: ‘Ik vind mijn zwembroek niet.’
Jan en de leider helpen zoeken: in het kastje van Michèl … geen zwembroek, onder zijn bed … geen zwembroek, in zijn
valies, in zijn toiletzak, in zijn bed, onder zijn matras … . Eindelijk.
‘Da’s een goeie, hé?’ zegt Michèl.
’Ik weet niet of dat zo’n goeie is, zegt de leider. ‘Kom we zijn weg’.
Mooi weer, bergen goed te zien, besneeuwde toppen.Een half uur te voet naar het dorp en ze zingen er nog een liedje bij.
Ze komen aan het zwembad, horen reeds het lawaai van spelende kinderen en geplons in het water. De leiders betalen.
Iedereen neemt een kapstok en gaat naar een kleedhokje.
Ze doen hun kleren uit, zwembroek aan, kleren op de kapstok, gaan die afgeven en krijgen een armbandje met het nummer van
hun kapstok.
Jan wacht op Michèl. Daar is hij. Eerst gaan ze onder een koude douche.
‘Brrr, dat pakt op je adem’, zegt Jan. ‘Je kunt bijna niet meer ademen als je zo’n koud water over je heen krijgt.
‘En nu in het zwembad’.
‘Wacht’, zegt Michèl, ik heb nog en zwemband mee.
‘Kom zeg, zwem jij daar nog mee?’ zegt jan.
‘Maar neen’, dat is om mee te spelen.’ Michèl blaast de zwemband op.
‘Oei, ik heb geen adem meer. Wil jij een beetje blazen?’
Jan, zuchtend: ‘Geef maar hier”.
Jan blaast, knijpt het ventieltje dicht en steekt het stopje erin zodat de lucht niet meer kan ontsnappen.
‘En nu gaan we in het water!’
Ze gaan langs het trapje. Weer houden ze hun adem in: het is toch eerst wat koud!
Maar ze zijn er vlug aan gewend, zwemmen wat heen en weer om het warm te krijgen.
‘Durf jij met je hoofd onder water?’, vraagt Jan.
Ja, zegt Michèl, knijpt zijn neus dicht en verdwijnt onder water.
“Ik durf dat ook”, zegt Jan.Hij ademt diep in en verdwijnt ook onder water.
Ineens ziet Michèl allemaal luchtbellen boven Jan zijn hoofd. Wat is dat nu? Hop! Jan springt weer recht.
“’k Heb allemaal luchtbellen gezien boven je hoofd”, zegt Michèl, “hoe komt dat?”
“Wel, ik heb uitgeademd onder water”, zegt Jan.
“Ach ja”, zegt Michèl, “maar niet inademen onder water, hé, dat kan niet.”
“Natuurlijk niet, dat weet ik ook wel”, zegt Jan. “Alleen de vissen kunnen dat”.
Ze spelen nog een beetje met de zwemband, gooien die naar elkaar. Dan roept de leider. Tijd om te eten. Het zwembad wordt
trouwens een halfuur gesloten, alle mensen moeten er uit.
De leider heeft alle rugzakken, iedereen neemt die van hem en haalt er zijn boterhammen uit.
Wat heb jij op je boterhammen, vraagt Jan.
“Salami”, zegt Michèl.
“Ik ook”, zegt Jan, en ook nog één met smeerkaas.
Als dessert hebben ze nog een stukje chocolade. En of dat het smaakt!
Opeens horen ze een plons. Dat kan toch niet, want niemand mag nu in het zwembad. Er is toch iemand in gesprongen. Ze zien
een redder vlug naar het zwembad lopen, hij blaast op zijn fluitje.Jan en Michèl zijn nieuwsgierig, ze willen weten wat er
gebeurt en lopen naar de rand van het zwembad. Oei, het kindje dat er in gesprongen is kan niet zwemmen. Het zinkt naar
beneden. De redder duikt vlug in het water, pakt het kindje vast en zwemt ermee naar boven. Hij legt haar op de rand van het
zwembad en kruipt er vlug zelf uit. Het kindje beweegt niet, het ademt niet, haar borstje gaat niet op en neer.
De redder legt eerst het kindje over zijn arm zodat het water uit haar mond en keel kan lopen. Dan legt hij het weer neer en
houdt zijn mond op de mond van het kindje en blaast zijn adem erin. Daarna drukt hij een paar keer op de borstkas van het
kindje, op en neer. Dat doet hij een heel tijdje: adem inblazen en op de borst drukken, op en neer, adem inblazen en drukken.
Eindelijk begint het kindje weer te bewegen. De mensen die staan te kijken zuchten diep, ook Jan en Michèl.
Het kindje ademt nu zelf weer, er loopt nog water uit haar mondje. Dan begint het te hoesten. De borst van het kindje gaat nu
weer zelf op en neer.
“Oei, dat kindje is wel een beetje dood geweest, hé,” zegt Michèl
“Ja”, zegt Jan. Gelukkig kan ze nu weer zelf ademen. De redder heeft haar wel moeten helpen om adem te krijgen.”
“Dan is er toch nog een beetje adem van de redder in dat kindje, hé”, zegt Michèl.
“Ja, eigenlijk is dat waar”, antwoordt Jan. “De adem van de redder heeft dat kindje weer levend gemaakt.”
Iedereen is opgelucht, maar toch ook erg geschrokken. Ze gaan nog een beetje met de leiding in het gras zitten en praten er nog
wat over. Daarna nemen ze weer een frisse duik in het zwembad.
Download