Monitor Economie en Arbeidsmarkt 2013 Drechtsteden Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Onderzoekcentrum Drechtsteden drs. F.W. Winterwerp drs. A.L.C. Leijs november 2013 Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie GR Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Impuls Publiciteit, Sliedrecht GR Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Postbus 619 3300 AP Dordrecht 078 – 770 39 05 www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl Overnemen van delen van de tekst is toegestaan onder voorwaarde van een duidelijke bronvermelding. Inhoud 1 Context, samenvatting en conclusies ..............................................5 2 Kader: landelijke ontwikkelingen ..................................................17 3 De regionale arbeidsmarkt, een eerste overzicht ..........................25 3.1 Situatie 1.1.2013 in vogelvlucht ....................................................... 27 3.2 Ontwikkelingen sinds 2008 in vogelvlucht .......................................... 28 3.3 Impact crisis: ontwikkelingen tot en met 1e halfjaar 2013 in WW, Wwb, Nww en vacatures ................................................................................... 30 3.4 Vooruitzichten regionale arbeidsmarkt............................................... 32 4 Economische structuur en vestigingsklimaat ................................33 4.1 Economische structuur regio vergeleken............................................ 35 4.2 Subregionale profielen .................................................................... 36 4.3 Grootbedrijf en MKB........................................................................ 37 4.4 Aanbod vestigingslocaties ................................................................ 37 4.5 Vestigingsklimaat ........................................................................... 39 5 Ontwikkelingen in de werkgelegenheid.........................................41 5.1 Totale werkgelegenheidsontwikkeling vergeleken ............................... 43 5.2 Ontwikkeling werkgelegenheid in sectoren ......................................... 47 5.3 Groei op bedrijventerreinen en elders ............................................... 51 6 Speerpuntsectoren: maritieme cluster, zorg en welzijn en vrijetijdseconomie................................................................................53 6.1 De maritieme cluster....................................................................... 55 6.2 Zorg en welzijn .............................................................................. 58 6.3 Vrijetijdseconomie .......................................................................... 60 7 Vacatures ......................................................................................65 7.1 Landelijk beeld vacature-ontwikkeling ............................................... 67 7.2 Regionaal beeld.............................................................................. 67 8 De regionale beroepsbevolking .....................................................71 8.1 Kenmerken (werkzame) beroepsbevolking ......................................... 73 8.2 Onbenut arbeidsaanbod................................................................... 74 8.3 Vooruitzichten ................................................................................ 82 9 Onderwijs-arbeidsmarkt ...............................................................85 10 Vooruitzichten ................................................................................93 10.1 Economische groei, werkgelegenheid en werkloosheid........................ 95 10.2 Baanopeningen en verwachte knelpunten in de personeelsvoorziening .. 96 1 Context, samenvatting en conclusies 6 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 1 Context, samenvatting en conclusies Hoe hebben de regionale economie en arbeidsmarkt zich de afgelopen jaren ontwikkeld? Wat is de impact van de economische crisis? Hoe gaat het met de speerpuntsectoren? Welke structurele ontwikkelingen zien we? En hoe verhoudt dit alles zich tot de prioriteiten in het rMJP? Antwoord op deze vragen krijgt u via deze voorliggende Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013. Vooraf aan de hoofdstukken met cijfers, trends en ontwikkelingen schetsen we hier eerst de beleidscontext van de monitor, de inhoud ervan, geven we een samenvatting van de belangrijkste bevindingen en formuleren we - tegen de achtergrond van de beleidscontext - een aantal conclusies. Beleidscontext en inhoud monitor rMJP, programma arbeidsmarktbeleid en regionaal uitvoeringsprogramma Het regionaal Meerjarenprogramma (rMJP) 2011-2014 legt uitdrukkelijk prioriteit bij de regionale economie en arbeidsmarkt, de kennisinfrastructuur en het woonklimaat. Daarbinnen zet de regio in op drie speerpuntsectoren: de maritieme cluster (inclusief deltatechnologie), de zorg en de vrijetijdseconomie. Het Programma Arbeidsmarktbeleid zet in op verbetering van de match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, verbeteren van de kennisinfrastructuur en het vergroten van het urgentiebesef voor een beter werkende arbeidsmarkt bij partners. Het sectorprogramma Binnenstad van Dordrecht speelt daarbij een belangrijke rol bij het realiseren van de ambities in de vrijetijdseconomie.1 In 2012 is het rMJP geactualiseerd en is - mede op basis van de Foto van de Drechtsteden - nog meer de nadruk komen te liggen op een aantrekkelijk leefklimaat dat wordt gezien als “dé sleutel voor succesvolle ontwikkeling” van de Drechtsteden. Gekozen is voor verdere versterking van de pieken en meer focus in de regionale agenda via de vier samenhangende focuspunten Maritieme en logistieke topregio, aantrekkelijk woonklimaat, sociaal sterk en doorontwikkeling van de samenwerking.2 Uitvoeringsprogramma Het rMJP is voor de onderdelen economie en arbeidsmarkt nader uitgewerkt in het “Uitvoeringsprogramma Economie en Arbeidsmarktbeleid”, dat is gekoppeld aan de prioritaire projecten van de Economische Agenda Zuidvleugel. Dit programma “versterkt de innovatiekracht van de regio via zeven investeringsprojecten waarmee wordt ingezet op vier prioritaire thema’s: versterking van het vestigingsklimaat van de regio, het verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, het vergroten van de kennisvalorisatie, en promotie en acquisitie samen met het bedrijfsleven”. Omgevingsanalyse De monitor dient vooral te worden opgevat als een ‘omgevingsanalyse’. Dat betekent dat op vrij globaal niveau cijfers, trends en ontwikkelingen over het reilen en zeilen van de regionale economie en arbeidsmarkt in beeld zijn gebracht. Zeer gedetailleerde analyses van bijvoorbeeld sectorale ontwikkelingen of ontwikkelingen naar beroep passen hier niet in en zouden binnen de beschikbare tijd ook onmogelijk zijn. Dat betekent meteen ook dat de monitor onmogelijk recht kan doen aan de veelheid aan inspanningen, 1 2 Samen stad in uitvoering, rMJP Drechtsteden 2011-2014 rMJP actualisatie “Een aantrekkelijk leefklimaat; de sleutel voor succesvolle ontwikkeling van de Drechtsteden” Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 7 investeringen en initiatieven van ondernemers, onderwijs, intermediairs en de overheid zelf voor (het scheppen van voorwaarden voor) een zo goed mogelijk functionerende regionale economie en arbeidsmarkt. De monitor is ook geen evaluatie van het rMJP of de investeringsprojecten van het uitvoeringsprogramma.3 Wel geeft de monitor (ook) een meting van een aantal indicatoren die zijn gekozen om aan te geven in welke mate de doelstellingen van het rMJP worden gehaald en voorziet in informatie over het doelbereik van het programma arbeidsmarktbeleid. Maar bovenal geeft deze monitor een beeld binnen welke dynamiek alle inspanningen plaats vinden en hoe de regionale economie en arbeidsmarkt zich - mede tegen het licht van de algemeen geformuleerde doelstellingen van het rMJP en het programma arbeidsmarktbeleid - de afgelopen tijd hebben ontwikkeld. Samenvatting Zwaar economisch weer, in de Drechtsteden niet minder dan landelijk De Nederlandse economie kromp in het 2e kwartaal 2013 voor het vierde kwartaal op rij. Over 2012 was sprake van een krimp met 1%. Volgens voorlopige cijfers van het CBS kromp de economie van de Drechtsteden in 2012 1,5%, een slechtere ‘prestatie’ nog dus dan landelijk gemiddeld en met name ook slechter dan Rijnmond. In 2011 deden we het wat beter dan landelijk gemiddeld, in 2010 beduidend slechter dan landelijk gemiddeld en de buurregio’s. Figuur 1.1 Economische groei (bbp) Nederland, 2010-2012 Drechtsteden, Rijnmond, Al’waard/Vijfhlnd en 3 2 1 0 -1 -2 -3 2010 Drechtsteden 2011 Al'waard/Vijfhlnd 2012 Groot Rijnmond Nederland Bron: CBS Arbeidsmarkt relatief zwaar onder druk De werkgelegenheid in de Drechtsteden ontwikkelde zich tot en met 2010 nog relatief gunstig. In 2011 sloeg de balans om in het nadeel van de regio: waar landelijk het aantal werkzame personen daalde met 0,7% was dat in de Drechtsteden meer dan het dubbele (-1,7%). De groei van de jaren 2008 t/m 2010 was daarmee in één jaar nagenoeg geheel verdampt: over de periode 2008 t/m 2011 resteert nog een toename van de werkgelegenheid van 0,2%. Dat is overigens nog wel gunstiger dan landelijk gemiddeld (-1,1%), het gevolg van een voor die periode geen ongunstige sectorstructuur en een boven gemiddelde groei in veel sectoren. Hoewel we nog niet beschikken over cijfers voor 2012 is het gelet op de relatief grote economische krimp, de regionale 3 8 Het OCD werkt momenteel aan een tussenevaluatie van het Programma regionaal arbeidsmarktbeleid, waarvan de resultaten in het najaar beschikbaar komen Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 sectorstructuur én de ontwikkeling van de werkloosheid in de regio aannemelijk dat de werkgelegenheid in het afgelopen jaar net als in 2011 meer is gekrompen dan landelijk gemiddeld. Wij ramen die krimp voor 2012 op 0,9%, tegen 0,7% landelijk gemiddeld. Deze relatief ongunstige economische ontwikkelingen hebben in de regio geleid tot een boven gemiddelde groei van de WW en de Nww in 2012 en de eerste helft van 2013. In de eerste helft van 2013 voegt zich daar ook de Wwb bij (figuur 2.2). Ook het aantal vacatures ontwikkelde zich in deze periode in de regio relatief ongunstig. Het marktaandeel in alle op Werk.nl ingediende vacatures daalde in het 2e kwartaal van 2013 naar 1,5%; in het 2e kwartaal van 2012 was dit nog 2,6%, in het 2e kwartaal van 2011 2,1%. Figuur 1.2 Ontwikkeling WW, Wwb en Nww Drechtsteden en Nederland, 2012 en 2013 (1e halfjaar), % groei 40% 30% 20% 10% 0% WW 2012 Drechtsteden Wwb 1e helft 2013 Drst Nww 2012 Nederland 1e helft 2013 Ned Bronnen: SDD, UWV, CBS Anders bekeken: gunstiger beeld Bovenstaande gegevens hebben betrekking op de ontwikkelingen in 2012 en de eerste helft van 2013 en geven een indruk van de actuele impact van de economische crisis. We weten echter ook dat ontwikkelingen op korte termijn op laag regionaal schaalniveau aan relatief grote schommelingen onderhevig zijn, veel groter dan landelijk het geval is. Van belang is daarom ook de constatering dat het aandeel regiobewoners van 15-64 jaar met een uitkering WW, Wwb of AO en/of ingeschreven als Nww-er per 1.1.2013 lager ligt dan landelijk gemiddeld. En dat deze aandelen zich met uitzondering van het aandeel met een AO-uitkering tussen 1.1.2011 en 1.1.2013 net wat gunstiger dan landelijk gemiddeld hebben ontwikkeld. Vanaf 1.1.2011 t/m 1.7.2013 is de ontwikkeling van de Wwb gunstiger dan landelijk gemiddeld, vooral in 2011. Voor een deel wordt dit veroorzaakt door de relatief sterke daling van het aantal jongeren in de bijstand. De Wajong <25 is in diezelfde periode relatief hard gegroeid. Hier kan deels sprake zijn van een waterbedeffect: jongeren die anders in de Wwb hadden gezeten zitten nu in de Wajong. Dit neemt niet weg dat de regio - mede gelet op de sterkere groei van de WW en de relatief sterke daling van het aantal vacatures - wat betreft de ontwikkeling van de Wwb de afgelopen tijd goed heeft gepresteerd. Baanbrekend Drechtsteden en de aanpak van de jeugdwerkloosheid zullen daar ongetwijfeld aan hebben bijgedragen. (zie hoofdstuk 8). Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 9 Concurrentiepositie regionale beroepsbevolking De regionale beroepsbevolking is relatief laag opgeleid. Terwijl gemiddeld gesproken sprake is van een upgrading van het gevraagde opleidingsniveau. Onze analyse is dat de regionale beroepsbevolking hierdoor onvoldoende profiteert van de baanopeningen die zich de afgelopen jaren in de regio voordoen. Tussen 2008 en 2011 nam het aantal arbeidsplaatsen nog fors toe, maar groeide hier ook de werkloze beroepsbevolking. Baanopeningen werden meer dan evenredig bezet door mensen van buiten de regio, waardoor de inkomende pendel groeide. Vanaf 2011 zet dit proces zich voort, maar onttrekt zich meer aan het zicht door de sterk groeiende werkloosheid. Overigens is het aandeel Nww-ers met een laag opleidingsniveau in de regio wel hoog (41%) maar niet hoger dan landelijk, ook niet onder de Nww-ers <27. Het aandeel middelbaar opgeleiden is dat wel. De laatste tijd worden dan ook vooral middelbaar opgeleiden getroffen door vraaguitval, de groep die met name in de regionale beroepsbevolking en werkgelegenheid is oververtegenwoordigd. Beroepsbevolking in belangrijke mate ook afhankelijk van ontwikkelingen elders Bij dit alles is het goed te bedenken dat de beroepsbevolking van de Drechtsteden ook in belangrijke mate afhankelijk is van ontwikkelingen elders en dan met name van die in Rijnmond. Per 1.1.2013 werkten naar schatting bijna 50.000 (44%) van de werkzame beroepsbevolking van de Drechtsteden buiten de regio, waarvan ongeveer 23.000 in Rijnmond en 5.000 in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Economische presteren en vestigingsklimaat Van 2011 op 2012 is het rapportcijfer voor het economisch presteren (Bureau Louter) van de Drechtsteden zo goed als gelijk gebleven. Koploper in de regio is Alblasserdam, gevolgd door Sliedrecht. Deze laatste gemeente presteerde net als Papendrecht en in mindere mate ook Alblasserdam beter dan in 2011. De andere gemeenten presteerden juist minder goed. We zien dit ook terug in de ontwikkeling van de werkgelegenheid, die in de West-Alblasserwaard beduidend gunstiger is dan in Dordrecht en de Zwijndrechtse Waard. De regio heeft op een aantal hoogwaardige bedrijventerreinen voldoende ruimte beschikbaar voor nieuwe bedrijvigheid. Het is ook op deze terreinen waar vooral groei van de werkgelegenheid plaats vindt. Tot en met 2010 was in de regio ook sprake van een positief werkgelegenheidssaldo van nieuwvestiging/oprichting van bedrijven versus opheffing/vertrek. Nog een teken dat het met het vestigingsklimaat in de Drechtsteden nog zo slecht niet is gesteld. Behalve voldoende aanbod aan aantrekkelijke en goed bereikbare vestigingslocaties zijn ook andere factoren belangrijk voor het vestigingsklimaat. Het gaat dan met name om een aantrekkelijk woonklimaat en de aanwezigheid van voldoende en goed gekwalificeerd personeel. Aan dit laatste wordt via het programma regionaal arbeidsmarktbeleid hard en met succes gewerkt. Het woonklimaat blijft - getuige ook de Foto van de Drechtsteden - een aandachtspunt. Vier van de zes Drechtstedengemeenten zijn op de ranglijst van de beste woongemeente fors gezakt. En Dordrecht zakte op de woonaantrekkelijkheidsindex van Atlas voor gemeenten - voor het eerst in jaren overigens - ook een plaatsje. Hierbij zij opgemerkt dat het stedelijk voorzieningenniveau van de regio met alle investeringen in culturele voorzieningen in Dordrecht een flinke impuls heeft gekregen, c.q. nog verder gaat krijgen. 10 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Speerpuntsectoren maritiem De regio Drechtsteden is na Rotterdam en Amsterdam het derde maritieme knooppunt van Nederland. De maritieme maakindustrie en waterbouw ontwikkelde zich de afgelopen jaren goed in de regio. Er is sprake van een hecht cluster met veel onderlinge relaties, zowel op het gebied van toeleveranties als innovaties en opleidingsfaciliteiten voor personeel. Het aantal bedrijven met 5 of meer werkzame personen in deze cluster groeide licht, de werkgelegenheid in de sector groeide fors boven gemiddeld (+9% tussen 2008 en 2012). Landelijk was in diezelfde periode sprake van een daling van 2%. De afgelopen tijd zijn er talrijke programma’s, projecten en initiatieven ontwikkeld om de innovatiekracht, de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, de benutting van talent en het imago van het cluster te versterken. De sector kampt met veel moeilijk vervulbare vacatures op alle niveaus. Tekorten die volgens de laatste prognoses ook op de langere termijn waarschijnlijk nog manifest zullen zijn. zorg en welzijn De sector zorg en welzijn is met 17% van alle arbeidsplaatsen in de regio een zeer belangrijke bron van werkgelegenheid. De sector droeg de afgelopen jaren fors bij aan de werkgelegenheidsgroei. Wel was de toename over de periode 2008-2012 regionaal flink kleiner dan landelijk gemiddeld. In 2011 is in de regio zelfs al sprake van een lichte teruggang, terwijl landelijk de werkgelegenheid nog groeide. Anders dan eerder voorspeld kent deze sector geen grote personeelstekorten. Die worden wel voor de langere termijn voorzien, met name in de hogere opleidingsniveaus. In zijn totaliteit komt de werkgelegenheid in deze sector als gevolg van de bezuinigingen en de extramuralisering naar verwachting echter onder sterke druk te staan. vrijetijdseconomie De economische betekenis van de vrijetijdssector voor de regio is aanzienlijk, zowel in directe (bestedingen, werkgelegenheid) als in indirecte zin (vestigingsklimaat). Het verblijfstoerisme in de regio en het toeristisch stedenbezoek aan Dordrecht zitten duidelijk in de lift. Dat zien we terug in een forse groei van het aantal vestigingen en banen in de T&R sector. Ook hier zien we in 2011 een dip, die zeer waarschijnlijk ook in 2012 en 2013, en mogelijk verder, door zet. Veel zal afhangen van de ontwikkeling van de consumptieve bestedingen. Op termijn is er echter weer ruimte voor groei, mede omdat de regio nog steeds een flinke achterstand heeft in te halen. Belangrijk hierbij is dat deze sector bij uitstek banen schept voor lager opgeleiden. De arbeidsmarkt algemeen De arbeidsmarkt heeft twee gezichten: oplopende werkloosheid aan de ene kant en knelpunten in de personeelsvoorziening in de technische beroepen aan de andere kant. Tegenover die knelpunten staan anderzijds veel werkzoekenden, ook kortdurend ingeschreven, in beroepen waar nauwelijks vraag tegenover staat. De verhouding openstaande vacatures ten opzichte van ingeschreven Nww-ers is in twee jaar tijd gedaald van 0,30 naar 0,09.4 Maar er zijn beroepen waar die verhouding thans op 0,01 of zelfs nog lager ligt. Duidelijk is dat de match onder de huidige omstandigheden steeds moeizamer tot stand komt. Zowel de ruime arbeidsmarkt als de bestaande knelpunten stellen hoge eisen aan actieve bemiddeling en aanvullende scholing. Baanbrekend Drechtsteden en door de regio ondersteunde initiatieven als het Servicepunt Zorg en Welzijn en Metalent bewijzen hierin duidelijk hun waarde. 4 Landelijk gemiddeld ligt die verhouding overigens nog lager: op 0,07 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 11 niet alles even goed in beeld De arbeidsmarkt flexibiliseert en internationaliseert in toenemende mate. Benadrukt dient te worden dat we als gevolg daarvan niet alles even goed in beeld hebben. In welke mate bijvoorbeeld komen de baanopeningen ten goede aan de regionale/bovenregionale beroepsbevolking? Of wordt de groeiende flexibele schil in toenemende mate gevormd door buitenlandse werknemers die door internationaal opererende uitzendbureaus op afroep worden aangeleverd? Dit onttrekt zich grotendeels aan onze waarneming. Ook weten we niet in welke mate er in de Drechtsteden verdringing plaats vindt van lager opgeleiden door hoger opgeleiden. Dát dit in tijden van oplopende werkloosheid gebeurt is een gegeven. Net als het gegeven dat veel studenten een bijbaantje hebben. jongeren Ook de jeugdwerkloosheid is de afgelopen tijd sterk gestegen, beduidend forser nog dan gemiddeld. Ondanks dat jongeren meestal maar kort recht op WW hebben is het aandeel jongeren in de WW de afgelopen tijd, net als landelijk, toegenomen. Het aantal jongeren in de Wwb neemt sinds begin van dit jaar ook weer toe. Veel (40%) als werkzoekend bij het UWV ingeschreven jongeren missen een startkwalificatie en staan ingeschreven voor beroepen op elementair en lager niveau. Opmerkelijk is de relatief sterke groei van de Wajong <25 jaar: in de regio +21,5% in twee jaar tijd (2011/2012) tegen +9,5% landelijk. De Wwb <27 nam in die periode juist sterk af, een daling die we landelijk niet zien. Met de aanpak jeugdwerkloosheid (1e Actieplan, doorbenutting ESF-middelen, Open Call) zijn veel jongeren bereikt, geactiveerd en/of bemiddeld. Er zijn branchegerichte allianties ontstaan (zoals Metalent) die ook in het nieuwe Actieplan ‘Drechtsteden benutten talent’ zullen worden benut. Landelijk komen er als uitkomst van de jeugdtop bij bedrijven ruim 10.000 extra leerbanen. Dit is hard nodig, want door de crisis is ook het aantal BBL-plaatsen danig gekrompen. Dat zien we in de onderwijsdeelname mbo duidelijk terug. ouderen Ook de werkloosheid onder ouderen is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Anders dan bij de jongeren is de instroom in de WW nog niet gedaald; het UWV meldt een forse toename van de instroom van hoogopgeleiden en vanuit de sector zorg en welzijn. Ouderen komen over het algemeen veel moeilijker weer aan het werk dan jongeren. Inmiddels is daarom onlangs het Actieplan 55-plus Werkt gelanceerd. In dit actieplan gaat een aantal grote uitzendorganisaties de komende twee jaar samen met het UWV 22.500 werkloze 55-plussers aan de slag helpen. De regio kent ook zijn eigen actieplan, een samenwerkingsverband tussen de Stichting 50PlusDrechtsteden, de DOV, Werkgevers Drechtsteden, FNV, UWV en de gemeente Dordrecht. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Doel is om meer op te leiden voor de vraag in de regio. In het kader van het arbeidsmarktbeleid zijn daarvoor diverse allianties gesmeed en instrumenten ontwikkeld. Het onderwijsveld is mede daardoor volop in beweging, in veel nauwer overleg met elkaar en met het bedrijfsleven dan enkele jaren geleden. Het is nog te vroeg om hiervan echt structurele veranderingen in deelnamecijfers te kunnen zien, maar eerste positieve tekenen zijn er al wel. Zo is de daling in het aantal leerlingen vmbo-techniek tot stilstand gekomen. En is het aantal voortijdig schoolverlaters mbo in schooljaar 2011/2012 gedaald. Ook zit er een stijgende lijn in het aantal gediplomeerden mbo elektro, installatie en metaal. Wat onderwijsvoorzieningen zelf betreft zijn in het veld van het middelbaar en hoger onderwijs diverse successen geboekt: van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Maritieme Techniek (samenwerking STCGroup en DaVinci) tot Hovo (Hoger onderwijs voor volwassenen) door de Erasmus Academie in de Wereldwaag en van de nieuwe internationale master “Shipping & Transport” van de STC-Group aangeboden in Dordrecht tot de 12 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 samenwerkingsovereenkomst tussen het Albert Schweitzer ziekenhuis en de Christelijke Hogeschool Ede. Vooruitzichten De beroepsbevolking groeit de komende jaren naar verwachting nog door. Dit doordat de potentiële beroepsbevolking tot 2020 niet afneemt en de participatie op de arbeidsmarkt nog structureel groeit. Tegelijkertijd zijn de verwachtingen voor de economische groei voor 2013 en 2014 al een aantal keer naar beneden bijgesteld en zijn ook de prognoses voor de periode 2015-2018 niet erg florissant. Een en ander betekent dat de werkloosheid ook in 2014 nog zal toenemen en dat die in de periode 2015-2018 volgens ramingen van het UWV slechts zeer bescheiden zal dalen (0,5% per jaar). De ontwikkelingen in de Drechtsteden zullen volgens de ramingen van het UWV weinig tot niet afwijken van het landelijk gemiddelde. Wel zullen er na 2014 weer ontstaan. Nog steeds is het bedrijven en instellingen in arbeidsproces zullen verlaten. vervangingsvraag. beduidend meer vacatures en baanopeningen zo dat er de komende 10 tot 12 jaar vanuit de regio zo’n 12 tot 13.000 werkenden het Er blijft dus sprake van een forse (potentiële) Hoewel er dus in zijn algemeenheid sprake zal blijven van een ruime arbeidsmarkt, worden er voor diverse beroepen/beroepsgroepen toch ook nog steeds aanzienlijke tekorten verwacht. In de techniek op zowel hoger als middelbaar niveau, in de transport op middelbaar en lager niveau, in de zorg op middelbaar en hoger niveau en in de horeca op middelbaar niveau. Overschotten worden vooral voor de elementaire beroepen en de lagere administratieve beroepen verwacht. Veel hiervan is dus niet veel anders dan we op dit moment al kunnen constateren. Conclusies irt rMJP en programma arbeidsmarktbeleid Welke conclusies kunnen we hieruit nu trekken? Wat de monitor denken wij bovenal duidelijk maakt, is dat de regionale economie en arbeidsmarkt zich in minstens net zulk zwaar zo niet zwaarder weer bevindt als dat landelijk het geval is. De werkgelegenheid is in 2011 harder gedaald dan landelijk gemiddeld en dat zal naar verwachting in 2012 niet anders zijn geweest. Ook het eerste halfjaar van 2013 lijken de regionale economie en arbeidsmarkt zich nog wat ongunstiger dan landelijk gemiddeld te hebben ontwikkeld, getuige de boven gemiddelde groei van de WW en de boven gemiddelde daling van het aantal ingediende vacatures. Bij dit alles liggen de bedrijfsinvesteringen net als de consumptieve bestedingen op een historisch laag niveau. Binnen deze context is het bijzonder lastig om met regionaal economisch en arbeidsmarktbeleid op korte termijn concrete, in de cijfers goed herkenbare, resultaten te boeken. Feitelijk is het de afgelopen tijd meer zaaien dan oogsten. Waarbij uiteraard ook meespeelt dat effecten van beleid veelal pas na verloop van tijd herkenbaar zijn. Zeker zaken als het versterken van het vestigingsklimaat en het verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt zijn een kwestie van lange adem. Oogst is er al wel, maar vooral in termen van allianties, nieuwe initiatieven en projecten, nieuwe verbindingen. Dit in gedachten geeft de monitor voor wat betreft de prioritaire thema’s en programmalijnen aanleiding tot de volgende opmerkingen. Versterking vestigingsklimaat Vestigingsklimaat is een breed begrip. Voor zover het gaat om de beschikbaarheid van bedrijventerreinen en de bereikbaarheid lijkt het vestigingsklimaat van de regio redelijk goed op orde. Verbetering van de kennisinfrastructuur draagt Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 13 ook bij aan een beter vestigingsklimaat, evenals de verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. De focus op water en maritiem maakt de regio in elk geval voor bedrijven in die cluster in toenemende mate een aantrekkelijke vestigingsregio. Dordrecht heeft daarbij de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de voor een regio zo belangrijke stedelijke voorzieningen. En ook de gunstige ontwikkelingen van de laatste jaren in de T&R sector (toerisme en recreatie) dragen bij aan versterking van het vestigingsklimaat. Het woonklimaat is en blijft niettemin een aandachtspunt. Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt In deze programmalijn van het programma arbeidsmarktbeleid is de laatste jaren veel gezaaid en ook al veel geoogst. Veel meer dan voorheen is sprake van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven en tussen onderwijsinstellingen onderling. Dat heeft ook weer zo zijn spin-off naar samenwerking tussen bedrijven op het punt van innovaties. De daling in het aantal leerlingen vmbo-techniek lijkt tot stilstand gekomen en het aantal voortijdig schoolverlaters is gedaald. Omdat er nog steeds forse tekorten aan technisch vakbekwaam personeel worden verwacht, is blijvende inzet op deze programmalijn geboden. Belangrijk daarbij is dat ook bedrijven in deze regio worden gestimuleerd om extra leerbanen aan te bieden, omdat anders (potentieel) talent verloren dreigt te gaan. Verbeteren match vraag en aanbod Gelet op de relatief sterke toename van de WW in de regio en de boven gemiddelde daling van het aantal vacatures heeft de regio wat betreft de ontwikkeling van de Wwb de afgelopen tijd goed gepresteerd. Baanbrekend Drechtsteden en diverse door het programma arbeidsmarktbeleid ondersteunde branchegerichte projectmatige initiatieven zijn daar zeker debet aan. De vooral in de tweede helft van vorig jaar en de eerste helft van dit jaar sterk opgelopen (jeugd)werkloosheid legt een grote druk op het beperken van de instroom c.q. de verblijfsduur in de bijstand. Het nieuwe actieplan jeugdwerkloosheid kan hier enig soelaas bieden. Maar de concurrentie op de arbeidsmarkt zal voorlopig groot blijven, ook al omdat jongeren die er voor hebben gekozen om door te studeren geleidelijk aan toch weer de arbeidsmarkt betreden. Verbeteren kennisinfrastructuur/vergroten kennisvalorisatie Met de totstandkoming van de nieuwe onderwijsvoorziening Wereldwaag met zijn partners EcoShape en Erasmus Academie en de nieuwe opleidingen in het middelbaar en hoger maritieme onderwijs, alsmede de opening van de duurzaamheidsfabriek is de kennisinfrastructuur in de regio duidelijk verbeterd. Over het thema vergroten kennisvalorisatie kunnen op basis van deze monitor geen uitspraken worden gedaan. Vergroten urgentiebesef Hoe het staat met het urgentiebesef over toekomstige tekorten aan vakbekwaam personeel weten we niet precies. Stakeholders uit het bedrijfsleven geven aan dat dit urgentiebesef de laatste jaren wel is gegroeid, maar dat er tegelijkertijd - mede als gevolg van de economische crisis – nog veel bedrijven zijn die hier nog niet van zijn doordrongen. De verwachtingen zijn echter nog steeds dezelfde: als gevolg van de uitstroom van ouderen uit de arbeidsmarkt gaan er op termijn forse tekorten aan met name vakbekwaam technisch personeel ontstaan. Het blijft dus van belang het urgentiebesef hierover bij het bedrijfsleven te vergroten. Promotie & acquisitie samen met het bedrijfsleven Een goed vestigingsklimaat is één, een gekend goed vestigingsklimaat is nog weer wat anders. Promotie blijft derhalve van belang. Zeker voor een betrekkelijk onbekende regio als de onze. Dat we nu beter zijn aangesloten op bovenregionale netwerken als de Zuidvleugel en Deltri is wat dit betreft al pure winst. De regio is daardoor veel beter in beeld. Bedrijven komen echter niet 14 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 vanzelf, die moeten zich welkom voelen. De ingezette beweging naar een regionale acquisitie-unit lijkt in dat verband niet meer dan logisch. Outcome-indicatoren Wat betreft de in het kader van het rMJP geformuleerde outcome-indicatoren volgt uit de monitor het volgende beeld (zie kader): rMJP indicatoren, ontwikkeling vanaf 2011 totale werkgelegenheid t.o.v. landelijk: totaal aantal vestigingen t.o.v. landelijk: startende ondernemers: + maritieme cluster: + bezoekersaantallen Dordtse Binnenstad: + economische prestaties: 0 Nww 15-64 jaar: 0 Wwb 15-64 jaar: + - = minder gunstig dan landelijk gemiddeld; 0 = gelijk; + = gunstiger Al met al kunnen we spreken van een gedifferentieerd beeld. De landelijke en regionale economie en arbeidsmarkt verkeren in zwaar weer en de vooruitzichten voor de korte tot middellange termijn zijn verre van florissant. De arbeidsmarkt heeft twee gezichten: grote en nog verder oplopende werkloosheid aan de ene kant, toenemende tekorten aan vakbekwaam vooral technisch personeel aan de andere. Het beeld is echter ook dat de regio binnen die context de juiste prioritaire thema’s heeft geformuleerd. En dat we binnen die thema’s de goede dingen doen, al veel is gezaaid en behoorlijk wat is geoogst. Het laatste vooral in toegenomen samenwerking, nieuwe initiatieven, projecten en verbindingen. Wat dat betreft is enig optimisme over de toekomst niet misplaatst. Economisch- en arbeidsmarktbeleid is echter een kwestie van lange adem. Gelet op de uitdagingen waarvoor de regio zich ziet gesteld verdient het dan ook aanbeveling het ingezette beleid met kracht voort te zetten. Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 15 16 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 2 Kader: landelijke ontwikkelingen 18 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 2 Kader: landelijke ontwikkelingen De Nederlandse economie verkeert al geruime tijd in zwaar weer. Productie en werkgelegenheid krimpen, de werkloosheid neemt toe. Als gevolg van de bezuinigingen en lastenverzwaringen, de daling van de huizenprijzen en de opgelopen werkloosheid en toenemende baanonzekerheid staan de consumentenbestedingen onder zware druk. Alvorens in de volgende hoofdstukken nader in te gaan op de gevolgen hiervan voor de economie en arbeidsmarkt van de Drechtsteden, schetsen we hier eerst kort als kader een aantal landelijke ontwikkelingen. Economie krimpt De Nederlandse economie verkeert nog steeds in zwaar weer. Het bruto binnenlands product kromp in het 2e kwartaal van 2013 met 0,2%. Dat is het vierde achtereenvolgende kwartaal met krimp. Wel is de krimp steeds kleiner geworden. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder kromp de economie (voor werkdagen gecorrigeerd) met 1,8%. De consumptie van huishoudens krimpt nu al ruim twee jaar. En ook de bedrijfsinvesteringen liggen al kwartalen achtereen op een lager niveau. De bouw krimpt nog steeds veruit het meest; in het 2e kwartaal was de productie 5,9% lager dan een jaar eerder. De industrie herstelde zich enigszins van de inzinking in het 1e kwartaal (-4,5%) en produceerde nu 1,7% minder dan een jaar eerder. Figuur 2.1 Economische groei (bbp) Nederland (gecorrigeerd voor seizoeninvloeden en werkdag-effecten) 3% 2% 1% 0% -1% -2% t.o.v zelfde kwartaal jaar eerder 20 13 -II 20 12 -IV 20 12 -II 20 11 -IV 20 11 -II 20 10 -IV 20 10 -II -3% t.o.v. vorig kwartaal Werkgelegenheid neemt af Het aantal banen van werknemers daalt al vanaf het 2e kwartaal van 2011. Ten opzichte van 1.1.2012 zijn er nu 186.000 minder banen, een daling van 2,4% in anderhalf jaar. Op het niveau van onze regio zou eenzelfde daling een verlies van ongeveer 2.500 banen betekenen. Tot voor kort werd deze daling nog gecompenseerd door de toename van het aantal zelfstandigen. Maar ook het totaal aantal werkzame personen (werknemers én zelfstandigen) bevindt zich nu al voor het 5e achtereenvolgend kwartaal in een dalende lijn. Het aantal banen daalt in alle sectoren, recentelijk ook in de zorg. Bouw en industrie, beide goed vertegenwoordigd in de Drechtsteden, vertonen de grootste werkgelegenheidskrimp. De krimp van de werkgelegenheid komt ook tot uitdrukking in de nu al anderhalf jaar aanhoudende krimp van het aantal gewerkte uitzenduren. 19 Figuur 2.2 Banen van werknemers en totaal werkzame personen, seizoengecorrigeerd, x 1.000 9000 8500 8000 banen werknemers 13 -I I V 12 -I 12 -I I V 11 -I 11 -I I V 10 -I 10 -I I V 09 -I 09 -I I 7500 werkzame personen Daardoor ook beduidend minder vacatures De daling van de werkgelegenheid gaat ook gepaard met een afname van het aantal ontstane en openstaande vacatures. Stonden er aan het eind van het tweede kwartaal van 2011 nog 135.000 vacatures open, eind juni 2013 was dat aantal gedaald naar 91.000, een daling van 33% in twee jaar tijd. En in het 2e kwartaal van 2013 ontstonden niet ruim 200.000 vacatures zoals in hetzelfde kwartaal van 2011, maar slechts zo’n 160.000, een daling van 23%. Ook de daling van het aantal vacatures doet zich in alle sectoren voor. Figuur 2.3 Openstaande (seizoengecorrigeerd) en ontstane vacatures Nederland (x1.000) 240 200 160 120 openstaand 20 13 -I I 12 -I V 20 12 -I I 11 -I V 20 11 -I I 10 -I V 20 10 -I I 80 ontstaan Terwijl de beroepsbevolking nog blijft toenemen Ondertussen blijft de beroepsbevolking - onder invloed van een structurele toename van de participatie van vrouwen en ouderen op de arbeidsmarkt toenemen. Ook de toenemende (dreiging van) werkloosheid is daarop van invloed: dit lokt extra aanbod op de arbeidsmarkt uit van de partner, het zogenoemde ‘added worker’ effect. De beroepsbevolking is eind juni 2013 220.000 personen (2,8%) groter dan twee jaar eerder. 20 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Figuur 2.4 Beroepsbevolking Nederland (x 1.000) 8200 8000 7800 7600 Dit betekent versneld groeiende werkloosheid In de kredietcrisis van 2008/2009 hielden bedrijven hun personeel nog zoveel mogelijk vast, mede geholpen door de deeltijd-WW. In de huidige aanhoudende economische crisis is dat in veel mindere mate nog mogelijk en loopt de werkloosheid hard op. Vooral in het 4e kwartaal van 2012 en het 1e kwartaal van dit jaar is een extra grote toename zichtbaar. Eind juni van dit jaar telde het CBS 675.000 werklozen (werkloze beroepsbevolking), 180.000 (36%) meer dan een jaar geleden en ruim 280.000 (72%) meer dan twee jaar geleden. Figuur 2.5 Werkloze beroepsbevolking Nederland (x1.000), seizoengecorrigeerd 700 600 500 400 i'1 3 ju n rt '1 3 m 2 de c' 1 2 se p' 1 i'1 2 ju n 2 rt m de c '1 '1 1 1 se p '1 1 '1 ju ni rt m de c '1 '1 0 1 300 Alsmaar dalende consumptieve bestedingen Als gevolg van de bezuinigingen en lastenverzwaringen, de daling van de huizenprijzen, de opgelopen werkloosheid en de toenemende baanonzekerheid staan de consumptieve bestedingen onder zware druk. De consumptie daalt nu al ruim twee jaar. Ook in het 2e kwartaal hebben huishoudens weer minder (2,4%) besteed aan goederen en diensten dan een jaar eerder. Met name de bestedingen aan duurzame goederen zijn sterk gedaald. Dat heeft duidelijk zijn gevolgen voor de detailhandel en groothandel en voor de economie als geheel. 5 Die lijkt het voor herstel vooralsnog van de export te moeten hebben. 5 Zie ook de recente publicatie “De Nederlandse economie 2012” waarin ook het CBS wijst op de belangrijke rol van de dalende consumptieve bestedingen voor de zwakke prestaties van de Nederlandse economie 21 Vooruitzichten De vooruitzichten zijn nog steeds ongunstig, met name voor heel 2013. In 2014 zou voorzichtig herstel kunnen optreden, zij het dat de rekenmeesters van het Centraal Planbureau, de Nederlandse Bank en de economische bureaus van de grote banken van inzicht verschillen over de kracht daarvan. Waar men het wel over eens is, is dat de werkloosheid ook in 2014 nog zal blijven oplopen. Tegelijkertijd verwacht het UWV wel een licht herstel van de vacaturemarkt. Voor de periode 2014-2017 gaat het CPB uit van een economische groei van 1,25% per jaar, gepaard gaande met een zeer bescheiden groei van de werkzame beroepsbevolking (+0,25% per jaar).6 Hierin zijn de effecten van de nieuwe bezuinigingsronde echter nog niet verwerkt. Het UWV becijfert op basis hiervan een zeer bescheiden daling van het aantal werkzoekenden in de periode 2015-2018 van gemiddeld 0,5% per jaar. De vacaturemarkt trekt in de berekeningen harder aan: met bijna 5% groei per jaar.7 Al met al blijft de komende jaren in zijn algemeenheid sprake van een ruime arbeidsmarkt. Dat neemt niet weg dat er tegelijkertijd - met name voor technische, transport, (para)medische en verzorgende beroepen - ook tekorten worden voorzien of blijven bestaan.8,9 Toenemende flexibilisering arbeidsmarkt De afgelopen jaren kenmerken zich door een toenemende flexibilisering van de arbeidsmarkt. De omvang van de flexibele schil neemt toe. Een grotere flexibele schil maakt het voor werkgevers makkelijker om hun personeelsbestand aan te passen aan economische omstandigheden. Uit een recent onderzoek van het CBS en TNO blijkt dat het aandeel werknemers met een flexibele arbeidsrelatie is toegenomen van 12% in 2001 tot 16% in 2012.10 Het aandeel tijdelijke en flexibele banen is sinds 2002 zelfs gegroeid van 17 naar 27 procent van het totaal aantal banen.11 Een verblijf in de flexibele schil wordt daarbij opgevat als een periode waarin meerdere tijdelijke en flexibele banen worden vervuld die kunnen worden afgewisseld met (een) korte periode(s) van werkloosheid. Werknemers met een flexibele arbeidsrelatie hebben te kampen met minder baanzekerheid en stromen vaker uit naar werkloosheid. De conjunctuurgevoeligheid van de werkloosheid neemt daardoor toe, vooral onder jongeren.12 De stijging van het aandeel tijdelijke en flexibele banen komt met name door een langer verblijf van die werknemers in de flexibele schil en minder door de stijging van het aantal werknemers dat te maken krijgt met tijdelijke een flexibele banen. De huidige economische crisis heeft ervoor gezorgd dat de doorstroom vanuit de flexibele schil naar een vaste baan in de afgelopen jaren is gedaald. Tegelijkertijd groeit de uitstroom naar inactiviteit. Steeds meer tijdelijke en flexibele werknemers trekken zich al dan niet gedwongen zonder uitkering terug van de arbeidsmarkt. Overigens is dit laatste een ontwikkeling die al voor de economische recessie zichtbaar was. Naast de ontwikkeling van een groeiende flexibele schil is er ook een groei van het aantal zelfstandigen, en dan met name de zelfstandigen zonder personeel. Het aantal zelfstandigen is de afgelopen jaren het meest toegenomen in de zakelijke dienstverlening, bouw en zorg (huishoudelijke hulpen). Deze sectoren kenmerken zich door een groei van het aantal ‘zelfstandigenbanen’, maar krimp van het aantal werknemersbanen.13 6 7 8 9 10 11 12 13 22 CPB (2012), Actualisering Nederlandse economie tot en met 2017 (verwerking Regeerakkoord) UWV (2013a), op cit Panteia/EIM (2012), Personeel gevraagd in het MKB SEO Economisch Onderzoek (2013), Monitor Technische Arbeidsmarkt 2013 CBS/TNO (2013), Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt: De focus op flexibilisering SEO economisch onderzoek, De sociaaleconomische situatie van langdurig flexibele werknemers, april 2013. UWV (2013a), Arbeidsmarktprognose 2013-2014. Met een doorkijk naar 2018 CBS, De Nederlandse economie 2012, 2013 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Internationalisering van en verdringing op de arbeidsmarkt In de afgelopen jaren van economische recessie zien we dat het dringen wordt op de arbeidsmarkt. Steeds meer hoger opgeleiden gaan ook voor lagere functies. De arbeidsmarkt internationaliseert steeds meer. En er is de toestroom van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost Europa, de zogeheten ‘MOE-landers’. Moelanders In 2004 heeft een aantal Midden- en Oost-Europese landen (MOE-landen) zich aangesloten bij de Europese Unie.14 Na een periode waarin migranten uit deze landen een vergunning nodig hadden om legaal te kunnen werken, zijn de grenzen in mei 2007 helemaal opengesteld. Voor Bulgarije en Roemenië, die in 2007 zijn toegetreden, gaat de onbeperkte openstelling in 2014 in. Gevolg van deze ontwikkeling is dat het aantal arbeidsmigranten uit Midden- en OostEuropese EU-landen in de afgelopen jaren explosief is toegenomen. De verwachting is dat het aantal ook in de toekomst verder zal groeien. Een typerend aspect van de toestroom van arbeidsmigranten uit de MOE-landen is dat die zich deels onttrekt aan gemeentelijke registratie. Een exact aantal arbeidsmigranten uit deze landen is dan ook moeilijk te geven. In 2012 is voor de gemeente Dordrecht een raming gemaakt in het kader van de ‘Taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten’. Op basis van het GBA zou het in Dordrecht gaan om zo’n 2.500 tot 3.000 arbeidsmigranten, waarvan het overgrote deel uit de MOE-landen. De grootste groep vormen de Poolse arbeidsmigranten. Zoals gezegd een exact aantal arbeidsmigranten is niet te geven, omdat de samenstelling en omvang van de groep gedurende het jaar fluctueert. Zo is uit onderzoek bekend dat een substantieel deel van de tijdelijke arbeidsmigranten zich niet inschrijft. Bovendien fluctueert het aantal sterk. In de zomer zijn er veel meer arbeidsmigranten dan in de winter. Overigens is het zeker niet zo dat bij tewerkstelling van buitenlandse werknemers altijd sprake is van verdringing. Ook moeilijk vervulbare vacatures worden hiermee ingevuld, met name in technische beroepen. Waar het vooral om gaat is dat we een deel van de arbeidsmarkt niet goed in beeld hebben.15 Een van de andere uitkomsten van dit onderzoek is dat werkgevers verwachten de komende jaren meer gebruik te gaan maken van arbeidsmigranten. Zeker wanneer de economie gaat aantrekken. De vergrijzing en gebrek aan personeel in de technische sector, scheepsbouw en zorgsector zal dit nog eens versterken. Uit onderzoek onder de Oost-Europese arbeidsmigranten in Dordrecht is gebleken dat de meesten werken via een uitzendorganisatie. 16 Roemeense arbeidsmigranten zijn vaak zogenaamde ‘posted workers’, ze werken in Nederland voor een Roemeens bedrijf. Hoger opgeleiden In Nederland is sprake van upgrading van de arbeidsmarkt waardoor het aandeel banen op laag en middenniveau afneemt ten gunste van die van hoog niveau. Gevolg is dat de arbeidsmarktpositie van laagopgeleiden, maar zelfs ook van middelbaar opgeleiden, steeds meer onder druk komt te staan, zeker in een economische recessie. ‘Het beroepsniveau vanaf mbo/havo/vwo ligt in 25 tot 40 procent van de gevallen onder het opleidingsniveau van de persoon. 80 procent van het minst geschoolde werk wordt uitgevoerd door een beter opgeleid persoon’, aldus Wiemer Salverda, bijzonder hoogleraar Arbeidsmarkt en Ongelijkheid. Veelal gaat het om deeltijders, zoals hoogopgeleide vrouwen die 14 15 16 Estland, Letland, Litouwen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Polen en Hongarije. Overigens beperkt de tewerkstelling van buitenlandse werknemers zich niet tot Midden- en Oost Europeanen. Ook bijvoorbeeld lassers uit Spanje en koks uit China vinden hun weg naar de Nederlandse arbeidsmarkt. Nicis, Oost-Europese arbeidsmigranten in Dordrecht, Sociale leefsituatie, arbeidspositie en toekomstperspectief, september 2011. 23 een ‘baantje’ hebben naast de zorg voor hun kinderen, en studenten die werken naast hun opleiding.17, 18 17 18 24 Esther van Bochove (FMG Communicatie), Deeltijdwerk zorgt voor verdringing op de arbeidsmarkt, januari 2012. Overigens kan er vooral in tijden van hoge werkloosheid ook verdringing plaatsvinden van reguliere banen door (tijdelijk) gesubsidieerde banen Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 3 De regionale arbeidsmarkt, een eerste overzicht 26 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 3 De regionale arbeidsmarkt, een eerste overzicht In dit hoofdstuk schetsen we een eerste beeld van de regionale arbeidsmarkt en de ontwikkelingen daarin sinds 2008. In 2011 was zowel landelijk als regionaal sprake van een omslagpunt: er kwam een einde aan een jarenlange stijging van de potentiële beroepsbevolking (bevolking 15-64 jaar), werkgelegenheidsgroei ging weer over in werkgelegenheidskrimp en de werkloosheid begon op te lopen. In 2012 en de eerste helft van 2013 zette deze ontwikkeling zich in versneld tempo voort. En het eind van de economische crisis is nog niet in zicht. 3.1 Situatie 1.1.2013 in vogelvlucht Per 1.1.2013 is de potentiële beroepsbevolking (bevolking 15-64 jaar) van de Drechtsteden 173.000 personen groot. De totale beroepsbevolking bedraagt 121.500 personen. De bruto participatie (70,2%) ligt daarmee iets onder het landelijk gemiddelde. Van die beroepsbevolking zijn 112.700 personen werkzaam voor minstens 12 uur per week, wat neerkomt op een netto participatie van 65,1%, eveneens iets onder het landelijk gemiddelde. 7,2% (8.800 personen) van de beroepsbevolking is werkloos, tegen landelijk gemiddeld 7,5%. Het aantal arbeidsplaatsen (>=12 uur) in de regio ligt per 1.1.2013 naar schatting op 101.300. De werkgelegenheidsindex (83,5%) ligt daarmee ruim onder het landelijk gemiddelde. Er is dan ook sprake van meer uitgaande (49.700 personen) dan inkomende (38.300 personen) pendel. Figuur 3.1 Situatie arbeidsmarkt Drechtsteden, 1.1.2013 bevolking Drechtsteden: arbeidsaanbod 267.900 0 – 14 jarigen: 65–plussers: 15 – 64 jarigen (potentiële beroepsbevolking): 47.900 47.000 173.000 beroepsbevolking: 51.500 121.500 totaal niet-werkenden / niet-werkzoekenden: werkzame beroepsbevolking: werkloze beroepsbevolking: 146.400 112.700 8.800 woont elders werkt in de Drechtsteden: werkgelegenheid Niet beroepsbevolking: woont en werkt in de Drechtsteden: 63.000 38.300 woont in de Drechtsteden werkt elders: 49.700 arbeidsplaatsen in de Drechtsteden per 1.1.2010 (≥ 12 uur per week): arbeidsplaatsen in Drechtsteden (< 12 uur): 11.000 101.300 arbeidsplaatsen in de Drechtsteden: 112.300 Bronnen: CBS, Bedrijvenregister Drechtsteden; bewerkingen en schattingen OCD 27 Tabel 3.1 Kerngegevens arbeidsmarkt Drechtsteden, 1.1.2013 Drechtsteden potentiële beroepsbevolking 173.000 beroepsbevolking 121.500 bruto participatie a 70,2% werkzame beroepsbevolking e 112.700 netto participatie b 65,1% werkloze beroepsbevolking 8.800 werkloosheidspercentage c 7,2% arbeidsplaatsen >= 12 uur/wk werkgelegenheidsindex d kleine banen <12 uur/wk 101.300 83,5% 11.000 woont en werkt in de Drechtsteden5 uitgaande pendel5 inkomende pendel5 pendelsaldo5 63.000 49.700 38.300 -11.400 Nederland 71,3% 65,9% 7,5% 87,9% a beroepsbevolking als % van de potentiële beroepsbevolking idem werkzame beroepsbevolking c werkloze beroepsbevolking als % van de totale beroepsbevolking d arbeidsplaatsen >=12 uur per 100 personen beroepsbevolking e werkzaam >= 12 uur per week Bronnen: CBS, Bedrijvenregister Drechtsteden, Lisa, bewerkingen en schattingen OCD b Drechtstedelingen die buiten de regio werken zijn vooral georiënteerd op Rijnmond. In totaal zijn naar schatting ongeveer 23.000 inwoners van de Drechtsteden werkzaam in Rijnmond. Binnen Zuid-Holland is daarnaast ook de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden een belangrijk werkgebied: hier werken ongeveer 5.000 Drechtstedelingen. 3.2 Ontwikkelingen sinds 2008 in vogelvlucht 2008-2011 Tussen 2008 en 2011 groeide de werkgelegenheid in de regio nog met 2.000 arbeidsplaatsen (+2%). We deden het daarmee beter dan landelijk gemiddeld (0,4%). Niettemin liep wel de werkloze beroepsbevolking op. Dat betekent dat inwoners van buiten de regio naar verhouding meer profiteerden van de relatief gunstige werkgelegenheidsontwikkeling in de regio dan inwoners van de regio zelf. Tegelijkertijd werd dat niet goedgemaakt door een even veel groeiend aantal inwoners van de Drechtsteden dat buiten de regio werkt. De inkomende pendel steeg dan ook veel meer dan de uitgaande pendel, terwijl het aantal inwoners dat in de regio zelf werkt verder afnam. 2011-2013 Vanaf 2011 is sprake van een ommekeer en daalt de werkgelegenheid in de Drechtsteden sterker dan landelijk gemiddeld. In 2011 -1,7% tegen -0,7% landelijk; in 2012 naar schatting -0,9% tegen wederom -0,7% landelijk gemiddeld. Ook zet zich vanaf 2011 een daling in van de potentiële beroepsbevolking. Maar, omdat de bruto participatiegraad nog licht groeit, groeide de feitelijke beroepsbevolking (de werkzame beroepsbevolking plus degenen die (meer dan 11 uur per week) willen werken maar geen werk kunnen vinden) nog licht. Per saldo nam de werkloze beroepsbevolking dan ook verder toe, in 2 jaar tijd met 47% (2.800 personen). Dat is iets meer dan landelijk gemiddeld (+40%). 28 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Figuur 3.2 Arbeidsmarktontwikkelingen Drechtsteden 2008-2011, absolute toe-/afname bevolking 15-64 2.000 niet-beroepsbevolking 1.000 beroepsbevolking 1.000 arbeidsplaatsen 2.000 werkzame beroepsbevolking - 900 werkloze beroepsbevolking woont/ werkt in regio 1.900 - 2.800 uitgaande pendel 1.900 4.800 inkomende pendel -4000 - 2000 0 2000 4000 6000 Bronnen: CBS, Bedrijvenregister Drechtsteden, Lisa, bewerkingen en schattingen OCD Figuur 3.3 Arbeidsmarktontwikkelingen Drechtsteden 2011-2013 bevolking 15-64 niet-beroepsbevolking - 2.200 - 2.500 beroepsbevolking arbeidsplaatsen werkzame beroepsbevolking 300 -2.700 - 2.500 werkloze beroepsbevolking 2.800 woont/ werkt in regio uitgaande pendel inkomende pendel -4000 - 1.500 -1.000 -1.200 - 2000 0 2000 4000 6000 Bronnen: CBS, Bedrijvenregister Drechtsteden, Lisa, bewerkingen en schattingen OCD Dat het met de werkgelegenheid in de Drechtsteden in 2011 slechter ging dan landelijk gemiddeld is consistent met recente cijfers van het CBS over de economische groei. Volgens voorlopige cijfers van het CBS kromp de economie van de Drechtsteden in 2010 met 1,6%. Daarmee liepen we flink uit de pas: landelijk was juist sprake van een groei met 1,6% en ook de buurregio’s deden het beduidend beter. Omdat de arbeidsmarkt altijd vertraagd reageert, zien we dit terug in een bovengemiddelde daling van de werkgelegenheid in 2011.19 19 Die daling van de werkgelegenheid in 2011 komt overigens in dat jaar nog niet direct tot uitdrukking in sterk oplopende werkloosheid. Bedrijven en instellingen proberen de verminderde personeelsbehoefte altijd eerst zo veel mogelijk op te lossen met natuurlijk verloop. 29 Over 2011 groeide de regionale economie net als landelijk weer licht. In 2012 gaat de crisis ook niet aan de regio voorbij. De krimp (-1,5%) is volgens de eerste schattingen nog wat groter dan landelijk gemiddeld (-1%). Figuur 3.4 Economische groei (bbp) Nederland, 2010-2012 Drechtsteden, Rijnmond, Al’waard/Vijfhlnd en 3 2 1 0 -1 -2 -3 2010 2011 Drechtsteden Al'waard/Vijfhlnd 2012 Groot Rijnmond Nederland Bron: CBS 3.3 Impact crisis: ontwikkelingen tot en met 1e halfjaar 2013 in WW, Wwb, Nww en vacatures Tot begin 2012 was het effect van de laagconjunctuur op de arbeidsmarkt nog gering. In 2012 loopt de ontslagwerkloosheid (WW) onder invloed van de aanhoudende economische malaise echter snel op. Het aantal bij het UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (Nww) groeit navenant. Bij beide zet de stijging zich in het 1e halfjaar van 2013 onverminderd voort. En nu is anders dan in 2012 - ook de Wwb aan het toenemen. De WW en Nww groeien in de regio het afgelopen anderhalf jaar harder dan gemiddeld. De Wwb groeide in 2012 nog minder gemiddeld, maar neemt in het 1e halfjaar van 2013 licht bovengemiddeld toe. Over de hele periode sinds 1.1.2012 resulteert een groei van 11% (landelijk +10%). Figuur 3.5 Ontwikkeling WW, Wwb en Nww Drechtsteden, 2011-2013 (eind juni) 8000 7.746 6000 5.552 5.221 4000 2000 0 WW Wwb 1.1.2011 1.1.2012 Nww 1.1.2013 1.7.2013 Bronnen: SDD en UWV 30 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Figuur 3.6 Ontwikkeling WW, Wwb en Nww Drechtsteden en Nederland, 2012 en 2013 (1e halfjaar), % 40% 30% 20% 10% 0% WW 2012 Drechtsteden Wwb 1e helft 2013 Drst Nww 2012 Nederland 1e helft 2013 Ned Bronnen: SDD, UWV, CBS Tabel 3.2 Ontwikkeling WW, Wwb en Nww, Drechtsteden en Nederland, 1.1.2012 = 100 WW Wwb Nww Drst Ned Drst Ned Drst Ned 1.1.2012 100 100 100 100 100 100 1.7.2012 113 108 102 101 95 98 1.1.2013 131 126 103 103 129 120 1.7.2013 154 141 111 110 149 135 Vacatures Net als landelijk uit de crisis en het verlies aan werkgelegenheid zich hier in de regio ook in een aanzienlijke daling van het aantal nieuw ingediende en openstaande vacatures. Stonden er bij bedrijven in de Drechtsteden via Werk.nl in het eerste halfjaar van 2011 gemiddeld aan het eind van de maand nog ruim 1.500 vacatures open, in de 1e helft van 2013 is dat gedaald tot minder dan de helft (figuur 3.7). In de 1e helft van 2013 zette zich ook een forse daling in van het aantal nieuw ingediende vacatures. Daarbij was de ontwikkeling in het aantal ingediende vacatures in de Drechtsteden - net als in de regio Gorinchem - in 2012 nog wat gunstiger dan in de buurregio’s Rijnmond en West-Brabant, maar in het 1e halfjaar van dit jaar beduidend minder gunstig (figuur 8). Dat heeft zijn weerslag in het gemiddeld aantal openstaande vacatures, dat hier in de regio in het 1e halfjaar ook relatief sterk is gedaald. Figuur 3.7 Ontwikkeling ingediende en openstaande vacatures Drechtsteden, gemiddelden per (eind van de) maand, 1e halfjaar 2011-2013 2000 1500 1000 500 0 ingediend 1e helft 2011 openstaand 1e helft 2012 1e helft 2013 Bron: UWV 31 Figuur 3.8 Vacatures UWV-Werk.nl, nieuw ingediend en openstaand, 1e halfjaar t.o.v. 1e halfjaar eerder nieuw ingediend openstaand Drechtsteden Gorinchem Rijnmond West-Brabant Nederland -50% -40% -30% -20% 2011-2012 -10% 0% -50% -40% -30% -20% 2011-2012 2012-2013 -10% 0% 2012-2013 Bron: UWV Het marktaandeel van de Drechtsteden in het totaal aantal ingediende vacatures via Werk.nl is door deze ontwikkelingen - na een aanvankelijke stijging - recent gedaald. In het 2e kwartaal van 2013 bedroeg dit aandeel 1,5%, tegen 2,1% in het 2e kwartaal van 2011. Tabel 3.3 Ontwikkeling marktaandeel Drechtsteden in vacatures Werk.nl, % 2e kwart 4e kwart 2e kwart 4e kwart 2011 2011 2012 2012 2,1% 2,9% 2,6% 2,8% 2e kwart 2013 1,5% Bron: UWV 3.4 Vooruitzichten regionale arbeidsmarkt Het Centraal Planbureau heeft recent zijn ramingen voor de Nederlandse economie wederom naar beneden bijgesteld.20 Voor 2013 wordt nu een krimp verwacht van 1,25%, voor 2014 een bescheiden groei van 0,75%. Dit vertaalt zich in een verdere toename van de werkloze beroepsbevolking: +31% in 2013 en +9% in 2014. UWV WERKbedrijf is in zijn meest recente arbeidsmarktprognose 2013-2014 nog wat optimistischer, maar daarin zijn de nieuwste CPB-cijfers nog niet verwerkt.21 De UWV WERkbedrijf prognose komt op een krimp van het aantal banen met 0,8% in 2013 en 0,2% in 2014. In combinatie met een bescheiden groei van de beroepsbevolking resulteert dit in een toename van het aantal werkzoekenden in 2013 van 22% en in 2014 van 6%. Voor de Drechtsteden komen de verwachtingen rond deze gemiddelden uit. Voor de periode na 2014 verwacht het UWV licht herstel van de economie, gepaard gaande met een gemiddelde jaarlijkse groei van het aantal banen in de periode 2015-2018 met 0,3% en een zeer bescheiden daling van het aantal werkzoekenden met gemiddeld 0,5% per jaar. Ook voor deze wat verder weg gelegen periode ligt de prognose voor de Drechtsteden rond het gemiddelde. Meer over (de vooruitzichten hoofdstukken 7, 8 en 10. 20 21 32 voor) de regionale arbeidsmarkt in de Persbericht CPB 14-08-2013: Geactualiseerde CPB-raming 2013-2014 UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014, met een doorkijk naar 2018 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 4 Economische structuur en vestigingsklimaat 34 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 4 Economische structuur en vestigingsklimaat In dit hoofdstuk behandelen we de huidige economische structuur van de Drechtsteden. Daarbij vergelijken we de sectorstructuur met die van Nederland. Vervolgens zoomen we in op de verschillen in de sectorstructuur van Dordrecht, West-Alblasserwaard en de Zwijndrechtse Waard. Ook kijken we naar de omvang van de marktsector met de uitsplitsing naar klein-, midden- en grootbedrijf. We sluiten dit hoofdstuk af met een bespreking van het aanbod aan vestigingslocaties en het vestigingsklimaat in de Drechtsteden. 4.1 Economische structuur regio vergeleken De regio Drechtsteden kent vooral relatief veel werkgelegenheid in de bouw, de handel en transport. Daarnaast bieden ook de sectoren industrie en zorg en welzijn hier meer dan evenredig werk. Ruim de helft van de totale werkgelegenheid in de Drechtsteden bevindt zich in de industrie, bouw, handel en transport. Landelijk is dit 40%. De industrie in de Drechtsteden wordt vooral gedomineerd door de metaal-, machine- en transportmiddelenindustrie en in mindere mate door de voedingsmiddelen- en procesindustrie. De zakelijke dienstverlening is samen met de sectoren informatie/communicatie en financiële instellingen in de Drechtsteden ondervertegenwoordigd. In de regio is verder relatief minder werk in de sectoren landbouw/visserij, consumentverzorgende diensten en de overige kwartaire sector (overheid en onderwijs). Na analyse van de ontwikkeling van de werkgelegenheid gedurende de periode 2008-2012 in de Drechtsteden in vergelijking met de landelijke ontwikkelingen hebben we kunnen vaststellen dat de sectorstructuur van de Drechtsteden nauwelijks ongunstiger is dan de landelijke sectorstructuur. Figuur 4.1 Verdeling werkgelegenheid Nederland landbouw en visserij naar Drechtsteden versus 14,2% 12,3% 10,8% bouwnijverheid 6,6% 19,3% 15,8% handel/reparatie 7,0% 5,2% vervoer/opslag 2,0% 3,1% informatie/communicatie 1,8% 3,5% financiële instellingen 1,3% 3,3% Drechtsteden Nederland 13,5% zakelijke dienstverlening overheid 1.1.2012, 0,2% 2,7% industrie horeca sector 14,6% 4,7% onderwijs 6,2% 5,7% 7,0% 17,3% 15,5% gezondheid en welzijn cultuur/recreatie/overige dienstverlening 2,3% 4,1% 0% 10% 20% 30% Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa 35 4.2 Subregionale profielen De subregio’s binnen de Drechtsteden hebben allemaal hun eigen sectorstructuur (zie figuur 4.2). In Dordrecht is er relatief veel werkgelegenheid bij de overheid, onderwijs en de zorg. Opvallend is dat Dordrecht als centrumstad relatief minder werkgelegenheid heeft in de detailhandel. In WestAlblasserwaard zijn de sectoren industrie, bouw en detailhandel sterk vertegenwoordigd. In de Zwijndrechtse Waard geldt dat voor de groothandel en de zakelijke dienstverlening. Figuur 4.2 Verdeling werkgelegenheid in de Drechtsteden naar subregio en sector, 2012 Dordrecht landbouw en visserij West-Alblasserwaard 0,2% 0,1% industrie 13,8% bouwnijverheid 16,5% 7,3% groothandel/reparatie 15,9% 12,8% 10,1% detailhandel 6,7% 8,0% vervoer/opslag 6,3% 7,6% horeca 2,4% 1,3% informatie/communicatie 2,1% 1,6% financiële instellingen 1,1% zakelijke dienstverlening 12,3% overheid onderwijs 1,6% 12,4% 8,1% 1,6% 6,9% gezondheid en welzijn cultuur/recreatie/overige dienstverlening 4,1% 20,3% 14,6% 2,5% 0% 2,0% 10% 20% 30% 0% Zwijndrechtse Waard landbouw en visserij 10% 0,2% industrie 11,9% bouwnijverheid 11,6% 14,2% 10,8% 14,9% groothandel/reparatie 11,9% detailhandel 7,6% 7,3% vervoer/opslag 7,6% 7,0% 2,0% 2,0% informatie/communicatie 1,4% 1,8% financiële instellingen 1,1% 1,3% onderwijs 13,5% 17,5% zakelijke dienstverlening 1,9% overheid 4,7% 5,7% 5,2% gezondheid en welzijn cultuur/recreatie/overige dienstverlening 0% 17,3% 14,6% 2,3% 2,4% 10% 20% 30% 0% 10% 20% Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden 36 30% Drechtsteden 0,3% horeca 20% Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 30% 4.3 Grootbedrijf en MKB De grootste ‘werkgever’ is de marktsector. Ruim 70% van de totale werkgelegenheid in de Drechtsteden bevindt zich bij bedrijven. Daarbinnen zijn 60.000 personen werkzaam in het midden- en kleinbedrijf en ruim 12.000 in het grootbedrijf.22 Ten opzichte van Nederland hebben de Drechtsteden meer werkgelegenheid in de marksector. Met name het middenbedrijf is in deze regio sterk vertegenwoordigd Kengetallen bedrijfsleven in de Drechtsteden (per 1.1.2012) bedrijven 9.297 vestigingen en 72.849 werkzame personen kleinbedrijf middenbedrijf grootbedrijf 9.039 vestigingen en 38.836 werkzame personen 235 vestigingen en 21.572 werkzame personen 23 vestigingen en 12.441 werkzame personen Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden Figuur 4.3 Verdeling werkgelegenheid over bedrijven en instellingen in de Drechtsteden en Nederland, 2012 Drechtsteden 38% 21% 41% Nederland 0% 20% kleinbedrijf 15% 40% middenbedrijf 12% 13% 60% grootbedrijf 29% 31% 80% 100% publieke sector Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa In de Drechtsteden zijn veruit de meeste ondernemingen uit het MKB actief in de zakelijke dienstverlening, net als landelijk een kwart van het aantal actieve ondernemingen binnen het MKB. Zij zorgen ook voor de meeste werkgelegenheid, 20% van de werkgelegenheid in het MKB. Deze sector herbergt een scala aan bedrijven, zoals administratiekantoren, ingenieurs- en architectenbureaus en schoonmaakbedrijven. Ook in de detailhandel, de groothandel en de bouw zijn relatief veel MKB-ondernemingen actief. Samen zijn deze vier sectoren goed voor bijna 70% van het aantal actieve ondernemingen en 65% van de totale werkgelegenheid in het MKB. Daarmee zijn deze sectoren in de Drechtsteden in het MKB sterker vertegenwoordigd dan landelijk (ruim 50%).23 Een sector die in het MKB van de Drechtsteden duidelijk ondervertegenwoordigd is, is de financiële dienstverlening. 4.4 Aanbod vestigingslocaties De Drechtsteden telt in totaal 55 werklocaties, uitgesplitst in 4 zeehaventerreinen en 51 bedrijventerreinen. Samen hebben ze een totale oppervlakte van ruim 1.100 hectare. Op acht ervan is nog ruimte direct beschikbaar (67 hectare). 22 23 kleinbedrijf: < 50 werkzame personen, middenbedrijf: 50-249 werkzame personen, grootbedrijf: ≥ 250 werkzame personen. Panteia, Kleinschalig Ondernemen 2013, mei 2013 37 Figuur 4.4 Aanbod bedrijventerreinen in de Drechtsteden per 1.1.2013 (in ha) Alblasserdam 2,8 Dordrecht 57,4 Hendrik-Ido-Ambacht 9,7 Papendrecht 0,0 Sliedrecht 9,7 Zwijndrecht 8,2 0 20 40 60 80 Bron: IBIS Werklocaties Direct aanbod in de Drechtsteden (in hectare, per 1.1.2013) Alblasserdam: Dordrecht: Hendrik-Ido-Ambacht: Zwijndrecht: Polder Nieuwland (2,8 ha) Amstelwijck (9,3 ha), Dordtse Kil III (21,8 ha), 1e Merwedehaven/Oostpoort (16 ha) Antoniapolder (9,2 ha), Bedrijvenpark Langeweg (2 ha) De Geer (2,2 ha), Bakestein (5,5) Bron: IBIS Werklocaties Landelijk vertoont de uitgifte van bedrijventerreinen sinds 2007 een dalende trend. Ten opzichte van 2007 is de uitgifte met bijna 60% teruggelopen. De markt voor bedrijventerreinen ondervindt momenteel grote gevolgen van de economische en financiële crisis. Als gevolg hiervan zijn bedrijven terughoudender geworden met investeringen in (nieuwe) bedrijfshuisvesting. Bedrijven stellen hun uitbreidings- of verhuisvraag uit. Ook de Drechtsteden ondervinden de gevolgen van de economische crisis. Sinds 2008 is er in de Drechtsteden in totaal 31,5 hectare uitgegeven, gemiddeld 5,3 per jaar. Mede als gevolg van de recessie zit de uitgifte in de afgelopen twee jaar daar ruim onder. Zoals in figuur 4.5 is te zien is er in het laatste jaar sprake van een lichte verbetering. Naast de uitgifte is in deze figuur ook het aanbod weergegeven. Duidelijk is dat door het toenemende aanbod en de lage uitgifte de markt voor bedrijventerreinen steeds ruimer is geworden. Een beeld dat ook in andere regio’s is te zien.24 24 38 Arcadis, IBIS Werklocaties, De stand van zaken in planning en uitgifte van werklocaties op 1 januari 2013 en de uitgifte in 2012, juni 2013 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Figuur 4.5 Ontwikkeling aanbod en uitgifte bedrijventerreinen in de Drechtsteden, 20082012 (in ha) 100 80 87,8 78,9 60 66,6 63,8 60,7 aanbod 67,9 uitgifte 40 20 0 7,9 2008 9,3 2009 4,8 5,6 2010 2011 1,1 2012 2,8 2013 Bron: IBIS Werklocaties De dalende uitgifte is niet alleen het gevolg van de crisis. Er lijkt ook sprake te zijn van een structurele verandering in ruimtevraag. De verwachting voor de (middel)lange termijn is dat de ruimtevraag van bedrijven blijft afnemen.25 Een ontwikkeling die het gevolg is van een stabiliserende, later zelfs een afnemende, beroepsbevolking, veranderingen in arbeidsaanbod en arbeidsproductiviteit als gevolg van een minder hoog tempo van technologische vooruitgang, het invoeren van ‘het nieuwe werken’, verkantorisering en hogere ruimteproductiviteit. Met een stijgend aanbod aan bedrijventerreinen dreigt er een steeds groter worden disbalans tussen vraag en aanbod te ontstaan. Als gevolg van transformatie, uitplaatsing en verhuizing zal er zeker nog behoefte blijven bestaan aan nieuwe uitleglocaties. Alleen wordt daarin de vervangingsvraag steeds belangrijker. 4.5 Vestigingsklimaat Naast voldoende aanbod aan aantrekkelijke en aantrekkelijk geprijsde locaties voor bedrijfsvestiging zijn ook andere factoren belangrijk voor het vestigingsklimaat in de Drechtsteden. Voorbeelden zijn bereikbaarheid, een aantrekkelijk woonklimaat en de aanwezigheid van voldoende en goed gekwalificeerd personeel. Aan dit laatste wordt via het programma regionaal arbeidsmarktbeleid hard en met succes gewerkt. Een aantrekkelijk woonklimaat wordt als vestigingsfactor steeds belangrijker. Om bewoners aan een regio te binden zijn de stedelijke voorzieningen cruciaal. Mede door de opkomst van internet is de bereidheid om op grotere afstand een baan te hebben toegenomen. De woonconsument heeft daardoor steeds meer keuze uit potentiële woonlocaties en wil de stedelijke voorzieningen veel dichter bij zijn huis dan zijn werk. Hoe staat het met de woonaantrekkelijkheid van de Drechtsteden? Volgens het onderzoek ‘Beste woongemeente’ van Bureau Louter lijkt de woonaantrekkelijkheid van de Drechtsteden ten opzichte van andere Nederlandse gemeenten achteruit te gaan. Vier van de zes gemeenten (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) zijn op de ranglijst fors gezakt. Alblasserdam is ongeveer gelijk gebleven en Hendrik-Ido-Ambacht is als enige gemeente op de ranglijst gestegen (zie figuur 4.6).26 25 26 Arcadis, IBIS Werklocaties, De stand van zaken in planning en uitgifte van werklocaties op 1 januari 2013 en de uitgifte in 2012, juni 2013 Bureau Louter (2013), Waar willen we wonen 2013? Overigens is niet duidelijk waar de daling op de ranglijst precies aan ligt. Bureau Louter geeft deze informatie niet zonder meer vrij. 39 Figuur 4.6 Positie Drechtsteden in ‘beste woongemeente’ Alblasserdam 174 Dordrecht 294 Hendrik-Ido-Ambacht 123 2011 2013 Papendrecht 260 Sliedrecht 243 Zwijndrecht 312 0 50 100 150 200 250 300 350 400 Toelichting: hoe hoger, hoe slechter Bron: Bureau Louter Op de ‘woonaantrekkelijkheid’ van Atlas voor gemeenten staat Dordrecht te midden van de 50 grootste gemeenten van Nederland op een 20e plek, voor het eerst sinds jaren iets gezakt.27 In 2011 heeft ‘Atlas voor gemeenten’ een regiofoto gemaakt van de Drechtsteden.28 Deze foto biedt inzicht in hoe Dordrecht, de omliggende gemeenten en de Drechtsteden als geheel op diverse gebieden presteren ten opzichte van het gemiddelde van vergelijkbare stedelijke regio’s in Nederland. Uit deze regiofoto blijkt dat vooral het woonklimaat in de Drechtsteden minder gunstig is dan in de stadsgewesten waarmee de Drechtsteden vergeleken zijn. Ook is één van de conclusies dat de aantrekkingskracht van de Drechtsteden op verhuizende huishoudens lager is dan de gemiddelde aantrekkingskracht van vergelijkbare stedelijke regio’s in Nederland. Dit komt volgens dit onderzoek door een benedengemiddelde kwaliteit van de woningvoorraad, leefbaarheid in de woonomgeving en het stedelijke voorzieningenniveau in de Drechtsteden. De gemeenten in de regio profiteren onvoldoende, of in ieder geval minder dan in andere vergelijkbare regio’s, van de aanwezigheid van een aantrekkelijke centrumstad. Een aantrekkelijke centrumstad met een royaal en goed bereikbaar aanbod van stedelijke voorzieningen is namelijk van wezenlijk belang voor de concurrentiepositie van dergelijke gemeenten op de woningmarkt. 27 28 40 Atlas voor gemeenten, Atlas voor gemeenten 2013 de 50 grootste gemeenten van Nederland op 50 punten vergeleken, mei 2013 Atlas voor gemeenten, Foto Regio Drechtsteden, 2012.10 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 5 Ontwikkelingen in de werkgelegenheid 42 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 5 Ontwikkelingen in de werkgelegenheid Hoe heeft de werkgelegenheid zich in de Drechtsteden ontwikkeld? En hoe verhoudt zich dat tot de landelijke ontwikkelingen? In hoofdstuk 3 zagen we al dat de regio het in de jaren 2008 tot en met 2010 beter deed dan landelijk gemiddeld, maar in 2011 minder goed. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de ontwikkelingen in de werkgelegenheid in de Drechtsteden en in de drie subregio’s. Daarbij zoomen we in op de verschillende sectoren. In hoofdstuk 6 besteden we apart aandacht aan de speerpuntsectoren in deze regio: maritieme cluster, vrijetijdseconomie en de zorgsector. Bron voor de cijfers over de ontwikkeling van de werkgelegenheid is het Bedrijvenregister Drechtsteden en de daaraan verbonden werkgelegenheidsenquête. Er zijn cijfers beschikbaar tot en met 2011, over 2012 nog niet. De peildatum is telkens 1.1. Daar waar we de aanduiding 2008-2012 gebruiken, bedoelen we de ontwikkeling tussen 1.1.2008 en 1.1.2012. 5.1 Totale werkgelegenheidsontwikkeling vergeleken De economische crisis heeft in de Drechtsteden in 2011 geresulteerd in een krimp van de werkgelegenheid. Per 1.1.2012 bedraagt het aantal werkzame personen in de Drechtsteden 102.275. Dit zijn er 1.720 minder dan begin 2011. Hiermee is de werkgelegenheid gedurende 2011 met 1,7% gedaald, terwijl in de jaren ervoor de werkgelegenheid nog toenam. Na jaren waarin de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de Drechtsteden gunstiger was dan landelijk, is de meest recente daling in de Drechtsteden zelfs sterker dan landelijk (-0,7%, zie figuur 5.1). Sinds 2008 blijft er voor de Drechtsteden nog een kleine groei van 0,2% over, tegenover een landelijke krimp van meer dan 1%. Figuur 5.1 Ontwikkeling totale werkgelegenheid, 2008-2012 103 102 101 100 99 98 97 2008 2009 2010 Drechtsteden 2011 2012 Nederland Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa Ook het aantal vestigingen is in de Drechtsteden het laatste jaar duidelijk afgenomen, begin 2012 waren er 529 vestigingen minder dan het jaar ervoor. In de jaren ervoor zagen we het aantal vestigingen voortdurend stijgen (zie figuur 5.2). De daling van het aantal vestigingen in de Drechtsteden komt niet overeen met het landelijk beeld waar het aantal nog steeds, weliswaar minder snel, toeneemt. Over de hele periode 2008-2012 ontloopt de groei van het aantal vestigingen in de Drechtsteden en Nederland elkaar niet veel. 43 Figuur 5.2 Ontwikkeling aantal vestigingen, 2008-2012 125 120 115 110 105 100 2008 2009 2010 Drechtsteden 2011 2012 Nederland Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa Binnen de Drechtsteden is de ontwikkeling van de werkgelegenheid in WestAlblasserwaard opvallend. Sinds 2008 is de werkgelegenheid daar fors gegroeid, maar ook in het laatste jaar is er nog sprake van groei. Dit geldt voor alle drie gemeenten. Dit in tegenstelling tot Dordrecht en de Zwijndrechtse Waard waar de werkgelegenheid over de hele periode én in het laatste jaar is gekrompen. Figuur 5.3 Groeipercentage werkzame personen, per subregio (%) -2,1% Do rdr echt -3,1% 0,6% -We st A lblasse rwaa rd 8,5% 2011- 2012 - 3,6% Zwijndrechtse W aard -2,6% 2008- 2012 -1,7% D rechtste den 0,2% -5% 0% 5% 10% Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden De gunstigere werkgelegenheidsontwikkelingen in de West-Alblasserwaard zijn ook terug te zien in de ‘economische prestaties’ van Bureau Louter. Jaarlijks vergelijkt Bureau Louter de economische prestaties van alle gemeenten. In dit onderzoek 29 worden alle ruim 400 Nederlandse gemeenten beoordeeld op structurele kenmerken (‘huidige situatie’) en indicatoren voor economische groei (‘ontwikkeling’), zoals de omvang en ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen (onderscheiden naar tien economische sectoren), de omvang en ontwikkeling van de toegevoegde waarde, het aantal starters (ook onderscheiden naar economische sectoren) en ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsonroerend goed (bedrijventerreinen en kantoren). Dit resulteert in een gemiddeld rapportcijfer voor het economisch presteren. Onderstaande figuur presenteert de rapportcijfers voor het economisch presteren van de Drechtsteden in 2012. Van de zes gemeenten hebben Alblasserdam en Sliedrecht vorig jaar het best gepresteerd, gevolgd door Dordrecht. Deze gemeenten staan binnen de top 100. Alle drie gemeenten in West-Alblasserwaard hebben beter gepresteerd dan het jaar ervoor. Dit geldt niet voor de gemeenten in de Zwijndrechtse Waard en Dordrecht. Vooral voor Dordrecht is de daling opvallend. Gevolg is dat Dordrecht naar de 90e positie is 29 44 Economische toplocaties 2013, Bureau Louter, 2013 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 afgezakt (in 2011 nog op de 69e positie). Gemiddeld is het rapportcijfer voor de hele Drechtsteden vrijwel gelijk gebleven (6,86 in 2011, 6,85 in 2012). Kortom, als regio presteren de Drechtsteden gelijk aan het vorige jaar, maar binnen de Drechtsteden zien we een duidelijk verschuiving. Figuur 5.4 Rapportcijfer en positie ‘economische prestaties’ Drechtsteden, 2011 en 2012 Alblasserdam 7,42 (25) Dordrecht 6,91 (90) Hendrik-Ido-Ambacht 6,08 (294) Papendrecht 6,60 (158) Sliedrecht 7,36 (30) Zwijndrecht 6,72 (127) Drechtsteden 6,85 1 2 3 4 5 2012 6 7 8 9 10 2011 Bron: Bureau Louter Marktsector Eerder in dit hoofdstuk zagen we in de Drechtsteden sinds 2008 een lichte stijging van de werkgelegenheid, maar met een duidelijke daling in 2011. Hoe heeft de marktsector zich daarbinnen ontwikkeld? Naast de ontwikkeling van de totale werkgelegenheid is in figuur 5.5 de ontwikkeling in de marksector weergegeven. Tot 2011 zien we in de marktsector een gunstigere ontwikkeling van de werkgelegenheid dan gemiddeld, daarna neemt de werkgelegenheid in de marktsector net zo veel af als de totale werkgelegenheid. De daling van de werkgelegenheid in het laatste jaar zien we duidelijk terug in het MKB. Vooral in het kleinbedrijf (< 50 werkzame personen) is de werkgelegenheid in 2011 fors afgenomen. Eerder zagen we al een krimp bij het middenbedrijf (50-249 werkzame personen). Opvallend is de ontwikkeling van de werkgelegenheid in het grootbedrijf. De stijging in 2008 komt door toetreding van vijf bestaande bedrijven tot het grootbedrijf, maar ook in de periode daarna zien we toch een gunstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in het grootbedrijf. Figuur 5.5 Ontwikkeling groot-, midden- en kleinbedrijf in de Drechtsteden, 2008-2012 (per 1.1) 115 110 105 100 95 2008 2009 2010 kleinbedrijf middenbedrijf totale marktsector Drechtsteden 2011 2012 grootbedrijf Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden 45 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid In de periode 2008-2012 is in de Drechtsteden het aantal vestigingen tot 2011 per saldo elk jaar toegenomen. Per saldo nam ook steeds de werkgelegenheid toe. In 2011 is het aantal vestigingen duidelijk afgenomen en ook de werkgelegenheid daalde. Maar hoe zit het nu precies? Doordat er nieuwe bedrijven worden opgericht en bedrijven worden opgeheven treedt er verandering in de werkgelegenheid op. Verandering in de werkgelegenheid treedt ook op doordat bestaande bedrijven groeien of krimpen. Figuur 5.6 geeft aan welke gevolgen de bedrijvendynamiek heeft gehad voor de werkgelegenheid in de Drechtsteden. Tot en met 2010 zien we steeds meer nieuwe werkgelegenheid als gevolg van nieuwvestiging of oprichting dan wat er aan werkgelegenheid verloren gaat als gevolg van opheffing of vertrek. Vanaf 2011 verandert dit. Het grote negatieve verschil tussen nieuwe werkgelegenheid als gevolg van nieuwe bedrijvigheid en het verlies als gevolg van opheffing en vertrek van bedrijven, in combinatie met ook nog eens een, weliswaar geringe, krimp bij bestaande bedrijven, heeft in het laatste jaar uiteindelijk geresulteerd in een fors verlies aan werkgelegenheid. Figuur 5.6 Ontwikkeling van werkgelegenheid in de Drechtsteden door nieuwvestiging/ oprichting, opheffing/vertrek en krimp/uitbreiding 504 3.140 2008-2009 -2.694 -164 3.908 2009-2010 -3.584 245 3.781 2010-2011 -3.179 -35 1.271 2011-2012 -2.954 -4000 -3000 -2000 -1000 op he ffing /v ertre k 0 1000 2000 nieuwve stig ing/ op richting 3000 4000 uitbreid ing/ krimp Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden Een groot deel van de nieuw opgerichte bedrijven zijn startende ondernemers. Zij zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid. Landelijk gezien komt driekwart van de groei van de werkgelegenheid voor rekening van de snelle groeiers.30 De regio Drechtsteden telde in 2012 1.717 startende ondernemers, een daling van 1,7% ten opzichte van 2011. Voor het eerst sinds 2009 een daling. Ook in Nederland is het aantal startende ondernemers afgenomen, zelfs nog veel sterker dan in de Drechtsteden. In Nederland daalde het aantal met 15%. De sterke daling van de werkgelegenheid in de Drechtsteden in 2011 (zie figuur 5.6) lag dus niet aan het aantal starters (toen nog een groei). De forse groei van het aantal startende ondernemers in de Drechtsteden en landelijk sinds 2009 is vooral het gevolg van de groei van het aantal zzp-ers. Landelijk is het aandeel zzp-ers binnen de startende ondernemers de afgelopen jaren sterk toegenomen. In 2008 kon nog 89% van de starters als zzp-er 31 worden aangemerkt, in 2012 is dit gestegen naar 96%.32 De economische crisis heeft velen naar een zelfstandig ondernemerschap gedreven. De daling van het aantal starters in het afgelopen jaar komt door de druk op de arbeidsmarkt. In de Drechtsteden tellen we begin 2012 ruim 5.200 zzp-ers. 30 31 32 46 Panteia, Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012, juli 2013 Uitgaande van een brede definitie: alle startende ondernemers met 1 of minder werkzame personen. Kamer van Koophandel Nederland, Startersprofiel 2012, januari 2013. Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Figuur 5.7 Ontwikkeling aantal starters, 2008-2012 120 110 100 90 80 2008 2009 2010 Drechtsteden 2011 2012 Nederland Bron: Kamer van Koophandel 5.2 Ontwikkeling werkgelegenheid in sectoren In de vorige paragraaf zagen we voor de Drechtsteden een duidelijke krimp van de werkgelegenheid in het laatste jaar en nog een lichte groei in de periode vanaf 2008. Hoe heeft de werkgelegenheid zich ontwikkeld in de verschillende sectoren? Figuur 5.8 geeft hiervan een overzicht. In het laatste jaar (2011) is de krimp van de werkgelegenheid in vrijwel alle sectoren terug te zien. Alleen bij de overheid is het aantal werkzame personen nog licht toegenomen. De landbouw en visserij even buiten beschouwing gelaten (vanwege geringe werkgelegenheid in deze sector) is de werkgelegenheid in 2011 het meest afgenomen in de sector cultuur/recreatie/overige dienstverlening, de bouw, de horeca en de zakelijke dienstverlening. Figuur 5.8 Groeipercentage werkzame personen Drechtsteden, per bedrijfstak (%) landbouw en visserij -5,6% -18,8% -0,5% -3,6% industrie bouwnijverheid -4,9% -3,3% groothandel -0,1% 0,2% -1,4% detailhandel/reparatie 0,4% -0,6% vervoer/opslag 2,9% -3,9% horeca 9,7% -2,9% informatie/communicatie financiële instellingen 5,4% 2011-2012 -1,8% -16,4% -3,4% zakelijke dienstverlening overheid -2,6% -2,4% -5,4% onderwijs -0,4% gezondheid en welzijn 3,9% cultuur/recreatie/overige dienstverlening -8,7% -3,9% -1,7% totaal -20% 2008-2012 6,2% 0,7% 0,2% -10% 0% 10% 20% Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden 47 In veel sectoren zien we, ondanks het verlies aan werkgelegenheid in 2011, toch nog een groei over heel de periode 2008-2012 (zie ook figuur 5.7). Dit is vooral zo in de horeca, de zakelijke dienstverlening, informatie/communicatie en de zorg. De krimp van de werkgelegenheid in bijna alle sectoren in het laatste jaar is ook het landelijke beeld (zie figuur 5.9). Wel zien we in de Drechtsteden in veel sectoren een krimp die sterker is dan landelijk. Alleen in de sectoren horeca en gezondheid/welzijn was er landelijk in 2011 nog sprake van een groei van de werkgelegenheid. Het omgekeerde zien we bij de overheid: een lichte groei nog in de Drechtsteden, krimp landelijk. Vooral in de sector cultuur/recreatie/overige dienstverlening, de bouw, de horeca, informatie/communicatie, de zakelijke dienstverlening en het onderwijs ontwikkelde de werkgelegenheid zich hier in 2011 minder gunstig dan landelijk gemiddeld. Figuur 5.9 Groeipercentage Nederland werkzame personen Drechtsteden versus -5,6% landbouw en visserij -3,1% -0,5% -1,3% industrie -4,9% -4,1% bouwnijverheid -0,6% handel/reparatie -0,3% -0,6% -2,1% vervoer/opslag -3,9% horeca 0,3% -2,9% -0,4% informatie/communicatie -1,8% financiële instellingen Drechtsteden -1,6% -3,4% -0,1% zakelijke dienstverlening Nederland 0,7% overheid -1,9% -2,4% onderwijs 0,0% -0,4% gezondheid en welzijn cultuur/recreatie/overige dienstverlening 2011-2012, 1,1% -8,7% 0,0% -1,7% -0,7% totaal -10% -5% 0% 5% 10% Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden Zoals we in de vorige paragraaf hebben gezien heeft de werkgelegenheid in de Drechtsteden zich over de hele periode tussen 1.1.2008 en 1.1.2012 gunstig ontwikkeld: een lichte groei (+0,2%) in de Drechtsteden tegenover een krimp landelijk (-1,1%). De gunstigere ontwikkeling in veel sectoren in deze regio is hiervoor de belangrijkste verklaring 33. Figuur 5.10 laat zien in welke sectoren de werkgelegenheid in de Drechtsteden zich gunstiger respectievelijk ongunstiger heeft ontwikkeld. Ondanks verlies aan werkgelegenheid deden de Drechtsteden het over deze hele periode bezien relatief beter in de sectoren industrie en bouw. 33 48 Het effect van een andere sectorstructuur in de Drechtsteden ten opzichte van de landelijke structuur is vrijwel nihil. Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 In de handel, vervoer/opslag, informatie/communicatie is de werkgelegenheid in de Drechtsteden gegroeid, terwijl deze sectoren in Nederland zijn gekrompen. In de horeca en de zakelijke dienstverlening is de groei in deze regio groter dan landelijk. De Drechtsteden doen het relatief slecht in de financiële sector en de overheid (meer krimp dan landelijk), in het onderwijs en de sector cultuur/recreatie/overige dienstverlening (krimp tegenover landelijke groei) en de zorg (minder groei dan landelijk). Figuur 5.10 Sectoren die het in de Drechtsteden in 2008-2012 relatief goed deden en die het in 2008-2012 relatief slecht deden industrie / energie financi ële inste llinge n bouwnijverheid over he id handel / reparatie vervo er / o pslag onderwijs ho reca info rmatie / co mmunicatie g ezo nd heid en welzijn zakelijke dienstverlening cultuur/ recreatie/ov erig e d ie nstverlening totaal -15% -10% Nederland -5% 0% Drechtsteden 5% 10% -15 % -10 % Ne derland -5% 0% 5% D rechtsteden Landbouw en visserij vanwege geringe betekenis voor de regio niet opgenomen. Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa Subregio’s In het vorige hoofdstuk zagen we tussen West-Alblasserwaard, Zwijndrechtse Waard en Dordrecht duidelijke verschillen in de sectorstructuur, en eerder in dit hoofdstuk ook opvallende verschillen in de ontwikkeling van de totale werkgelegenheid in deze drie subregio’s. In West-Alblasserwaard heeft de werkgelegenheid zich sinds 2008, en ook in het laatste jaar, gunstiger ontwikkeld dan in de twee andere subregio’s. Hieronder zoomen we per subregio in op de ontwikkeling van de verschillende sectoren (zie ook figuur 5.11). West-Alblasserwaard In vergelijking met de hele Drechtsteden en de twee andere subregio’s zien we voor West-Alblasserwaard meer sectoren waarin de werkgelegenheid is gegroeid. En daar waar sprake is van krimp, is deze krimp kleiner dan gemiddeld. Heel opvallend is de ontwikkeling van de zakelijke dienstverlening en de zorg. Sinds 2008 is de werkgelegenheid in deze sectoren met meer dan 20% gegroeid. Verder ontwikkelt deze regio zich goed in de sectoren industrie/delfstoffen/energie, bouw, groothandel en vervoer/opslag. Zwijndrechtse waard In deze regio is de werkgelegenheid in 2011 in bijna alle sectoren gekrompen. Ook over hele periode vanaf 2008 zien we voor de meeste sectoren een krimp. Drie dienstverlenende sectoren vormen een uitzondering: zakelijke dienstverlening, zorg en cultuur/recreatie/overige dienstverlening. Deze sectoren hebben zich gunstiger ontwikkeld dan gemiddeld in de Drechtsteden. Ook de detailhandel heeft zich in deze regio relatief goed ontwikkeld. 49 10 % Figuur 5.11 Ontwikkeling werkgelegenheid in de Drechtsteden naar subregio en sector, 2008-2012 Dordrecht West-Alblasserwaard industrie bo uwnijver he id -8,8% -14,8% ve rvo er/op sla g ho reca infor matie /communicatie g ezond heid e n welzijn cultuur/recre atie /ov erig e d ienstverlening to ta al -30% -1,1% 1,5% - 4,7% - 6,1% 2,8% 22,3% bo uwnijver he id g roo tha nd el d etai lha ndel/ repar atie ve rvo er/op sla g ho reca infor matie /communicatie financi ële inste llinge n zake lijk e die nstve rlening o ver he id onde rwijs g ezond heid e n welzijn cultuur/recre atie /ov erig e d ienstverlening to ta al -30% -4,8% -4,3% 2,5% 21,0% -7,7% 0,2% -11,7% 20112012 -3,6% -9,5% -4,9% -2,8% -3,9% 22,0% 1,5% 0,7% 0,6% -2,8% -2,1% -1,2% -3,6% 3,9% 21,7% -14,1% - 7,8% -0,8% -6,4% -2,1% -3,1% -15% 0,6% 8,5% 0% 15% 30%-30% -15% 0% 15% -0,5% -3,6% -5,8% -2,2% -4,9% -3,3% - 6,4% - 13,9% -0,1% 0,2% - 1,1% -1,4% 1,9% 0,4% 0,8% -0,6% - 1,6% 2,9% -3,6% -3,0% -3,9% 9,7% -2,9% -6,2% -11,8% 5,4% 20112012 -1,8% -16,4% -2,8% -2,8% -3,4% 6,2% 10,2% 0,2% 0,7% - 12,6% 20082012 -2,6% -2,4% -5,4% -0,4% 0,5% -7,7% -3,5% 7,6% 3,9% -8,7% -3,9% -3,5% 10,2% -1,7% -3,6% -2,6% 0,2% 0% 15% 30% -30% -15% 0% Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden 50 30% Drechtsteden - 5,1% - 9,1% -15% 20082012 -16,1% -3,1% -5,8% Zwijndrechtse Waard industrie 4,2% 5,4% 3,7% o ver he id onde rwijs 6,7% 3,3% 8,0% -1,8% -1,1% financi ële inste llinge n zake lijk e die nstve rlening -1,5% 2,0% 6,3% g roo tha nd el d etai lha ndel/ repar atie 2,7% 9,5% -9,5% Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 15% 30% Dordrecht In Dordrecht zien we bijna hetzelfde beeld als in de Zwijndrechtse Waard. Veel sectoren zijn het laatste jaar gekrompen. Alleen in de industrie en groothandel is de werkgelegenheid gegroeid. Ondanks krimp in 2011 zien we over de hele periode 2008-2012 toch een gunstige ontwikkeling in de horeca en de informatie/communicatie. Een relatief groot verlies aan werkgelegenheid is er in de bouw en in de sector cultuur/ recreatie/overige dienstverlening. Deze laatste is echter maar een kleine sector. 5.3 Groei op bedrijventerreinen en elders Bijna de helft van de werkgelegenheid in de Drechtsteden bevindt zich op bedrijventerreinen. Mede dankzij de beschikbaarheid van voldoende ruimte voor nieuwe bedrijvigheid op een aantal hoogwaardige bedrijventerreinen in de regio neemt het aandeel werkgelegenheid op bedrijventerreinen in de totale werkgelegenheid steeds meer toe. De werkgelegenheid op de bedrijventerreinen is het afgelopen jaar weliswaar gekrompen, maar minder dan de totale werkgelegenheid. Over de periode sinds 2008 is de werkgelegenheid op bedrijventerreinen zelfs duidelijk toegenomen tegenover een lichte groei over het totaal. Figuur 5.12 Ontwikkeling werkgelegenheid in de Drechtsteden, totaal en op bedrijventerreinen -1,7% totaal 0,2% -0,8% op bedrijventerreinen 2011-2012 2,1% 2008-2012 -2,4% elders -1,4% -4% -3% -2% -1% 0% 1% 2% 3% 4% Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden Figuur 5.13 geeft een overzicht van de bedrijventerreinen in de Drechtsteden waarop de werkgelegenheid sinds 2008 het meest is gegroeid en de bedrijventerreinen met de grootste krimp. Met uitzondering van Dordtse Kil III en Amstelwijck (beide in Dordrecht) zijn het vooral bedrijventerreinen in WestAlblasserwaard waar de werkgelegenheid het meest is gegroeid. Grootste verliezers zijn verouderde bedrijventerreinen in Dordrecht en Zwijndrecht. Figuur 5.13 Bedrijventerreinen met de meeste winst en met het meeste verlies aan werkgelegenheid, 2008-2012 Oosteind/Ketelhaven Dordtse Kil III Amstelwijck Polder Het Nieuwland-Al Stationspark Noordhoek Dordtse Kil I 1e Merwedehaven Louterbloemen De Geer Schotmanterrein -600 -400 -200 0 200 400 600 Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden 51 52 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 6 Speerpuntsectoren: maritieme cluster, zorg en welzijn en vrijetijdseconomie 54 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 6 Speerpuntsectoren: maritieme cluster, zorg en welzijn en vrijetijdseconomie De maritieme cluster, de sector zorg en welzijn en de vrijetijdseconomie zijn speerpunten van het economische beleid van de regio. Om die reden een breed ingestoken apart hoofdstuk over de (regionale) situatie en ontwikkelingen in deze sectoren. 6.1 De maritieme cluster De regio Drechtsteden (inclusief Nieuw-Lekkerland en Graafstroom) is na Rotterdam en Amsterdam het derde maritieme knooppunt van Nederland. Er zijn circa 870 maritieme bedrijven gevestigd, met 7.800 werkzame personen. Voor de Drechtsteden in enge zin gaat het om minstens 820 bedrijven met 7.500 werkzame personen. Dit is 7,3% van de totale werkgelegenheid in de Drechtsteden. Ter vergelijking: dit is even groot als de hele sector detailhandel in de regio en beduidend groter dan bijvoorbeeld de hele overheidssector (4.700 werkzame personen) of de onderwijssector (6.000 werkzame personen).34 Landelijk is de maritieme cluster goed voor (cijfers 2011): € 31,6 mld productiewaarde (22,3 mld direct, 9,3 mld indirect) € 13,9 mld toegevoegde waarde (10,1 mld direct en 3,8 mld indirect) 12.000 bedrijven 181.000 banen (129.000 direct en 52.000 indirect) exportquote 64% (5,5% totale Nederlandse export) In de maritieme cluster worden 11 deelsectoren onderscheiden. Voor de Drechtsteden zijn naast de binnenvaart vooral de maritieme maakindustrie (scheepsbouw, maritieme toeleveranciers, maakgedeelte off-shore) en de waterbouw van belang. Bronnen: Nederland Maritiem Land 2012 en Scheepsbouw Nederland 2011 34 OCD (2011), Economische betekenis maritieme cluster Drechtsteden in cijfers 55 Maritieme maakindustrie en waterbouw Rijndelta De maritieme maakindustrie bestaat uit de deelclusters scheepsbouw en scheepsreparatie, maritieme toeleveranciers en offshore, voor zover het gaat om activiteiten met betrekking tot de bouw van platforms, werkschepen etcetera. Voor de natte waterbouw gaat het met name om ontwerp en onderhoud, niet om het nautische deel. De maritieme maakindustrie en natte waterbouw in de hele Rijndelta is goed voor een directe werkgelegenheid van bijna 20.000 werkzame personen, 41% van het landelijke totaal in deze deelclusters. Daar komt naar schatting nog eens ruim 15.000 indirecte werkgelegenheid bij in andere sectoren van de economie. De totale directe toegevoegde waarde bedroeg in 2009 naar schatting € 1,8 mld.35 Maritieme maakindustrie en waterbouw Drechtsteden De Drechtsteden zijn vanouds een belangrijke regio voor de maritieme maakindustrie en de waterbouw. Tal van toonaangevende bedrijven in deze deelclusters zijn in deze regio gevestigd. Hiervan worden Boskalis, IHC Merwede, Heerema, Bakker Sliedrecht, Bosch Rexroth en Pon Power tot de “leader firms” van de maritieme cluster gerekend.36,37 Er is sprake van een hecht cluster met veel onderlinge relaties, zowel op het gebied van toeleveranties als innovatie en opleidingsfaciliteiten voor personeel. In totaal gaat het om zo’n 140 bedrijven met minimaal 5 werkzame personen, die samen goed zijn voor ruim 7.500 arbeidsplaatsen.38 Deze sector heeft zich in de Drechtsteden in de periode 2008-2012 gunstig ontwikkeld (tabel 6.1). Het aantal bedrijven groeide licht, van 132 in 2008 tot 136 in 2012. Wel is sinds 2010 sprake van een daling, als gevolg van een aantal sluitingen van bepaalde bedrijfsonderdelen en verhuizingen naar elders. Het aantal arbeidsplaatsen nam toe van 7.150 per 1.1.2008 tot 7.590 per 1.1.2012. Dat is een groei van 6%. Zonder Boskalis is zelfs sprake van een groei met 9%.39 In 2011, het laatste jaar waarover we over cijfers beschikken, bleef het aantal arbeidsplaatsen goed op peil. De maritieme maakindustrie in de regio lijkt daarmee gemiddeld beter te presteren dan landelijk gemiddeld. Tabel 6.1 Ontwikkeling maritieme maakindustrie 2008-2012 2008 2009 Drechtsteden vestigingena 132 134 Drechtsteden werkzame personen absoluutb 7.150 7.496 Drechtsteden werkzame personen, indexc 100 105 Nederland werkzame personen, indexd a b c d 100 103 2010 141 7.595 107 2011 139 7.584 109 2012 136 7.591 109 101 99 98 vestigingen met minimaal 5 werkzame personen; Bronnen: Scheepsbouw Nederland, aangevuld uit diverse bronnen (zie voetnoot 5) Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden, per 1.1 exclusief Boskalis Bron: Nederland Maritiem Land Recente ontwikkelingen en vooruitzichten De Nederlandse scheepsbouw en maritieme toeleveranciers hebben in 2012 gelet op het aanhoudende gure economische klimaat relatief goede resultaten geboekt, aldus het jaarverslag van Scheepsbouw Nederland. Grootste knelpunt blijft de beperkte beschikbaarheid van financiering voor nieuwe projecten waardoor minder projecten konden worden binnengehaald en de jaarcijfers 35 36 37 38 39 56 OCD (2012), Maritieme maakindustrie en waterbouw Rijndelta Nederland Maritiem Land (2013), De Nederlandse Maritieme Cluster: monitor 2012, NML serie nr 39 Daarnaast wordt ook Mercurius Scheepvaart group tot de “leader firms” in de binnenvaart gerekend Dit is het totaal aantal arbeidsplaatsen bij 136 bedrijven per 1.1.2012. Voor een aantal maritieme toeleveranciers geldt dat die bedrijven ook aan andere dan maritieme bedrijven toeleveren. Het aandeel ‘maritiem’ is onbekend. Bronnen: Scheepsbouw Nederland, Vereniging van Waterbouwers, Drechtstedenmaritiem, Bedrijvenregister Drechtsteden Veel van de arbeidsplaatsen die aan Boskalis worden toegerekend zijn arbeidsplaatsen in het buitenland Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 lager zijn uitgekomen dan vorige jaren. De werkgelegenheid (direct en indirect) in de totale scheepsbouwcluster daalde in 2012 met 2,3%.40 Ondanks de economische tegenwind is de orderportefeuille van veel bedrijven in de cluster goed gevuld. In de Drechtsteden geldt dat bijvoorbeeld voor Oceanco, Heerema, en IHC Merwede.41 De laatste maakte recent een historische megaorder bekend die in totaal 4.000 manjaren werk oplevert voor het bedrijf zelf en de vaste toeleveranciers. Veel werk dus, maar naast de beperkte financieringsmogelijkheden blijft ook de voldoende beschikbaarheid van goed opgeleid personeel een zorgpunt. Voor veel extra werk kan in Nederland geen vakbekwaam personeel worden gevonden. Onlangs is de Human Capital Agenda van de topsector Water aan de overheid aangeboden. Recente studies voorzien voor de metalektro in de Rijndelta voor de komende jaren forse tekorten aan gediplomeerde schoolverlaters hbo, mbo en vmbo werktuigbouwkundigen, elektrotechnici en machinebouwers/metaalbewerkers.42 Hier ligt vooral een grote vervangingsvraag aan ten grondslag. Ook het UWV wijst in een recent sectorrapport op te verwachten (grote) tekorten aan technisch geschoold personeel. Tegelijkertijd is sprake van upgrading: het gevraagde opleidingsniveau stijgt. Ook nu zijn er - naast een groeiende werkloosheid - in de metalectro nog moeilijk vervulbare vacatures, met name voor gespecialiseerde vakmensen.43 Programma’s, projecten, initiatieven In de Drechtsteden lopen - ondersteund door het programma arbeidsmarktbeleid - verschillende programma’s, projecten en initiatieven ter versterking van de maritieme maakindustrie, waarmee aangesloten wordt op het Topsectorenbeleid en de Economische Agenda Zuidvleugel. In samenwerking met werkgevers, het onderwijs en (veelal) de regio’s Rijnmond en Albasserwaard/Vijfheerenlanden wordt gewerkt aan versterking van de innovatiekracht van het MKB, een betere aansluiting van het onderwijs op de vraag in de sector, de instroom van jong talent en het verbeteren van het imago van de sector. Eind februari van dit jaar hebben bestuurders van de drie o’s (overheid, onderwijs, ondernemers) hierover nadere afspraken gemaakt, die onder de noemer ‘Maritime Delta’ verder worden uitgewerkt. Lopende programma’s/initiatieven zijn onder andere: Proeftuin Maritieme Innovatie Drechtsteden, Ideecafé’s, een carriére- en innovatiebeurs ‘Maritime Innovation Experience’, het Masterplan Beroepsonderwijs, Centrum voor Innovatief Vakmanschap, Traineeships voor HBO studenten, Metalent en TechniekDock (kennismaking van scholieren met de maritieme techniek). Ook de Duurzaamheidsfabriek, het topinstituut Ecoshape en de start in 2014 van een nieuwe internationale maritieme masteropleiding in Dordrecht door de STCGroup kunnen in dit verband niet onbenoemd blijven. 44 Al met al hebben deze programma’s, projecten en initiatieven er toe geleid en zijn zij ook deels de uiting daarvan dat Maritieme Techniek veel meer dan enige tijd geleden ook daadwerkelijk dé speerpuntsector van de regio is geworden en er een veel betere aansluiting tussen onderwijs (op alle niveaus) en het bedrijfsleven is ontstaan. Meer dan voorheen wordt daardoor opgeleid voor de vraag van het regionale bedrijfsleven en werkt het onderwijs mee aan het oplossen van innovatievragen van regionale bedrijven. Ook op fysiek gebied zijn er stappen gezet die de maritieme cluster in de regio verder zullen kunnen versterken. Het project ‘Maritiem Servicecluster Drechtsteden’ heeft een projectsubsidie van de provincie gekregen, waarmee de 40 41 42 43 44 Scheepsbouw Nederland, Jaarverslag 2012 AD De Dordtenaar, 16 maart, 24 mei en 10 augustus 2013 OCD (2012), op cit UWV (2013b), De Metalektro en Metaalnijverheid, sectorbeschrijving Zeer recent werd ook een nieuw convenant ondertekend in het kader van het nieuwe actieplan jeugdwerkloosheid waardoor duizend jongeren de komende jaren een technisch vak leren waarin werken en leren samen opgaan 57 (her)ontwikkeling van de terreinen Het Plaatje in Sliedrecht en Grotenoord in Hendrik-Ido-Ambacht tot locaties waar onderhoud en reparatie voor de binnenvaart op een innovatieve manier worden samengebracht, een stap dichterbij is gekomen. De werkzaamheden op Het Plaatje starten naar verwachting dit najaar. 6.2 Zorg en welzijn De sector zorg en welzijn is met een aandeel van 17% in het totaal aantal arbeidsplaatsen in de regio een zeer belangrijke bron van werkgelegenheid. Landelijk ligt dit aandeel op 15,5% (peildatum 1.1.2012). Zorg en welzijn liet het vorige decennium een spectaculaire werkgelegenheidsgroei zien: in de periode 2001-2010 was de sector verantwoordelijk voor driekwart van de totale werkgelegenheidsgroei in de Nederlandse economie.45 Tot voor kort was dit ook de enige brede sector waar de werkgelegenheid nog toenam. In 2010 nam het aantal banen nog met 3,8% toe, in 2011 nog met 2,2%. In 2012 was ook hier echter de groei eruit en in het 1e kwartaal van 2013 daalde voor het eerst in jaren ook het aantal banen in deze sector, een daling die zich in het 2e kwartaal voortzette. Figuur 6.1 Banen van werknemers zorg en welzijn, x 1.000, seizoengecorrigeerd 1400 1350 1300 1250 1200 1150 09-I 09-II 09-III 09-IV 10-I 10-II 10-III 10-IV 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I 12-II 12-III 12-IV 13-I 13-II Bron: CBS Ook in de Drechtsteden droeg de sector zorg en welzijn tot voor kort fors bij aan de groei van de werkgelegenheid. Tussen 2008 en 2012 (per 1.1.) nam het aantal arbeidsplaatsen met 5,6% toe. De totale werkgelegenheid groeide in die zelfde periode met 3%. De groei ligt wel lager dan landelijk gemiddeld, waar de werkgelegenheid in de zorg en welzijn tussen 2008 en 2012 met 9% groeide. In het laatste jaar waarover goed vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn, 2011, groeide de werkgelegenheid in de sector landelijk nog met 1,1%, in de Drechtsteden was toen echter al sprake van een lichte teruggang met 0,4%. 45 58 UWV (2013a), UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014, met een doorkijk naar 2018 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Figuur 6.2 Werkzame personen zorg en welzijn Drechtsteden en Nederland, %+/- 5,6% Drechtsteden -0,4% 9,0% Nederland 1,1% -2% 0% 2% 4% 2011 6% 8% 10% 1.1.2008-1.1.2012 Bronnen: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa Recente ontwikkelingen en vooruitzichten Anders dan eerder voorspeld kent de arbeidsmarkt in de sector zorg en welzijn geen aanzienlijke tekorten aan personeel. Langer doorwerken, de slecht draaiende economie (waardoor veel jongeren en zij-instromers eerder kiezen voor zorg en welzijn) en de vele arbeidsmarktmaatregelen in de sector dragen daar aan bij. Niettemin dreigen er op termijn, vooral na 2015, wel tekorten, met name voor verzorgende en bepaalde groepen hbo-plus en wo-opgeleiden. Ook in de sector zorg en welzijn is daarbij een trend aanwezig naar een steeds grotere behoefte aan hoger opgeleid personeel. Overschotten zijn er vooral op de lagere kwalificatieniveaus.46 Het UWV voorziet voor 2013 en 2014 nog slechts een zeer bescheiden groei van het aantal banen in de sector: in 2013 nog 0,8% groei, in 2014 nog maar 0,2%. Dit steekt schril af tegen de groeicijfers in het verleden. Belangrijkste oorzaak zijn de omvangrijke bezuinigingsmaatregelen van de overheid. Met name de thuiszorg, de jeugdhulpverlening, en de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk worden daardoor getroffen.47,48 Voor de periode 2015-2018 gaat het UWV uit van een historisch gezien nog steeds bescheiden groei van 0,7% per jaar. De vacaturemarkt herstelt zich naar verwachting iets meer tot een totaal van ruim 100.000 vacatures per jaar. Er zijn daarbij in de huidige en toekomstige kansen op de arbeidsmarkt grote regionale verschillen. Voor de Drechtsteden lijkt de huidige instroomkans in de zorg relatief klein, maar worden voor na 2015 juist relatief grote tekorten verwacht.49 Ook de Rabobank verwacht dat het in de Randstad na 2015 lastiger zal zijn om aan personeel te komen dan in veel andere regio’s.50 Bovengenoemde vooruitzichten lijken gelet op de verwachtingen van de effecten van de extramuralisering op de werkgelegenheid overigens wel erg optimistisch. In recente schattingen voor de Drechtsteden wordt voor de intramurale zorg rekening gehouden met een fors verlies aan werkgelegenheid voor tussen de 2.500 en 3.000 personen.51 Een aanzienlijk deel van hen zal in een extramurale setting wel weer werk kunnen vinden, zo wordt verwacht. Maar de verwachting is ook dat dat zeker niet voor alle medewerkers zal gelden. 46 47 48 49 50 51 AZW (2012), Arbeid in Zorg en Welzijn 2012, integrerend jaarrapport UWV (2013a), op cit ING (Kwartaalbericht sectoren november 2013) verwacht voor 2014 per saldo zelfs een daling van het productievolume in de hele zorg en welzijn UWV (2013c), De Zorg, sectorbeschrijving Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek (2013), Zorg in de regio’s, Utrecht Extramuraliseren in de Drechtsteden, plan van aanpak 2013-2015 59 Programma’s, projecten, initiatieven Ook in de sector zorg en welzijn is in de Drechtsteden sprake van verschillende programma’s, projecten en initiatieven ter versterking van de arbeidsmarkt. Een succesvol initiatief is het Servicepunt Zorg en Welzijn Zuid-Holland Zuid, een samenwerkingsverband van UWV, werkgevers, Calibris, het DaVinci College en de centrumgemeenten Dordrecht en Gorinchem, onder andere gericht op het matchen van vraag en aanbod door vroegtijdige identificatie van te ontstane overschotten in deelsectoren en het faciliteren van doorstroom binnen en zijinstroom in de sector. Wegens de bewezen meerwaarde hebben de partners onlangs besloten de samenwerking voort te zetten. Het Servicepunt Z&W is ook belast met de uitvoering van het project “Welslagen”, waarin werkzoekenden die langer dan een jaar in de uitkering zitten een BBL-traject in de zorgsector kunnen volgen om uiteindelijk als verzorgende niveau 3 in te stromen. 6.3 Vrijetijdseconomie De vrijetijdssector is en blijft een sector van betekenis. Recreatie en toerisme is een bron van werkgelegenheid, vooral ook voor lager opgeleiden en een goed aanbod aan vrijetijdsvoorzieningen is in toenemende mate een belangrijke vestigingsfactor voor bewoners én bedrijven. Werken volgt tegenwoordig veel meer wonen dan andersom.52 Niet voor niets is de vrijetijdseconomie dan ook in veel regio’s een speerpunt van economisch beleid, ook in de Drechtsteden. De directe economische betekenis van toerisme en recreatie (T&R) in deze regio is aanzienlijk. De toeristische recreatieve (T&R) bestedingen beliepen in 2011 een geschat totaal van € 287 mln. De daarmee samenhangende directe werkgelegenheid is goed voor 3.700 banen, 3% van alle banen in de Drechtsteden. Daarnaast zorgen de T&R bestedingen voor nog eens 1.400 banen indirecte werkgelegenheid.53 Verblijfstoerisme neemt toe In de T&R sector wordt onderscheid gemaakt tussen verblijfstoerisme en dagrecreatie. Verblijfstoerisme neemt in deze regio met 13% van de totale T&R bestedingen een relatief bescheiden maar groeiende plaats in. Onder invloed van een forse toename van het aantal overnachtingsmogelijkheden in de regio zijn de bestedingen als gevolg van verblijfstoerisme in de regio tussen 2007 en 2011 met 25% toegenomen tot een totaal van € 36,5 mln in 2011. Het aantal hotelbedden in de regio groeide in deze periode met 29%, het aantal hotelovernachtingen met 24%. Dit is beduidend gunstiger dan gemiddeld in Nederland (+1%) of de provincie Zuid-Holland (-3%). Ook het aantal overnachtingen jachthaven passantenplaatsen (+27%) en camping (+62%) namen in deze periode fors toe.54 52 53 54 60 o.a. Marlet, G. (2009), De aantrekkelijke stad ZKA Consultants & Partners (2012), Economische betekenis toerisme en recreatie Zuid-Holland Zuid ZKA (2012), op cit en idem, deelrapport Drechtsteden Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Figuur 6.3 Ontwikkeling verblijfstoerisme Drechtsteden 2007-2011 29% hotelbedden 24% hotelovernachtingen overnachtingen 27% jachthaven passanten campingovernachtingen 62% 25% bestedingen hotelovernachtingen ZHolland -3% hotelovernachtingen 1% Nederland -20% 0% 20% 40% 60% 80% Bron: ZKA (2012) Dagrecreatie in de Drechtsteden klein in omvang en afgenomen In 2011 waren de Drechtsteden de bestemming voor 15,2 miljoen recreatieve dagtochten.55 De regio is daarmee geen voorname bestemmingsregio voor dagrecreatie. Waar gemiddeld in Nederland in 2011 153 dagtochten per hoofd van de Nederlandse bevolking werden gemaakt, waren de Drechtsteden voor 57 dagtochten per hoofd van haar bevolking de bestemming. Een fors verschil in het nadeel van de regio dus, dat alleen voor het bezoek van evenementen minder dan 50% bedraagt (figuur 6.4). Is er dus nog volop ruimte voor verbetering van de ‘recreatiebalans’, dit neemt niet weg dat de directe economische betekenis van de dagrecreatie ook voor deze regio op dit moment aanzienlijk is. De daarmee gemoeide bestedingen beliepen in 2011 een totaal van naar schatting € 250 mln., goed voor zo’n 4.400 banen (direct + indirect). Mede onder invloed van de economische crisis maar ook als gevolg van de met de opkomst van de nieuwe media gepaard gaande verschuiving van activiteiten buitenshuis naar binnenshuis, is het aantal recreatieve dagtochten (-6%) en de daarmee gemoeid bestedingen (-15%) tussen 2007 en 2011 gedaald (figuur 6.5). Dit is conform de trend, maar wel een kleinere daling dan gemiddeld: in heel de provincie Zuid-Holland nam het aantal dagtochten met 13% af. 56 Attracties/evenementen en vooral cultuur springen er met een toename positief uit. Gelet op de vele investeringen in culturele voorzieningen in de gemeente Dordrecht die onlangs zijn of binnenkort nog gaan worden opgeleverd, valt te verwachten dat de positieve lijn in het aantal dagbezoeken cultuur de komende jaren verder zal worden doorgetrokken. Komen alle verwachtingen uit, dan kan het aantal culturele dagbezoeken in de Drechtsteden groeien van 950.000 in 2011 tot zo’n 1,5 mln in 2015. 55 56 Dagtochten buitenshuis van Nederlanders in de recreatieve sfeer met een minimale duur van twee uur; Bron: ZKA (2012) ZKA (2012), op cit 61 Figuur 6.4 Recreatieve dagtochten per hoofd van de bevolking, met bestemming Drechtsteden, en Nederland gemiddeld, 2011 60 50 51 40 30 32 27 20 18 10 15 13 11 10 8 4 6 4 2 5 2 4 0 aa tg ui ur ltu cu n w n le ke in or vo pl ez r ie n te en m e en ev t at ie ct ra Drechtsteden n te en m e en ev s/ e w b s/ es lln y ut ea w ie at re ec r er at it bu t ea cr re en ie Nederland Bronnen: NBTC-Nipo, ZKA, CBS Figuur 6.5 Ontwikkelingen dagbezoek en dagrecreatieve bestedingen Drechtsteden 20072011 -9% -4% buitenrecreatie waterrecreatie -2% -19% 3% wellness/beauty -2% 9% attracties/evenementen winkelen voor plezier -9% bestedingen 15% cultuur 24% -5% uitgaan -7% -6% -15% totaal -30% dagbezoeken -19% -26% -20% -10% 0% 10% 20% 30% Bron: ZKA (2012) Toeristisch stedenbezoek aan Dordrecht Het toeristisch stedenbezoek aan Dordrecht (alle bezoeken van buiten de stad, ongeacht de verblijfsduur) zit al jaren in de lift. In 2011 was dit gegroeid tot 2,4 miljoen bezoeken op jaarbasis. Recent zien we ook hier onder invloed van de economische crisis wel een lichte teruggang. Dordrecht doet het ook al jaren 62 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 beter dan het gemiddelde. De vooruitzichten zijn op zich positief. De nieuwe culturele voorzieningen en de Saturn zullen voor meer bezoekers van buiten de stad zorgen. De verwachting is dat de boven gemiddelde groei daarmee zal doortrekken. Figuur 6.6 Ontwikkeling toeristisch bezoek aan Dordrecht, 2007-2012 2500 2.372 2000 2.298 2.039 1.783 1500 1.501 1.515 1000 500 666 711 746 834 818 752 0 2007 2008 2009 bezoekers (x1.000) 2010 2011 2012 bezoeken (x1.000) Bron: NBTC-NIPO Research Figuur 6.7 Ontwikkeling toeristisch bezoek aan steden, 2007-2012, aantal bezoeken, (index 2007=100) 160 140 120 100 80 60 2007 2008 Dordrecht 2009 2010 8 histo rische steden 2011 2012 25 steden Bron: NBTC-NIPO Research Vestigingen en werkgelegenheid De detailhandel was per 1.1.2012 goed voor 7,3% van de totale werkgelegenheid in de Drechtsteden (werkzame personen >= 12 uur), de horeca voor 2%. Beide bieden ook veel kleine flexibele banen, de horeca ook vooral seizoengebonden. De werkgelegenheid (werkzame personen >= 12 uur) in de horeca heeft zich tussen 2008 en 2012 met een groei van bijna 10% gunstig ontwikkeld. Het aantal banen groeide nog harder, met 16,5%. Ook het aantal vestigingen groeide. Het aantal werkzame personen in de detailhandel bleef in diezelfde periode nagenoeg stabiel. Het aantal banen groeide wel (met 6%). Zo ook het aantal vestigingen. In het laatste jaar (2011) zien we ook in deze sectoren een krimp van het aantal vestigingen en de werkgelegenheid, zowel in werkzame personen >= 12 uur als in alle banen. De hele T&R sector volgens de landelijke afbakening omvat in de Drechtsteden per 1.1.2012 770 vestigingen met in totaal 4.050 banen. Zowel in het aantal vestigingen als het aantal banen zien we sinds 2008 een duidelijk stijgende lijn, 63 die onder invloed van de economische crisis in 2011 niet is voortgezet. De groei concentreert zich vooral in Dordrecht. De ontwikkeling wijkt enigszins af van het landelijke beeld: het aantal vestigingen groeide minder, het aantal banen sterker. Ook groeide landelijk het aantal vestigingen in 2011 nog wel. Tabel 6.2 Ontwikkeling vestgingen en werkgelegenheid (banen) detailhandel, horeca en hele T&R sector Drechtsteden, 2008-2012 2008 2009 2010 2011 2012 detailhandel . vestigingen 1.494 1.459 1.540 1.613 1.546 . banen, absoluut 10.005 9.946 10.357 10.659 10.613 . banen, index 100,0 99,4 103,5 106,5 106,1 horeca . vestigingen . banen, absoluut . banen, index 374 2.321 100,0 369 2.237 96,4 387 2.455 105,8 429 2.769 119,3 409 2.701 116,4 hele R&T sectora . vestigingen . vestigingen, index . vestigingen landelijk, index 700 100,0 100,0 700 100,0 104,5 740 105,7 109,7 810 115,7 113,8 770 110,0 115,6 . banen, absoluut . banen, index . landelijk banen, index 3.520 100,0 100,0 3.530 100,3 100,2 3.660 104,0 100,8 4.120 117,0 102,2 4.050 115,1 102,0 a vlg landelijke afbakening; omvat naast (diverse categorieën) detailhandel en horeca ook cultuur, recreatie en amusement, (water)sport en vervoer Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa Recente ontwikkelingen en vooruitzichten Het UWV verwacht voor zowel de detailhandel als de horeca in 2013 een daling van het aantal banen met 1%. In 2014 is in de horeca naar verwachting sprake van stabilisatie, terwijl de werkgelegenheid in de detailhandel nog iets verder krimpt (-0,2%). Na 2014 kunnen beide weer wat groeien en herstelt ook de vacaturemarkt zich. Detailhandel en horeca zijn overigens sectoren waar van oudsher zowel in relatieve als in absolute zin altijd veel vacatures zijn. Ook in het crisisjaar 2012 ontstonden er landelijk in de detailhandel nog 126.000 vacatures (14% van het totaal aantal banen), in de horeca nog 56.000 (18% van het totaal aantal banen).57 Deze sectoren bieden bij uitstek veel werk voor lager opgeleiden. Ook is sprake van een groot en toenemend aantal flexibele contracten. Specifiek voor de horeca geldt dat twee derde van de werkgelegenheid beroepen op elementair (23%) of lager (43%) niveau betreffen. Van de in 2012 ontstane vacatures (ingediend bij UWV) is dat zelfs 75%.58 Op termijn worden de arbeidsmarktperspectieven voor de meeste horeca-opleidingen positief ingeschat, ook voor lager opgeleide gediplomeerde schoolverlaters. De horeca blijft voor de Drechtsteden echter een relatief kleine sector. De regionale ambities voor de vrijetijdseconomie worden op dit moment samen met acht partners verder uitgewerkt in het regionaal investerings- en uitvoeringsprogramma “Waterdriehoek”. Daarin gaat het met name om het realiseren van fysieke en mentale verbindingen tussen de drie iconen van de regio, de Dordtse Binnenstad, Kinderdijk en de Dordtse Biesbosch. En om in het verlengde daarvan ondernemers te verleiden tot investeringen. 57 58 64 UWV (2013a), op cit UWV (2013d), De Horeca, catering en verblijfsrecreatie. Sectorbeschrijving Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 7 Vacatures 66 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 7 Vacatures Met de daling van de werkgelegenheid en de matige vooruitzichten is ook het aantal ingediende en openstaande vacatures fors gedaald. In dit hoofdstuk gaan we kort in op de landelijke en regionale ontwikkelingen in het aantal vacatures. Het landelijke beeld baseren we daarbij op CBS-cijfers, die - via een enquête - de hele vacaturemarkt in beeld brengen. De regionale cijfers betreffen de op Werk.nl van het UWV ingediende en openstaande vacatures. Bekend is dat hierin met name vacatures voor hoger opgeleiden zijn ondervertegenwoordigd. 7.1 Landelijk beeld vacature-ontwikkeling Vanaf het 3e kwartaal 2011 daalt het aantal openstaande vacatures bij bedrijven en instellingen in Nederland fors. Ook in het 2e kwartaal van 2013 zet deze daling door. Er stonden eind juni 6.000 vacatures (6%) minder open dan aan het einde van het eerste kwartaal. Ten opzichte van eind juni 2012 zijn dat er 17% minder, ten opzichte van eind juni 2011 33% minder. In het 2e kwartaal van 2013 ontstonden 23% minder vacatures dan in hetzelfde kwartaal van 2011. De krimp van het aantal vacatures doet zich in alle sectoren voor. De industrie/bouw blijft op lange termijn de grootste krimp vertonen. Maar ook in de zorg is het aantal vacatures fors gedaald. Daar lijkt de daling bovendien verder toe te nemen. In de handel (inclusief horeca en persoonlijke diensten) en het transport neemt de daling af. Figuur 7.1 Openstaande (seizoengecorrigeerd) en ontstane vacatures, landelijk totaal eind kwartaal (x 1.000) openstaand per eind kwartaal t.o.v. zelfde kwartaal jaar eerder industrie/bouw 240 transport 200 handel/horeca/persdie* zakelijke diensten 160 overheid/onderwijs 120 zorg totaal openstaand Bron: vacature-enquête CBS 20 13 -I I 20 12 -I I 20 11 -I I 20 10 -I I 80 -40% ontstaan -30% 2012 Q3-2011 Q3 -20% -10% 2012 Q4-2011 Q4 0% 2013 Q1-2012 Q1 2013 Q2-2012 Q2 * persdie:persoonlijke dienstverlening 7.2 Regionaal beeld Eind 2e kwartaal stonden bij UWV-Werk.nl landelijk 44.000 vacatures open. Het CBS komt via zijn vacature-enquête op 91.000 openstaande vacatures. Hoewel dit een enquêtegegeven is, is duidelijk dat de cijfers van het UWV maar een deel van de vacaturemarkt dekken. Met name vacatures voor hoger opgeleiden worden relatief weinig bij het UWV ingediend. De cijfers van Werk.nl geven dus vooral een beeld van de ontwikkeling van het aantal vacatures tot en met middelbaar niveau.59 59 Met ingang van april 2011 zijn de cijfers van het UWV overigens wel completer geworden. Verder terugkijken dan het 2e kwartaal van 2011 heeft vanwege die trendbreuk geen zin. 67 De figuren 7.2 en 7.3 tonen dat ook in de Drechtsteden het aantal ingediende en openstaande vacatures flink is gedaald. Vooral sinds half 2012 is sprake van een dalende tendens, die zich in 2013 versterkt lijkt voort te zetten. De Drechtsteden onderscheiden zich, net als de regio Gorinchem overigens, daarmee - met name wat betreft de ontwikkeling van het aantal ingediende vacatures - in negatieve zin van de buurregio’s Rijnmond en West-Brabant en het landelijk gemiddelde. Figuur 7.2 Vacatures UWV-Werk.nl, nieuw ingediend en openstaand, per (eind van de) maand, Drechtsteden en Nederland nieuw ingediend openstaand 2400 1200 900 1800 600 1200 300 600 0 Drechtsteden Figuur 7.3 Drechtsteden Nederland (x100) ju ni '1 3 de c' 12 ju ni '1 2 de c ju ni '1 1 '1 1 ju ni '1 3 12 de c' ju ni '1 2 de c ju ni '1 '1 1 1 0 Nederland (x100) Vacatures UWV-Werk.nl, nieuw ingediend en openstaand, kwartaal t.o.v. kwartaal een jaar eerder nieuw ingediend openstaand Drechtsteden Drechtsteden Gorinchem Gorinchem Rijnmond Rijnmond WestBrabant West-Brabant Nederland -60% 2012 Q3-2011 Q3 Nederland -40% -20% 2012 Q4-2011 Q4 0% 20% 2013 Q1-2012 Q1 40% 60% 2013 Q2-2012 Q2 -60% -50% 2012 Q3-2011 Q3 -40% -30% 2012 Q4-2011 Q4 -20% -10% 2013 Q1-2012 Q1 0% 2013 Q2-2012 Q2 Bron: UWV Met de oplopende werkloosheid en het teruglopend aantal ontstane en openstaande vacatures mag het duidelijk zijn dat in zijn algemeenheid steeds meer sprake is van een ruime arbeidsmarkt. Eind juni 2013 staan tegenover 672 openstaande vacatures bij het UWV in de Drechtsteden in totaal 7.746 ingeschreven Nww-ers, waarvan 3.301 kortdurend ingeschreven (korter dan 6 maanden). Deze laatste verhouding, het aantal openstaande vacatures versus de kortdurende werkloosheid, gebruikt het UWV om de spanning op de arbeidsmarkt te typeren. Tabel 7.1 geeft dit weer voor de 25 door werkgevers per eind juni meest gevraagde beroepen. Duidelijk is dat niet voor alle meest gevraagde beroepen sprake is van een even ruime arbeidsmarkt. Met name voor de technische beroepen is dat in veel mindere mate het geval en kan in sommige gevallen zelfs gesproken worden van een krappe arbeidsmarkt, te meer omdat veelal ook sprake is van kwalitatieve discrepanties die in deze 68 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 cijfers niet tot uitdrukking komen. Dat werkgevers bij de vervulling van vacatures voor technische beroepen de nodige knelpunten ervaren is al langer duidelijk en kwam bijvoorbeeld ook weer naar voren uit recente berichten in verband met een grote nieuwe order van IHC Merwede.60 Ook in de recente verdiepingsstudie voor de maritieme maakindustrie wordt gewezen op tekorten aan ervaren (scheeps)werktuigbouwkundigen, elektrotechnici, machinebouwers en metaalbewerkers.61 Tabel 7.1 De 25 meest gevraagde beroepen versus Nww < 6 mnd, Drechtsteden, eind juni 2013 beroep UWVNww quotiënt vacatures < 6 mnd bankwerkers en lassers 59 54 1,09 monteurs 59 67 0,88 bouwvakkers 45 141 0,32 chauffeurs 43 240 0,18 productiemedewerkers 42 364 0,12 commercieel employees 39 204 0,19 aannemers en installateurs 38 101 0,38 werktuigbouwkundig ontwerpers/hoofden techn 31 7 4,43 dienst elektromonteurs 27 37 0,73 boekhouders en secretaressen 22 171 0,13 metaalarbeiders 22 33 0,67 weg- en waterbouwkundigen 18 15 1,20 verzorgend personeel 18 162 0,11 weg- en waterbouwkundige ontwerpers en proj. 16 2 8,00 leiders elektrotechnische ontwerpers en bedr. Hoofden 16 6 2,67 verkopers 16 176 0,09 systeemanalisten 13 54 0,24 hulpkrachten horeca en verzorging 11 145 0,08 agrarische medewerkers 9 23 0,39 commerciële medewerkers 9 57 0,16 procesoperators 7 11 0,64 schippers en conducteurs 7 7 1,00 agrarische bedrijfshoofden 6 5 1,20 technisch-commercieel employees 6 23 0,26 technisch systeemanalisten 6 1 6,00 totaal alle beroepen 672 3.301 0,20 Bron: UWV 60 61 AD de Dordtenaar, augustus 2013 OCD (2012), Maritieme maakindustrie en waterbouw in de Rijndelta 69 70 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 8 De regionale beroepsbevolking 72 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 8 De regionale beroepsbevolking In dit hoofdstuk gaan we eerst nader in op de kernmerken van de regionale (werkzame) beroepsbevolking. We kijken naar de samenstelling daarvan naar leeftijd, opleidingsniveau en beroepsniveau. Vervolgens zoomen we in op het onbenutte arbeidsaanbod en recente ontwikkelingen daarin. Tot slot kijken we vooruit, mede aan de hand van ontwikkelingen in de onderwijsdeelname. In hoofdstuk 9 komt dan meer specifiek aan de orde wat dit kan betekenen voor mogelijke toekomstige knelpunten in de personeelsvoorziening. 8.1 Kenmerken (werkzame) beroepsbevolking Leeftijd De regio kent in verhouding meer jongeren in de beroepsbevolking en dat verschil is in de werkzame beroepsbevolking nog wat groter. Dat komt niet doordat hier naar verhouding meer jongeren wonen, het tegendeel is waar. Wel is het zo dat de jongeren hier - vanwege het kleinere aandeel dat hoger onderwijs volgt - gemiddeld op jongere leeftijd de arbeidsmarkt betreden. Dat betekent dus ook dat hier in de regio meer jongeren ‘het slachtoffer’ kunnen worden van vraaguitval op de arbeidmarkt. Dat zien we nu ook terug in de werkloosheidscijfers (zie paragraaf 8.2). Van de werkzame beroepsbevolking zijn 14.000 personen (12%) 55-64 jaar (figuur 8.2). Dat is procentueel gezien minder hoog dan landelijk gemiddeld. Het aandeel 55-plussers in de werkgelegenheid in de regio zal daarom naar verwachting nog iets hoger liggen. Dat betekent dat in de komende 10 tot 12 jaar vanuit bedrijven en instellingen in de regio zo’n 12 tot 13.000 werkenden het arbeidsproces zullen verlaten.62 In de regio zijn met name de sectoren bouw (thans vanwege de grote krimp mogelijk niet meer), transport, onderwijs en overheid sterk vergrijsd; industrie en zorg zijn dat in mindere mate.63 Figuur 8.1 Leeftijdsverdeling beroepsbevolking, 2012 totale beroepsbevolking Drechtsteden 12% 26% 9 andere stadsgewesten1 10% 23% 27% 23% werkzame beroepsbevolking 12% 12% 27% 27% 22% 12% 26% 26% 15% 9% 23% 27% 26% 15% Nederland 11% 22% 25% 26% 16% 10% 22% 25% 27% 16% 0% 15-24 25-34 25% 50% 35-44 75% 45-54 100% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 55-64 1 Amersfoort, Apeldoorn, Arnhem, Breda, Enschede, ’s-Hertogenbosch, Leiden, Tilburg, Zwolle Bron: CBS Figuur 8.2 Werkzame beroepsbevolking Drechtsteden naar leeftijd, 2012 Drechtsteden 13.100 0 15-24 30.100 25000 25-34 30.100 50000 35-44 25.300 75000 14.100 100000 45-54 125000 55-64 Bron: CBS 62 63 Een en ander afhankelijk van de nadere invulling en doorwerking van het oprekken van de pensioengerechtigde leeftijd UWV-WERKbedrijf, Arbeidsmarkt Drechtsteden, presentatie juni 2012 73 Opleidings- en beroepsniveau De regionale (werkzame) beroepsbevolking is relatief laag opgeleid. Terwijl landelijk gemiddeld 35% van de werkzame beroepsbevolking een opleiding op hbo of universitair niveau heeft, is dat in de Drechtsteden ‘slechts’ 30% (figuur 8.3). Vergeleken met het gemiddelde van negen andere stadsgewesten is het verschil nog groter. Dit komt overeen met bevindingen uit een recent Nicisonderzoek dat niet alleen studentensteden maar ook steden met veel hboopleidingen hun studenten na het afstuderen in belangrijke mate als inwoner vasthouden.64 Ook als we kijken naar het beroepsniveau zien we dit beeld terug: de werkzame beroepsbevolking van de Drechtsteden bestaat meer dan gemiddeld uit personen met een middelbaar beroep en minder dan gemiddeld uit personen met een wetenschappelijk beroep. Figuur 8.3 Opleidings- en beroepsniveau werkzame beroepsbevolking, 2012 opleidingsniveau Drechtsteden 23% 9 andere stadsgewesten1 20% 41% 38% 28% Nederland 21% 43% 35% 30% 0% 25% 45% beroepsniveau 50% 30% 75% 28% 100% 0% 20% 42% 29% 36% 35% 37% 40% 32% 60% 80% laag midden elementair/lager middelbaar hoog onbekend hoger/wetenschappelijk onbekend 100% 1 Amersfoort, Apeldoorn, Arnhem, Breda, Enschede, ’s-Hertogenbosch, Leiden, Tilburg, Zwolle Bron: CBS Grosso modo geldt bovenstaande ook voor de regionale werkgelegenheid. Gelet op de regionale sectorstructuur (minder dan gemiddeld zakelijke diensten en overheid) is het aandeel lager en middelbaar opgeleiden daarin mogelijk nog wat groter. Dit neemt niet weg dat bij het regionale bedrijfsleven zeker ook een aanzienlijke vraag naar hoger opgeleiden bestaat. Bovendien is door de hele economie heen sprake van upgrading van de werkgelegenheid met een toenemende vraag naar hoger opgeleiden (zie ook hoofdstuk 5). 8.2 Onbenut arbeidsaanbod Aandelen op bevolking 15-64 jaar (potentiële beroepsbevolking) De aandelen van Wwb, WW, Nww en AO65 op de potentiële beroepsbevolking zijn per 1.1.2013 allen lager dan in Nederland gemiddeld. De verschillen zijn echter klein (figuur 8.4). In figuur 8.5 zien we hoe die aandelen zich sinds 2011 hebben ontwikkeld. De aandelen WW en Nww namen beide met 0,6 procentpunt toe, nagenoeg vergelijkbaar met de landelijk gemiddelde toename van 0,7 procentpunt. Het aandeel Wwb daalde, waar het landelijk steeg. Bij de arbeidsongeschiktheid zien we precies het tegenovergestelde: een groeiend aandeel in de regio tegenover een daling landelijk. Dit is vooral het gevolg van een boven gemiddelde toename van de Wajong, die in de Drechtsteden met 16% toenam, tegen 10,5% landelijk gemiddeld. 64 65 74 Nicis Institute/RUG (2011), Brain drain of brain gain? Hoger opgeleiden in grote steden in Nederland, Den Haag/Groningen Wwb: Wet werk en bijstand; WW: Wet Werkloosheidsvoorziening; Nww: Niet-werkende werkzoekenden; AO: Arbeidsongeschiktheid Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Figuur 8.4 Percentage Wwb, WW, Nww en AO Drechtsteden en Nederland, 1.1.2013, % op bevolking 15-64 10% 8% 6% 6,7% 4% 2% 7,2% 5,1% 2,8% 3,0% 2,7% 3,1% Wwb WW 3,9% 0% Nww Drst 2013 AO Ned 2013 Bronnen: SDD, UWV, CBS Figuur 8.5 Toe-/afname percentage Wwb, WW, Nww en AO Drechtsteden en Nederland op bevolking 15-64, 2011-2013, %-punt 1,0% 0,5% 0,6% 0,7% 0,6% 0,7% 0,2% 0,0% 0,2% -0,1% -0,1% -0,5% Wwb WW Nww Drechsteden AO Nederland Bronnen: SDD, UWV, CBS Leeftijd en opleidingsniveau Nww Van de per eind juni 2013 7.746 bij Werkplein Dordrecht ingeschreven Nww-ers zijn er 984 (13%) jonger dan 27 jaar, 3.093 (40%) 26-44 jaar en 3.669 (47%) 45 jaar of ouder. De regio wijkt daarmee niet af van het landelijke gemiddelde. Een aanzienlijk deel van alle Nww-ingeschrevenen is laag opgeleid. Ook wat dat betreft wijkt de regio niet af van Nederland gemiddeld. Wel staan er hier meer middelbaar opgeleiden ingeschreven. Dat is een afspiegeling van onze beroepsbevolking. Voor oudere werkzoekenden kan dit wel een onderschatting zijn van het opleidingsniveau, omdat het gaat om met een diploma afgeronde opleiding. ‘Training on the job’ telt dus niet mee. Maar ook van de ingeschreven jongeren <27 jaar heeft 40% geen hoger diploma dan mbo 1 en dus formeel geen startkwalificatie (zie verderop). Figuur 8.6 Nww naar opleidingsniveau, eind juni 2013 Drechtsteden 22% 19% 24% Nederland 0% basis 14% 19% 20% vmbo/mbo 1 40% 30% 13% 15% 27% 60% havo/vwo/mbo 2 17% 80% mbo 3/4/alg 100% hbo/vwo Bron: UWV 75 Nww naar inschrijvingsduur en beroep Van alle bij het UWV ingeschrevenen Nww-ers stond per eind juni 2013 57% 6 maanden of langer ingeschreven, 34% zelfs langer dan 12 maanden. Hier werken twee effecten. Als gevolg van de slechte arbeidsmarkt loopt de werkloosheid op en dus het aantal kort ingeschrevenen. Tegelijkertijd neemt ook de uitstroom af, waardoor werklozen langer zonder baan blijven. Tabel 8.1 geeft een goede indruk van de huidige slechte arbeidsmarkt. Tegenover elke 100 ingeschreven Nww-er stonden er eind juni minder dan 10 vacatures open, tegenover elke 100 kort (<6 mnd) ingeschreven Nww-er waren dat er 20. Duidelijk is dat dit quotiënt in de meeste beroepen waar veel Nwwers werk zoeken nog lager ligt. Met andere woorden: voor veel beroepen waar veel Nww-ers werk zoeken zijn de banen uiterst schaars. Alleen in de technische beroepen is dat minder het geval. Dat zagen we ook al in hoofdstuk 7. Tabel 8.1 beroep De 25 beroepen waar de meeste Nww-ers werk in zoeken, Drechtsteden, eind juni 2013 NWW % Nww UWV>= 6 totaal < 6 mnd vacatures mnd productiemedewerkers 639 64% 364 42 chauffeurs 336 58% 240 43 receptionisten en administratieve employees 286 60% 187 5 commercieel employees 234 53% 204 39 boekhouders en secretaressen 235 58% 171 22 hulpkrachten horeca en verzorging 243 63% 145 11 verzorgend personeel 199 55% 162 18 verkopers 170 49% 176 16 interieurverzorgers 247 71% 99 6 bouwvakkers 166 54% 141 45 aannemers en installateurs 96 49% 101 38 kantoorhulpen, inpakkers en colporteurs 106 68% 51 1 medewerkers sociaal-cultureel werk en 92 59% 65 0 personeel/arbeid commercieel medewerkers 79 58% 57 9 monteurs 60 47% 67 59 winkeliers 65 57% 49 3 assistent accountants 52 46% 61 1 systeemanalisten 51 49% 54 13 activiteitenbegeleiders en medewerkers arb. 52 57% 39 1 bemiddeling bankwerkers en lassers 37 41% 54 59 laders en lossers 43 51% 41 2 metaalarbeiders 46 58% 33 22 productieplanners 36 49% 38 3 elektromonteurs 33 47% 37 27 agrarische medewerkers 44 66% 23 9 totaal alle beroepen 4.445 57% 3.301 672 quotiënt 0,12 0,18 0,03 0,19 0,13 0,08 0,11 0,09 0,06 0,32 0,38 0,02 0,00 0,16 0,88 0,06 0,02 0,24 0,03 1,09 0,05 0,67 0,08 0,73 0,39 0,20 Bron: UWV Ontwikkeling De werkloosheid (WW) is vanaf begin 2012 fors opgelopen. In de financiële crisis van 2008/2009 hielden bedrijven nog zo veel mogelijk hun personeel vast, mede gesteund door de deeltijd-WW. In de in 2011 ingezette nieuwe economische laagconjunctuur was en is dit voor veel bedrijven niet meer mogelijk. Veel bedrijven moesten inkrimpen of sloten hun deuren. Het aantal faillissementen nam toe. En ook bij de overheid, het onderwijs en de zorg kwam de arbeidsmarkt als gevolg van de bezuinigingen onder druk te staan. Het aantal WW-uitkeringen aan inwoners van de Drechtsteden steeg tussen eind 2011 en half 2013 met 54%. De regio volgde grosso modo het landelijke groeipatroon, maar de toename is wel hoger dan landelijk gemiddeld (+40%). Heel recent (2e kwartaal 2013) zien we een daling van de groei van de instroom en een stabilisatie van het aantal WW-uitkeringen. 76 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 De groei in de Nww zette later in, maar dat heeft deels te maken met een administratief inhaaleffect. Ontwikkeling WW en Nww, 1.1.2011=100 de c ju ni '1 de c ju ni '1 Drechtsteden Nederland 3 '1 1 de c '1 0 de c Drechtsteden ju ni '1 80 2 80 ju ni '1 100 '1 1 100 de c 120 '1 0 120 3 140 '1 2 140 2 160 ju ni '1 1 160 '1 2 Nww ju ni '1 1 WW de c Figuur 8.7 Nederland Bron: UWV Het aantal Wwb uitkeringen in de Drechtsteden daalde in 2011 onder invloed van de afschaffing van de WIJ. Landelijk en in de benchmark66 was er veel minder sprake van een daling. In de eerste helft van 2012 liep de Wwb weer op, gevolgd door een daling tot eind september. In het 4e kwartaal van 2012 en het 1e kwartaal van 2013 nam de instroom fors toe en is weer sprake van groei. In het 2e kwartaal stroomden er weer minder mensen de bijstand in en nam het volume nog maar weinig toe (+2%). Per eind juni staat de teller op 5.221 Wwbuitkeringen, 11% meer dan begin 2012. Dat is iets meer dan landelijk gemiddeld (+9,6%) en de benchmark (+8,4%). Figuur 8.8 Ontwikkeling Wwb, 1.1.2011=100 en instroom Wwb Drechtsteden 800 120 793 782 110 600 638 100 621 572 13 -I I 13 -I 12 -I V 12 -I II 12 -I I 12 -I 11 -I V 0 11 -I II benchmark SDD 11 -I I ju ni '1 3 '1 2 de c 1 '1 ju ni '1 2 Nederland 11 -I Drechtsteden de c '1 1 200 ju ni 0 535 400 80 '1 655 533 90 de c 621 665 Bronnen: SDD en CBS Baanbrekend Drechtsteden Ruim anderhalf jaar geleden is deze vorm van publiek-private samenwerking met Randstad Nederland in de Drechtsteden gestart. In 2012 zijn in totaal 480 mensen uit de uitkering naar werk bemiddeld, in het eerste halfjaar 2013 waren dat er 205.67 De doelstelling voor 2013 is om 600 mensen met een Wwbuitkering naar werk te bemiddelen. De trend is dat steeds meer cliënten op tijdelijke en/of deeltijdbanen worden geplaatst. Elk uur minder uitkering is er één minder zo is de gedachte. Dit betekent dat de ontwikkeling van het aantal cliënten tussen twee verder van elkaar gelegen meetmomenten in steeds mindere mate een afspiegeling is van de werkelijke bestandsontwikkeling in de tussenliggende periode. 66 67 De SDD doet mee aan een benchmark met 14 grote gemeenten Inmiddels is dit per eind september al opgelopen tot circa 500 personen 77 Uit tabel 8.2 valt op te maken dat de Wwb in de regio zich over de hele periode vanaf 1.1.2011 gezien relatief gunstig heeft ontwikkeld. Dit betreft echter vooral de ontwikkeling in 2011. Van 1.1.2012 tot en met 1.7.2013 is de ontwikkeling gemiddeld: +11% in de regio versus +10% landelijk gemiddeld. Omdat de WW hier wat harder groeide dan landelijk gemiddeld, mogen we toch concluderen dat de regio ook de laatste anderhalf jaar wat de Wwb betreft zeker niet minder dan gemiddeld heeft gepresteerd. Opvallend hierbij is nog wel dat de Wajong duidelijk meer dan gemiddeld is toegenomen. Tabel 8.2 Ontwikkeling WW, Wwb, Nww en Wajong Drechtsteden en Nederland, 1.1.2011 = 100 WW Wwb Nww Wajong Drst Ned Drst Ned Ned Ned Drst Ned 1.1.2011 100 100 100 100 100 100 100 100 1.7.2011 95 95 99 103 91 93 1.1.2012 100 102 92 103 90 97 108 105 1.7.2012 114 110 93 104 85 95 1.1.2013 132 129 94 107 116 116 116 111 1.7.2013 154 145 102 113 133 130 Bronnen: UWV en SDD Jongeren Ten opzichte van het landelijke gemiddelde hebben minder jongeren in de Drechtsteden een Wwb-uitkering en/of staan als Nww-er ingeschreven. Naar verhouding even veel jongeren hebben een WW-uitkering, naar verhouding - na een relatief sterke groei in de afgelopen twee jaar - meer een Wajong-uitkering (figuur 8.9). Als gevolg van de afschaffing van de WIJ daalde het aantal jongeren met een Wwb/WIJ uitkering tussen 2011 en 2013 fors (figuur 8.10). Opmerkelijk genoeg zien we zo’n daling landelijk niet. Tegelijkertijd nam het aandeel als Nww-er ingeschreven jongeren in de regio veel minder toe dan landelijk, terwijl het aandeel jongeren met een WW-uitkering even sterk groeide. Deze uiteenlopende ontwikkeling is mogelijk deels het gevolg van een administratieve inhaalslag van het UWV voor de Nww.68 Verder springt ook de naar verhouding grote toename van het aandeel jongeren in de Wajong hier in de regio in het oog. Per 1.1.2013 zaten in de Drechtsteden 1.162 jongeren van 15-24 jaar in de Wajong. Dat is een groei van 21,5% in twee jaar tijd, veel meer dan de landelijk groei van 9,5%.69 Figuur 8.9 Percentage Wwb, WW, Nww en Wajong jongeren, Drechtsteden en Nederland, 1.1.2013, % op bevolking 15-24/26 6% 4% 3,7% 2,9% 2% 0% 3,3% 2,3% 0,8% 1,4% 0,8% Wwb 0,8% WW Drst 2013 Nww Wajong Ned 2013 Wwb en Nww <27; WW en Wajong <25 Bronnen: SDD, UWV, CBS 68 69 78 Ook is het zo dat zeker niet alle werkzoekende jongeren zich inschrijven bij het UWV. Velen hebben immers geen verplichting omdat zij geen werkloosheidsuitkering (meer) ontvangen (UWV 2013a op cit) Tussen Wwb en Wajong kan in bepaalde mate sprake zijn van een waterbedeffect. Gelet op de tegengestelde ontwikkelingen lijkt dat hier in de regio tussen 2011 en 2013 wel het geval te zijn geweest Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Figuur 8.10 Toe-/afname percentage Wwb, WW, Nww en Wajong jongeren, Drechtsteden en Nederland op bevolking 15-24/26, 2011-2013, %-punt 1,0% 0,7% 0,5% 0,0% 0,7% 0,1% 0,3% 0,3% 0,3% 0,0% -0,5% -1,0% -1,0% Wwb WW Nww Drechsteden Wajong Nederland Bronnen: SDD, UWV, CBS Een aanzienlijk deel van alle als Nww-er ingeschreven jongeren is laag opgeleid. Vier op de tien missen een startkwalificatie. Het aandeel middelbaar opgeleiden is wat groter, het aandeel hoger opgeleiden wat kleiner dan landelijk gemiddeld (figuur 8.11). Veel (meer dan 100) jongeren staan ingeschreven voor technische en industrie-beroepen op elementair niveau, voor economischadministratieve beroepen op middelbaar niveau en voor verzorgende en dienstverlenende beroepen op lager en middelbaar niveau.70 Figuur 8.11 Nww naar opleidingsniveau, jongeren <27, eind juni 2013 Drechtsteden 14% Nederland 26% 17% 0% 20% 26% 20% 19% 40% basis vmbo/mbo 1 mbo 3/4/alg hbo/wo 60% 32% 8% 27% 11% 80% 100% havo/vwo/mbo 2 Bron: UWV Ontwikkelingen Het aantal jongeren met een WW-uitkering is sinds half 2011 vrijwel continu gestegen. Na een zeer forse toename in het 1e kwartaal van dit jaar (deels seizoeneffect) zien we de laatste maanden een voorzichtige kentering. Per eind juni hadden 494 jongeren <27 in de Drechtsteden een WW-uitkering, 53% meer dan een jaar geleden en zelfs 93% meer dan begin 2011. Ook de Nww is vooral de afgelopen twaalf maanden fors opgelopen. Net als bij de WW zien we in mei en juni een daling. Per eind juni van dit jaar stonden in de Drechtsteden 984 jongeren als niet-werkende werkzoekende ingeschreven, meer dan het dubbele van een jaar geleden. 70 UWV/SBB (2013), Basiscijfers jeugd regio Drechtsteden juni 2013 79 Figuur 8.12 Ontwikkeling WW en Nww <27 jaar, 1.1.2011=100 WW <27 Nww <27 160 220 140 180 120 140 100 80 100 60 Drst <27 <27 jaar ju ni '1 3 12 de c' ju ni '1 2 1 de c ju ni '1 '1 1 0 '1 de c de c ju ni '1 3 '1 2 ju ni '1 2 de c '1 '1 1 1 40 ju ni de c '1 0 60 Ned <27 Bron: UWV Jongeren hebben meestal maar kort WW-rechten; acht op de tien hebben recht op een uitkering van maximaal 6 maanden.71 Door de sterke groei van de WW ontstaat ook druk op de bijstand aan jongeren, die we na ruim anderhalf jaar daling sinds oktober van vorig jaar weer zien oplopen. Recent (2e kwartaal 2013) nam de instroom weer wat af en bleef de groei beperkt tot 5%. Per eind juni worden er 347 Wwb-uitkeringen aan jongeren <27 jr verstrekt, 29% meer dan het laagste punt eind september vorig jaar. Figuur 8.13 Ontwikkeling Wwb jongeren <27, 1.1.2011=100 120 en instroom Wwb jongeren Drechtsteden 300 100 200 80 227 184 60 148 100 Drechtsteden 142 120 3 94 102 109 114 12-III 12-IV 114 ju ni '1 '1 2 de c 12 ju ni ' '1 1 de c 11 ju ni ' de c '1 0 40 Nederland 0 11-I 11-II 11-III 11-IV 12-I 12-II 13-I 13-II Bronnen: SDD en CBS Tabel 8.3 geeft aan dat de Wwb <27 jaar hier in de regio over de hele periode vanaf 1.1.2011 veel meer is afgenomen dan landelijk gemiddeld. Gelet op de landelijke afschaffing van de WIJ is dat opmerkelijk te noemen. Mogelijk dat met de aanpak jeugdwerkloosheid meer dan gemiddeld (potentieel) uitkeringsgerechtigden zijn bereikt. Ook lijkt het er - zoals hiervoor al aangegeven - op dat een deel van de jongeren vanuit de Wwb is ‘verhuisd’ naar de Wajong. De Nww <27 is vooral het tweede halfjaar van 2012 gegroeid, de WW <27 neemt ook in de eerste helft van 2013 nog sterk toe. Over heel de periode sinds 2011 is de WW <27 jaar in de regio harder is toegenomen dan de totale WW (vgl tabel 8.2). De Nww <27 jaar is juist minder hard gestegen, zowel ten opzichte van het landelijk gemiddelde als ten opzichte van de totale Nww. Kennelijk zijn we in de regio redelijk goed in staat geweest om jongeren na een kort verblijf in de WW weer door te geleiden naar werk en/of opleiding. 71 80 UWV (2013c), Rapportage (N)WW < 25 jaar Juni 2013 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Tabel 8.3 1.1.2011 1.7.2011 1.1.2012 1.7.2012 1.1.2013 1.7.2013 Ontwikkeling WW, Wwb, Nww en Wajong, jongeren, Drechtsteden en Nederland, 1.1.2011 = 100 WW <27* Wwb <27 Nww <27 Wajong <25 Drst Ned Drst Ned Ned Ned Drst Ned 100 100 100 100 100 100 100 100 90 80 92 108 69 88 110 111 65 97 73 100 115 106 126 119 49 100 55 92 151 171 44 99 101 130 122 109 193 179 52 112 115 140 * Nederland < 25 jr Bronnen: UWV en SDD Aanpak jeugdwerkloosheid Eind 2009 is in de regio Zuid-Holland-Zuid het regionaal actieplan jeugdwerkloosheid “Geef jongeren een kans’ gestart. Dit actieplan liep door tot september 2011. Met de verschillende projecten die in de regio zijn uitgerold, zijn veel jongeren bereikt en aan een baan geholpen.72 De jeugdwerkloosheid in de Drechtsteden is als gevolg van dit actieplan harder gedaald dan landelijk gemiddeld. De samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers heeft geleid tot duurzame aanpakken.73 Onder andere Metalent is in dit actieplan ontstaan. Door het benutten van de ESF middelen kon een aantal leer-werkprojecten voor jongeren tot en met maart 2013 worden voortgezet. Hierdoor hebben in totaal ruim 500 jongeren hun mogelijkheden tot een duurzame arbeidsinpassing vergroot.74 Daarnaast is er in de tweede helft van 2012 een “Open Call” geweest van het Platform Benutting Talent om projecten in te dienen die bijdragen aan de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Door de zes winnaars worden in totaal aan 137 jongeren een baan, opleidingstraject of leerwerktraject aangeboden. Tijdens een gezamenlijke ‘Learn and Share’ bijeenkomst hebben de deelnemers hun ervaringen gedeeld. Voor de jaren 2013 en 2014 zijn er weer extra middelen beschikbaar voor een extra impuls in de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Het kabinet trok voor dit doel al € 50 miljoen uit; in 2014 volgt nog eens € 30 miljoen. Een aanzienlijk deel van dit bedrag wordt beschikbaar gesteld aan de arbeidsmarktregio’s. De Drechtsteden hebben op basis hiervan inmiddels een nieuw actieplan opgesteld, ‘Drechtsteden benutten talent’. Binnen dit actieplan worden branchegerichte allianties als Metalent ingezet om jongeren kansen te bieden op de arbeidsmarkt. Ook de Startersbeurs is onderdeel van het actieplan. Landelijk komen er als uitkomst van de jeugdtop bij bedrijven ruim 10.000 extra leerbanen. Ouderen Ook de werkloosheid onder ouderen is de afgelopen jaren gestaag gegroeid. Het aantal 50-plussers met een WW-uitkering in de regio nam in twee en een half jaar tijd met 57% toe, tot een totaal van 2.154 per eind juni van dit jaar. In de Nww 45+ zien we vooral de afgelopen twaalf maanden een forse groei, tot 3.669 per eind juni. Dat is 41% meer dan een jaar geleden. Het UWV meldt landelijk een forse toename van de instroom van hoogopgeleiden en vanuit de sector zorg en welzijn.75 De instroom van ouderen in de WW is nog niet gedaald en ouderen komen over het algemeen moeilijker weer aan het werk dan jongeren. We zien dan ook - anders dan bij de jongeren - in het 2e kwartaal van 72 73 74 75 RadarAdvies (2011), Lessons Learned, Evaluatie actieplan jeugdwerkloosheid Zuid-Holland-Zuid Voortgangsrapportage 2011-2012 Programma Arbeidsmarktbeleid regio Drechtsteden Vierde Voortgangsrapportage Programma Regionaal Arbeidsmarktbeleid: januari-juli 2013 UWV (2013d), Rapportage (N)WW 55 plus Juni 2013 81 dit jaar bij ouderen nog geen voorzichtige daling van het aantal lopende WWuitkeringen. Figuur 8.14 Ontwikkeling WW en Nww ouderen, 1.1.2011=100 WW 50+ Nww 45+ 160 220 140 180 120 100 140 80 100 60 Drst 45+ 50+ 3 ju ni '1 '1 2 de c 2 ju ni '1 '1 1 de c 11 ju ni ' '1 0 de c ju ni '1 3 12 de c' ju ni '1 2 1 '1 de c '1 1 40 ju ni de c '1 0 60 Ned 45+ Actieplannen Ook voor oudere werklozen zijn er inmiddels actieplannen. Landelijk is onlangs het Actieplan 55-plus Werkt gelanceerd. In dit actieplan gaat een aantal grote uitzendorganisaties de komende twee jaar samen met het UWV 22.500 werkloze 55-plussers aan de slag helpen. Een scholingsvoucher en een plaatsingsbonus zijn hier de in te zetten instrumenten. En in de regio is al wat langer de Stichting 50PlusDrechtsteden actief, die onlangs op een symposium haar eigen actieplan presenteerde. Dit actieplan is een samenwerkingsverband tussen de Stichting, de DOV, Werkgevers Drechtsteden, FNV, UWV en de gemeente Dordrecht als centrumgemeente van de arbeidsmarktregio Drechtsteden. 8.3 Vooruitzichten Potentiële beroepsbevolking De potentiële beroepsbevolking daalt (figuur 8.15). Anders dan in eerdere prognoses zet de daling volgens de meest recente regionale bevolkingsprognose (Pearl) echter pas na 2020 in. In 2025 is het aantal 15-64 jarigen in de Drechtsteden 1.900 (-1,1%) lager dan in 2013. In 2030 is dit opgelopen tot een verschil van bijna 6.000 personen (-3,5%). De potentiële beroepsbevolking daalt daarmee in de regio volgens de prognose wat minder sterk dan landelijk gemiddeld. Figuur 8.15 Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking 15-64 jaar in de Drechtsteden, 2010-2040 180000 175000 170000 165000 160000 2013 2015 2020 2025 2030 Bron: CBS-PBL-Pearlprognose; bewerking OCD 82 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Participatie en feitelijke beroepsbevolking De arbeidsparticipatie stijgt trendmatig (figuur 8.16). Dit is het saldo van een daling in de leeftijdsgroep 15-24 (langer volgen van onderwijs), een toename van vooral de participatie van vrouwen in de leeftijdsgroep 25-44 jaar en een forse groei van de participatie van zowel vrouwen als mannen van 45+. De totale bruto participatie groeide daarmee 4,3 procentpunt van 67,5% in 2003 naar 71,8% in 2012. In de leeftijdsgroep 45+ is zelfs sprake van een groei van 12% procentpunt, van 59% in 2003 naar 71% in 2012. Figuur 8.16 Ontwikkeling bruto arbeidsparticipatie Nederland, 2003-2012 100 90 80 70 60 50 40 2003 2004 2005 15-24 Bron: 2006 2007 25-44 208 2009 45-64 2010 2011 2012 15-64 CBS; bruto participatie is het aandeel werkende + werkloze beroepsbevolking op de totale bevolking exclusief bewoners van tehuizen De verwachting is dat de trendmatige toename van de participatie van vrouwen en ouderen op de arbeidsmarkt voorlopig - zij het afgezwakt - nog wel aanhoudt. Ondanks een krimpende potentiële beroepsbevolking verwacht het CPB voor de periode 2013-2017 een jaarlijkse groei van de beroepsbevolking met 0,25%76. Het UWV voorziet voor 2014 een groei van 0,4%, gevolgd door een jaarlijks groei van 0,2% voor de periode 2015-2018.77 Ontwikkeling arbeidsdeelname In de verwachtingen over de arbeidsdeelname spelen diverse ontwikkelingen een rol. De slechte conjuncturele ontwikkelingen remmen het aanbod van arbeid, het zogenaamde ‘discourage worker’ effect. Er zijn echter ook duidelijke signalen dat er extra aanbod wordt uitgelokt door (dreigende) werkloosheid van de partner, het ‘added worker’ effect. Daarnaast is er de structurele toename van het aantal werkende vrouwen en ouderen. De arbeidsparticipatie van jongeren is als gevolg van de crisis sterk gedaald omdat veel jongeren in de slechte arbeidsmarkt gekozen hebben om door te studeren. Na verloop van tijd betreden deze jongeren toch weer de arbeidsmarkt. In 2012 zagen we al weer een lichte stijging in de participatie van jongeren. Tot slot is er nog het compositie-effect: de potentiële beroepsbevolking vergrijst, en ouderen participeren nog steeds wel minder dan gemiddeld op de arbeidsmarkt. Alles bij elkaar leiden deze ontwikkelingen naar verwachting tot een iets afgezwakte groei van de bruto participatie in de komende jaren. Bronnen: UWV (2013), Arbeidsmarktprognose 2013-2014. Met een doorkijk naar 2018 en CPB (2013), Centraal Economisch Plan 2013. 76 77 CPB (2012), Actualisatie Nederlandse economie tot en met 2017 (verwerking Regeerakkoord) UWV (2013a), op cit 83 Vertaling van bovenstaande verwachtingen naar de Drechtsteden levert het beeld op zoals weergegeven in tabel 8.2. De beroepsbevolking 15-64 jaar groeit nog tot 2020. Dan is de beroepsbevolking van de Drechtsteden naar schatting 2.100 personen (1,8%) groter dan per 1.1.2013. In de periode na 2020 volgt naar verwachting een bescheiden daling. Tabel 8.2 Ontwikkeling potentiële en feitelijke beroepsbevolking Drechtsteden, 2013-2025 potentiële toeberoepsbevolking beroepsbevolking /afname index 15-64 jaar 15-64 jaar t.o.v. 2013 2013 2013 173.000 121.500 100 2015 172.500 121.800 +250 100,2 2020 173.000 123.600 +2.100 101,8 2025 171.100 123.500 +2.000 101,6 Bron: OCD op basis CBP, UWV en CBS Eén en ander neemt niet weg dat de komende jaren veel werkenden het arbeidsproces zullen verlaten. Eerder gaven we aan dat het in de regio de komende 10 tot 12 jaar om zo’n 12 tot 13.000 werkenden zal gaan. Leeftijdsgroep 15-24 De ontwikkeling in de leeftijdsgroep 15-24 jaar is (mede) bepalend voor het aantal nieuwe instromers op de arbeidsmarkt van jongeren met een opleiding op middelbaar en hoger niveau. In de komende zeven jaar zien we in de Drechtsteden nauwelijks een verandering in de omvang van deze groep. Pas na 2020 treedt een daling in (tabel 8.3). Tabel 8.3 Ontwikkeling leeftijdsgroep 15-24 jaar, Drechtsteden, 2010-2025 bevolking toe-/afname t.o.v. 15-24 jaar 2013 2013 31.700 2015 31.700 0 2020 32.000 300 2025 31.400 -300 Bron: CBS/PBL-Pearlprognose, bewerking OCD 84 index 2013 100,0 100,0 100,9 99,1 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 9 Onderwijsdeelname 86 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 9 Onderwijs-arbeidsmarkt Verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt is een belangrijk thema van het regionale arbeidsmarktbeleid. Geconstateerd is dat het aantal deelnemers vmboberoepsvormend structureel afnam, met name het aantal leerlingen dat kiest voor techniek. Een daling die zich voortzet op mbo-niveau. Gelet op de vraag op de arbeidsmarkt een onwenselijke ontwikkeling, vooral in een regio als de onze. In dit voorlaatste hoofdstuk kijken we kort hoe deze deelname zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Is er een kentering zichtbaar? Vmbo beroepsvormend en techniek Figuur 9.1 laat zien dat er in de daling van het aantal deelnemers vmboberoepsvormend nog geen kentering is te bespeuren. In schooljaar 2011-2012 daalde het aantal weliswaar voor het eerst sinds lange tijd niet meer, maar in schooljaar 2012-2013 zette de daling zich toch weer verder voort. Het aantal leerlingen vmbo-t nam het afgelopen schooljaar weer toe. Figuur 9.2 toont wél een positieve ontwikkeling in vmbo-techniek. De daling is na 2010 nagenoeg tot stilstand gekomen. Figuur 9.1 Aantal leerlingen VO, Drechtsteden, 2008-2012 Figuur 9.2 Aantal leerlingen vmbo techniek, Drechtsteden 4000 1000 3200 800 2400 600 1600 400 800 200 0 0 2008 2009 2010 2011 vmbo beroepsvormend vmbo-t havo vwo 2012* 2008 2009 2010 2011 2012* vmbo techniek Bron: DUO-CFI; exclusief brugklas 1/2 en lwoo * voorlopige cijfers Mbo Het aantal deelnemers economie en zorg en welzijn fluctueert, maar neemt niet af. Bij techniek zien we wel een lichte daling, die zich ook in 2011 en 2012 voortzet. Vooral de BBL daalt, mede onder invloed van een tekort aan leerbanen als gevolg van de crisis. Figuur 9.3 Deelnemers mbo, Drechtsteden, 2008-2012 Figuur 9.4 Deelnemers mbo-techniek naar BBL/BOLVT 4000 2000 3200 1600 2400 1200 1600 800 800 400 0 0 2008 2009 economie 2010 techniek 2011 2012* zorg en welzijn 2008 2009 2010 BBL 2011 2012* BOLVT Bron: DUO-CFI 87 De daling van het aantal deelnemers mbo-techniek in de Drechtsteden is niet het gevolg van een daling van het aantal 16-22 jarigen. Dat aantal nam tussen 2008 en 2012 nog met 2,7% toe. Het deelnamepercentage mbo-techniek daalde in die periode van 11,9% in 2008 tot 11% in 2012 (figuur 9.5). Per saldo daalde het aantal deelnemers mbo-techniek in de Drechtsteden van 2008 naar 2012 met 4,4%. Dat is minder dan landelijk gemiddeld (-6,1%). Opmerkelijk is dat het aantal deelnemers mbo-techniek zowel bij DaVinci als bij de Rotterdamse instellingen Albeda, Zadkine en STC samen harder is gedaald dan het aantal deelnemers woonachtig in de Drechtsteden ongeacht het ROC van inschrijving (figuur 9.6). Wat hier de achtergrond van is, is zonder nader onderzoek niet te zeggen. Figuur 9.5 Deelnamepercentage* mbo-techniek, 20082012, Drechtsteden Figuur 9.6 Deelnemers mbo-techniek, Drechtsteden, Nederland, DaVinci en R’dam*, 2008=100 120 20,0% 110 16,0% 12,0% 100 8,0% 90 4,0% 80 0,0% 2008 2008 2009 2010 2011 2009 2010 2011 2012* 2012* techniek * Als % van het aantal inwoners 16-22 jaar Bron: DUO-CFI Drechtsteden DaVinci Nederland R'dam* * Albeda, Zadkine en STC Elektro, installatie en metaal (Kenteq-kwalificaties) Specifiek voor de maritieme maakindustrie in de regio is de onderwijsdeelname in de opleidingsrichtingen elektro, installatie en metaal (de Kenteq-kwalificaties) van belang. We beschikken over cijfers voor de Drechtsteden en Alblasserwaard/Vijfheerenlanden samen. Het aantal vmbo-leerlingen in deze richtingen loopt structureel terug. Recent zien we nog geen verbetering (figuur 9.7). Kennelijk kiezen vmbo-leerlingen binnen techniek vaker voor een andere richting. Het aantal deelnemers mbo in deze richtingen daalt ook, waarbij de daling de laatste twee jaar wel afvlakt (figuur 9.8). De daling in het vmbo maakt een verdere afname in het mbo de komende jaren waarschijnlijk. Het aantal gediplomeerden nam de afgelopen jaren wat toe, maar zal gelet op de ontwikkeling van het aantal deelnemers de komende jaren weer wat afnemen. De daling is iets minder sterk dan landelijk gemiddeld (figuur 9.9). Bij DaVinci is juist sprake van een iets sterkere daling. Benadrukt dient te worden dat de grote klap in de deelname mbo-techniek stamt van vóór 2005. Tussen 2000 en 2005 nam het aantal deelnemers aan mbo-techniek in het Kenteq domein landelijk met 30% af, in Drechtsteden/ Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zelfs met 38%.78 De gediplomeerde instroom op de arbeidsmarkt is dan ook al langere tijd kleiner dan de vraag. Gelet op de 78 88 OCD (2012), Maritieme maakindustrie en waterbouw Rijndelta Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 boven geschetste ontwikkelingen zijn de vooruitzichten voor de korte tot middellange termijn ook niet rooskleurig (zie verder hoofdstuk 10). Figuur 9.7 Leerlingen vmbo elektro, installatie en metaal, Drechtsteden/Al’waard-Vijfhlnd, 2008-2012 Figuur 9.8 Deelnemers en gediplomeerden mbo elektro, installatie en metaal, Drst/Al’waard-Vijfhlnd, 2008-2012 2000 1000 1600 800 1200 600 800 400 200 400 0 0 2008 2009 2010 2011 2012* 2008 2009 deelnemers 2010 2011 2012* gediplomeerden Bron: Kenteq; 2012 voorlopige cijfers Figuur 9.9 Deelnemers mbo-elektro, installatie en metaal, Drst/Al’waard-Vijfhlnd, Nederland en DaVinci, 2008=100 120 110 100 90 80 2008 2009 Drst/Alw-Vijfhlnd 2010 2011 DaVinci 2012* Nederland Bron: DUO-CFI Hbo/wo Voor het regionale bedrijfsleven is uiteraard niet alleen de deelname in vmbo en mbo van belang, maar ook die in hbo en wo. Het valt buiten het bestek van deze monitor om daar uitgebreid op in te gaan. Voor wat betreft de maritieme maakindustrie gerelateerde opleidingen (maritieme techniek, werktuigbouwkunde, electrical engineering en een aantal associate degree opleidingen) volstaan we met de constatering dat zowel aan de TU Delft als aan het hbo in Rotterdam het aantal nieuwe inschrijvingen en daarmee het totaal aantal studenten zich sinds kort weer in een duidelijk stijgende lijn bevinden. Ontwikkelingen Het onderwijsveld en vooral dat in het technisch onderwijs is volop in beweging. Via het Masterplan Beroepsonderwijs Drechtsteden wordt het onderwijs meer vraaggericht ingevuld. Onderdeel daarvan zijn de technologieroute en vakmanschaproute die een doorlopende leerlijn garanderen van vmbo tot 89 respectievelijk mbo4 en mbo2. Het Masterplan zal ook worden gebruikt om de uitvoering en uitwerking van het Techniekpact structureel vorm te geven. In juni van dit jaar is het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Maritieme Techniek van start gegaan, een samenwerkingsverband tussen de STC-Group en het DaVinci College, ondersteund door grote en MKB bedrijven in de regio, Stichting A+O Metalektro, de gemeenten Rotterdam en Dordrecht, het Platform Bètatechniek en de Rijksoverheid. Al eerder sloegen in Rotterdam de STC-Group en Hogeschool Rotterdam de handen ineen om de onder de naam Rotterdam Mainport University of appleid sciences (RMU) “de beste” HBO-opleidingen voor scheepvaart, maritieme techniek, havens en logistiek aan te kunnen bieden. Vanaf 2014 wordt in Dordrecht een internationale master “Shipping & Transport” aangeboden. Betrekkelijk nieuw zijn verder ook de verkorte duale hbo ‘associate degree’ (AD) opleidingen maintenance&mechanics en engineering aan de Hogeschool Rotterdam, die geheel in samenwerking met het bedrijfsleven zijn ingevuld. Het praktijkgedeelte van AD Engineering vindt plaats in de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht. In de zorg dient in dit verband nog de samenwerkingsovereenkomst tussen het Albert Schweitzer ziekenhuis en de Christelijke Hogeschool Ede, waarin door de gemeente Dordrecht veel is geïnvesteerd, niet onvermeld te blijven. De ambitie is om samen een koploperspositie te vervullen gericht op de upgrading van het kwalificatieniveau van (hbo-)verpleegkundigen en te komen tot een uitmuntende scholings-, opleidings-, leer- en werkomgeving gericht op de ‘Excellente Zorgprofessional 2020’. Programmalijn verbeteren kennisinfrastructuur Versterking van het hoger onderwijs in de regio en het aantrekken van meer studenten is één van de programmalijnen van het Programma regionaal arbeidsmarktbeleid. Een aantal van bovengenoemde ontwikkelingen is een uitvloeisel van deze programmalijn. In het voorjaar van 2013 is het nieuwe onderwijscentrum de Wereldwaag officieel geopend, waar de genoemde HBO-opleidingen moeten gaan plaatsvinden. Partners zijn EcoShape Building with Nature, die er opleidingssessies verzorgt voor onder andere internationale studenten van UNESCO-IHE en de Erasmus Academie, die er Hovo-opleidingen verzorgt (hoger onderwijs voor volwassenen). Inzet van de programmalijn is verder ook het behoud en de mogelijke uitbouw van het al bestaande HBO onderwijs in Dordrecht (voornamelijk de Pabo’s Hogeschool R’dam en InHolland en de Hogeschool DaVinci). Voortijdig schoolverlaten Teveel jongeren ondervinden problemen in hun leerloopbaan, waardoor ze te vroeg stoppen met hun opleiding en geen startkwalificatie halen. Jongeren met een startkwalificatie vinden makkelijker hun weg op de arbeidsmarkt. De kans op werkloosheid is voor jongeren zonder startkwalificatie twee keer zo hoog.79 De vsv-aanpak ‘Aanval op Schooluitval 2008-2011’ heeft al geresulteerd in een forse daling van het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv), maar het aantal is nog steeds hoog. Daarom heeft het kabinet Rutte II de doelstelling voor het tegengaan van voortijdige schooluitval voor de komende jaren verder aangescherpt. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters mag in 2016 nog maar maximaal 25.000 zijn. 79 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; VSV-Verkenner; 2013 90 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 Ook in de Drechtsteden is het aantal voortijdig schoolverlaters gedaald. Een daling die vooral is te danken aan de daling van het aantal voortijdig schoolverlaters in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). In het schooljaar 2008-2009 telden we in de Drechtsteden nog 700 voortijdig schoolverlaters in het mbo, in 2011-2012 bedroeg het aantal nog geen 600. Ook ten opzichte van het aantal onderwijsdeelnemers zien we een duidelijke daling (zie figuur 9.10). De schooluitval in het voortgezet onderwijs (vo) is in deze regio redelijk stabiel. In vergelijking met heel Nederland is de schooluitval in de Drechtsteden hoger. Dit komt vooral door de hogere uitval onder leerlingen in Dordrecht, zowel in het vo als in het mbo. In figuur 9.11 is voor de laatste twee schooljaren (2010-2011 en 2011-2012) het aandeel voortijdig schoolverlaters in het mbo per sector weergegeven. In absolute zin is het aantal voortijdig schoolverlaters het hoogst in de sector economie, maar gerelateerd aan het aantal leerlingen is de voortijdige schooluitval in deze sector gemiddeld. In de sectoren techniek en zorg en welzijn is de uitval lager, in de sector landbouw hoger dan gemiddeld. Ten opzichte van het vorige schooljaar is de uitval in alle grote sectoren afgenomen, in de techniek het meest. In de sector ‘combinatie’ is de voortijdige uitval relatief het hoogst en toegenomen. Dit zal een beleidsmatige achtergrond hebben. Figuur 9.10 Voortijdig schoolverlaters, Drechtsteden, 2008-2012 (% van aantal deelnemers) 12 10 8 6 4 2 0 2008/2009 2009/2010 vo 2010/2011 mbo vo+mbo 2011/2012 Nederland Bron: VSV-Verkenner, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Figuur 9.11 Voortijdig schoolverlaters MBO naar sector, Drechtsteden, 2010-2011 en 2011-2012 197 economie 204 138 techniek 168 2011-2012 125 zorg en welzijn 2010-2011 135 30 landbouw 41 99 combinatie 51 0 50 100 150 200 250 Bron: VSV-Verkenner, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 91 92 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 10 Vooruitzichten enning 20 ische Verk Macro Eco nom 14 eidsmarkt 2013 sm d i e b r A V UW 4 1 0 2 2013n doorkijk na Wereldhan del BegrotMet ee ingstekort trekt aan 3,3% in 201 4 itie | 29 novemb CPB Not e i t a s i l a u t Ac dse n a l r e d e N 20 t e m n e t to ng i k r e w r e v ( ko k a r e e g e R Macro Economisc h e Verkennin g 2014 94 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 10 Vooruitzichten Wat zijn de vooruitzichten voor de komende jaren? En hoe pakken die naar verwachting uit voor de arbeidsmarkt? Hoe ruim blijft die en zijn er eigenlijk nog wel knelpunten in de personeelsvoorziening te verwachten? In dit laatste hoofdstuk van deze monitor wijden we hier een korte bespreking aan. 10.1 Economische groei, werkgelegenheid en werkloosheid 2013-2014 De economische vooruitzichten voor 2013 en 2014 zijn de afgelopen tijd al een aantal malen naar beneden bijgesteld. Volgens de laatste ramingen krimpt de economie in heel 2013 fors, waarna in 2014 voorzichtig herstel zou kunnen optreden. Met name over de kracht van dat herstel lopen de meningen uiteen (tabel 10.1). Meer eensgezindheid bestaat er over de arbeidsmarkt: in alle ramingen loopt de werkloosheid ook in 2014 nog op. Het UWV raamt voor totaal 2013 ook een krimp in het aantal ontstane vacatures. In 2014 zou dit aantal, ondanks daling of maximaal nulgroei van de werkgelegenheid, wel weer flink kunnen toenemen (+15%). Tabel 10.1 Economische vooruitzichten 2013-2014 per medio 2013, % CPB DNB ING Rabo 2013 - binnenlands product - werkgelegenheid1 - werkloosheid2 - bijstand - ontstane vacatures 2014 - binnenlands product - werkgelegenheid1 - werkloosheid2 - bijstand - ontstane vacatures UWV (aug 2013) (juni 2012) (juli 2013) (juni/okt 2013) (jan 2013) -1,25 -0,75 +31 +7,53 -0,8 -1,2 +30 -1,4 -1,25 +30 +27 -0,5 -1,1 +22 -3 +0,75 0 +9 0,5 -0,5 +7 0,1 0 +7 +11 1,0 -0,3 +6 +15 2015-201880 Het UWV sluit voor zijn doorkijk naar 2018 aan bij de recentste middellange termijn raming van het CPB, die uitkomt op een gemiddelde jaarlijkse economische groei van 1,25%. Vanwege de productiviteitsgroei is dat onvoldoende om de werkgelegenheid fors te doen toenemen. Uitgegaan wordt van een groei van 0,3% per jaar. Omdat tegelijkertijd ook de beroepsbevolking nog blijft toenemen, neemt de werkloosheid maar mondjesmaat af (-0,5%). Wel ontstaan er gemiddeld fors meer vacatures, een groei met 33% ten opzichte van 2013. De meeste banengroei wordt verwacht bij de uitzendbureaus (flexibele schil ten behoeve van een verscheidenheid aan sectoren) en in de zorg. Vacatures ziet het UWV vooral ontstaan in de detailhandel, de zorg en de industrie. In de laatste gaat het vooral om vervangingsvraag. 80 UWV (2013a), op cit 95 Tabel 10.2 Vooruitzichten 2015-2018, gemiddelden per jaar, % gemiddelde ontwikkeling per jaar, % 2015-2018 - binnenlands product 1,25 - banen 0,3 - beroepsbevolking 0,2 - werkzoekenden -0,5 Bron: UWV (2013a) Drechtsteden De Drechtsteden vertonen in de ramingen van het UWV een gemiddeld beeld: er zijn nauwelijks afwijkingen van de landelijke gemiddelden. Dat betekent dat wij ook hier voor 2013 en 2014 rekening moeten houden met een nog toenemende werkloosheid. Eerder zagen we ook al dat de beroepsbevolking in de Drechtsteden, net als landelijk, voorlopig nog blijft groeien. De werkgelegenheid daalt in 2013/2014 naar verwachting met 0,2%, iets minder dan landelijk gemiddeld. Forse krimp wordt verwacht voor de sectoren openbaar bestuur (-3,8%) en financiële dienstverlening (-2,3%), iets minder forse krimp voor de industrie (-1,5%). De krimp in de sectoren transport, detailhandel en bouw blijft naar verwachting beperkt tot minder dan 0,5%. Alleen in de zorg, de groothandel en de zakelijke diensten verwacht het UWV een bescheiden toename van de werkgelegenheid. Gelet op de economische structuur van de regio zullen hier in de regio wegens vervangingsvraag in de industrie op termijn ook zeker (weer) een fors aantal vacatures voor technische beroepen ontstaan. 10.2 Baanopeningen en verwachte knelpunten in de personeelsvoorziening Het ROA verwachtte in haar prognose van eind 2011 voor de periode 2012-2016 voor diverse beroepen forse knelpunten in de personeelsvoorziening.81 Deze prognoses waren gestoeld op de op dat moment nog relatief gunstige economische groei verwachtingen, die inmiddels al ettelijke malen naar beneden zijn bijgesteld. De door het ROA voorspelde grote wervingsbehoefte als gevolg van vervangingsvraag lijkt zich in elk geval dit en komend jaar nog niet of in elk geval veel gematigder voor te doen. De vrijwillige arbeidsmarkt uittreding is als gevolg van de economische crisis en onder invloed van het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd veel kleiner dan kort geleden nog gedacht en veel vrijwillige uittreders worden vanwege de aanhoudende laagconjunctuur en de bezuinigingen bij de overheid en in de zorg niet vervangen. De vraag is derhalve gerechtvaardigd óf er op termijn nog wel tekorten op de arbeidsmarkt gáán ontstaan. Veel zal in zijn algemeenheid afhangen van de mate waarin de economie zal herstellen. De verwachting is dat de vraag op de arbeidsmarkt pas na 2014 weer aantrekt. Het UWV voorziet voor de periode 2015-2018 jaarlijks zo’n 850.00 vacatures, ruim 200.000 (33%) meer dan in 2013. Vooral in industrie en bouw zal het aantal vacatures weer fors groeien, zo is de verwachting. Uiteraard is schaarste niet alleen een kwestie van vraag, maar ook van aanbod. Nog steeds is het aantal leerlingen dat kiest voor techniek en daarmee de instroom van gediplomeerde schoolverlaters op de arbeidsmarkt zodra de economie ook maar enigszins aantrekt naar verwachting onvoldoende om aan 81 96 ROA (2011), De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016 Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013 de groeiende vraag tegemoet te komen. Panteia/EIM verwacht in een meer recente studie dan die van het ROA op termijn nog steeds aanzienlijke tekorten bij technische, transport, para(medische) en verzorgende beroepen.82 Tabel 10.3 geeft een overzicht van de voor de regio relevante beroepsgroepen waarvoor tekorten worden verwacht. Overschotten verwacht Panteia/EIM vooral voor de elementaire beroepen en voor lager administratieve beroepen. Tabel 10.3 Beroepsgroepen met verwachte tekorten sector beroep industrie en energie - lager technisch - middelbaar technisch - hoger technisch bouwnijverheid - lager technisch - middelbaar technisch transport - lager transport - middelbaar transport zorg en welzijn - middelbaar (para)medisch - middelbaar verzorgend - hoger (para)medisch horeca en persoonlijke diensten - middelbaar verzorgend Typeringa ---------- a - : matig tekort verwacht; 2%-10% van het aantal banen in 2020 in het betreffende beroep in het MKB -- : groot tekort verwacht; meer dan 10% van alle banen in 2020 in het betreffende beroep in het MKB Bron: Panteia/EIM (2012) Techniek SEO Economisch Onderzoek heeft recent de wervingsbehoefte en te verwachten tekorten voor de sector techniek en de technische opleidingen voor de periode 2013-2018 in beeld gebracht.83 Deze ‘Monitor Technische Arbeidsmarkt’ laat zien dat de netto wervingsbehoefte voor technisch personeel vanaf middelbaar beroepsniveau van 2013 tot 2018 33.000 arbeidskrachten hoger is dan de instroom in technische beroepen. Daarbij is volgens SEO al rekening gehouden met aanpassingsmechanismen voor zover die nu al worden ingezet, zoals het aannemen van minder gekwalificeerd personeel, inzet van buitenlandse werknemers, verhogen van werktijden, inzet van arbeidsbesparende technologieën of een andere organisatie van arbeid op de werkvloer. De tekorten doen zich met name voor in de hogere opleidingsniveaus. Voor de lagere technische beroepen verwacht SEO een overschot (tabel 10.4).84 Tabel 10.4 Saldo instroom en netto wervingsbehoefte en instroom 2013-2018 technische beroepen naar niveau, Nederland niveau aantal (x 1.000) lager +27 middelbaar -2 hoger -13 academisch -19 Bron: SEO Voor onze regio zou een en ander neerkomen op een jaarlijks tekort van tenminste circa 150 technici. Gelet op de aard van de werkgelegenheid hier zal het tekort op middelbaar niveau hier naar verhouding wat groter zijn, dat op academisch niveau wat kleiner. 82 83 84 Panteia/EIM (2012), Personeel gevraagd in het MKB, juli 2012 SEO Economisch Onderzoek (2013), Monitor technische Arbeidsmarkt 2013, Amsterdam SEO verwacht overigens ook voor de niet-technische beroepen in totaal forse tekorten op hoger niveau. Overschotten worden voorzien op lager én – in tegenstelling tot de technische beroepen – ook op middelbaar niveau. 97