Ziekte door Parvo Verschijnselen De

advertisement
Ziekte door Parvo
Verschijnselen
De verschijnselen zijn afhankelijk van het moment van infectie. Bij infecties in de vroege
dracht worden er kleine tomen geboren. Bij infecties na de 5e drachtweek worden er
mummies geboren en bij infecties kort voor werpen worden er biggen dood geboren. Heel
typisch voor Parvo infecties zijn mummies van verschillende grootte. Terugkomers of
verwerpers worden zelden in verband gebracht met Parvo.
Oorzaak
De oorzaak is het Parvo virus. Deze komt zeer algemeen voor in de mest van varkens.
Besmettingsroute
Het virus komt voor op bijna alle bedrijven en wordt vaak binnengehaald via fokgelten of via
sperma. De verspreiding over het bedrijf en in de baarmoeder van de zeug verloopt erg traag
en golfsgewijs. Vandaar dat de mummies ook van verschillende stadia zijn, ze worden niet
gelijktijdig besmet.
Schade
De infectie leidt tot minder levend geboren biggen per zeug vanwege kleinere tomen, meer
doodgeboren biggen en meer mummies.
Diagnose
Als er veel zeugen zijn met mummies van verschillende grootte is Parvo de waarschijnlijke
oorzaak. Meestal hebben vooral jonge zeugen last van het virus. Met een PCR test is het
virus aan te tonen in mummies en doodgeboren biggen. Als het virus gevonden wordt, is dit
zeer waarschijnlijk de veroorzaker geweest. Het aantonen van afweerstoffen in het bloed
heeft niet veel zin, want het merendeel van de zeugenpopulatie heeft afweerstoffen in het
bloed. Deze blijven bovendien lang aanwezig. Dit betekent dus dat ze ooit met Parvo in
contact zijn geweest, maar zegt in principe niks over de problemen op dit moment.
Risicofactoren
Omdat Parvo zeer algemeen voorkomt, is het noodzakelijk de zeugen te enten. Let op dat de
gelten niet te jong geënt worden, omdat dan de maternale antistoffen nog te hoog kunnen
zijn.
Behandeling
Omdat Parvo een virus is, heeft behandelen met antibiotica geen zin.
Preventie
Ent in ieder geval de gelten en de 1e worps zeugen tegen het Parvo virus. Bij twijfel over het
wel/niet vaccineren van de oudere zeugen is het verstandig wat bloedjes te onderzoeken op
antistoffen tegen het virus. Als hieruit blijkt dat de oudere zeugen voldoende afweer
hebben, hoeven deze niet geënt te worden. Ent de gelten ongeveer 3 weken voor
insemineren en de (jonge) zeugen in de kraamstal.
Download