De waanzin vertaald naar toneel

advertisement
De waanzin vertaald naar toneel
Trouw - 15 Okt. 2014
Pagina 30
De Belgische regisseur Luk Perceval wil met zijn toneelstuk 'FRONT' laten zien hoe absurd en gruwelijk een oorlog is. 'Er komen dan
mystieke krachten los die moeilijk zijn te beteugelen.' tekst
Het lijkt onmogelijk om de zinloosheid en gruwel van een wereldomvattende oorlog, die aan miljoenen mensen het leven heeft gekost,
op het toneel over te brengen. Maar de Vlaamse regisseur Luk Perceval slaagt daar toch in met 'FRONT' dat vanaf maandag ook in
Nederland te zien is.
Elf acteurs en een muzikant voeren twee uur lang een energievretende voorstelling op; ze schreeuwen, schelden, zingen, lachen,
huilen, uiten hun woede en wanhoop, maken onwaarschijnlijk lange pirouetten waar je als toeschouwer duizelig van wordt, ze
voetballen zelfs en schoppen de bal de zaal in - de Belgen winnen met 2-0 van de Duitsers. Af en toe slaan de spelers op grote stalen
platen die achter op het podium hangen en waarop afzichtelijke beelden worden vertoond; de Eerste Wereldoorlog is goed vastgelegd,
veel soldaten hadden camera's bij zich. Bij vlagen is het een kabaal van jewelste. Maar als na 120 minuten de lichten uitgaan in de
zaal van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg in Gent kun je een speld horen vallen: het publiek is overrompeld door wat het heeft
gezien en gehoord, het heeft geen seconde de tijd gehad om op adem te komen.
In vier talen vertellen de acteurs het onvoorstelbare verhaal uit de loopgraven, waar een eeuw geleden Duitse, Franse, Belgische en
Britse soldaten met hun laarzen jarenlang vastgezogen zaten in de West-Vlaamse modder. Ze stonden tegenover, maar vaak ook
naast elkaar, zo kort was de afstand tussen de vijandelijke legers; ze konden hun onmetelijke verdriet bijna delen.
Basis van het toneelstuk is het beroemde boek van Erich Maria Remarque: 'Im westen nichts Neues' ('Van het westelijk front geen
nieuws'). De Duitse auteur was zelf een veteraan en vertelt in zijn boek over de verschrikkingen als 'Frontschwein' in en rond de
loopgraven. Regisseur Perceval (Lommel, 1957) kreeg het pas een paar jaar geleden onder ogen: "Ik weet inmiddels dat het een
van de meest verkochte boeken ter wereld is. De nazi's hebben het in de jaren dertig verboden. Remarque vertelt namelijk niet hoe
heldhaftig de Duitsers waren, maar vooral hoe weerzinwekkend de oorlog was. De nazi's hebben hem zelfs het staatsburgerschap
ontnomen, omdat hij in hun ogen niet vaderlandslievend genoeg was."
Perceval heeft ook gebruik gemaakt van het boek 'Le Feu' van de Franse communist Henri Barusse, die daarin zijn even afschuwelijke
ervaringen uit La Grande Guerre vertelt. Barusse bleef aan het front tot eind 1915. Toen was hij totaal uitgeput en waren zijn
longen zwaar gehavend door een van de eerste gifgasaanvallen in de oorlog. Verder heeft de regisseur geput uit krantenverslagen,
dagboekaantekeningen, brieven, tijdsdocumenten en reportages in week- en maandbladen.
Bij elkaar zijn het verschillende getuigenissen, van uiteenlopende nationaliteiten, maar steeds met dezelfde verbijstering: wat is dit voor
waanzin, hoe zijn wij hierin verzeild geraakt, en waarom komt er maar geen einde aan dit uitzichtloze bloedbad?
Aan Vlaamse kant is er de boerenzoon Emiel Seghers die aan het front zijn oudere broers hoopt terug te zien en die in brieven aan zijn
zus Marie zijn ervaringen in de loopgraven beschrijft. De familie-Seghers is 'een beetje simpel', zegt Emiels meerdere, luitenant De Wit
die zelf maar niet met verlof wil, omdat hij bang is thuis opnieuw zijn vrouw met een ander in bed aan te treffen.
Plat Vlaams
Aan Duitse kant is er onderofficier Stanislaus Katczinsky die van lekker eten houdt, en de jonge soldaat Paul Baümer die zich als
vrijwilliger heeft gemeld bij het Duitse leger. Hun teksten worden keurig boventiteld op het toneel, net als die van de Britse verpleegster
die - vanzelfsprekend - een verhouding krijgt met een officier. En ook het Frans wordt vertaald. Merkwaardige uitkomst voor de
Nederlandse bezoeker is dat het soms platte Vlaams, dat onvertaald blijft, het moeilijkst te volgen is. "We zullen eens moeten kijken
of we dat in Nederland ook niet moeten boventitelen", zegt Perceval. Het woord dat in de vier talen dezelfde betekenis heeft, is de titel
van het stuk: FRONT.
Alles wat de Eerste Wereldoorlog zo bijzonder en pervers maakte, komt aan bod: de verminkingen door granaatinslagen of gifgas,
de ontberingen, de honger en dorst, de uitzichtloosheid, maar ook de kameraadschap, de wederzijdse opoffering, de heimwee, de
jaloezie - een paar kilometer verderop leiden de officieren een luxe leventje.
Perceval: "Deze oorlog was een van de gruwelijkste uit de geschiedenis. Per dag gingen er duizenden, soms tienduizenden
jongemannen dood. Het zijn monsterlijke dimensies. Er zijn experimenten gedaan die mensonterend waren. Met gifgas, en met tanks,
een nieuw wapen destijds dat zonder proeven meteen werd ingezet; soldaten verbrandden er levend in."
Copyright © 2014 gopress. Alle rechten voorbehouden
Het was de laatste cavalerieoorlog uit de geschiedenis. We zien en horen minutenlang het gehinnik van paarden die in doodsstrijd
verkeren, het is een angstaanjagende scène. "Er zijn in die oorlog 700.000 paarden gedood", zegt Perceval. "Het moet daar destijds
vreselijk gestonken hebben, overal lag rottend vlees."
Herkenbaar voor de Belgen is de taalstrijd die tijdens de oorlog woedde en waaraan deze voorstelling niet voorbijgaat: Franstalige
officieren schreeuwen in het Frans hun bevelen aan het Vlaamse voetvolk dat niet weet wat te doen: 'Et pour les Flamands la même
chose', en voor de Vlamingen hetzelfde. Perceval: "De Vlaamse soldaten verstonden de Duitsers, de vijand, beter dan hun eigen
officieren. De Eerste Wereldoorlog verklaart waarom veel Vlamingen in de Tweede Wereldoorlog pro-Duits waren en sommigen zelfs
met de nazi's collaboreerden."
Een apart verhaal is het decor, de stalen platen achteraan het podium, van de hand van de Duitse decorontwerpster Annette Kurz.
Daarop is het motief te zien van het plafond van de eetzaal van de oceaanstomer Titanic die in april 1912 zonk. En dat is niet toevallig.
Perceval: "De bouw van dit schip tekende de vooruitgang in de tijd vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Het optimisme had de overhand.
Daar kwam in één klap een eind aan, door een oorlog die niemand wilde en die niemand kon stoppen."
De regisseur noemt zijn stuk meerstemmig, een polyfonie "omdat het de som is van stemmen, indrukken en talen die samen het leed
uitdrukken dat mensen overkomt en dat niet te verklaren valt". De Eerste Wereldoorlog was de oorlog van de gedeelde smart.
Schuldvraag
De schuldvraag blijft in het midden. "Die heb ik bewust niet op tafel gelegd", zegt Perceval. "Want dan ga je weer polariseren, dan ga
je weer een vijandbeeld creëren, en zo is nou net de Eerste Wereldoorlog ontstaan. Ik wilde dat vijandbeeld juist opheffen. Kijk, alle
soldaten in die loopgraven wilden het liefst zo snel mogelijk naar huis, ook de Duitse jongens. Het beeld was altijd vrij hardnekkig dat
Duitsland in 1914 is begonnen. Toen ik een kleine tien jaar geleden naar dat land verhuisde, verklaarden vrienden me voor gek, hoe
kon ik dat nou doen? Het begint nu wel te veranderen, steeds meer historici zeggen dat niet alleen de Duitsers schuld hadden."
Volgende week begint de voorstelling in Nederland, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal bleef en er daardoor ook veel minder
herinneringen aan heeft, anders dan de Vlamingen; de loopgraven lagen destijds nog geen veertig kilometer van Gent, en overal in
West-Vlaanderen zijn onafzienbare rijen massagraven te zien.
"Ik ben blij dat Nederland neutraal is gebleven, want anders was ik misschien niet geboren", zegt Perceval lachend. "Mijn grootvader
heeft in 1914, direct na het uitbreken van de oorlog, kunnen uitwijken; hij was een van de vele Belgische vluchtelingen die naar
Nederland gingen. Daarom is hij in leven gebleven."
Maar ook voor Nederlanders heeft FRONT een betekenis, zegt Perceval: "Ik wil laten zien hoe absurd en gruwelijk een oorlog is. Het
zijn mystieke krachten die dan loskomen en die moeilijk zijn te beteugelen. Dat zie je nou weer in Oekraïne; een situatie kan zo snel
uit de hand lopen en explosief worden. Dit stuk gaat de oorlog natuurlijk niet opheffen, het is een druppel in de oceaan. Maar uit de
recensies maak ik op dat de boodschap overkomt, ook bij de vele jongeren die op de voorstelling afkomen. Daar ben ik blij om."
Voorstelling die je 'door elkaar rammelt'
De voorstelling 'FRONT' is een combinatie van de toneelgroepen NTGent en het Thalia Theater Hamburg. De samenwerking begon
stroef, vooral door taalproblemen. "De acteurs konden elkaar aanvankelijk niet verstaan", zegt Luk Perceval. Maar ze zijn inmiddels
helemaal op elkaar ingespeeld.
FRONT ging in maart in Hamburg in première. Het is over het algemeen positief ontvangen. "Een meesterwerk dat je stevig door
elkaar rammelt", aldus het Belgische dagblad De Standaard.
Een bijzondere voorstelling was er in juni in Berlijn. De Duitse president Joachim Gauck had het gezelschap uitgenodigd, het speelde
een voor de gelegenheid ingekorte versie in de tuin van slot Bellevue, de ambtswoning van de president.
Even speciaal waren de recente optredens in de Servische hoofdstad Belgrado, en in Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië en
Herzegovina, begin deze maand. Honderd jaar geleden werden in Sarajevo de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand en zijn
echtgenote vermoord door de Servische nationalist Gavrilo Princip, wat de Eerste Wereldoorlog inluidde.
Copyright © 2014 gopress. Alle rechten voorbehouden
In Nederland doet FRONT, verspreid over de komende maanden, Amsterdam, Maastricht, Rotterdam, Groningen, Eindhoven en
Tilburg aan. Er zijn ook plannen om het theaterstuk op te voeren in steden in de Verenigde Staten. Dat land nam vanaf april 1917 deel
aan de Eerste Wereldoorlog.
CO WELGRAVEN
Copyright © 2014 De Persgroep Publishing. Alle rechten voorbehouden
Copyright © 2014 gopress. Alle rechten voorbehouden
Download