Monitor Economie en Arbeidsmarkt 2013 Drechtsteden

advertisement
Monitor Economie en Arbeidsmarkt 2013
Drechtsteden
Monitor Economie en Arbeidsmarkt
Drechtsteden 2013
Onderzoekcentrum Drechtsteden
drs. F.W. Winterwerp
drs. A.L.C. Leijs
november 2013
Colofon
Opdrachtgever
Tekst
Drukwerk
Informatie
GR Drechtsteden
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Impuls Publiciteit, Sliedrecht
GR Drechtsteden
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Postbus 619
3300 AP Dordrecht
078 – 770 39 05
www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl
Overnemen van delen van de tekst is toegestaan onder voorwaarde van een duidelijke bronvermelding.
Inhoud
1
Context, samenvatting en conclusies ..............................................5
2
Kader: landelijke ontwikkelingen ..................................................17
3
De regionale arbeidsmarkt, een eerste overzicht ..........................25
3.1
Situatie 1.1.2013 in vogelvlucht ....................................................... 27
3.2
Ontwikkelingen sinds 2008 in vogelvlucht .......................................... 28
3.3
Impact crisis: ontwikkelingen tot en met 1e halfjaar 2013 in WW, Wwb,
Nww en vacatures ................................................................................... 30
3.4
Vooruitzichten regionale arbeidsmarkt............................................... 32
4
Economische structuur en vestigingsklimaat ................................33
4.1
Economische structuur regio vergeleken............................................ 35
4.2
Subregionale profielen .................................................................... 36
4.3
Grootbedrijf en MKB........................................................................ 37
4.4
Aanbod vestigingslocaties ................................................................ 37
4.5
Vestigingsklimaat ........................................................................... 39
5
Ontwikkelingen in de werkgelegenheid.........................................41
5.1
Totale werkgelegenheidsontwikkeling vergeleken ............................... 43
5.2
Ontwikkeling werkgelegenheid in sectoren ......................................... 47
5.3
Groei op bedrijventerreinen en elders ............................................... 51
6
Speerpuntsectoren: maritieme cluster, zorg en
welzijn en
vrijetijdseconomie................................................................................53
6.1
De maritieme cluster....................................................................... 55
6.2
Zorg en welzijn .............................................................................. 58
6.3
Vrijetijdseconomie .......................................................................... 60
7
Vacatures ......................................................................................65
7.1
Landelijk beeld vacature-ontwikkeling ............................................... 67
7.2
Regionaal beeld.............................................................................. 67
8
De regionale beroepsbevolking .....................................................71
8.1
Kenmerken (werkzame) beroepsbevolking ......................................... 73
8.2
Onbenut arbeidsaanbod................................................................... 74
8.3
Vooruitzichten ................................................................................ 82
9
Onderwijs-arbeidsmarkt ...............................................................85
10 Vooruitzichten ................................................................................93
10.1 Economische groei, werkgelegenheid en werkloosheid........................ 95
10.2 Baanopeningen en verwachte knelpunten in de personeelsvoorziening .. 96
1
Context, samenvatting
en conclusies
6
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
1
Context, samenvatting en conclusies
Hoe hebben de regionale economie en arbeidsmarkt zich de afgelopen jaren ontwikkeld? Wat
is de impact van de economische crisis? Hoe gaat het met de speerpuntsectoren? Welke
structurele ontwikkelingen zien we? En hoe verhoudt dit alles zich tot de prioriteiten in het
rMJP? Antwoord op deze vragen krijgt u via deze voorliggende Monitor Economie en
Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013. Vooraf aan de hoofdstukken met cijfers, trends en
ontwikkelingen schetsen we hier eerst de beleidscontext van de monitor, de inhoud ervan,
geven we een samenvatting van de belangrijkste bevindingen en formuleren we - tegen de
achtergrond van de beleidscontext - een aantal conclusies.
Beleidscontext en inhoud monitor
rMJP, programma arbeidsmarktbeleid en regionaal uitvoeringsprogramma
Het regionaal Meerjarenprogramma (rMJP) 2011-2014 legt uitdrukkelijk
prioriteit bij de regionale economie en arbeidsmarkt, de kennisinfrastructuur en
het woonklimaat. Daarbinnen zet de regio in op drie speerpuntsectoren: de
maritieme cluster (inclusief deltatechnologie), de zorg en de vrijetijdseconomie.
Het Programma Arbeidsmarktbeleid zet in op verbetering van de match tussen
vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, verbeteren van de aansluiting tussen
onderwijs en arbeidsmarkt, verbeteren van de kennisinfrastructuur en het
vergroten van het urgentiebesef voor een beter werkende arbeidsmarkt bij
partners. Het sectorprogramma Binnenstad van Dordrecht speelt daarbij een
belangrijke rol bij het realiseren van de ambities in de vrijetijdseconomie.1
In 2012 is het rMJP geactualiseerd en is - mede op basis van de Foto van de
Drechtsteden - nog meer de nadruk komen te liggen op een aantrekkelijk
leefklimaat dat wordt gezien als “dé sleutel voor succesvolle ontwikkeling” van
de Drechtsteden. Gekozen is voor verdere versterking van de pieken en meer
focus in de regionale agenda via de vier samenhangende focuspunten Maritieme
en logistieke topregio, aantrekkelijk woonklimaat, sociaal sterk en
doorontwikkeling van de samenwerking.2
Uitvoeringsprogramma
Het rMJP is voor de onderdelen economie en arbeidsmarkt nader uitgewerkt
in het “Uitvoeringsprogramma Economie en Arbeidsmarktbeleid”, dat is
gekoppeld aan de prioritaire projecten van de Economische Agenda
Zuidvleugel. Dit programma “versterkt de innovatiekracht van de regio via
zeven investeringsprojecten waarmee wordt ingezet op vier prioritaire
thema’s: versterking van het vestigingsklimaat van de regio, het
verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, het vergroten van
de kennisvalorisatie, en promotie en acquisitie samen met het
bedrijfsleven”.
Omgevingsanalyse
De monitor dient vooral te worden opgevat als een ‘omgevingsanalyse’. Dat
betekent dat op vrij globaal niveau cijfers, trends en ontwikkelingen over het
reilen en zeilen van de regionale economie en arbeidsmarkt in beeld zijn
gebracht.
Zeer
gedetailleerde
analyses
van
bijvoorbeeld
sectorale
ontwikkelingen of ontwikkelingen naar beroep passen hier niet in en zouden
binnen de beschikbare tijd ook onmogelijk zijn. Dat betekent meteen ook dat de
monitor onmogelijk recht kan doen aan de veelheid aan inspanningen,
1
2
Samen stad in uitvoering, rMJP Drechtsteden 2011-2014
rMJP actualisatie “Een aantrekkelijk leefklimaat; de sleutel voor succesvolle ontwikkeling van de Drechtsteden”
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
7
investeringen en initiatieven van ondernemers, onderwijs, intermediairs en de
overheid zelf voor (het scheppen van voorwaarden voor) een zo goed mogelijk
functionerende regionale economie en arbeidsmarkt. De monitor is ook geen
evaluatie
van
het
rMJP
of
de
investeringsprojecten
van
het
uitvoeringsprogramma.3 Wel geeft de monitor (ook) een meting van een aantal
indicatoren die zijn gekozen om aan te geven in welke mate de doelstellingen
van het rMJP worden gehaald en voorziet in informatie over het doelbereik van
het programma arbeidsmarktbeleid. Maar bovenal geeft deze monitor een beeld
binnen welke dynamiek alle inspanningen plaats vinden en hoe de regionale
economie en arbeidsmarkt zich - mede tegen het licht van de algemeen
geformuleerde doelstellingen van het rMJP en het programma arbeidsmarktbeleid - de afgelopen tijd hebben ontwikkeld.
Samenvatting
Zwaar economisch weer, in de Drechtsteden niet minder dan landelijk
De Nederlandse economie kromp in het 2e kwartaal 2013 voor het vierde
kwartaal op rij. Over 2012 was sprake van een krimp met 1%. Volgens
voorlopige cijfers van het CBS kromp de economie van de Drechtsteden in 2012
1,5%, een slechtere ‘prestatie’ nog dus dan landelijk gemiddeld en met name
ook slechter dan Rijnmond. In 2011 deden we het wat beter dan landelijk
gemiddeld, in 2010 beduidend slechter dan landelijk gemiddeld en de
buurregio’s.
Figuur 1.1
Economische groei (bbp)
Nederland, 2010-2012
Drechtsteden,
Rijnmond,
Al’waard/Vijfhlnd
en
3
2
1
0
-1
-2
-3
2010
Drechtsteden
2011
Al'waard/Vijfhlnd
2012
Groot Rijnmond
Nederland
Bron: CBS
Arbeidsmarkt relatief zwaar onder druk
De werkgelegenheid in de Drechtsteden ontwikkelde zich tot en met 2010 nog
relatief gunstig. In 2011 sloeg de balans om in het nadeel van de regio: waar
landelijk het aantal werkzame personen daalde met 0,7% was dat in de
Drechtsteden meer dan het dubbele (-1,7%). De groei van de jaren 2008 t/m
2010 was daarmee in één jaar nagenoeg geheel verdampt: over de periode
2008 t/m 2011 resteert nog een toename van de werkgelegenheid van 0,2%.
Dat is overigens nog wel gunstiger dan landelijk gemiddeld (-1,1%), het gevolg
van een voor die periode geen ongunstige sectorstructuur en een boven
gemiddelde groei in veel sectoren. Hoewel we nog niet beschikken over cijfers
voor 2012 is het gelet op de relatief grote economische krimp, de regionale
3
8
Het OCD werkt momenteel aan een tussenevaluatie van het Programma regionaal arbeidsmarktbeleid, waarvan de
resultaten in het najaar beschikbaar komen
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
sectorstructuur én de ontwikkeling van de werkloosheid in de regio aannemelijk
dat de werkgelegenheid in het afgelopen jaar net als in 2011 meer is
gekrompen dan landelijk gemiddeld. Wij ramen die krimp voor 2012 op 0,9%,
tegen 0,7% landelijk gemiddeld.
Deze relatief ongunstige economische ontwikkelingen hebben in de regio geleid
tot een boven gemiddelde groei van de WW en de Nww in 2012 en de eerste
helft van 2013. In de eerste helft van 2013 voegt zich daar ook de Wwb bij
(figuur 2.2). Ook het aantal vacatures ontwikkelde zich in deze periode in de
regio relatief ongunstig. Het marktaandeel in alle op Werk.nl ingediende
vacatures daalde in het 2e kwartaal van 2013 naar 1,5%; in het 2e kwartaal van
2012 was dit nog 2,6%, in het 2e kwartaal van 2011 2,1%.
Figuur 1.2
Ontwikkeling WW, Wwb en Nww Drechtsteden en Nederland, 2012 en 2013 (1e
halfjaar), % groei
40%
30%
20%
10%
0%
WW
2012 Drechtsteden
Wwb
1e helft 2013 Drst
Nww
2012 Nederland
1e helft 2013 Ned
Bronnen: SDD, UWV, CBS
Anders bekeken: gunstiger beeld
Bovenstaande gegevens hebben betrekking op de ontwikkelingen in 2012
en de eerste helft van 2013 en geven een indruk van de actuele impact van
de economische crisis. We weten echter ook dat ontwikkelingen op korte
termijn op laag regionaal schaalniveau aan relatief grote schommelingen
onderhevig zijn, veel groter dan landelijk het geval is. Van belang is
daarom ook de constatering dat het aandeel regiobewoners van 15-64 jaar
met een uitkering WW, Wwb of AO en/of ingeschreven als Nww-er per
1.1.2013 lager ligt dan landelijk gemiddeld. En dat deze aandelen zich met
uitzondering van het aandeel met een AO-uitkering tussen 1.1.2011 en
1.1.2013 net wat gunstiger dan landelijk gemiddeld hebben ontwikkeld.
Vanaf 1.1.2011 t/m 1.7.2013 is de ontwikkeling van de Wwb gunstiger dan
landelijk gemiddeld, vooral in 2011. Voor een deel wordt dit veroorzaakt
door de relatief sterke daling van het aantal jongeren in de bijstand. De
Wajong <25 is in diezelfde periode relatief hard gegroeid. Hier kan deels
sprake zijn van een waterbedeffect: jongeren die anders in de Wwb hadden
gezeten zitten nu in de Wajong. Dit neemt niet weg dat de regio - mede
gelet op de sterkere groei van de WW en de relatief sterke daling van het
aantal vacatures - wat betreft de ontwikkeling van de Wwb de afgelopen
tijd goed heeft gepresteerd. Baanbrekend Drechtsteden en de aanpak van
de jeugdwerkloosheid zullen daar ongetwijfeld aan hebben bijgedragen.
(zie hoofdstuk 8).
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
9
Concurrentiepositie regionale beroepsbevolking
De regionale beroepsbevolking is relatief laag opgeleid. Terwijl gemiddeld
gesproken sprake is van een upgrading van het gevraagde opleidingsniveau.
Onze analyse is dat de regionale beroepsbevolking hierdoor onvoldoende
profiteert van de baanopeningen die zich de afgelopen jaren in de regio
voordoen. Tussen 2008 en 2011 nam het aantal arbeidsplaatsen nog fors toe,
maar groeide hier ook de werkloze beroepsbevolking. Baanopeningen werden
meer dan evenredig bezet door mensen van buiten de regio, waardoor de
inkomende pendel groeide. Vanaf 2011 zet dit proces zich voort, maar onttrekt
zich meer aan het zicht door de sterk groeiende werkloosheid. Overigens is het
aandeel Nww-ers met een laag opleidingsniveau in de regio wel hoog (41%)
maar niet hoger dan landelijk, ook niet onder de Nww-ers <27. Het aandeel
middelbaar opgeleiden is dat wel. De laatste tijd worden dan ook vooral
middelbaar opgeleiden getroffen door vraaguitval, de groep die met name in de
regionale beroepsbevolking en werkgelegenheid is oververtegenwoordigd.
Beroepsbevolking in belangrijke mate ook afhankelijk van
ontwikkelingen elders
Bij dit alles is het goed te bedenken dat de beroepsbevolking van de
Drechtsteden ook in belangrijke mate afhankelijk is van ontwikkelingen
elders en dan met name van die in Rijnmond. Per 1.1.2013 werkten naar
schatting bijna 50.000 (44%) van de werkzame beroepsbevolking van de
Drechtsteden buiten de regio, waarvan ongeveer 23.000 in Rijnmond en
5.000 in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.
Economische presteren en vestigingsklimaat
Van 2011 op 2012 is het rapportcijfer voor het economisch presteren (Bureau
Louter) van de Drechtsteden zo goed als gelijk gebleven. Koploper in de regio is
Alblasserdam, gevolgd door Sliedrecht. Deze laatste gemeente presteerde net
als Papendrecht en in mindere mate ook Alblasserdam beter dan in 2011. De
andere gemeenten presteerden juist minder goed. We zien dit ook terug in de
ontwikkeling van de werkgelegenheid, die in de West-Alblasserwaard beduidend
gunstiger is dan in Dordrecht en de Zwijndrechtse Waard.
De regio heeft op een aantal hoogwaardige bedrijventerreinen voldoende ruimte
beschikbaar voor nieuwe bedrijvigheid. Het is ook op deze terreinen waar vooral
groei van de werkgelegenheid plaats vindt. Tot en met 2010 was in de regio ook
sprake van een positief werkgelegenheidssaldo van nieuwvestiging/oprichting
van bedrijven versus opheffing/vertrek. Nog een teken dat het met het
vestigingsklimaat in de Drechtsteden nog zo slecht niet is gesteld.
Behalve voldoende aanbod aan aantrekkelijke en goed bereikbare vestigingslocaties zijn ook andere factoren belangrijk voor het vestigingsklimaat. Het gaat
dan met name om een aantrekkelijk woonklimaat en de aanwezigheid van
voldoende en goed gekwalificeerd personeel. Aan dit laatste wordt via het
programma regionaal arbeidsmarktbeleid hard en met succes gewerkt. Het
woonklimaat blijft - getuige ook de Foto van de Drechtsteden - een aandachtspunt. Vier van de zes Drechtstedengemeenten zijn op de ranglijst van de beste
woongemeente fors gezakt. En Dordrecht zakte op de woonaantrekkelijkheidsindex van Atlas voor gemeenten - voor het eerst in jaren overigens - ook een
plaatsje. Hierbij zij opgemerkt dat het stedelijk voorzieningenniveau van de
regio met alle investeringen in culturele voorzieningen in Dordrecht een flinke
impuls heeft gekregen, c.q. nog verder gaat krijgen.
10
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Speerpuntsectoren
maritiem
De regio Drechtsteden is na Rotterdam en Amsterdam het derde maritieme
knooppunt van Nederland. De maritieme maakindustrie en waterbouw
ontwikkelde zich de afgelopen jaren goed in de regio. Er is sprake van een hecht
cluster met veel onderlinge relaties, zowel op het gebied van toeleveranties als
innovaties en opleidingsfaciliteiten voor personeel. Het aantal bedrijven met 5 of
meer werkzame personen in deze cluster groeide licht, de werkgelegenheid in
de sector groeide fors boven gemiddeld (+9% tussen 2008 en 2012). Landelijk
was in diezelfde periode sprake van een daling van 2%. De afgelopen tijd zijn er
talrijke
programma’s,
projecten
en
initiatieven
ontwikkeld
om
de
innovatiekracht, de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, de benutting van talent
en het imago van het cluster te versterken. De sector kampt met veel moeilijk
vervulbare vacatures op alle niveaus. Tekorten die volgens de laatste prognoses
ook op de langere termijn waarschijnlijk nog manifest zullen zijn.
zorg en welzijn
De sector zorg en welzijn is met 17% van alle arbeidsplaatsen in de regio een
zeer belangrijke bron van werkgelegenheid. De sector droeg de afgelopen jaren
fors bij aan de werkgelegenheidsgroei. Wel was de toename over de periode
2008-2012 regionaal flink kleiner dan landelijk gemiddeld. In 2011 is in de regio
zelfs al sprake van een lichte teruggang, terwijl landelijk de werkgelegenheid
nog groeide. Anders dan eerder voorspeld kent deze sector geen grote
personeelstekorten. Die worden wel voor de langere termijn voorzien, met name
in de hogere opleidingsniveaus. In zijn totaliteit komt de werkgelegenheid in
deze sector als gevolg van de bezuinigingen en de extramuralisering naar
verwachting echter onder sterke druk te staan.
vrijetijdseconomie
De economische betekenis van de vrijetijdssector voor de regio is aanzienlijk,
zowel in directe (bestedingen, werkgelegenheid) als in indirecte zin
(vestigingsklimaat). Het verblijfstoerisme in de regio en het toeristisch
stedenbezoek aan Dordrecht zitten duidelijk in de lift. Dat zien we terug in een
forse groei van het aantal vestigingen en banen in de T&R sector. Ook hier zien
we in 2011 een dip, die zeer waarschijnlijk ook in 2012 en 2013, en mogelijk
verder, door zet. Veel zal afhangen van de ontwikkeling van de consumptieve
bestedingen. Op termijn is er echter weer ruimte voor groei, mede omdat de
regio nog steeds een flinke achterstand heeft in te halen. Belangrijk hierbij is
dat deze sector bij uitstek banen schept voor lager opgeleiden.
De arbeidsmarkt
algemeen
De arbeidsmarkt heeft twee gezichten: oplopende werkloosheid aan de ene kant
en knelpunten in de personeelsvoorziening in de technische beroepen aan de
andere kant. Tegenover die knelpunten staan anderzijds veel werkzoekenden,
ook kortdurend ingeschreven, in beroepen waar nauwelijks vraag tegenover
staat. De verhouding openstaande vacatures ten opzichte van ingeschreven
Nww-ers is in twee jaar tijd gedaald van 0,30 naar 0,09.4 Maar er zijn beroepen
waar die verhouding thans op 0,01 of zelfs nog lager ligt. Duidelijk is dat de
match onder de huidige omstandigheden steeds moeizamer tot stand komt.
Zowel de ruime arbeidsmarkt als de bestaande knelpunten stellen hoge eisen
aan actieve bemiddeling en aanvullende scholing. Baanbrekend Drechtsteden en
door de regio ondersteunde initiatieven als het Servicepunt Zorg en Welzijn en
Metalent bewijzen hierin duidelijk hun waarde.
4
Landelijk gemiddeld ligt die verhouding overigens nog lager: op 0,07
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
11
niet alles even goed in beeld
De arbeidsmarkt flexibiliseert en internationaliseert in toenemende mate.
Benadrukt dient te worden dat we als gevolg daarvan niet alles even goed in
beeld hebben. In welke mate bijvoorbeeld komen de baanopeningen ten goede
aan de regionale/bovenregionale beroepsbevolking? Of wordt de groeiende
flexibele schil in toenemende mate gevormd door buitenlandse werknemers die
door internationaal opererende uitzendbureaus op afroep worden aangeleverd?
Dit onttrekt zich grotendeels aan onze waarneming. Ook weten we niet in welke
mate er in de Drechtsteden verdringing plaats vindt van lager opgeleiden door
hoger opgeleiden. Dát dit in tijden van oplopende werkloosheid gebeurt is een
gegeven. Net als het gegeven dat veel studenten een bijbaantje hebben.
jongeren
Ook de jeugdwerkloosheid is de afgelopen tijd sterk gestegen, beduidend forser
nog dan gemiddeld. Ondanks dat jongeren meestal maar kort recht op WW
hebben is het aandeel jongeren in de WW de afgelopen tijd, net als landelijk,
toegenomen. Het aantal jongeren in de Wwb neemt sinds begin van dit jaar ook
weer toe. Veel (40%) als werkzoekend bij het UWV ingeschreven jongeren
missen een startkwalificatie en staan ingeschreven voor beroepen op elementair
en lager niveau. Opmerkelijk is de relatief sterke groei van de Wajong <25 jaar:
in de regio +21,5% in twee jaar tijd (2011/2012) tegen +9,5% landelijk. De
Wwb <27 nam in die periode juist sterk af, een daling die we landelijk niet zien.
Met de aanpak jeugdwerkloosheid (1e Actieplan, doorbenutting ESF-middelen,
Open Call) zijn veel jongeren bereikt, geactiveerd en/of bemiddeld. Er zijn
branchegerichte allianties ontstaan (zoals Metalent) die ook in het nieuwe
Actieplan ‘Drechtsteden benutten talent’ zullen worden benut. Landelijk komen
er als uitkomst van de jeugdtop bij bedrijven ruim 10.000 extra leerbanen. Dit
is hard nodig, want door de crisis is ook het aantal BBL-plaatsen danig
gekrompen. Dat zien we in de onderwijsdeelname mbo duidelijk terug.
ouderen
Ook de werkloosheid onder ouderen is de afgelopen jaren sterk gegroeid.
Anders dan bij de jongeren is de instroom in de WW nog niet gedaald; het UWV
meldt een forse toename van de instroom van hoogopgeleiden en vanuit de
sector zorg en welzijn. Ouderen komen over het algemeen veel moeilijker weer
aan het werk dan jongeren. Inmiddels is daarom onlangs het Actieplan 55-plus
Werkt gelanceerd. In dit actieplan gaat een aantal grote uitzendorganisaties de
komende twee jaar samen met het UWV 22.500 werkloze 55-plussers aan de
slag helpen. De regio kent ook zijn eigen actieplan, een samenwerkingsverband
tussen de Stichting 50PlusDrechtsteden, de DOV, Werkgevers Drechtsteden,
FNV, UWV en de gemeente Dordrecht.
aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
Doel is om meer op te leiden voor de vraag in de regio. In het kader van het
arbeidsmarktbeleid zijn daarvoor diverse allianties gesmeed en instrumenten
ontwikkeld. Het onderwijsveld is mede daardoor volop in beweging, in veel
nauwer overleg met elkaar en met het bedrijfsleven dan enkele jaren geleden.
Het is nog te vroeg om hiervan echt structurele veranderingen in deelnamecijfers te kunnen zien, maar eerste positieve tekenen zijn er al wel. Zo is de
daling in het aantal leerlingen vmbo-techniek tot stilstand gekomen. En is het
aantal voortijdig schoolverlaters mbo in schooljaar 2011/2012 gedaald. Ook zit
er een stijgende lijn in het aantal gediplomeerden mbo elektro, installatie en
metaal. Wat onderwijsvoorzieningen zelf betreft zijn in het veld van het
middelbaar en hoger onderwijs diverse successen geboekt: van het Centrum
voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Maritieme Techniek (samenwerking STCGroup en DaVinci) tot Hovo (Hoger onderwijs voor volwassenen) door de
Erasmus Academie in de Wereldwaag en van de nieuwe internationale master
“Shipping & Transport” van de STC-Group aangeboden in Dordrecht tot de
12
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
samenwerkingsovereenkomst tussen het Albert Schweitzer ziekenhuis en de
Christelijke Hogeschool Ede.
Vooruitzichten
De beroepsbevolking groeit de komende jaren naar verwachting nog door. Dit
doordat de potentiële beroepsbevolking tot 2020 niet afneemt en de participatie
op de arbeidsmarkt nog structureel groeit. Tegelijkertijd zijn de verwachtingen
voor de economische groei voor 2013 en 2014 al een aantal keer naar beneden
bijgesteld en zijn ook de prognoses voor de periode 2015-2018 niet erg
florissant. Een en ander betekent dat de werkloosheid ook in 2014 nog zal
toenemen en dat die in de periode 2015-2018 volgens ramingen van het UWV
slechts zeer bescheiden zal dalen (0,5% per jaar). De ontwikkelingen in de
Drechtsteden zullen volgens de ramingen van het UWV weinig tot niet afwijken
van het landelijk gemiddelde.
Wel zullen er na 2014 weer
ontstaan. Nog steeds is het
bedrijven en instellingen in
arbeidsproces zullen verlaten.
vervangingsvraag.
beduidend meer vacatures en baanopeningen
zo dat er de komende 10 tot 12 jaar vanuit
de regio zo’n 12 tot 13.000 werkenden het
Er blijft dus sprake van een forse (potentiële)
Hoewel er dus in zijn algemeenheid sprake zal blijven van een ruime
arbeidsmarkt, worden er voor diverse beroepen/beroepsgroepen toch ook nog
steeds aanzienlijke tekorten verwacht. In de techniek op zowel hoger als
middelbaar niveau, in de transport op middelbaar en lager niveau, in de zorg op
middelbaar en hoger niveau en in de horeca op middelbaar niveau.
Overschotten worden vooral voor de elementaire beroepen en de lagere
administratieve beroepen verwacht. Veel hiervan is dus niet veel anders dan we
op dit moment al kunnen constateren.
Conclusies irt rMJP en programma arbeidsmarktbeleid
Welke conclusies kunnen we hieruit nu trekken? Wat de monitor denken wij
bovenal duidelijk maakt, is dat de regionale economie en arbeidsmarkt zich in
minstens net zulk zwaar zo niet zwaarder weer bevindt als dat landelijk het
geval is. De werkgelegenheid is in 2011 harder gedaald dan landelijk gemiddeld
en dat zal naar verwachting in 2012 niet anders zijn geweest. Ook het eerste
halfjaar van 2013 lijken de regionale economie en arbeidsmarkt zich nog wat
ongunstiger dan landelijk gemiddeld te hebben ontwikkeld, getuige de boven
gemiddelde groei van de WW en de boven gemiddelde daling van het aantal
ingediende vacatures. Bij dit alles liggen de bedrijfsinvesteringen net als de
consumptieve bestedingen op een historisch laag niveau.
Binnen deze context is het bijzonder lastig om met regionaal economisch en
arbeidsmarktbeleid op korte termijn concrete, in de cijfers goed herkenbare,
resultaten te boeken. Feitelijk is het de afgelopen tijd meer zaaien dan oogsten.
Waarbij uiteraard ook meespeelt dat effecten van beleid veelal pas na verloop
van tijd herkenbaar zijn. Zeker zaken als het versterken van het
vestigingsklimaat en het verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
zijn een kwestie van lange adem. Oogst is er al wel, maar vooral in termen van
allianties, nieuwe initiatieven en projecten, nieuwe verbindingen. Dit in
gedachten geeft de monitor voor wat betreft de prioritaire thema’s en
programmalijnen aanleiding tot de volgende opmerkingen.
Versterking vestigingsklimaat
Vestigingsklimaat is een breed begrip. Voor zover het gaat om de beschikbaarheid van bedrijventerreinen en de bereikbaarheid lijkt het vestigingsklimaat van
de regio redelijk goed op orde. Verbetering van de kennisinfrastructuur draagt
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
13
ook bij aan een beter vestigingsklimaat, evenals de verbetering van de
aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. De focus op water en maritiem maakt de
regio in elk geval voor bedrijven in die cluster in toenemende mate een
aantrekkelijke vestigingsregio. Dordrecht heeft daarbij de afgelopen jaren veel
geïnvesteerd in de voor een regio zo belangrijke stedelijke voorzieningen. En
ook de gunstige ontwikkelingen van de laatste jaren in de T&R sector (toerisme
en recreatie) dragen bij aan versterking van het vestigingsklimaat. Het
woonklimaat is en blijft niettemin een aandachtspunt.
Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
In deze programmalijn van het programma arbeidsmarktbeleid is de laatste
jaren veel gezaaid en ook al veel geoogst. Veel meer dan voorheen is sprake
van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven en tussen onderwijsinstellingen onderling. Dat heeft ook weer zo zijn spin-off naar samenwerking
tussen bedrijven op het punt van innovaties. De daling in het aantal leerlingen
vmbo-techniek lijkt tot stilstand gekomen en het aantal voortijdig schoolverlaters is gedaald. Omdat er nog steeds forse tekorten aan technisch
vakbekwaam personeel worden verwacht, is blijvende inzet op deze
programmalijn geboden. Belangrijk daarbij is dat ook bedrijven in deze regio
worden gestimuleerd om extra leerbanen aan te bieden, omdat anders
(potentieel) talent verloren dreigt te gaan.
Verbeteren match vraag en aanbod
Gelet op de relatief sterke toename van de WW in de regio en de boven
gemiddelde daling van het aantal vacatures heeft de regio wat betreft de
ontwikkeling van de Wwb de afgelopen tijd goed gepresteerd. Baanbrekend
Drechtsteden en diverse door het programma arbeidsmarktbeleid ondersteunde
branchegerichte projectmatige initiatieven zijn daar zeker debet aan. De vooral
in de tweede helft van vorig jaar en de eerste helft van dit jaar sterk opgelopen
(jeugd)werkloosheid legt een grote druk op het beperken van de instroom c.q.
de verblijfsduur in de bijstand. Het nieuwe actieplan jeugdwerkloosheid kan hier
enig soelaas bieden. Maar de concurrentie op de arbeidsmarkt zal voorlopig
groot blijven, ook al omdat jongeren die er voor hebben gekozen om door te
studeren geleidelijk aan toch weer de arbeidsmarkt betreden.
Verbeteren kennisinfrastructuur/vergroten kennisvalorisatie
Met de totstandkoming van de nieuwe onderwijsvoorziening Wereldwaag met
zijn partners EcoShape en Erasmus Academie en de nieuwe opleidingen in het
middelbaar en hoger maritieme onderwijs, alsmede de opening van de
duurzaamheidsfabriek is de kennisinfrastructuur in de regio duidelijk verbeterd.
Over het thema vergroten kennisvalorisatie kunnen op basis van deze monitor
geen uitspraken worden gedaan.
Vergroten urgentiebesef
Hoe het staat met het urgentiebesef over toekomstige tekorten aan
vakbekwaam personeel weten we niet precies. Stakeholders uit het
bedrijfsleven geven aan dat dit urgentiebesef de laatste jaren wel is gegroeid,
maar dat er tegelijkertijd - mede als gevolg van de economische crisis – nog
veel bedrijven zijn die hier nog niet van zijn doordrongen. De verwachtingen
zijn echter nog steeds dezelfde: als gevolg van de uitstroom van ouderen uit de
arbeidsmarkt gaan er op termijn forse tekorten aan met name vakbekwaam
technisch personeel ontstaan. Het blijft dus van belang het urgentiebesef
hierover bij het bedrijfsleven te vergroten.
Promotie & acquisitie samen met het bedrijfsleven
Een goed vestigingsklimaat is één, een gekend goed vestigingsklimaat is nog
weer wat anders. Promotie blijft derhalve van belang. Zeker voor een
betrekkelijk onbekende regio als de onze. Dat we nu beter zijn aangesloten op
bovenregionale netwerken als de Zuidvleugel en Deltri is wat dit betreft al pure
winst. De regio is daardoor veel beter in beeld. Bedrijven komen echter niet
14
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
vanzelf, die moeten zich welkom voelen. De ingezette beweging naar een
regionale acquisitie-unit lijkt in dat verband niet meer dan logisch.
Outcome-indicatoren
Wat betreft de in het kader van het rMJP geformuleerde outcome-indicatoren
volgt uit de monitor het volgende beeld (zie kader):
rMJP indicatoren, ontwikkeling vanaf 2011
totale werkgelegenheid t.o.v. landelijk: totaal aantal vestigingen t.o.v. landelijk: startende ondernemers: +
maritieme cluster: +
bezoekersaantallen Dordtse Binnenstad: +
economische prestaties: 0
Nww 15-64 jaar: 0
Wwb 15-64 jaar: +
- = minder gunstig dan landelijk gemiddeld; 0 = gelijk; + = gunstiger
Al met al kunnen we spreken van een gedifferentieerd beeld. De landelijke en
regionale economie en arbeidsmarkt verkeren in zwaar weer en de
vooruitzichten voor de korte tot middellange termijn zijn verre van florissant.
De arbeidsmarkt heeft twee gezichten: grote en nog verder oplopende
werkloosheid aan de ene kant, toenemende tekorten aan vakbekwaam vooral
technisch personeel aan de andere. Het beeld is echter ook dat de regio binnen
die context de juiste prioritaire thema’s heeft geformuleerd. En dat we binnen
die thema’s de goede dingen doen, al veel is gezaaid en behoorlijk wat is
geoogst. Het laatste vooral in toegenomen samenwerking, nieuwe initiatieven,
projecten en verbindingen. Wat dat betreft is enig optimisme over de toekomst
niet misplaatst. Economisch- en arbeidsmarktbeleid is echter een kwestie van
lange adem. Gelet op de uitdagingen waarvoor de regio zich ziet gesteld
verdient het dan ook aanbeveling het ingezette beleid met kracht voort te
zetten.
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
15
16
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
2
Kader: landelijke
ontwikkelingen
18
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
2
Kader: landelijke ontwikkelingen
De Nederlandse economie verkeert al geruime tijd in zwaar weer. Productie en
werkgelegenheid krimpen, de werkloosheid neemt toe. Als gevolg van de bezuinigingen en
lastenverzwaringen, de daling van de huizenprijzen en de opgelopen werkloosheid en
toenemende baanonzekerheid staan de consumentenbestedingen onder zware druk. Alvorens
in de volgende hoofdstukken nader in te gaan op de gevolgen hiervan voor de economie en
arbeidsmarkt van de Drechtsteden, schetsen we hier eerst kort als kader een aantal landelijke
ontwikkelingen.
Economie krimpt
De Nederlandse economie verkeert nog steeds in zwaar weer. Het bruto
binnenlands product kromp in het 2e kwartaal van 2013 met 0,2%. Dat is het
vierde achtereenvolgende kwartaal met krimp. Wel is de krimp steeds kleiner
geworden. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder kromp de
economie (voor werkdagen gecorrigeerd) met 1,8%. De consumptie van
huishoudens krimpt nu al ruim twee jaar. En ook de bedrijfsinvesteringen liggen
al kwartalen achtereen op een lager niveau. De bouw krimpt nog steeds veruit
het meest; in het 2e kwartaal was de productie 5,9% lager dan een jaar eerder.
De industrie herstelde zich enigszins van de inzinking in het 1e kwartaal (-4,5%)
en produceerde nu 1,7% minder dan een jaar eerder.
Figuur 2.1 Economische groei (bbp) Nederland (gecorrigeerd voor seizoeninvloeden en
werkdag-effecten)
3%
2%
1%
0%
-1%
-2%
t.o.v zelfde kwartaal jaar eerder
20
13
-II
20
12
-IV
20
12
-II
20
11
-IV
20
11
-II
20
10
-IV
20
10
-II
-3%
t.o.v. vorig kwartaal
Werkgelegenheid neemt af
Het aantal banen van werknemers daalt al vanaf het 2e kwartaal van 2011. Ten
opzichte van 1.1.2012 zijn er nu 186.000 minder banen, een daling van 2,4% in
anderhalf jaar. Op het niveau van onze regio zou eenzelfde daling een verlies
van ongeveer 2.500 banen betekenen. Tot voor kort werd deze daling nog
gecompenseerd door de toename van het aantal zelfstandigen. Maar ook het
totaal aantal werkzame personen (werknemers én zelfstandigen) bevindt zich
nu al voor het 5e achtereenvolgend kwartaal in een dalende lijn. Het aantal
banen daalt in alle sectoren, recentelijk ook in de zorg. Bouw en industrie, beide
goed vertegenwoordigd in de Drechtsteden, vertonen de grootste
werkgelegenheidskrimp. De krimp van de werkgelegenheid komt ook tot
uitdrukking in de nu al anderhalf jaar aanhoudende krimp van het aantal
gewerkte uitzenduren.
19
Figuur 2.2
Banen van werknemers en totaal werkzame personen, seizoengecorrigeerd,
x 1.000
9000
8500
8000
banen werknemers
13
-I
I
V
12
-I
12
-I
I
V
11
-I
11
-I
I
V
10
-I
10
-I
I
V
09
-I
09
-I
I
7500
werkzame personen
Daardoor ook beduidend minder vacatures
De daling van de werkgelegenheid gaat ook gepaard met een afname van het
aantal ontstane en openstaande vacatures. Stonden er aan het eind van het
tweede kwartaal van 2011 nog 135.000 vacatures open, eind juni 2013 was dat
aantal gedaald naar 91.000, een daling van 33% in twee jaar tijd. En in het 2e
kwartaal van 2013 ontstonden niet ruim 200.000 vacatures zoals in hetzelfde
kwartaal van 2011, maar slechts zo’n 160.000, een daling van 23%. Ook de
daling van het aantal vacatures doet zich in alle sectoren voor.
Figuur 2.3
Openstaande (seizoengecorrigeerd) en ontstane vacatures Nederland (x1.000)
240
200
160
120
openstaand
20
13
-I
I
12
-I
V
20
12
-I
I
11
-I
V
20
11
-I
I
10
-I
V
20
10
-I
I
80
ontstaan
Terwijl de beroepsbevolking nog blijft toenemen
Ondertussen blijft de beroepsbevolking - onder invloed van een structurele
toename van de participatie van vrouwen en ouderen op de arbeidsmarkt toenemen. Ook de toenemende (dreiging van) werkloosheid is daarop van
invloed: dit lokt extra aanbod op de arbeidsmarkt uit van de partner, het
zogenoemde ‘added worker’ effect. De beroepsbevolking is eind juni 2013
220.000 personen (2,8%) groter dan twee jaar eerder.
20
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Figuur 2.4
Beroepsbevolking Nederland (x 1.000)
8200
8000
7800
7600
Dit betekent versneld groeiende werkloosheid
In de kredietcrisis van 2008/2009 hielden bedrijven hun personeel nog zoveel
mogelijk vast, mede geholpen door de deeltijd-WW. In de huidige aanhoudende
economische crisis is dat in veel mindere mate nog mogelijk en loopt de
werkloosheid hard op. Vooral in het 4e kwartaal van 2012 en het 1e kwartaal van
dit jaar is een extra grote toename zichtbaar. Eind juni van dit jaar telde het
CBS 675.000 werklozen (werkloze beroepsbevolking), 180.000 (36%) meer dan
een jaar geleden en ruim 280.000 (72%) meer dan twee jaar geleden.
Figuur 2.5
Werkloze beroepsbevolking Nederland (x1.000), seizoengecorrigeerd
700
600
500
400
i'1
3
ju
n
rt
'1
3
m
2
de
c'
1
2
se
p'
1
i'1
2
ju
n
2
rt
m
de
c
'1
'1
1
1
se
p
'1
1
'1
ju
ni
rt
m
de
c
'1
'1
0
1
300
Alsmaar dalende consumptieve bestedingen
Als gevolg van de bezuinigingen en lastenverzwaringen, de daling van de
huizenprijzen, de opgelopen werkloosheid en de toenemende baanonzekerheid
staan de consumptieve bestedingen onder zware druk. De consumptie daalt nu
al ruim twee jaar. Ook in het 2e kwartaal hebben huishoudens weer minder
(2,4%) besteed aan goederen en diensten dan een jaar eerder. Met name de
bestedingen aan duurzame goederen zijn sterk gedaald. Dat heeft duidelijk zijn
gevolgen voor de detailhandel en groothandel en voor de economie als geheel. 5
Die lijkt het voor herstel vooralsnog van de export te moeten hebben.
5
Zie ook de recente publicatie “De Nederlandse economie 2012” waarin ook het CBS wijst op de belangrijke rol van de
dalende consumptieve bestedingen voor de zwakke prestaties van de Nederlandse economie
21
Vooruitzichten
De vooruitzichten zijn nog steeds ongunstig, met name voor heel 2013. In 2014
zou voorzichtig herstel kunnen optreden, zij het dat de rekenmeesters van het
Centraal Planbureau, de Nederlandse Bank en de economische bureaus van de
grote banken van inzicht verschillen over de kracht daarvan. Waar men het wel
over eens is, is dat de werkloosheid ook in 2014 nog zal blijven oplopen.
Tegelijkertijd verwacht het UWV wel een licht herstel van de vacaturemarkt.
Voor de periode 2014-2017 gaat het CPB uit van een economische groei van
1,25% per jaar, gepaard gaande met een zeer bescheiden groei van de
werkzame beroepsbevolking (+0,25% per jaar).6 Hierin zijn de effecten van de
nieuwe bezuinigingsronde echter nog niet verwerkt. Het UWV becijfert op basis
hiervan een zeer bescheiden daling van het aantal werkzoekenden in de periode
2015-2018 van gemiddeld 0,5% per jaar. De vacaturemarkt trekt in de
berekeningen harder aan: met bijna 5% groei per jaar.7
Al met al blijft de komende jaren in zijn algemeenheid sprake van een ruime
arbeidsmarkt. Dat neemt niet weg dat er tegelijkertijd - met name voor
technische, transport, (para)medische en verzorgende beroepen - ook tekorten
worden voorzien of blijven bestaan.8,9
Toenemende flexibilisering arbeidsmarkt
De afgelopen jaren kenmerken zich door een toenemende flexibilisering van de
arbeidsmarkt. De omvang van de flexibele schil neemt toe. Een grotere flexibele
schil maakt het voor werkgevers makkelijker om hun personeelsbestand aan te
passen aan economische omstandigheden. Uit een recent onderzoek van het
CBS en TNO blijkt dat het aandeel werknemers met een flexibele arbeidsrelatie
is toegenomen van 12% in 2001 tot 16% in 2012.10 Het aandeel tijdelijke en
flexibele banen is sinds 2002 zelfs gegroeid van 17 naar 27 procent van het
totaal aantal banen.11 Een verblijf in de flexibele schil wordt daarbij opgevat als
een periode waarin meerdere tijdelijke en flexibele banen worden vervuld die
kunnen worden afgewisseld met (een) korte periode(s) van werkloosheid.
Werknemers met een flexibele arbeidsrelatie hebben te kampen met minder
baanzekerheid en stromen vaker uit naar werkloosheid. De conjunctuurgevoeligheid van de werkloosheid neemt daardoor toe, vooral onder jongeren.12
De stijging van het aandeel tijdelijke en flexibele banen komt met name door
een langer verblijf van die werknemers in de flexibele schil en minder door de
stijging van het aantal werknemers dat te maken krijgt met tijdelijke een
flexibele banen. De huidige economische crisis heeft ervoor gezorgd dat de
doorstroom vanuit de flexibele schil naar een vaste baan in de afgelopen jaren is
gedaald. Tegelijkertijd groeit de uitstroom naar inactiviteit. Steeds meer
tijdelijke en flexibele werknemers trekken zich al dan niet gedwongen zonder
uitkering terug van de arbeidsmarkt. Overigens is dit laatste een ontwikkeling
die al voor de economische recessie zichtbaar was.
Naast de ontwikkeling van een groeiende flexibele schil is er ook een groei van
het aantal zelfstandigen, en dan met name de zelfstandigen zonder personeel.
Het aantal zelfstandigen is de afgelopen jaren het meest toegenomen in de
zakelijke dienstverlening, bouw en zorg (huishoudelijke hulpen). Deze sectoren
kenmerken zich door een groei van het aantal ‘zelfstandigenbanen’, maar krimp
van het aantal werknemersbanen.13
6
7
8
9
10
11
12
13
22
CPB (2012), Actualisering Nederlandse economie tot en met 2017 (verwerking Regeerakkoord)
UWV (2013a), op cit
Panteia/EIM (2012), Personeel gevraagd in het MKB
SEO Economisch Onderzoek (2013), Monitor Technische Arbeidsmarkt 2013
CBS/TNO (2013), Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt: De focus op flexibilisering
SEO economisch onderzoek, De sociaaleconomische situatie van langdurig flexibele werknemers, april 2013.
UWV (2013a), Arbeidsmarktprognose 2013-2014. Met een doorkijk naar 2018
CBS, De Nederlandse economie 2012, 2013
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Internationalisering van en verdringing op de arbeidsmarkt
In de afgelopen jaren van economische recessie zien we dat het dringen wordt
op de arbeidsmarkt. Steeds meer hoger opgeleiden gaan ook voor lagere
functies. De arbeidsmarkt internationaliseert steeds meer. En er is de toestroom
van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost Europa, de zogeheten ‘MOE-landers’.
Moelanders
In 2004 heeft een aantal Midden- en Oost-Europese landen (MOE-landen) zich
aangesloten bij de Europese Unie.14 Na een periode waarin migranten uit deze
landen een vergunning nodig hadden om legaal te kunnen werken, zijn de
grenzen in mei 2007 helemaal opengesteld. Voor Bulgarije en Roemenië, die in
2007 zijn toegetreden, gaat de onbeperkte openstelling in 2014 in. Gevolg van
deze ontwikkeling is dat het aantal arbeidsmigranten uit Midden- en OostEuropese EU-landen in de afgelopen jaren explosief is toegenomen. De
verwachting is dat het aantal ook in de toekomst verder zal groeien.
Een typerend aspect van de toestroom van arbeidsmigranten uit de MOE-landen
is dat die zich deels onttrekt aan gemeentelijke registratie. Een exact aantal
arbeidsmigranten uit deze landen is dan ook moeilijk te geven. In 2012 is voor
de gemeente Dordrecht een raming gemaakt in het kader van de ‘Taskforce
Huisvesting Arbeidsmigranten’. Op basis van het GBA zou het in Dordrecht gaan
om zo’n 2.500 tot 3.000 arbeidsmigranten, waarvan het overgrote deel uit de
MOE-landen. De grootste groep vormen de Poolse arbeidsmigranten. Zoals
gezegd een exact aantal arbeidsmigranten is niet te geven, omdat de
samenstelling en omvang van de groep gedurende het jaar fluctueert. Zo is uit
onderzoek bekend dat een substantieel deel van de tijdelijke arbeidsmigranten
zich niet inschrijft. Bovendien fluctueert het aantal sterk. In de zomer zijn er
veel meer arbeidsmigranten dan in de winter. Overigens is het zeker niet zo dat
bij tewerkstelling van buitenlandse werknemers altijd sprake is van verdringing.
Ook moeilijk vervulbare vacatures worden hiermee ingevuld, met name in
technische beroepen. Waar het vooral om gaat is dat we een deel van de
arbeidsmarkt niet goed in beeld hebben.15
Een van de andere uitkomsten van dit onderzoek is dat werkgevers verwachten
de komende jaren meer gebruik te gaan maken van arbeidsmigranten. Zeker
wanneer de economie gaat aantrekken. De vergrijzing en gebrek aan personeel
in de technische sector, scheepsbouw en zorgsector zal dit nog eens versterken.
Uit onderzoek onder de Oost-Europese arbeidsmigranten in Dordrecht is
gebleken dat de meesten werken via een uitzendorganisatie. 16 Roemeense
arbeidsmigranten zijn vaak zogenaamde ‘posted workers’, ze werken in
Nederland voor een Roemeens bedrijf.
Hoger opgeleiden
In Nederland is sprake van upgrading van de arbeidsmarkt waardoor het
aandeel banen op laag en middenniveau afneemt ten gunste van die van hoog
niveau. Gevolg is dat de arbeidsmarktpositie van laagopgeleiden, maar zelfs ook
van middelbaar opgeleiden, steeds meer onder druk komt te staan, zeker in een
economische recessie. ‘Het beroepsniveau vanaf mbo/havo/vwo ligt in 25 tot 40
procent van de gevallen onder het opleidingsniveau van de persoon. 80 procent
van het minst geschoolde werk wordt uitgevoerd door een beter opgeleid
persoon’, aldus Wiemer Salverda, bijzonder hoogleraar Arbeidsmarkt en
Ongelijkheid. Veelal gaat het om deeltijders, zoals hoogopgeleide vrouwen die
14
15
16
Estland, Letland, Litouwen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Polen en Hongarije.
Overigens beperkt de tewerkstelling van buitenlandse werknemers zich niet tot Midden- en Oost Europeanen. Ook
bijvoorbeeld lassers uit Spanje en koks uit China vinden hun weg naar de Nederlandse arbeidsmarkt.
Nicis, Oost-Europese arbeidsmigranten in Dordrecht, Sociale leefsituatie, arbeidspositie en toekomstperspectief,
september 2011.
23
een ‘baantje’ hebben naast de zorg voor hun kinderen, en studenten die werken
naast hun opleiding.17, 18
17
18
24
Esther van Bochove (FMG Communicatie), Deeltijdwerk zorgt voor verdringing op de arbeidsmarkt, januari 2012.
Overigens kan er vooral in tijden van hoge werkloosheid ook verdringing plaatsvinden van reguliere banen door
(tijdelijk) gesubsidieerde banen
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
3
De regionale arbeidsmarkt,
een eerste overzicht
26
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
3
De regionale arbeidsmarkt, een eerste overzicht
In dit hoofdstuk schetsen we een eerste beeld van de regionale arbeidsmarkt en de
ontwikkelingen daarin sinds 2008. In 2011 was zowel landelijk als regionaal sprake van een
omslagpunt: er kwam een einde aan een jarenlange stijging van de potentiële
beroepsbevolking (bevolking 15-64 jaar), werkgelegenheidsgroei ging weer over in
werkgelegenheidskrimp en de werkloosheid begon op te lopen. In 2012 en de eerste helft van
2013 zette deze ontwikkeling zich in versneld tempo voort. En het eind van de economische
crisis is nog niet in zicht.
3.1
Situatie 1.1.2013 in vogelvlucht
Per 1.1.2013 is de potentiële beroepsbevolking (bevolking 15-64 jaar) van de
Drechtsteden 173.000 personen groot. De totale beroepsbevolking bedraagt
121.500 personen. De bruto participatie (70,2%) ligt daarmee iets onder het
landelijk gemiddelde. Van die beroepsbevolking zijn 112.700 personen
werkzaam voor minstens 12 uur per week, wat neerkomt op een netto
participatie van 65,1%, eveneens iets onder het landelijk gemiddelde. 7,2%
(8.800 personen) van de beroepsbevolking is werkloos, tegen landelijk
gemiddeld 7,5%. Het aantal arbeidsplaatsen (>=12 uur) in de regio ligt per
1.1.2013 naar schatting op 101.300. De werkgelegenheidsindex (83,5%) ligt
daarmee ruim onder het landelijk gemiddelde. Er is dan ook sprake van meer
uitgaande (49.700 personen) dan inkomende (38.300 personen) pendel.
Figuur 3.1
Situatie arbeidsmarkt Drechtsteden, 1.1.2013
bevolking Drechtsteden:
arbeidsaanbod
267.900
0 – 14 jarigen:
65–plussers:
15 – 64 jarigen (potentiële beroepsbevolking):
47.900
47.000
173.000
beroepsbevolking:
51.500
121.500
totaal niet-werkenden / niet-werkzoekenden:
werkzame
beroepsbevolking:
werkloze
beroepsbevolking:
146.400
112.700
8.800
woont elders werkt in
de Drechtsteden:
werkgelegenheid
Niet beroepsbevolking:
woont en werkt in de Drechtsteden:
63.000
38.300
woont in de Drechtsteden
werkt elders:
49.700
arbeidsplaatsen in de Drechtsteden per 1.1.2010
(≥ 12 uur per week):
arbeidsplaatsen in
Drechtsteden (< 12 uur):
11.000
101.300
arbeidsplaatsen in de Drechtsteden:
112.300
Bronnen: CBS, Bedrijvenregister Drechtsteden; bewerkingen en schattingen OCD
27
Tabel 3.1
Kerngegevens arbeidsmarkt Drechtsteden, 1.1.2013
Drechtsteden
potentiële beroepsbevolking
173.000
beroepsbevolking
121.500
bruto participatie a
70,2%
werkzame beroepsbevolking e
112.700
netto participatie b
65,1%
werkloze beroepsbevolking
8.800
werkloosheidspercentage c
7,2%
arbeidsplaatsen >= 12 uur/wk
werkgelegenheidsindex d
kleine banen <12 uur/wk
101.300
83,5%
11.000
woont en werkt in de
Drechtsteden5
uitgaande pendel5
inkomende pendel5
pendelsaldo5
63.000
49.700
38.300
-11.400
Nederland
71,3%
65,9%
7,5%
87,9%
a
beroepsbevolking als % van de potentiële beroepsbevolking
idem werkzame beroepsbevolking
c
werkloze beroepsbevolking als % van de totale beroepsbevolking
d
arbeidsplaatsen >=12 uur per 100 personen beroepsbevolking
e
werkzaam >= 12 uur per week
Bronnen: CBS, Bedrijvenregister Drechtsteden, Lisa, bewerkingen en schattingen OCD
b
Drechtstedelingen die buiten de regio werken zijn vooral georiënteerd op
Rijnmond. In totaal zijn naar schatting ongeveer 23.000 inwoners van de
Drechtsteden werkzaam in Rijnmond. Binnen Zuid-Holland is daarnaast ook de
Alblasserwaard/Vijfheerenlanden een belangrijk werkgebied: hier werken
ongeveer 5.000 Drechtstedelingen.
3.2
Ontwikkelingen sinds 2008 in vogelvlucht
2008-2011
Tussen 2008 en 2011 groeide de werkgelegenheid in de regio nog met 2.000
arbeidsplaatsen (+2%). We deden het daarmee beter dan landelijk gemiddeld (0,4%). Niettemin liep wel de werkloze beroepsbevolking op. Dat betekent dat
inwoners van buiten de regio naar verhouding meer profiteerden van de relatief
gunstige werkgelegenheidsontwikkeling in de regio dan inwoners van de regio
zelf. Tegelijkertijd werd dat niet goedgemaakt door een even veel groeiend
aantal inwoners van de Drechtsteden dat buiten de regio werkt. De inkomende
pendel steeg dan ook veel meer dan de uitgaande pendel, terwijl het aantal
inwoners dat in de regio zelf werkt verder afnam.
2011-2013
Vanaf 2011 is sprake van een ommekeer en daalt de werkgelegenheid in de
Drechtsteden sterker dan landelijk gemiddeld. In 2011 -1,7% tegen -0,7%
landelijk;
in 2012 naar schatting -0,9% tegen wederom -0,7% landelijk
gemiddeld. Ook zet zich vanaf 2011 een daling in van de potentiële
beroepsbevolking. Maar, omdat de bruto participatiegraad nog licht groeit,
groeide de feitelijke beroepsbevolking (de werkzame beroepsbevolking plus
degenen die (meer dan 11 uur per week) willen werken maar geen werk kunnen
vinden) nog licht. Per saldo nam de werkloze beroepsbevolking dan ook verder
toe, in 2 jaar tijd met 47% (2.800 personen). Dat is iets meer dan landelijk
gemiddeld (+40%).
28
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Figuur 3.2
Arbeidsmarktontwikkelingen Drechtsteden 2008-2011, absolute toe-/afname
bevolking 15-64
2.000
niet-beroepsbevolking
1.000
beroepsbevolking
1.000
arbeidsplaatsen
2.000
werkzame
beroepsbevolking
- 900
werkloze
beroepsbevolking
woont/ werkt in regio
1.900
- 2.800
uitgaande pendel
1.900
4.800
inkomende pendel
-4000
- 2000
0
2000
4000
6000
Bronnen: CBS, Bedrijvenregister Drechtsteden, Lisa, bewerkingen en schattingen OCD
Figuur 3.3
Arbeidsmarktontwikkelingen Drechtsteden 2011-2013
bevolking 15-64
niet-beroepsbevolking
- 2.200
- 2.500
beroepsbevolking
arbeidsplaatsen
werkzame
beroepsbevolking
300
-2.700
- 2.500
werkloze
beroepsbevolking
2.800
woont/ werkt in regio
uitgaande pendel
inkomende pendel
-4000
- 1.500
-1.000
-1.200
- 2000
0
2000
4000
6000
Bronnen: CBS, Bedrijvenregister Drechtsteden, Lisa, bewerkingen en schattingen OCD
Dat het met de werkgelegenheid in de Drechtsteden in 2011 slechter ging dan
landelijk gemiddeld is consistent met recente cijfers van het CBS over de
economische groei. Volgens voorlopige cijfers van het CBS kromp de economie
van de Drechtsteden in 2010 met 1,6%. Daarmee liepen we flink uit de pas:
landelijk was juist sprake van een groei met 1,6% en ook de buurregio’s deden
het beduidend beter. Omdat de arbeidsmarkt altijd vertraagd reageert, zien we
dit terug in een bovengemiddelde daling van de werkgelegenheid in 2011.19
19
Die daling van de werkgelegenheid in 2011 komt overigens in dat jaar nog niet direct tot uitdrukking in sterk
oplopende werkloosheid. Bedrijven en instellingen proberen de verminderde personeelsbehoefte altijd eerst zo veel
mogelijk op te lossen met natuurlijk verloop.
29
Over 2011 groeide de regionale economie net als landelijk weer licht. In 2012
gaat de crisis ook niet aan de regio voorbij. De krimp (-1,5%) is volgens de
eerste schattingen nog wat groter dan landelijk gemiddeld (-1%).
Figuur 3.4
Economische groei (bbp)
Nederland, 2010-2012
Drechtsteden,
Rijnmond,
Al’waard/Vijfhlnd
en
3
2
1
0
-1
-2
-3
2010
2011
Drechtsteden
Al'waard/Vijfhlnd
2012
Groot Rijnmond
Nederland
Bron: CBS
3.3 Impact crisis: ontwikkelingen tot en met 1e halfjaar
2013 in WW, Wwb, Nww en vacatures
Tot begin 2012 was het effect van de laagconjunctuur op de arbeidsmarkt nog
gering. In 2012 loopt de ontslagwerkloosheid (WW) onder invloed van de
aanhoudende economische malaise echter snel op. Het aantal bij het UWV
ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (Nww) groeit navenant. Bij beide
zet de stijging zich in het 1e halfjaar van 2013 onverminderd voort. En nu is anders dan in 2012 - ook de Wwb aan het toenemen. De WW en Nww groeien
in de regio het afgelopen anderhalf jaar harder dan gemiddeld. De Wwb groeide
in 2012 nog minder gemiddeld, maar neemt in het 1e halfjaar van 2013 licht
bovengemiddeld toe. Over de hele periode sinds 1.1.2012 resulteert een groei
van 11% (landelijk +10%).
Figuur 3.5
Ontwikkeling WW, Wwb en Nww Drechtsteden, 2011-2013 (eind juni)
8000
7.746
6000
5.552
5.221
4000
2000
0
WW
Wwb
1.1.2011
1.1.2012
Nww
1.1.2013
1.7.2013
Bronnen: SDD en UWV
30
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Figuur 3.6 Ontwikkeling WW, Wwb en Nww Drechtsteden en Nederland, 2012 en 2013 (1e
halfjaar), %
40%
30%
20%
10%
0%
WW
2012 Drechtsteden
Wwb
1e helft 2013 Drst
Nww
2012 Nederland
1e helft 2013 Ned
Bronnen: SDD, UWV, CBS
Tabel 3.2 Ontwikkeling WW, Wwb en Nww, Drechtsteden en Nederland, 1.1.2012 = 100
WW
Wwb
Nww
Drst
Ned
Drst
Ned
Drst
Ned
1.1.2012
100
100
100
100
100
100
1.7.2012
113
108
102
101
95
98
1.1.2013
131
126
103
103
129
120
1.7.2013
154
141
111
110
149
135
Vacatures
Net als landelijk uit de crisis en het verlies aan werkgelegenheid zich hier in de
regio ook in een aanzienlijke daling van het aantal nieuw ingediende en
openstaande vacatures. Stonden er bij bedrijven in de Drechtsteden via Werk.nl
in het eerste halfjaar van 2011 gemiddeld aan het eind van de maand nog ruim
1.500 vacatures open, in de 1e helft van 2013 is dat gedaald tot minder dan de
helft (figuur 3.7). In de 1e helft van 2013 zette zich ook een forse daling in van
het aantal nieuw ingediende vacatures. Daarbij was de ontwikkeling in het
aantal ingediende vacatures in de Drechtsteden - net als in de regio Gorinchem
- in 2012 nog wat gunstiger dan in de buurregio’s Rijnmond en West-Brabant,
maar in het 1e halfjaar van dit jaar beduidend minder gunstig (figuur 8). Dat
heeft zijn weerslag in het gemiddeld aantal openstaande vacatures, dat hier in
de regio in het 1e halfjaar ook relatief sterk is gedaald.
Figuur 3.7
Ontwikkeling ingediende en openstaande vacatures Drechtsteden, gemiddelden
per (eind van de) maand, 1e halfjaar 2011-2013
2000
1500
1000
500
0
ingediend
1e helft 2011
openstaand
1e helft 2012
1e helft 2013
Bron: UWV
31
Figuur 3.8
Vacatures UWV-Werk.nl, nieuw ingediend en openstaand, 1e halfjaar t.o.v. 1e
halfjaar eerder
nieuw ingediend
openstaand
Drechtsteden
Gorinchem
Rijnmond
West-Brabant
Nederland
-50%
-40%
-30%
-20%
2011-2012
-10%
0%
-50%
-40%
-30%
-20%
2011-2012
2012-2013
-10%
0%
2012-2013
Bron: UWV
Het marktaandeel van de Drechtsteden in het totaal aantal ingediende vacatures
via Werk.nl is door deze ontwikkelingen - na een aanvankelijke stijging - recent
gedaald. In het 2e kwartaal van 2013 bedroeg dit aandeel 1,5%, tegen 2,1% in
het 2e kwartaal van 2011.
Tabel 3.3 Ontwikkeling marktaandeel Drechtsteden in vacatures Werk.nl, %
2e kwart
4e kwart
2e kwart
4e kwart
2011
2011
2012
2012
2,1%
2,9%
2,6%
2,8%
2e kwart
2013
1,5%
Bron: UWV
3.4
Vooruitzichten regionale arbeidsmarkt
Het Centraal Planbureau heeft recent zijn ramingen voor de Nederlandse
economie wederom naar beneden bijgesteld.20 Voor 2013 wordt nu een krimp
verwacht van 1,25%, voor 2014 een bescheiden groei van 0,75%. Dit vertaalt
zich in een verdere toename van de werkloze beroepsbevolking: +31% in 2013
en +9% in 2014.
UWV WERKbedrijf is in zijn meest recente arbeidsmarktprognose 2013-2014
nog wat optimistischer, maar daarin zijn de nieuwste CPB-cijfers nog niet
verwerkt.21 De UWV WERkbedrijf prognose komt op een krimp van het aantal
banen met 0,8% in 2013 en 0,2% in 2014. In combinatie met een bescheiden
groei van de beroepsbevolking resulteert dit in een toename van het aantal
werkzoekenden in 2013 van 22% en in 2014 van 6%. Voor de Drechtsteden
komen de verwachtingen rond deze gemiddelden uit. Voor de periode na 2014
verwacht het UWV licht herstel van de economie, gepaard gaande met een
gemiddelde jaarlijkse groei van het aantal banen in de periode 2015-2018 met
0,3% en een zeer bescheiden daling van het aantal werkzoekenden met
gemiddeld 0,5% per jaar. Ook voor deze wat verder weg gelegen periode ligt de
prognose voor de Drechtsteden rond het gemiddelde.
Meer over (de vooruitzichten
hoofdstukken 7, 8 en 10.
20
21
32
voor)
de
regionale
arbeidsmarkt
in
de
Persbericht CPB 14-08-2013: Geactualiseerde CPB-raming 2013-2014
UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014, met een doorkijk naar 2018
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
4
Economische structuur
en vestigingsklimaat
34
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
4
Economische structuur en vestigingsklimaat
In dit hoofdstuk behandelen we de huidige economische structuur van de Drechtsteden.
Daarbij vergelijken we de sectorstructuur met die van Nederland. Vervolgens zoomen we in
op de verschillen in de sectorstructuur van Dordrecht, West-Alblasserwaard en de
Zwijndrechtse Waard. Ook kijken we naar de omvang van de marktsector met de uitsplitsing
naar klein-, midden- en grootbedrijf. We sluiten dit hoofdstuk af met een bespreking van het
aanbod aan vestigingslocaties en het vestigingsklimaat in de Drechtsteden.
4.1
Economische structuur regio vergeleken
De regio Drechtsteden kent vooral relatief veel werkgelegenheid in de bouw, de
handel en transport. Daarnaast bieden ook de sectoren industrie en zorg en
welzijn hier meer dan evenredig werk. Ruim de helft van de totale
werkgelegenheid in de Drechtsteden bevindt zich in de industrie, bouw, handel
en transport. Landelijk is dit 40%. De industrie in de Drechtsteden wordt vooral
gedomineerd door de metaal-, machine- en transportmiddelenindustrie en in
mindere mate door de voedingsmiddelen- en procesindustrie. De zakelijke
dienstverlening is samen met de sectoren informatie/communicatie en financiële
instellingen in de Drechtsteden ondervertegenwoordigd. In de regio is verder
relatief minder werk in de sectoren landbouw/visserij, consumentverzorgende
diensten en de overige kwartaire sector (overheid en onderwijs). Na analyse van
de ontwikkeling van de werkgelegenheid gedurende de periode 2008-2012 in de
Drechtsteden in vergelijking met de landelijke ontwikkelingen hebben we
kunnen vaststellen dat de sectorstructuur van de Drechtsteden nauwelijks
ongunstiger is dan de landelijke sectorstructuur.
Figuur 4.1
Verdeling werkgelegenheid
Nederland
landbouw en visserij
naar
Drechtsteden
versus
14,2%
12,3%
10,8%
bouwnijverheid
6,6%
19,3%
15,8%
handel/reparatie
7,0%
5,2%
vervoer/opslag
2,0%
3,1%
informatie/communicatie
1,8%
3,5%
financiële instellingen
1,3%
3,3%
Drechtsteden
Nederland
13,5%
zakelijke dienstverlening
overheid
1.1.2012,
0,2%
2,7%
industrie
horeca
sector
14,6%
4,7%
onderwijs
6,2%
5,7%
7,0%
17,3%
15,5%
gezondheid en welzijn
cultuur/recreatie/overige
dienstverlening
2,3%
4,1%
0%
10%
20%
30%
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa
35
4.2
Subregionale profielen
De subregio’s binnen de Drechtsteden hebben allemaal hun eigen
sectorstructuur (zie figuur 4.2). In Dordrecht is er relatief veel werkgelegenheid
bij de overheid, onderwijs en de zorg. Opvallend is dat Dordrecht als
centrumstad relatief minder werkgelegenheid heeft in de detailhandel. In WestAlblasserwaard zijn de sectoren industrie, bouw en detailhandel sterk
vertegenwoordigd. In de Zwijndrechtse Waard geldt dat voor de groothandel en
de zakelijke dienstverlening.
Figuur 4.2
Verdeling werkgelegenheid in de Drechtsteden naar subregio en sector, 2012
Dordrecht
landbouw en visserij
West-Alblasserwaard
0,2%
0,1%
industrie
13,8%
bouwnijverheid
16,5%
7,3%
groothandel/reparatie
15,9%
12,8%
10,1%
detailhandel
6,7%
8,0%
vervoer/opslag
6,3%
7,6%
horeca
2,4%
1,3%
informatie/communicatie
2,1%
1,6%
financiële instellingen
1,1%
zakelijke dienstverlening
12,3%
overheid
onderwijs
1,6%
12,4%
8,1%
1,6%
6,9%
gezondheid en welzijn
cultuur/recreatie/overige
dienstverlening
4,1%
20,3%
14,6%
2,5%
0%
2,0%
10%
20%
30% 0%
Zwijndrechtse Waard
landbouw en visserij
10%
0,2%
industrie
11,9%
bouwnijverheid
11,6%
14,2%
10,8%
14,9%
groothandel/reparatie
11,9%
detailhandel
7,6%
7,3%
vervoer/opslag
7,6%
7,0%
2,0%
2,0%
informatie/communicatie
1,4%
1,8%
financiële instellingen
1,1%
1,3%
onderwijs
13,5%
17,5%
zakelijke dienstverlening
1,9%
overheid
4,7%
5,7%
5,2%
gezondheid en welzijn
cultuur/recreatie/overige
dienstverlening
0%
17,3%
14,6%
2,3%
2,4%
10%
20%
30%
0%
10%
20%
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden
36
30%
Drechtsteden
0,3%
horeca
20%
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
30%
4.3
Grootbedrijf en MKB
De grootste ‘werkgever’ is de marktsector. Ruim 70% van de totale
werkgelegenheid in de Drechtsteden bevindt zich bij bedrijven. Daarbinnen zijn
60.000 personen werkzaam in het midden- en kleinbedrijf en ruim 12.000 in het
grootbedrijf.22 Ten opzichte van Nederland hebben de Drechtsteden meer
werkgelegenheid in de marksector. Met name het middenbedrijf is in deze regio
sterk vertegenwoordigd
Kengetallen bedrijfsleven in de Drechtsteden (per 1.1.2012)
bedrijven
9.297 vestigingen en 72.849 werkzame personen
kleinbedrijf
middenbedrijf
grootbedrijf
9.039 vestigingen en 38.836 werkzame personen
235 vestigingen en 21.572 werkzame personen
23 vestigingen en 12.441 werkzame personen
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden
Figuur 4.3
Verdeling werkgelegenheid over bedrijven en instellingen in de Drechtsteden
en Nederland, 2012
Drechtsteden
38%
21%
41%
Nederland
0%
20%
kleinbedrijf
15%
40%
middenbedrijf
12%
13%
60%
grootbedrijf
29%
31%
80%
100%
publieke sector
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa
In de Drechtsteden zijn veruit de meeste ondernemingen uit het MKB actief in
de zakelijke dienstverlening, net als landelijk een kwart van het aantal actieve
ondernemingen binnen het MKB. Zij zorgen ook voor de meeste
werkgelegenheid, 20% van de werkgelegenheid in het MKB. Deze sector
herbergt een scala aan bedrijven, zoals administratiekantoren, ingenieurs- en
architectenbureaus en schoonmaakbedrijven. Ook in de detailhandel, de
groothandel en de bouw zijn relatief veel MKB-ondernemingen actief. Samen
zijn deze vier sectoren goed voor bijna 70% van het aantal actieve
ondernemingen en 65% van de totale werkgelegenheid in het MKB. Daarmee
zijn deze sectoren in de Drechtsteden in het MKB sterker vertegenwoordigd dan
landelijk (ruim 50%).23 Een sector die in het MKB van de Drechtsteden duidelijk
ondervertegenwoordigd is, is de financiële dienstverlening.
4.4
Aanbod vestigingslocaties
De Drechtsteden telt in totaal 55 werklocaties, uitgesplitst in 4
zeehaventerreinen en 51 bedrijventerreinen. Samen hebben ze een totale
oppervlakte van ruim 1.100 hectare. Op acht ervan is nog ruimte direct
beschikbaar (67 hectare).
22
23
kleinbedrijf: < 50 werkzame personen, middenbedrijf: 50-249 werkzame personen, grootbedrijf: ≥ 250 werkzame
personen.
Panteia, Kleinschalig Ondernemen 2013, mei 2013
37
Figuur 4.4
Aanbod bedrijventerreinen in de Drechtsteden per 1.1.2013 (in ha)
Alblasserdam
2,8
Dordrecht
57,4
Hendrik-Ido-Ambacht
9,7
Papendrecht
0,0
Sliedrecht
9,7
Zwijndrecht
8,2
0
20
40
60
80
Bron: IBIS Werklocaties
Direct aanbod in de Drechtsteden (in hectare, per 1.1.2013)
Alblasserdam:
Dordrecht:
Hendrik-Ido-Ambacht:
Zwijndrecht:
Polder Nieuwland (2,8 ha)
Amstelwijck (9,3 ha), Dordtse Kil III (21,8 ha),
1e Merwedehaven/Oostpoort (16 ha)
Antoniapolder (9,2 ha), Bedrijvenpark
Langeweg (2 ha)
De Geer (2,2 ha), Bakestein (5,5)
Bron: IBIS Werklocaties
Landelijk vertoont de uitgifte van bedrijventerreinen sinds 2007 een dalende
trend. Ten opzichte van 2007 is de uitgifte met bijna 60% teruggelopen. De
markt voor bedrijventerreinen ondervindt momenteel grote gevolgen van de
economische en financiële crisis. Als gevolg hiervan zijn bedrijven
terughoudender geworden met investeringen in (nieuwe) bedrijfshuisvesting.
Bedrijven stellen hun uitbreidings- of verhuisvraag uit.
Ook de Drechtsteden ondervinden de gevolgen van de economische crisis. Sinds
2008 is er in de Drechtsteden in totaal 31,5 hectare uitgegeven, gemiddeld 5,3
per jaar. Mede als gevolg van de recessie zit de uitgifte in de afgelopen twee
jaar daar ruim onder. Zoals in figuur 4.5 is te zien is er in het laatste jaar
sprake van een lichte verbetering. Naast de uitgifte is in deze figuur ook het
aanbod weergegeven. Duidelijk is dat door het toenemende aanbod en de lage
uitgifte de markt voor bedrijventerreinen steeds ruimer is geworden. Een beeld
dat ook in andere regio’s is te zien.24
24
38
Arcadis, IBIS Werklocaties, De stand van zaken in planning en uitgifte van werklocaties op 1 januari 2013 en de
uitgifte in 2012, juni 2013
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Figuur 4.5
Ontwikkeling aanbod en uitgifte bedrijventerreinen in de Drechtsteden, 20082012 (in ha)
100
80
87,8
78,9
60
66,6
63,8
60,7
aanbod
67,9
uitgifte
40
20
0
7,9
2008
9,3
2009
4,8
5,6
2010
2011
1,1
2012
2,8
2013
Bron: IBIS Werklocaties
De dalende uitgifte is niet alleen het gevolg van de crisis. Er lijkt ook sprake te
zijn van een structurele verandering in ruimtevraag. De verwachting voor de
(middel)lange termijn is dat de ruimtevraag van bedrijven blijft afnemen.25 Een
ontwikkeling die het gevolg is van een stabiliserende, later zelfs een afnemende,
beroepsbevolking, veranderingen in arbeidsaanbod en arbeidsproductiviteit als
gevolg van een minder hoog tempo van technologische vooruitgang, het
invoeren
van
‘het
nieuwe
werken’,
verkantorisering
en
hogere
ruimteproductiviteit. Met een stijgend aanbod aan bedrijventerreinen dreigt er
een steeds groter worden disbalans tussen vraag en aanbod te ontstaan. Als
gevolg van transformatie, uitplaatsing en verhuizing zal er zeker nog behoefte
blijven bestaan aan nieuwe uitleglocaties. Alleen wordt daarin de
vervangingsvraag steeds belangrijker.
4.5
Vestigingsklimaat
Naast voldoende aanbod aan aantrekkelijke en aantrekkelijk geprijsde locaties
voor bedrijfsvestiging zijn ook andere factoren belangrijk voor het
vestigingsklimaat in de Drechtsteden. Voorbeelden zijn bereikbaarheid, een
aantrekkelijk woonklimaat en de aanwezigheid van voldoende en goed
gekwalificeerd personeel. Aan dit laatste wordt via het programma regionaal
arbeidsmarktbeleid hard en met succes gewerkt. Een aantrekkelijk woonklimaat
wordt als vestigingsfactor steeds belangrijker. Om bewoners aan een regio te
binden zijn de stedelijke voorzieningen cruciaal. Mede door de opkomst van
internet is de bereidheid om op grotere afstand een baan te hebben
toegenomen. De woonconsument heeft daardoor steeds meer keuze uit
potentiële woonlocaties en wil de stedelijke voorzieningen veel dichter bij zijn
huis dan zijn werk.
Hoe staat het met de woonaantrekkelijkheid van de Drechtsteden? Volgens het
onderzoek
‘Beste
woongemeente’
van
Bureau
Louter
lijkt
de
woonaantrekkelijkheid van de Drechtsteden ten opzichte van andere
Nederlandse gemeenten achteruit te gaan. Vier van de zes gemeenten
(Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) zijn op de ranglijst fors
gezakt. Alblasserdam is ongeveer gelijk gebleven en Hendrik-Ido-Ambacht is als
enige gemeente op de ranglijst gestegen (zie figuur 4.6).26
25
26
Arcadis, IBIS Werklocaties, De stand van zaken in planning en uitgifte van werklocaties op 1 januari 2013 en de
uitgifte in 2012, juni 2013
Bureau Louter (2013), Waar willen we wonen 2013? Overigens is niet duidelijk waar de daling op de ranglijst precies
aan ligt. Bureau Louter geeft deze informatie niet zonder meer vrij.
39
Figuur 4.6
Positie Drechtsteden in ‘beste woongemeente’
Alblasserdam
174
Dordrecht
294
Hendrik-Ido-Ambacht
123
2011
2013
Papendrecht
260
Sliedrecht
243
Zwijndrecht
312
0
50
100
150
200
250
300
350
400
Toelichting: hoe hoger, hoe slechter
Bron: Bureau Louter
Op de ‘woonaantrekkelijkheid’ van Atlas voor gemeenten staat Dordrecht te
midden van de 50 grootste gemeenten van Nederland op een 20e plek, voor het
eerst sinds jaren iets gezakt.27
In 2011 heeft ‘Atlas voor gemeenten’ een regiofoto gemaakt van de
Drechtsteden.28 Deze foto biedt inzicht in hoe Dordrecht, de omliggende
gemeenten en de Drechtsteden als geheel op diverse gebieden presteren ten
opzichte van het gemiddelde van vergelijkbare stedelijke regio’s in Nederland.
Uit deze regiofoto blijkt dat vooral het woonklimaat in de Drechtsteden minder
gunstig is dan in de stadsgewesten waarmee de Drechtsteden vergeleken zijn.
Ook is één van de conclusies dat de aantrekkingskracht van de Drechtsteden op
verhuizende huishoudens lager is dan de gemiddelde aantrekkingskracht van
vergelijkbare stedelijke regio’s in Nederland. Dit komt volgens dit onderzoek
door een benedengemiddelde kwaliteit van de woningvoorraad, leefbaarheid in
de woonomgeving en het stedelijke voorzieningenniveau in de Drechtsteden. De
gemeenten in de regio profiteren onvoldoende, of in ieder geval minder dan in
andere vergelijkbare regio’s, van de aanwezigheid van een aantrekkelijke
centrumstad. Een aantrekkelijke centrumstad met een royaal en goed
bereikbaar aanbod van stedelijke voorzieningen is namelijk van wezenlijk
belang voor de concurrentiepositie van dergelijke gemeenten op de
woningmarkt.
27
28
40
Atlas voor gemeenten, Atlas voor gemeenten 2013 de 50 grootste gemeenten van Nederland op 50 punten
vergeleken, mei 2013
Atlas voor gemeenten, Foto Regio Drechtsteden, 2012.10
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
5
Ontwikkelingen in
de werkgelegenheid
42
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
5
Ontwikkelingen in de werkgelegenheid
Hoe heeft de werkgelegenheid zich in de Drechtsteden ontwikkeld? En hoe verhoudt zich dat
tot de landelijke ontwikkelingen? In hoofdstuk 3 zagen we al dat de regio het in de jaren
2008 tot en met 2010 beter deed dan landelijk gemiddeld, maar in 2011 minder goed. In dit
hoofdstuk gaan we dieper in op de ontwikkelingen in de werkgelegenheid in de Drechtsteden
en in de drie subregio’s. Daarbij zoomen we in op de verschillende sectoren. In hoofdstuk 6
besteden we apart aandacht aan de speerpuntsectoren in deze regio: maritieme cluster,
vrijetijdseconomie en de zorgsector.
Bron voor de cijfers over de ontwikkeling van de werkgelegenheid is het
Bedrijvenregister Drechtsteden en de daaraan verbonden werkgelegenheidsenquête. Er zijn cijfers beschikbaar tot en met 2011, over 2012 nog
niet. De peildatum is telkens 1.1. Daar waar we de aanduiding 2008-2012
gebruiken, bedoelen we de ontwikkeling tussen 1.1.2008 en 1.1.2012.
5.1
Totale werkgelegenheidsontwikkeling vergeleken
De economische crisis heeft in de Drechtsteden in 2011 geresulteerd in een
krimp van de werkgelegenheid. Per 1.1.2012 bedraagt het aantal werkzame
personen in de Drechtsteden 102.275. Dit zijn er 1.720 minder dan begin 2011.
Hiermee is de werkgelegenheid gedurende 2011 met 1,7% gedaald, terwijl in de
jaren ervoor de werkgelegenheid nog toenam. Na jaren waarin de ontwikkeling
van de werkgelegenheid in de Drechtsteden gunstiger was dan landelijk, is de
meest recente daling in de Drechtsteden zelfs sterker dan landelijk (-0,7%, zie
figuur 5.1). Sinds 2008 blijft er voor de Drechtsteden nog een kleine groei van
0,2% over, tegenover een landelijke krimp van meer dan 1%.
Figuur 5.1
Ontwikkeling totale werkgelegenheid, 2008-2012
103
102
101
100
99
98
97
2008
2009
2010
Drechtsteden
2011
2012
Nederland
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa
Ook het aantal vestigingen is in de Drechtsteden het laatste jaar duidelijk
afgenomen, begin 2012 waren er 529 vestigingen minder dan het jaar ervoor.
In de jaren ervoor zagen we het aantal vestigingen voortdurend stijgen (zie
figuur 5.2). De daling van het aantal vestigingen in de Drechtsteden komt niet
overeen met het landelijk beeld waar het aantal nog steeds, weliswaar minder
snel, toeneemt. Over de hele periode 2008-2012 ontloopt de groei van het
aantal vestigingen in de Drechtsteden en Nederland elkaar niet veel.
43
Figuur 5.2
Ontwikkeling aantal vestigingen, 2008-2012
125
120
115
110
105
100
2008
2009
2010
Drechtsteden
2011
2012
Nederland
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa
Binnen de Drechtsteden is de ontwikkeling van de werkgelegenheid in WestAlblasserwaard opvallend. Sinds 2008 is de werkgelegenheid daar fors gegroeid,
maar ook in het laatste jaar is er nog sprake van groei. Dit geldt voor alle drie
gemeenten. Dit in tegenstelling tot Dordrecht en de Zwijndrechtse Waard waar
de werkgelegenheid over de hele periode én in het laatste jaar is gekrompen.
Figuur 5.3
Groeipercentage werkzame personen, per subregio (%)
-2,1%
Do rdr echt
-3,1%
0,6%
-We st
A lblasse rwaa rd
8,5%
2011- 2012
- 3,6%
Zwijndrechtse
W aard
-2,6%
2008- 2012
-1,7%
D rechtste den
0,2%
-5%
0%
5%
10%
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden
De gunstigere werkgelegenheidsontwikkelingen in de West-Alblasserwaard zijn
ook terug te zien in de ‘economische prestaties’ van Bureau Louter. Jaarlijks
vergelijkt Bureau Louter de economische prestaties van alle gemeenten. In dit
onderzoek
29
worden alle ruim 400 Nederlandse gemeenten beoordeeld op
structurele kenmerken (‘huidige situatie’) en indicatoren voor economische
groei (‘ontwikkeling’), zoals de omvang en ontwikkeling van het aantal
arbeidsplaatsen (onderscheiden naar tien economische sectoren), de omvang
en ontwikkeling van de toegevoegde waarde, het aantal starters (ook
onderscheiden naar economische sectoren) en ontwikkelingen op het gebied
van bedrijfsonroerend goed (bedrijventerreinen en kantoren). Dit resulteert in
een gemiddeld rapportcijfer voor het economisch presteren.
Onderstaande figuur presenteert de rapportcijfers voor het economisch
presteren van de Drechtsteden in 2012. Van de zes gemeenten hebben
Alblasserdam en Sliedrecht vorig jaar het best gepresteerd, gevolgd door
Dordrecht. Deze gemeenten staan binnen de top 100. Alle drie gemeenten in
West-Alblasserwaard hebben beter gepresteerd dan het jaar ervoor. Dit geldt
niet voor de gemeenten in de Zwijndrechtse Waard en Dordrecht. Vooral voor
Dordrecht is de daling opvallend. Gevolg is dat Dordrecht naar de 90e positie is
29
44
Economische toplocaties 2013, Bureau Louter, 2013
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
afgezakt (in 2011 nog op de 69e positie). Gemiddeld is het rapportcijfer voor de
hele Drechtsteden vrijwel gelijk gebleven (6,86 in 2011, 6,85 in 2012). Kortom,
als regio presteren de Drechtsteden gelijk aan het vorige jaar, maar binnen de
Drechtsteden zien we een duidelijk verschuiving.
Figuur 5.4
Rapportcijfer en positie ‘economische prestaties’ Drechtsteden, 2011 en 2012
Alblasserdam
7,42 (25)
Dordrecht
6,91 (90)
Hendrik-Ido-Ambacht
6,08 (294)
Papendrecht
6,60 (158)
Sliedrecht
7,36 (30)
Zwijndrecht
6,72 (127)
Drechtsteden
6,85
1
2
3
4
5
2012
6
7
8
9
10
2011
Bron: Bureau Louter
Marktsector
Eerder in dit hoofdstuk zagen we in de Drechtsteden sinds 2008 een lichte
stijging van de werkgelegenheid, maar met een duidelijke daling in 2011. Hoe
heeft de marktsector zich daarbinnen ontwikkeld? Naast de ontwikkeling van de
totale werkgelegenheid is in figuur 5.5 de ontwikkeling in de marksector
weergegeven. Tot 2011 zien we in de marktsector een gunstigere ontwikkeling
van de werkgelegenheid dan gemiddeld, daarna neemt de werkgelegenheid in
de marktsector net zo veel af als de totale werkgelegenheid.
De daling van de werkgelegenheid in het laatste jaar zien we duidelijk terug in
het MKB. Vooral in het kleinbedrijf (< 50 werkzame personen) is de
werkgelegenheid in 2011 fors afgenomen. Eerder zagen we al een krimp bij het
middenbedrijf (50-249 werkzame personen). Opvallend is de ontwikkeling van
de werkgelegenheid in het grootbedrijf. De stijging in 2008 komt door
toetreding van vijf bestaande bedrijven tot het grootbedrijf, maar ook in de
periode daarna zien we toch een gunstige ontwikkeling van de werkgelegenheid
in het grootbedrijf.
Figuur 5.5
Ontwikkeling groot-, midden- en kleinbedrijf in de Drechtsteden, 2008-2012
(per 1.1)
115
110
105
100
95
2008
2009
2010
kleinbedrijf
middenbedrijf
totale marktsector
Drechtsteden
2011
2012
grootbedrijf
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden
45
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid
In de periode 2008-2012 is in de Drechtsteden het aantal vestigingen tot 2011
per saldo elk jaar toegenomen. Per saldo nam ook steeds de werkgelegenheid
toe. In 2011 is het aantal vestigingen duidelijk afgenomen en ook de
werkgelegenheid daalde. Maar hoe zit het nu precies? Doordat er nieuwe
bedrijven worden opgericht en bedrijven worden opgeheven treedt er
verandering in de werkgelegenheid op. Verandering in de werkgelegenheid
treedt ook op doordat bestaande bedrijven groeien of krimpen. Figuur 5.6 geeft
aan welke gevolgen de bedrijvendynamiek heeft gehad voor de
werkgelegenheid in de Drechtsteden. Tot en met 2010 zien we steeds meer
nieuwe werkgelegenheid als gevolg van nieuwvestiging of oprichting dan wat er
aan werkgelegenheid verloren gaat als gevolg van opheffing of vertrek. Vanaf
2011 verandert dit. Het grote negatieve verschil tussen nieuwe werkgelegenheid
als gevolg van nieuwe bedrijvigheid en het verlies als gevolg van opheffing en
vertrek van bedrijven, in combinatie met ook nog eens een, weliswaar geringe,
krimp bij bestaande bedrijven, heeft in het laatste jaar uiteindelijk geresulteerd
in een fors verlies aan werkgelegenheid.
Figuur 5.6
Ontwikkeling van werkgelegenheid in de Drechtsteden door nieuwvestiging/
oprichting, opheffing/vertrek en krimp/uitbreiding
504
3.140
2008-2009
-2.694
-164
3.908
2009-2010
-3.584
245
3.781
2010-2011
-3.179
-35
1.271
2011-2012
-2.954
-4000
-3000
-2000
-1000
op he ffing /v ertre k
0
1000
2000
nieuwve stig ing/ op richting
3000
4000
uitbreid ing/ krimp
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden
Een groot deel van de nieuw opgerichte bedrijven zijn startende ondernemers.
Zij zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid. Landelijk
gezien komt driekwart van de groei van de werkgelegenheid voor rekening van
de snelle groeiers.30 De regio Drechtsteden telde in 2012 1.717 startende
ondernemers, een daling van 1,7% ten opzichte van 2011. Voor het eerst sinds
2009 een daling. Ook in Nederland is het aantal startende ondernemers
afgenomen, zelfs nog veel sterker dan in de Drechtsteden. In Nederland daalde
het aantal met 15%. De sterke daling van de werkgelegenheid in de
Drechtsteden in 2011 (zie figuur 5.6) lag dus niet aan het aantal starters (toen
nog een groei).
De forse groei van het aantal startende ondernemers in de Drechtsteden en
landelijk sinds 2009 is vooral het gevolg van de groei van het aantal zzp-ers.
Landelijk is het aandeel zzp-ers binnen de startende ondernemers de afgelopen
jaren sterk toegenomen. In 2008 kon nog 89% van de starters als zzp-er 31
worden aangemerkt, in 2012 is dit gestegen naar 96%.32 De economische crisis
heeft velen naar een zelfstandig ondernemerschap gedreven. De daling van het
aantal starters in het afgelopen jaar komt door de druk op de arbeidsmarkt. In
de Drechtsteden tellen we begin 2012 ruim 5.200 zzp-ers.
30
31
32
46
Panteia, Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012, juli 2013
Uitgaande van een brede definitie: alle startende ondernemers met 1 of minder werkzame personen.
Kamer van Koophandel Nederland, Startersprofiel 2012, januari 2013.
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Figuur 5.7
Ontwikkeling aantal starters, 2008-2012
120
110
100
90
80
2008
2009
2010
Drechtsteden
2011
2012
Nederland
Bron: Kamer van Koophandel
5.2
Ontwikkeling werkgelegenheid in sectoren
In de vorige paragraaf zagen we voor de Drechtsteden een duidelijke krimp van
de werkgelegenheid in het laatste jaar en nog een lichte groei in de periode
vanaf 2008. Hoe heeft de werkgelegenheid zich ontwikkeld in de verschillende
sectoren? Figuur 5.8 geeft hiervan een overzicht. In het laatste jaar (2011) is de
krimp van de werkgelegenheid in vrijwel alle sectoren terug te zien. Alleen bij
de overheid is het aantal werkzame personen nog licht toegenomen. De
landbouw en visserij even buiten beschouwing gelaten (vanwege geringe
werkgelegenheid in deze sector) is de werkgelegenheid in 2011 het meest
afgenomen in de sector cultuur/recreatie/overige dienstverlening, de bouw, de
horeca en de zakelijke dienstverlening.
Figuur 5.8
Groeipercentage werkzame personen Drechtsteden, per bedrijfstak (%)
landbouw en visserij
-5,6%
-18,8%
-0,5%
-3,6%
industrie
bouwnijverheid
-4,9%
-3,3%
groothandel
-0,1%
0,2%
-1,4%
detailhandel/reparatie
0,4%
-0,6%
vervoer/opslag
2,9%
-3,9%
horeca
9,7%
-2,9%
informatie/communicatie
financiële instellingen
5,4%
2011-2012
-1,8%
-16,4%
-3,4%
zakelijke dienstverlening
overheid
-2,6%
-2,4%
-5,4%
onderwijs
-0,4%
gezondheid en welzijn
3,9%
cultuur/recreatie/overige
dienstverlening
-8,7%
-3,9%
-1,7%
totaal
-20%
2008-2012
6,2%
0,7%
0,2%
-10%
0%
10%
20%
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden
47
In veel sectoren zien we, ondanks het verlies aan werkgelegenheid in 2011,
toch nog een groei over heel de periode 2008-2012 (zie ook figuur 5.7). Dit is
vooral zo in de horeca, de zakelijke dienstverlening, informatie/communicatie en
de zorg.
De krimp van de werkgelegenheid in bijna alle sectoren in het laatste jaar is ook
het landelijke beeld (zie figuur 5.9). Wel zien we in de Drechtsteden in veel
sectoren een krimp die sterker is dan landelijk. Alleen in de sectoren horeca en
gezondheid/welzijn was er landelijk in 2011 nog sprake van een groei van de
werkgelegenheid. Het omgekeerde zien we bij de overheid: een lichte groei nog
in de Drechtsteden, krimp landelijk. Vooral in de sector cultuur/recreatie/overige
dienstverlening, de bouw, de horeca, informatie/communicatie, de zakelijke
dienstverlening en het onderwijs ontwikkelde de werkgelegenheid zich hier in
2011 minder gunstig dan landelijk gemiddeld.
Figuur 5.9
Groeipercentage
Nederland
werkzame
personen
Drechtsteden
versus
-5,6%
landbouw en visserij
-3,1%
-0,5%
-1,3%
industrie
-4,9%
-4,1%
bouwnijverheid
-0,6%
handel/reparatie
-0,3%
-0,6%
-2,1%
vervoer/opslag
-3,9%
horeca
0,3%
-2,9%
-0,4%
informatie/communicatie
-1,8%
financiële instellingen
Drechtsteden
-1,6%
-3,4%
-0,1%
zakelijke dienstverlening
Nederland
0,7%
overheid
-1,9%
-2,4%
onderwijs
0,0%
-0,4%
gezondheid en welzijn
cultuur/recreatie/overige
dienstverlening
2011-2012,
1,1%
-8,7%
0,0%
-1,7%
-0,7%
totaal
-10%
-5%
0%
5%
10%
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden
Zoals we in de vorige paragraaf hebben gezien heeft de werkgelegenheid in de
Drechtsteden zich over de hele periode tussen 1.1.2008 en 1.1.2012 gunstig
ontwikkeld: een lichte groei (+0,2%) in de Drechtsteden tegenover een krimp
landelijk (-1,1%). De gunstigere ontwikkeling in veel sectoren in deze regio is
hiervoor de belangrijkste verklaring 33. Figuur 5.10 laat zien in welke sectoren de
werkgelegenheid in de Drechtsteden zich gunstiger respectievelijk ongunstiger
heeft ontwikkeld. Ondanks verlies aan werkgelegenheid deden de Drechtsteden
het over deze hele periode bezien relatief beter in de sectoren industrie en
bouw.
33
48
Het effect van een andere sectorstructuur in de Drechtsteden ten opzichte van de landelijke structuur is vrijwel nihil.
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
In de handel, vervoer/opslag, informatie/communicatie is de werkgelegenheid in
de Drechtsteden gegroeid, terwijl deze sectoren in Nederland zijn gekrompen.
In de horeca en de zakelijke dienstverlening is de groei in deze regio groter dan
landelijk. De Drechtsteden doen het relatief slecht in de financiële sector en de
overheid (meer krimp dan landelijk), in het onderwijs en de sector
cultuur/recreatie/overige dienstverlening (krimp tegenover landelijke groei) en
de zorg (minder groei dan landelijk).
Figuur 5.10 Sectoren die het in de Drechtsteden
in 2008-2012 relatief goed deden
en die het in 2008-2012
relatief slecht deden
industrie / energie
financi ële inste llinge n
bouwnijverheid
over he id
handel / reparatie
vervo er / o pslag
onderwijs
ho reca
info rmatie / co mmunicatie
g ezo nd heid en welzijn
zakelijke dienstverlening
cultuur/ recreatie/ov erig e
d ie nstverlening
totaal
-15% -10%
Nederland
-5%
0%
Drechtsteden
5%
10%
-15
%
-10
%
Ne derland
-5%
0%
5%
D rechtsteden
Landbouw en visserij vanwege geringe betekenis voor de regio niet opgenomen.
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa
Subregio’s
In het vorige hoofdstuk zagen we tussen West-Alblasserwaard, Zwijndrechtse
Waard en Dordrecht duidelijke verschillen in de sectorstructuur, en eerder in dit
hoofdstuk
ook opvallende verschillen in de ontwikkeling van de totale
werkgelegenheid in deze drie subregio’s. In West-Alblasserwaard heeft de
werkgelegenheid zich sinds 2008, en ook in het laatste jaar, gunstiger
ontwikkeld dan in de twee andere subregio’s. Hieronder zoomen we per
subregio in op de ontwikkeling van de verschillende sectoren (zie ook figuur
5.11).
West-Alblasserwaard
In vergelijking met de hele Drechtsteden en de twee andere subregio’s zien we
voor West-Alblasserwaard meer sectoren waarin de werkgelegenheid is
gegroeid. En daar waar sprake is van krimp, is deze krimp kleiner dan
gemiddeld. Heel opvallend is de ontwikkeling van de zakelijke dienstverlening
en de zorg. Sinds 2008 is de werkgelegenheid in deze sectoren met meer dan
20% gegroeid. Verder ontwikkelt deze regio zich goed in de sectoren
industrie/delfstoffen/energie, bouw, groothandel en vervoer/opslag.
Zwijndrechtse waard
In deze regio is de werkgelegenheid in 2011 in bijna alle sectoren gekrompen.
Ook over hele periode vanaf 2008 zien we voor de meeste sectoren een krimp.
Drie
dienstverlenende
sectoren
vormen
een
uitzondering:
zakelijke
dienstverlening, zorg en cultuur/recreatie/overige dienstverlening. Deze
sectoren hebben zich gunstiger ontwikkeld dan gemiddeld in de Drechtsteden.
Ook de detailhandel heeft zich in deze regio relatief goed ontwikkeld.
49
10
%
Figuur 5.11 Ontwikkeling werkgelegenheid in de Drechtsteden naar subregio en sector,
2008-2012
Dordrecht
West-Alblasserwaard
industrie
bo uwnijver he id
-8,8%
-14,8%
ve rvo er/op sla g
ho reca
infor matie /communicatie
g ezond heid e n welzijn
cultuur/recre atie /ov erig e
d ienstverlening
to ta al
-30%
-1,1%
1,5%
- 4,7%
- 6,1%
2,8%
22,3%
bo uwnijver he id
g roo tha nd el
d etai lha ndel/ repar atie
ve rvo er/op sla g
ho reca
infor matie /communicatie
financi ële inste llinge n
zake lijk e die nstve rlening
o ver he id
onde rwijs
g ezond heid e n welzijn
cultuur/recre atie /ov erig e
d ienstverlening
to ta al
-30%
-4,8%
-4,3%
2,5%
21,0%
-7,7%
0,2%
-11,7%
20112012
-3,6%
-9,5%
-4,9%
-2,8%
-3,9%
22,0%
1,5%
0,7%
0,6%
-2,8%
-2,1%
-1,2%
-3,6%
3,9%
21,7%
-14,1%
- 7,8%
-0,8%
-6,4%
-2,1%
-3,1%
-15%
0,6%
8,5%
0%
15%
30%-30%
-15%
0%
15%
-0,5%
-3,6%
-5,8%
-2,2%
-4,9%
-3,3%
- 6,4%
- 13,9%
-0,1%
0,2%
- 1,1%
-1,4%
1,9%
0,4%
0,8%
-0,6%
- 1,6%
2,9%
-3,6%
-3,0%
-3,9%
9,7%
-2,9%
-6,2%
-11,8%
5,4%
20112012
-1,8%
-16,4%
-2,8%
-2,8%
-3,4%
6,2%
10,2%
0,2%
0,7%
- 12,6%
20082012
-2,6%
-2,4%
-5,4%
-0,4%
0,5%
-7,7%
-3,5%
7,6%
3,9%
-8,7%
-3,9%
-3,5%
10,2%
-1,7%
-3,6%
-2,6%
0,2%
0%
15%
30% -30%
-15%
0%
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden
50
30%
Drechtsteden
- 5,1%
- 9,1%
-15%
20082012
-16,1%
-3,1%
-5,8%
Zwijndrechtse Waard
industrie
4,2%
5,4%
3,7%
o ver he id
onde rwijs
6,7%
3,3%
8,0%
-1,8%
-1,1%
financi ële inste llinge n
zake lijk e die nstve rlening
-1,5%
2,0%
6,3%
g roo tha nd el
d etai lha ndel/ repar atie
2,7%
9,5%
-9,5%
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
15%
30%
Dordrecht
In Dordrecht zien we bijna hetzelfde beeld als in de Zwijndrechtse Waard. Veel
sectoren zijn het laatste jaar gekrompen. Alleen in de industrie en groothandel
is de werkgelegenheid gegroeid. Ondanks krimp in 2011 zien we over de hele
periode 2008-2012 toch een gunstige ontwikkeling in de horeca en de
informatie/communicatie. Een relatief groot verlies aan werkgelegenheid is er in
de bouw en in de sector cultuur/ recreatie/overige dienstverlening. Deze laatste
is echter maar een kleine sector.
5.3
Groei op bedrijventerreinen en elders
Bijna de helft van de werkgelegenheid in de Drechtsteden bevindt zich op
bedrijventerreinen. Mede dankzij de beschikbaarheid van voldoende ruimte voor
nieuwe bedrijvigheid op een aantal hoogwaardige bedrijventerreinen in de regio
neemt het aandeel werkgelegenheid op bedrijventerreinen in de totale
werkgelegenheid steeds meer toe. De werkgelegenheid op de bedrijventerreinen
is het afgelopen jaar weliswaar gekrompen, maar minder dan de totale
werkgelegenheid. Over de periode sinds 2008 is de werkgelegenheid op
bedrijventerreinen zelfs duidelijk toegenomen tegenover een lichte groei over
het totaal.
Figuur 5.12 Ontwikkeling werkgelegenheid in de Drechtsteden, totaal en op
bedrijventerreinen
-1,7%
totaal
0,2%
-0,8%
op
bedrijventerreinen
2011-2012
2,1%
2008-2012
-2,4%
elders
-1,4%
-4%
-3%
-2%
-1%
0%
1%
2%
3%
4%
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden
Figuur 5.13 geeft een overzicht van de bedrijventerreinen in de Drechtsteden
waarop de werkgelegenheid sinds 2008 het meest is gegroeid en de
bedrijventerreinen met de grootste krimp. Met uitzondering van Dordtse Kil III
en Amstelwijck (beide in Dordrecht) zijn het vooral bedrijventerreinen in WestAlblasserwaard waar de werkgelegenheid het meest is gegroeid. Grootste
verliezers zijn verouderde bedrijventerreinen in Dordrecht en Zwijndrecht.
Figuur 5.13 Bedrijventerreinen met de meeste winst en met het meeste verlies aan
werkgelegenheid, 2008-2012
Oosteind/Ketelhaven
Dordtse Kil III
Amstelwijck
Polder Het Nieuwland-Al
Stationspark
Noordhoek
Dordtse Kil I
1e Merwedehaven
Louterbloemen
De Geer
Schotmanterrein
-600
-400
-200
0
200
400
600
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden
51
52
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
6
Speerpuntsectoren: maritieme
cluster, zorg en welzijn en
vrijetijdseconomie
54
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
6
Speerpuntsectoren: maritieme cluster, zorg en
welzijn en vrijetijdseconomie
De maritieme cluster, de sector zorg en welzijn en de vrijetijdseconomie zijn speerpunten van
het economische beleid van de regio. Om die reden een breed ingestoken apart hoofdstuk
over de (regionale) situatie en ontwikkelingen in deze sectoren.
6.1
De maritieme cluster
De regio Drechtsteden (inclusief Nieuw-Lekkerland en Graafstroom) is na
Rotterdam en Amsterdam het derde maritieme knooppunt van Nederland. Er
zijn circa 870 maritieme bedrijven gevestigd, met 7.800 werkzame personen.
Voor de Drechtsteden in enge zin gaat het om minstens 820 bedrijven met
7.500 werkzame personen. Dit is 7,3% van de totale werkgelegenheid in de
Drechtsteden. Ter vergelijking: dit is even groot als de hele sector detailhandel
in de regio en beduidend groter dan bijvoorbeeld de hele overheidssector
(4.700 werkzame personen) of de onderwijssector (6.000 werkzame
personen).34
Landelijk is de maritieme cluster goed voor (cijfers 2011):
€ 31,6 mld productiewaarde (22,3 mld direct, 9,3 mld indirect)
€ 13,9 mld toegevoegde waarde (10,1 mld direct en 3,8 mld indirect)
12.000 bedrijven
181.000 banen (129.000 direct en 52.000 indirect)
exportquote 64% (5,5% totale Nederlandse export)
In de maritieme cluster worden 11 deelsectoren onderscheiden. Voor de
Drechtsteden zijn naast de binnenvaart vooral de maritieme maakindustrie
(scheepsbouw, maritieme toeleveranciers, maakgedeelte off-shore) en de
waterbouw van belang.
Bronnen: Nederland Maritiem Land 2012 en Scheepsbouw Nederland 2011
34
OCD (2011), Economische betekenis maritieme cluster Drechtsteden in cijfers
55
Maritieme maakindustrie en waterbouw Rijndelta
De maritieme maakindustrie bestaat uit de deelclusters scheepsbouw en
scheepsreparatie, maritieme toeleveranciers en offshore, voor zover het gaat
om activiteiten met betrekking tot de bouw van platforms, werkschepen
etcetera. Voor de natte waterbouw gaat het met name om ontwerp en
onderhoud, niet om het nautische deel. De maritieme maakindustrie en natte
waterbouw in de hele Rijndelta is goed voor een directe werkgelegenheid van
bijna 20.000 werkzame personen, 41% van het landelijke totaal in deze
deelclusters. Daar komt naar schatting nog eens ruim 15.000 indirecte
werkgelegenheid bij in andere sectoren van de economie. De totale directe
toegevoegde waarde bedroeg in 2009 naar schatting € 1,8 mld.35
Maritieme maakindustrie en waterbouw Drechtsteden
De Drechtsteden zijn vanouds een belangrijke regio voor de maritieme
maakindustrie en de waterbouw. Tal van toonaangevende bedrijven in deze
deelclusters zijn in deze regio gevestigd. Hiervan worden Boskalis, IHC
Merwede, Heerema, Bakker Sliedrecht, Bosch Rexroth en Pon Power tot de
“leader firms” van de maritieme cluster gerekend.36,37 Er is sprake van een
hecht cluster met veel onderlinge relaties, zowel op het gebied van
toeleveranties als innovatie en opleidingsfaciliteiten voor personeel. In totaal
gaat het om zo’n 140 bedrijven met minimaal 5 werkzame personen, die samen
goed zijn voor ruim 7.500 arbeidsplaatsen.38
Deze sector heeft zich in de Drechtsteden in de periode 2008-2012 gunstig
ontwikkeld (tabel 6.1). Het aantal bedrijven groeide licht, van 132 in 2008 tot
136 in 2012. Wel is sinds 2010 sprake van een daling, als gevolg van een aantal
sluitingen van bepaalde bedrijfsonderdelen en verhuizingen naar elders. Het
aantal arbeidsplaatsen nam toe van 7.150 per 1.1.2008 tot 7.590 per 1.1.2012.
Dat is een groei van 6%. Zonder Boskalis is zelfs sprake van een groei met
9%.39 In 2011, het laatste jaar waarover we over cijfers beschikken, bleef het
aantal arbeidsplaatsen goed op peil. De maritieme maakindustrie in de regio
lijkt daarmee gemiddeld beter te presteren dan landelijk gemiddeld.
Tabel 6.1
Ontwikkeling maritieme maakindustrie 2008-2012
2008
2009
Drechtsteden vestigingena
132
134
Drechtsteden werkzame personen absoluutb
7.150
7.496
Drechtsteden werkzame personen, indexc
100
105
Nederland werkzame personen, indexd
a
b
c
d
100
103
2010
141
7.595
107
2011
139
7.584
109
2012
136
7.591
109
101
99
98
vestigingen met minimaal 5 werkzame personen; Bronnen: Scheepsbouw Nederland, aangevuld
uit diverse bronnen (zie voetnoot 5)
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden, per 1.1
exclusief Boskalis
Bron: Nederland Maritiem Land
Recente ontwikkelingen en vooruitzichten
De Nederlandse scheepsbouw en maritieme toeleveranciers hebben in 2012
gelet op het aanhoudende gure economische klimaat relatief goede resultaten
geboekt, aldus het jaarverslag van Scheepsbouw Nederland. Grootste knelpunt
blijft de beperkte beschikbaarheid van financiering voor nieuwe projecten
waardoor minder projecten konden worden binnengehaald en de jaarcijfers
35
36
37
38
39
56
OCD (2012), Maritieme maakindustrie en waterbouw Rijndelta
Nederland Maritiem Land (2013), De Nederlandse Maritieme Cluster: monitor 2012, NML serie nr 39
Daarnaast wordt ook Mercurius Scheepvaart group tot de “leader firms” in de binnenvaart gerekend
Dit is het totaal aantal arbeidsplaatsen bij 136 bedrijven per 1.1.2012. Voor een aantal maritieme toeleveranciers
geldt dat die bedrijven ook aan andere dan maritieme bedrijven toeleveren. Het aandeel ‘maritiem’ is onbekend.
Bronnen: Scheepsbouw Nederland, Vereniging van Waterbouwers, Drechtstedenmaritiem, Bedrijvenregister
Drechtsteden
Veel van de arbeidsplaatsen die aan Boskalis worden toegerekend zijn arbeidsplaatsen in het buitenland
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
lager zijn uitgekomen dan vorige jaren. De werkgelegenheid (direct en indirect)
in de totale scheepsbouwcluster daalde in 2012 met 2,3%.40
Ondanks de economische tegenwind is de orderportefeuille van veel bedrijven in
de cluster goed gevuld. In de Drechtsteden geldt dat bijvoorbeeld voor Oceanco,
Heerema, en IHC Merwede.41 De laatste maakte recent een historische megaorder bekend die in totaal 4.000 manjaren werk oplevert voor het bedrijf zelf en
de vaste toeleveranciers. Veel werk dus, maar naast de beperkte
financieringsmogelijkheden blijft ook de voldoende beschikbaarheid van goed
opgeleid personeel een zorgpunt. Voor veel extra werk kan in Nederland geen
vakbekwaam personeel worden gevonden. Onlangs is de Human Capital Agenda
van de topsector Water aan de overheid aangeboden. Recente studies voorzien
voor de metalektro in de Rijndelta voor de komende jaren forse tekorten aan
gediplomeerde schoolverlaters hbo, mbo en vmbo werktuigbouwkundigen,
elektrotechnici en machinebouwers/metaalbewerkers.42 Hier ligt vooral een
grote vervangingsvraag aan ten grondslag. Ook het UWV wijst in een recent
sectorrapport op te verwachten (grote) tekorten aan technisch geschoold
personeel.
Tegelijkertijd
is
sprake
van
upgrading:
het
gevraagde
opleidingsniveau stijgt. Ook nu zijn er - naast een groeiende werkloosheid - in
de metalectro nog moeilijk vervulbare vacatures, met name voor
gespecialiseerde vakmensen.43
Programma’s, projecten, initiatieven
In de Drechtsteden lopen - ondersteund door het programma arbeidsmarktbeleid - verschillende programma’s, projecten en initiatieven ter versterking van
de
maritieme
maakindustrie,
waarmee
aangesloten
wordt
op
het
Topsectorenbeleid en de Economische Agenda Zuidvleugel. In samenwerking
met werkgevers, het onderwijs en (veelal) de regio’s Rijnmond en
Albasserwaard/Vijfheerenlanden wordt gewerkt aan versterking van de
innovatiekracht van het MKB, een betere aansluiting van het onderwijs op de
vraag in de sector, de instroom van jong talent en het verbeteren van het imago
van de sector. Eind februari van dit jaar hebben bestuurders van de drie o’s
(overheid, onderwijs, ondernemers) hierover nadere afspraken gemaakt, die
onder de noemer ‘Maritime Delta’ verder worden uitgewerkt. Lopende
programma’s/initiatieven zijn onder andere: Proeftuin Maritieme Innovatie
Drechtsteden, Ideecafé’s, een carriére- en innovatiebeurs ‘Maritime Innovation
Experience’, het Masterplan Beroepsonderwijs, Centrum voor Innovatief
Vakmanschap, Traineeships voor HBO studenten, Metalent en TechniekDock
(kennismaking van scholieren met de maritieme techniek). Ook de
Duurzaamheidsfabriek, het topinstituut Ecoshape en de start in 2014 van een
nieuwe internationale maritieme masteropleiding in Dordrecht door de STCGroup kunnen in dit verband niet onbenoemd blijven. 44
Al met al hebben deze programma’s, projecten en initiatieven er toe geleid en
zijn zij ook deels de uiting daarvan dat Maritieme Techniek veel meer dan enige
tijd geleden ook daadwerkelijk dé speerpuntsector van de regio is geworden en
er een veel betere aansluiting tussen onderwijs (op alle niveaus) en het
bedrijfsleven is ontstaan. Meer dan voorheen wordt daardoor opgeleid voor de
vraag van het regionale bedrijfsleven en werkt het onderwijs mee aan het
oplossen van innovatievragen van regionale bedrijven.
Ook op fysiek gebied zijn er stappen gezet die de maritieme cluster in de regio
verder zullen kunnen versterken. Het project ‘Maritiem Servicecluster
Drechtsteden’ heeft een projectsubsidie van de provincie gekregen, waarmee de
40
41
42
43
44
Scheepsbouw Nederland, Jaarverslag 2012
AD De Dordtenaar, 16 maart, 24 mei en 10 augustus 2013
OCD (2012), op cit
UWV (2013b), De Metalektro en Metaalnijverheid, sectorbeschrijving
Zeer recent werd ook een nieuw convenant ondertekend in het kader van het nieuwe actieplan jeugdwerkloosheid
waardoor duizend jongeren de komende jaren een technisch vak leren waarin werken en leren samen opgaan
57
(her)ontwikkeling van de terreinen Het Plaatje in Sliedrecht en Grotenoord in
Hendrik-Ido-Ambacht tot locaties waar onderhoud en reparatie voor de
binnenvaart op een innovatieve manier worden samengebracht, een stap
dichterbij is gekomen. De werkzaamheden op Het Plaatje starten naar
verwachting dit najaar.
6.2
Zorg en welzijn
De sector zorg en welzijn is met een aandeel van 17% in het totaal aantal
arbeidsplaatsen in de regio een zeer belangrijke bron van werkgelegenheid.
Landelijk ligt dit aandeel op 15,5% (peildatum 1.1.2012). Zorg en welzijn liet
het vorige decennium een spectaculaire werkgelegenheidsgroei zien: in de
periode 2001-2010 was de sector verantwoordelijk voor driekwart van de totale
werkgelegenheidsgroei in de Nederlandse economie.45 Tot voor kort was dit ook
de enige brede sector waar de werkgelegenheid nog toenam. In 2010 nam het
aantal banen nog met 3,8% toe, in 2011 nog met 2,2%. In 2012 was ook hier
echter de groei eruit en in het 1e kwartaal van 2013 daalde voor het eerst in
jaren ook het aantal banen in deze sector, een daling die zich in het 2e kwartaal
voortzette.
Figuur 6.1
Banen van werknemers zorg en welzijn, x 1.000, seizoengecorrigeerd
1400
1350
1300
1250
1200
1150
09-I
09-II 09-III 09-IV
10-I
10-II 10-III 10-IV
11-I
11-II 11-III 11-IV
12-I
12-II 12-III 12-IV
13-I
13-II
Bron: CBS
Ook in de Drechtsteden droeg de sector zorg en welzijn tot voor kort fors bij aan
de groei van de werkgelegenheid. Tussen 2008 en 2012 (per 1.1.) nam het
aantal arbeidsplaatsen met 5,6% toe. De totale werkgelegenheid groeide in die
zelfde periode met 3%. De groei ligt wel lager dan landelijk gemiddeld, waar de
werkgelegenheid in de zorg en welzijn tussen 2008 en 2012 met 9% groeide. In
het laatste jaar waarover goed vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn, 2011,
groeide de werkgelegenheid in de sector landelijk nog met 1,1%, in de
Drechtsteden was toen echter al sprake van een lichte teruggang met 0,4%.
45
58
UWV (2013a), UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014, met een doorkijk naar 2018
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Figuur 6.2
Werkzame personen zorg en welzijn Drechtsteden en Nederland, %+/-
5,6%
Drechtsteden
-0,4%
9,0%
Nederland
1,1%
-2%
0%
2%
4%
2011
6%
8%
10%
1.1.2008-1.1.2012
Bronnen: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa
Recente ontwikkelingen en vooruitzichten
Anders dan eerder voorspeld kent de arbeidsmarkt in de sector zorg en welzijn
geen aanzienlijke tekorten aan personeel. Langer doorwerken, de slecht
draaiende economie (waardoor veel jongeren en zij-instromers eerder kiezen
voor zorg en welzijn) en de vele arbeidsmarktmaatregelen in de sector dragen
daar aan bij. Niettemin dreigen er op termijn, vooral na 2015, wel tekorten, met
name voor verzorgende en bepaalde groepen hbo-plus en wo-opgeleiden. Ook
in de sector zorg en welzijn is daarbij een trend aanwezig naar een steeds
grotere behoefte aan hoger opgeleid personeel. Overschotten zijn er vooral op
de lagere kwalificatieniveaus.46
Het UWV voorziet voor 2013 en 2014 nog slechts een zeer bescheiden groei van
het aantal banen in de sector: in 2013 nog 0,8% groei, in 2014 nog maar 0,2%.
Dit steekt schril af tegen de groeicijfers in het verleden. Belangrijkste oorzaak
zijn de omvangrijke bezuinigingsmaatregelen van de overheid. Met name de
thuiszorg, de jeugdhulpverlening, en de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk worden daardoor getroffen.47,48 Voor de periode 2015-2018 gaat het UWV
uit van een historisch gezien nog steeds bescheiden groei van 0,7% per jaar. De
vacaturemarkt herstelt zich naar verwachting iets meer tot een totaal van ruim
100.000 vacatures per jaar. Er zijn daarbij in de huidige en toekomstige kansen
op de arbeidsmarkt grote regionale verschillen. Voor de Drechtsteden lijkt de
huidige instroomkans in de zorg relatief klein, maar worden voor na 2015 juist
relatief grote tekorten verwacht.49 Ook de Rabobank verwacht dat het in de
Randstad na 2015 lastiger zal zijn om aan personeel te komen dan in veel
andere regio’s.50
Bovengenoemde vooruitzichten lijken gelet op de verwachtingen van de effecten
van de extramuralisering op de werkgelegenheid overigens wel erg optimistisch.
In recente schattingen voor de Drechtsteden wordt voor de intramurale zorg
rekening gehouden met een fors verlies aan werkgelegenheid voor tussen de
2.500 en 3.000 personen.51 Een aanzienlijk deel van hen zal in een extramurale
setting wel weer werk kunnen vinden, zo wordt verwacht. Maar de verwachting
is ook dat dat zeker niet voor alle medewerkers zal gelden.
46
47
48
49
50
51
AZW (2012), Arbeid in Zorg en Welzijn 2012, integrerend jaarrapport
UWV (2013a), op cit
ING (Kwartaalbericht sectoren november 2013) verwacht voor 2014 per saldo zelfs een daling van het
productievolume in de hele zorg en welzijn
UWV (2013c), De Zorg, sectorbeschrijving
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek (2013), Zorg in de regio’s, Utrecht
Extramuraliseren in de Drechtsteden, plan van aanpak 2013-2015
59
Programma’s, projecten, initiatieven
Ook in de sector zorg en welzijn is in de Drechtsteden sprake van verschillende
programma’s, projecten en initiatieven ter versterking van de arbeidsmarkt. Een
succesvol initiatief is het Servicepunt Zorg en Welzijn Zuid-Holland Zuid, een
samenwerkingsverband van UWV, werkgevers, Calibris, het DaVinci College en
de centrumgemeenten Dordrecht en Gorinchem, onder andere gericht op het
matchen van vraag en aanbod door vroegtijdige identificatie van te ontstane
overschotten in deelsectoren en het faciliteren van doorstroom binnen en zijinstroom in de sector. Wegens de bewezen meerwaarde hebben de partners
onlangs besloten de samenwerking voort te zetten. Het Servicepunt Z&W is ook
belast met de uitvoering van het project “Welslagen”, waarin werkzoekenden
die langer dan een jaar in de uitkering zitten een BBL-traject in de zorgsector
kunnen volgen om uiteindelijk als verzorgende niveau 3 in te stromen.
6.3
Vrijetijdseconomie
De vrijetijdssector is en blijft een sector van betekenis. Recreatie en toerisme is
een bron van werkgelegenheid, vooral ook voor lager opgeleiden en een goed
aanbod aan vrijetijdsvoorzieningen is in toenemende mate een belangrijke
vestigingsfactor voor bewoners én bedrijven. Werken volgt tegenwoordig veel
meer wonen dan andersom.52 Niet voor niets is de vrijetijdseconomie dan ook in
veel regio’s een speerpunt van economisch beleid, ook in de Drechtsteden.
De directe economische betekenis van toerisme en recreatie (T&R) in deze regio
is aanzienlijk. De toeristische recreatieve (T&R) bestedingen beliepen in 2011
een geschat totaal van € 287 mln. De daarmee samenhangende directe
werkgelegenheid is goed voor 3.700 banen, 3% van alle banen in de
Drechtsteden. Daarnaast zorgen de T&R bestedingen voor nog eens 1.400
banen indirecte werkgelegenheid.53
Verblijfstoerisme neemt toe
In de T&R sector wordt onderscheid gemaakt tussen verblijfstoerisme en
dagrecreatie. Verblijfstoerisme neemt in deze regio met 13% van de totale T&R
bestedingen een relatief bescheiden maar groeiende plaats in. Onder invloed
van een forse toename van het aantal overnachtingsmogelijkheden in de regio
zijn de bestedingen als gevolg van verblijfstoerisme in de regio tussen 2007 en
2011 met 25% toegenomen tot een totaal van € 36,5 mln in 2011. Het aantal
hotelbedden in de regio groeide in deze periode met 29%, het aantal
hotelovernachtingen met 24%. Dit is beduidend gunstiger dan gemiddeld in
Nederland (+1%) of de provincie Zuid-Holland (-3%). Ook het aantal
overnachtingen jachthaven passantenplaatsen (+27%) en camping (+62%)
namen in deze periode fors toe.54
52
53
54
60
o.a. Marlet, G. (2009), De aantrekkelijke stad
ZKA Consultants & Partners (2012), Economische betekenis toerisme en recreatie Zuid-Holland Zuid
ZKA (2012), op cit en idem, deelrapport Drechtsteden
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Figuur 6.3
Ontwikkeling verblijfstoerisme Drechtsteden 2007-2011
29%
hotelbedden
24%
hotelovernachtingen
overnachtingen
27%
jachthaven passanten
campingovernachtingen
62%
25%
bestedingen
hotelovernachtingen ZHolland
-3%
hotelovernachtingen
1%
Nederland
-20%
0%
20%
40%
60%
80%
Bron: ZKA (2012)
Dagrecreatie in de Drechtsteden klein in omvang en afgenomen
In 2011 waren de Drechtsteden de bestemming voor 15,2 miljoen recreatieve
dagtochten.55 De regio is daarmee geen voorname bestemmingsregio voor
dagrecreatie. Waar gemiddeld in Nederland in 2011 153 dagtochten per hoofd
van de Nederlandse bevolking werden gemaakt, waren de Drechtsteden voor 57
dagtochten per hoofd van haar bevolking de bestemming. Een fors verschil in
het nadeel van de regio dus, dat alleen voor het bezoek van evenementen
minder dan 50% bedraagt (figuur 6.4).
Is er dus nog volop ruimte voor verbetering van de ‘recreatiebalans’, dit neemt
niet weg dat de directe economische betekenis van de dagrecreatie ook voor
deze regio op dit moment aanzienlijk is. De daarmee gemoeide bestedingen
beliepen in 2011 een totaal van naar schatting € 250 mln., goed voor zo’n 4.400
banen (direct + indirect).
Mede onder invloed van de economische crisis maar ook als gevolg van de met
de opkomst van de nieuwe media gepaard gaande verschuiving van activiteiten
buitenshuis naar binnenshuis, is het aantal recreatieve dagtochten (-6%) en de
daarmee gemoeid bestedingen (-15%) tussen 2007 en 2011 gedaald (figuur
6.5). Dit is conform de trend, maar wel een kleinere daling dan gemiddeld: in
heel de provincie Zuid-Holland nam het aantal dagtochten met 13% af. 56
Attracties/evenementen en vooral cultuur springen er met een toename positief
uit. Gelet op de vele investeringen in culturele voorzieningen in de gemeente
Dordrecht die onlangs zijn of binnenkort nog gaan worden opgeleverd, valt te
verwachten dat de positieve lijn in het aantal dagbezoeken cultuur de komende
jaren verder zal worden doorgetrokken. Komen alle verwachtingen uit, dan kan
het aantal culturele dagbezoeken in de Drechtsteden groeien van 950.000 in
2011 tot zo’n 1,5 mln in 2015.
55
56
Dagtochten buitenshuis van Nederlanders in de recreatieve sfeer met een minimale duur van twee uur; Bron: ZKA
(2012)
ZKA (2012), op cit
61
Figuur 6.4
Recreatieve dagtochten per hoofd van de bevolking, met bestemming
Drechtsteden, en Nederland gemiddeld, 2011
60
50
51
40
30
32
27
20
18
10
15
13
11
10
8
4
6
4
2
5
2
4
0
aa
tg
ui
ur
ltu
cu
n
w
n
le
ke
in
or
vo
pl
ez
r
ie
n
te
en
m
e
en
ev
t
at
ie
ct
ra
Drechtsteden
n
te
en
m
e
en
ev
s/
e
w
b
s/
es
lln
y
ut
ea
w
ie
at
re
ec
r
er
at
it
bu
t
ea
cr
re
en
ie
Nederland
Bronnen: NBTC-Nipo, ZKA, CBS
Figuur 6.5
Ontwikkelingen dagbezoek en dagrecreatieve bestedingen Drechtsteden 20072011
-9%
-4%
buitenrecreatie
waterrecreatie
-2%
-19%
3%
wellness/beauty
-2%
9%
attracties/evenementen
winkelen voor plezier
-9%
bestedingen
15%
cultuur
24%
-5%
uitgaan
-7%
-6%
-15%
totaal
-30%
dagbezoeken
-19%
-26%
-20%
-10%
0%
10%
20%
30%
Bron: ZKA (2012)
Toeristisch stedenbezoek aan Dordrecht
Het toeristisch stedenbezoek aan Dordrecht (alle bezoeken van buiten de stad,
ongeacht de verblijfsduur) zit al jaren in de lift. In 2011 was dit gegroeid tot 2,4
miljoen bezoeken op jaarbasis. Recent zien we ook hier onder invloed van de
economische crisis wel een lichte teruggang. Dordrecht doet het ook al jaren
62
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
beter dan het gemiddelde. De vooruitzichten zijn op zich positief. De nieuwe
culturele voorzieningen en de Saturn zullen voor meer bezoekers van buiten de
stad zorgen. De verwachting is dat de boven gemiddelde groei daarmee zal
doortrekken.
Figuur 6.6
Ontwikkeling toeristisch bezoek aan Dordrecht, 2007-2012
2500
2.372
2000
2.298
2.039
1.783
1500
1.501
1.515
1000
500
666
711
746
834
818
752
0
2007
2008
2009
bezoekers (x1.000)
2010
2011
2012
bezoeken (x1.000)
Bron: NBTC-NIPO Research
Figuur 6.7
Ontwikkeling toeristisch bezoek aan steden, 2007-2012, aantal bezoeken,
(index 2007=100)
160
140
120
100
80
60
2007
2008
Dordrecht
2009
2010
8 histo rische steden
2011
2012
25 steden
Bron: NBTC-NIPO Research
Vestigingen en werkgelegenheid
De
detailhandel was per 1.1.2012 goed voor 7,3% van de totale
werkgelegenheid in de Drechtsteden (werkzame personen >= 12 uur), de
horeca voor 2%. Beide bieden ook veel kleine flexibele banen, de horeca ook
vooral seizoengebonden.
De werkgelegenheid (werkzame personen >= 12 uur) in de horeca heeft zich
tussen 2008 en 2012 met een groei van bijna 10% gunstig ontwikkeld. Het
aantal banen groeide nog harder, met 16,5%. Ook het aantal vestigingen
groeide. Het aantal werkzame personen in de detailhandel bleef in diezelfde
periode nagenoeg stabiel. Het aantal banen groeide wel (met 6%). Zo ook het
aantal vestigingen. In het laatste jaar (2011) zien we ook in deze sectoren een
krimp van het aantal vestigingen en de werkgelegenheid, zowel in werkzame
personen >= 12 uur als in alle banen.
De hele T&R sector volgens de landelijke afbakening omvat in de Drechtsteden
per 1.1.2012 770 vestigingen met in totaal 4.050 banen. Zowel in het aantal
vestigingen als het aantal banen zien we sinds 2008 een duidelijk stijgende lijn,
63
die onder invloed van de economische crisis in 2011 niet is voortgezet. De groei
concentreert zich vooral in Dordrecht. De ontwikkeling wijkt enigszins af van het
landelijke beeld: het aantal vestigingen groeide minder, het aantal banen
sterker. Ook groeide landelijk het aantal vestigingen in 2011 nog wel.
Tabel 6.2
Ontwikkeling vestgingen en werkgelegenheid (banen) detailhandel, horeca en
hele T&R sector Drechtsteden, 2008-2012
2008
2009
2010
2011
2012
detailhandel
. vestigingen
1.494
1.459
1.540
1.613
1.546
. banen, absoluut
10.005
9.946 10.357 10.659 10.613
. banen, index
100,0
99,4
103,5
106,5
106,1
horeca
. vestigingen
. banen, absoluut
. banen, index
374
2.321
100,0
369
2.237
96,4
387
2.455
105,8
429
2.769
119,3
409
2.701
116,4
hele R&T sectora
. vestigingen
. vestigingen, index
. vestigingen landelijk, index
700
100,0
100,0
700
100,0
104,5
740
105,7
109,7
810
115,7
113,8
770
110,0
115,6
. banen, absoluut
. banen, index
. landelijk banen, index
3.520
100,0
100,0
3.530
100,3
100,2
3.660
104,0
100,8
4.120
117,0
102,2
4.050
115,1
102,0
a
vlg landelijke afbakening; omvat naast (diverse categorieën) detailhandel en horeca ook
cultuur, recreatie en amusement, (water)sport en vervoer
Bron: Bedrijvenregister Drechtsteden en Lisa
Recente ontwikkelingen en vooruitzichten
Het UWV verwacht voor zowel de detailhandel als de horeca in 2013 een daling
van het aantal banen met 1%. In 2014 is in de horeca naar verwachting sprake
van stabilisatie, terwijl de werkgelegenheid in de detailhandel nog iets verder
krimpt (-0,2%). Na 2014 kunnen beide weer wat groeien en herstelt ook de
vacaturemarkt zich. Detailhandel en horeca zijn overigens sectoren waar van
oudsher zowel in relatieve als in absolute zin altijd veel vacatures zijn. Ook in
het crisisjaar 2012 ontstonden er landelijk in de detailhandel nog 126.000
vacatures (14% van het totaal aantal banen), in de horeca nog 56.000 (18%
van het totaal aantal banen).57
Deze sectoren bieden bij uitstek veel werk voor lager opgeleiden. Ook is sprake
van een groot en toenemend aantal flexibele contracten. Specifiek voor de
horeca geldt dat twee derde van de werkgelegenheid beroepen op elementair
(23%) of lager (43%) niveau betreffen. Van de in 2012 ontstane vacatures
(ingediend bij UWV) is dat zelfs 75%.58 Op termijn worden de
arbeidsmarktperspectieven voor de meeste horeca-opleidingen positief
ingeschat, ook voor lager opgeleide gediplomeerde schoolverlaters. De horeca
blijft voor de Drechtsteden echter een relatief kleine sector.
De regionale ambities voor de vrijetijdseconomie worden op dit moment samen
met acht partners verder uitgewerkt in het regionaal investerings- en
uitvoeringsprogramma “Waterdriehoek”. Daarin gaat het met name om het
realiseren van fysieke en mentale verbindingen tussen de drie iconen van de
regio, de Dordtse Binnenstad, Kinderdijk en de Dordtse Biesbosch. En om in het
verlengde daarvan ondernemers te verleiden tot investeringen.
57
58
64
UWV (2013a), op cit
UWV (2013d), De Horeca, catering en verblijfsrecreatie. Sectorbeschrijving
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
7
Vacatures
66
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
7
Vacatures
Met de daling van de werkgelegenheid en de matige vooruitzichten is ook het aantal
ingediende en openstaande vacatures fors gedaald. In dit hoofdstuk gaan we kort in op de
landelijke en regionale ontwikkelingen in het aantal vacatures. Het landelijke beeld baseren
we daarbij op CBS-cijfers, die - via een enquête - de hele vacaturemarkt in beeld brengen. De
regionale cijfers betreffen de op Werk.nl van het UWV ingediende en openstaande vacatures.
Bekend is dat hierin met name vacatures voor hoger opgeleiden zijn ondervertegenwoordigd.
7.1
Landelijk beeld vacature-ontwikkeling
Vanaf het 3e kwartaal 2011 daalt het aantal openstaande vacatures bij bedrijven
en instellingen in Nederland fors. Ook in het 2e kwartaal van 2013 zet deze
daling door. Er stonden eind juni 6.000 vacatures (6%) minder open dan aan
het einde van het eerste kwartaal. Ten opzichte van eind juni 2012 zijn dat er
17% minder, ten opzichte van eind juni 2011 33% minder. In het 2e kwartaal
van 2013 ontstonden 23% minder vacatures dan in hetzelfde kwartaal van
2011.
De krimp van het aantal vacatures doet zich in alle sectoren voor. De
industrie/bouw blijft op lange termijn de grootste krimp vertonen. Maar ook in
de zorg is het aantal vacatures fors gedaald. Daar lijkt de daling bovendien
verder toe te nemen. In de handel (inclusief horeca en persoonlijke diensten) en
het transport neemt de daling af.
Figuur 7.1 Openstaande (seizoengecorrigeerd) en ontstane vacatures, landelijk
totaal eind kwartaal (x 1.000)
openstaand per eind kwartaal t.o.v. zelfde kwartaal jaar
eerder
industrie/bouw
240
transport
200
handel/horeca/persdie*
zakelijke diensten
160
overheid/onderwijs
120
zorg
totaal
openstaand
Bron: vacature-enquête CBS
20
13
-I
I
20
12
-I
I
20
11
-I
I
20
10
-I
I
80
-40%
ontstaan
-30%
2012 Q3-2011 Q3
-20%
-10%
2012 Q4-2011 Q4
0%
2013 Q1-2012 Q1
2013 Q2-2012 Q2
* persdie:persoonlijke dienstverlening
7.2
Regionaal beeld
Eind 2e kwartaal stonden bij UWV-Werk.nl landelijk 44.000 vacatures open. Het
CBS komt via zijn vacature-enquête op 91.000 openstaande vacatures. Hoewel
dit een enquêtegegeven is, is duidelijk dat de cijfers van het UWV maar een
deel van de vacaturemarkt dekken. Met name vacatures voor hoger opgeleiden
worden relatief weinig bij het UWV ingediend. De cijfers van Werk.nl geven dus
vooral een beeld van de ontwikkeling van het aantal vacatures tot en met
middelbaar niveau.59
59
Met ingang van april 2011 zijn de cijfers van het UWV overigens wel completer geworden. Verder terugkijken dan het
2e kwartaal van 2011 heeft vanwege die trendbreuk geen zin.
67
De figuren 7.2 en 7.3 tonen dat ook in de Drechtsteden het aantal ingediende
en openstaande vacatures flink is gedaald. Vooral sinds half 2012 is sprake van
een dalende tendens, die zich in 2013 versterkt lijkt voort te zetten. De
Drechtsteden onderscheiden zich, net als de regio Gorinchem overigens,
daarmee - met name wat betreft de ontwikkeling van het aantal ingediende
vacatures - in negatieve zin van de buurregio’s Rijnmond en West-Brabant en
het landelijk gemiddelde.
Figuur 7.2
Vacatures UWV-Werk.nl, nieuw ingediend en openstaand, per (eind van de) maand, Drechtsteden en
Nederland
nieuw ingediend
openstaand
2400
1200
900
1800
600
1200
300
600
0
Drechtsteden
Figuur 7.3
Drechtsteden
Nederland (x100)
ju
ni
'1
3
de
c'
12
ju
ni
'1
2
de
c
ju
ni
'1
1
'1
1
ju
ni
'1
3
12
de
c'
ju
ni
'1
2
de
c
ju
ni
'1
'1
1
1
0
Nederland (x100)
Vacatures UWV-Werk.nl, nieuw ingediend en openstaand, kwartaal t.o.v. kwartaal een jaar eerder
nieuw ingediend
openstaand
Drechtsteden
Drechtsteden
Gorinchem
Gorinchem
Rijnmond
Rijnmond
WestBrabant
West-Brabant
Nederland
-60%
2012 Q3-2011 Q3
Nederland
-40%
-20%
2012 Q4-2011 Q4
0%
20%
2013 Q1-2012 Q1
40%
60%
2013 Q2-2012 Q2
-60%
-50%
2012 Q3-2011 Q3
-40%
-30%
2012 Q4-2011 Q4
-20%
-10%
2013 Q1-2012 Q1
0%
2013 Q2-2012 Q2
Bron: UWV
Met de oplopende werkloosheid en het teruglopend aantal ontstane en
openstaande vacatures mag het duidelijk zijn dat in zijn algemeenheid steeds
meer sprake is van een ruime arbeidsmarkt. Eind juni 2013 staan tegenover
672 openstaande vacatures bij het UWV in de Drechtsteden in totaal 7.746
ingeschreven Nww-ers, waarvan 3.301 kortdurend ingeschreven (korter dan 6
maanden). Deze laatste verhouding, het aantal openstaande vacatures versus
de kortdurende werkloosheid, gebruikt het UWV om de spanning op de
arbeidsmarkt te typeren. Tabel 7.1 geeft dit weer voor de 25 door werkgevers
per eind juni meest gevraagde beroepen. Duidelijk is dat niet voor alle meest
gevraagde beroepen sprake is van een even ruime arbeidsmarkt. Met name
voor de technische beroepen is dat in veel mindere mate het geval en kan in
sommige gevallen zelfs gesproken worden van een krappe arbeidsmarkt, te
meer omdat veelal ook sprake is van kwalitatieve discrepanties die in deze
68
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
cijfers niet tot uitdrukking komen. Dat werkgevers bij de vervulling van
vacatures voor technische beroepen de nodige knelpunten ervaren is al langer
duidelijk en kwam bijvoorbeeld ook weer naar voren uit recente berichten in
verband met een grote nieuwe order van IHC Merwede.60 Ook in de recente
verdiepingsstudie voor de maritieme maakindustrie wordt gewezen op tekorten
aan ervaren (scheeps)werktuigbouwkundigen, elektrotechnici, machinebouwers
en metaalbewerkers.61
Tabel 7.1
De 25 meest gevraagde beroepen versus Nww < 6 mnd, Drechtsteden, eind
juni 2013
beroep
UWVNww
quotiënt
vacatures
< 6 mnd
bankwerkers en lassers
59
54
1,09
monteurs
59
67
0,88
bouwvakkers
45
141
0,32
chauffeurs
43
240
0,18
productiemedewerkers
42
364
0,12
commercieel employees
39
204
0,19
aannemers en installateurs
38
101
0,38
werktuigbouwkundig ontwerpers/hoofden techn
31
7
4,43
dienst
elektromonteurs
27
37
0,73
boekhouders en secretaressen
22
171
0,13
metaalarbeiders
22
33
0,67
weg- en waterbouwkundigen
18
15
1,20
verzorgend personeel
18
162
0,11
weg- en waterbouwkundige ontwerpers en proj.
16
2
8,00
leiders
elektrotechnische ontwerpers en bedr. Hoofden
16
6
2,67
verkopers
16
176
0,09
systeemanalisten
13
54
0,24
hulpkrachten horeca en verzorging
11
145
0,08
agrarische medewerkers
9
23
0,39
commerciële medewerkers
9
57
0,16
procesoperators
7
11
0,64
schippers en conducteurs
7
7
1,00
agrarische bedrijfshoofden
6
5
1,20
technisch-commercieel employees
6
23
0,26
technisch systeemanalisten
6
1
6,00
totaal alle beroepen
672
3.301
0,20
Bron: UWV
60
61
AD de Dordtenaar, augustus 2013
OCD (2012), Maritieme maakindustrie en waterbouw in de Rijndelta
69
70
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
8
De regionale
beroepsbevolking
72
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
8
De regionale beroepsbevolking
In dit hoofdstuk gaan we eerst nader in op de kernmerken van de regionale (werkzame)
beroepsbevolking. We kijken naar de samenstelling daarvan naar leeftijd, opleidingsniveau en
beroepsniveau. Vervolgens zoomen we in op het onbenutte arbeidsaanbod en recente
ontwikkelingen daarin. Tot slot kijken we vooruit, mede aan de hand van ontwikkelingen in
de onderwijsdeelname. In hoofdstuk 9 komt dan meer specifiek aan de orde wat dit kan
betekenen voor mogelijke toekomstige knelpunten in de personeelsvoorziening.
8.1
Kenmerken (werkzame) beroepsbevolking
Leeftijd
De regio kent in verhouding meer jongeren in de beroepsbevolking en dat
verschil is in de werkzame beroepsbevolking nog wat groter. Dat komt niet
doordat hier naar verhouding meer jongeren wonen, het tegendeel is waar. Wel
is het zo dat de jongeren hier - vanwege het kleinere aandeel dat hoger
onderwijs volgt - gemiddeld op jongere leeftijd de arbeidsmarkt betreden. Dat
betekent dus ook dat hier in de regio meer jongeren ‘het slachtoffer’ kunnen
worden van vraaguitval op de arbeidmarkt. Dat zien we nu ook terug in de
werkloosheidscijfers (zie paragraaf 8.2).
Van de werkzame beroepsbevolking zijn 14.000 personen (12%) 55-64 jaar
(figuur 8.2). Dat is procentueel gezien minder hoog dan landelijk gemiddeld.
Het aandeel 55-plussers in de werkgelegenheid in de regio zal daarom naar
verwachting nog iets hoger liggen. Dat betekent dat in de komende 10 tot 12
jaar vanuit bedrijven en instellingen in de regio zo’n 12 tot 13.000 werkenden
het arbeidsproces zullen verlaten.62 In de regio zijn met name de sectoren bouw
(thans vanwege de grote krimp mogelijk niet meer), transport, onderwijs en
overheid sterk vergrijsd; industrie en zorg zijn dat in mindere mate.63
Figuur 8.1
Leeftijdsverdeling beroepsbevolking, 2012
totale beroepsbevolking
Drechtsteden
12% 26%
9 andere
stadsgewesten1
10% 23%
27%
23%
werkzame beroepsbevolking
12%
12%
27%
27%
22%
12%
26%
26%
15%
9% 23%
27%
26%
15%
Nederland 11% 22% 25%
26%
16%
10% 22%
25%
27%
16%
0%
15-24
25-34
25%
50%
35-44
75%
45-54
100%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
55-64
1
Amersfoort, Apeldoorn, Arnhem, Breda, Enschede, ’s-Hertogenbosch, Leiden, Tilburg, Zwolle
Bron: CBS
Figuur 8.2
Werkzame beroepsbevolking Drechtsteden naar leeftijd, 2012
Drechtsteden 13.100
0
15-24
30.100
25000
25-34
30.100
50000
35-44
25.300
75000
14.100
100000
45-54
125000
55-64
Bron: CBS
62
63
Een en ander afhankelijk van de nadere invulling en doorwerking van het oprekken van de pensioengerechtigde
leeftijd
UWV-WERKbedrijf, Arbeidsmarkt Drechtsteden, presentatie juni 2012
73
Opleidings- en beroepsniveau
De regionale (werkzame) beroepsbevolking is relatief laag opgeleid. Terwijl
landelijk gemiddeld 35% van de werkzame beroepsbevolking een opleiding op
hbo of universitair niveau heeft, is dat in de Drechtsteden ‘slechts’ 30% (figuur
8.3). Vergeleken met het gemiddelde van negen andere stadsgewesten is het
verschil nog groter. Dit komt overeen met bevindingen uit een recent Nicisonderzoek dat niet alleen studentensteden maar ook steden met veel hboopleidingen hun studenten na het afstuderen in belangrijke mate als inwoner
vasthouden.64 Ook als we kijken naar het beroepsniveau zien we dit beeld
terug: de werkzame beroepsbevolking van de Drechtsteden bestaat meer dan
gemiddeld uit personen met een middelbaar beroep en minder dan gemiddeld
uit personen met een wetenschappelijk beroep.
Figuur 8.3
Opleidings- en beroepsniveau werkzame beroepsbevolking, 2012
opleidingsniveau
Drechtsteden
23%
9 andere
stadsgewesten1
20%
41%
38%
28%
Nederland
21%
43%
35%
30%
0%
25%
45%
beroepsniveau
50%
30%
75%
28%
100%
0%
20%
42%
29%
36%
35%
37%
40%
32%
60%
80%
laag
midden
elementair/lager
middelbaar
hoog
onbekend
hoger/wetenschappelijk
onbekend
100%
1
Amersfoort, Apeldoorn, Arnhem, Breda, Enschede, ’s-Hertogenbosch, Leiden, Tilburg, Zwolle
Bron: CBS
Grosso modo geldt bovenstaande ook voor de regionale werkgelegenheid. Gelet
op de regionale sectorstructuur (minder dan gemiddeld zakelijke diensten en
overheid) is het aandeel lager en middelbaar opgeleiden daarin mogelijk nog
wat groter. Dit neemt niet weg dat bij het regionale bedrijfsleven zeker ook een
aanzienlijke vraag naar hoger opgeleiden bestaat. Bovendien is door de hele
economie heen sprake van upgrading van de werkgelegenheid met een
toenemende vraag naar hoger opgeleiden (zie ook hoofdstuk 5).
8.2
Onbenut arbeidsaanbod
Aandelen op bevolking 15-64 jaar (potentiële beroepsbevolking)
De aandelen van Wwb, WW, Nww en AO65 op de potentiële beroepsbevolking
zijn per 1.1.2013 allen lager dan in Nederland gemiddeld. De verschillen zijn
echter klein (figuur 8.4). In figuur 8.5 zien we hoe die aandelen zich sinds 2011
hebben ontwikkeld. De aandelen WW en Nww namen beide met 0,6 procentpunt
toe, nagenoeg vergelijkbaar met de landelijk gemiddelde toename van 0,7
procentpunt. Het aandeel Wwb daalde, waar het landelijk steeg. Bij de
arbeidsongeschiktheid zien we precies het tegenovergestelde: een groeiend
aandeel in de regio tegenover een daling landelijk. Dit is vooral het gevolg van
een boven gemiddelde toename van de Wajong, die in de Drechtsteden met
16% toenam, tegen 10,5% landelijk gemiddeld.
64
65
74
Nicis Institute/RUG (2011), Brain drain of brain gain? Hoger opgeleiden in grote steden in Nederland, Den
Haag/Groningen
Wwb: Wet werk en bijstand; WW: Wet Werkloosheidsvoorziening; Nww: Niet-werkende werkzoekenden; AO:
Arbeidsongeschiktheid
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Figuur 8.4
Percentage Wwb, WW, Nww en AO Drechtsteden en Nederland, 1.1.2013,
% op bevolking 15-64
10%
8%
6%
6,7%
4%
2%
7,2%
5,1%
2,8% 3,0%
2,7% 3,1%
Wwb
WW
3,9%
0%
Nww
Drst 2013
AO
Ned 2013
Bronnen: SDD, UWV, CBS
Figuur 8.5
Toe-/afname percentage Wwb, WW, Nww en AO Drechtsteden en Nederland op
bevolking 15-64, 2011-2013, %-punt
1,0%
0,5%
0,6%
0,7%
0,6%
0,7%
0,2%
0,0%
0,2%
-0,1%
-0,1%
-0,5%
Wwb
WW
Nww
Drechsteden
AO
Nederland
Bronnen: SDD, UWV, CBS
Leeftijd en opleidingsniveau Nww
Van de per eind juni 2013 7.746 bij Werkplein Dordrecht ingeschreven Nww-ers
zijn er 984 (13%) jonger dan 27 jaar, 3.093 (40%) 26-44 jaar en 3.669 (47%)
45 jaar of ouder. De regio wijkt daarmee niet af van het landelijke gemiddelde.
Een aanzienlijk deel van alle Nww-ingeschrevenen is laag opgeleid. Ook wat dat
betreft wijkt de regio niet af van Nederland gemiddeld. Wel staan er hier meer
middelbaar opgeleiden ingeschreven. Dat is een afspiegeling van onze
beroepsbevolking. Voor oudere werkzoekenden kan dit wel een onderschatting
zijn van het opleidingsniveau, omdat het gaat om met een diploma afgeronde
opleiding. ‘Training on the job’ telt dus niet mee. Maar ook van de ingeschreven
jongeren <27 jaar heeft 40% geen hoger diploma dan mbo 1 en dus formeel
geen startkwalificatie (zie verderop).
Figuur 8.6
Nww naar opleidingsniveau, eind juni 2013
Drechtsteden
22%
19%
24%
Nederland
0%
basis
14%
19%
20%
vmbo/mbo 1
40%
30%
13%
15%
27%
60%
havo/vwo/mbo 2
17%
80%
mbo 3/4/alg
100%
hbo/vwo
Bron: UWV
75
Nww naar inschrijvingsduur en beroep
Van alle bij het UWV ingeschrevenen Nww-ers stond per eind juni 2013 57% 6
maanden of langer ingeschreven, 34% zelfs langer dan 12 maanden. Hier
werken twee effecten. Als gevolg van de slechte arbeidsmarkt loopt de
werkloosheid op en dus het aantal kort ingeschrevenen. Tegelijkertijd neemt
ook de uitstroom af, waardoor werklozen langer zonder baan blijven.
Tabel 8.1 geeft een goede indruk van de huidige slechte arbeidsmarkt.
Tegenover elke 100 ingeschreven Nww-er stonden er eind juni minder dan 10
vacatures open, tegenover elke 100 kort (<6 mnd) ingeschreven Nww-er waren
dat er 20. Duidelijk is dat dit quotiënt in de meeste beroepen waar veel Nwwers werk zoeken nog lager ligt. Met andere woorden: voor veel beroepen waar
veel Nww-ers werk zoeken zijn de banen uiterst schaars. Alleen in de technische
beroepen is dat minder het geval. Dat zagen we ook al in hoofdstuk 7.
Tabel 8.1
beroep
De 25 beroepen waar de meeste Nww-ers werk in zoeken, Drechtsteden, eind juni 2013
NWW
%
Nww
UWV>= 6
totaal
< 6 mnd vacatures
mnd
productiemedewerkers
639
64%
364
42
chauffeurs
336
58%
240
43
receptionisten en administratieve employees
286
60%
187
5
commercieel employees
234
53%
204
39
boekhouders en secretaressen
235
58%
171
22
hulpkrachten horeca en verzorging
243
63%
145
11
verzorgend personeel
199
55%
162
18
verkopers
170
49%
176
16
interieurverzorgers
247
71%
99
6
bouwvakkers
166
54%
141
45
aannemers en installateurs
96
49%
101
38
kantoorhulpen, inpakkers en colporteurs
106
68%
51
1
medewerkers sociaal-cultureel werk en
92
59%
65
0
personeel/arbeid
commercieel medewerkers
79
58%
57
9
monteurs
60
47%
67
59
winkeliers
65
57%
49
3
assistent accountants
52
46%
61
1
systeemanalisten
51
49%
54
13
activiteitenbegeleiders en medewerkers arb.
52
57%
39
1
bemiddeling
bankwerkers en lassers
37
41%
54
59
laders en lossers
43
51%
41
2
metaalarbeiders
46
58%
33
22
productieplanners
36
49%
38
3
elektromonteurs
33
47%
37
27
agrarische medewerkers
44
66%
23
9
totaal alle beroepen
4.445
57%
3.301
672
quotiënt
0,12
0,18
0,03
0,19
0,13
0,08
0,11
0,09
0,06
0,32
0,38
0,02
0,00
0,16
0,88
0,06
0,02
0,24
0,03
1,09
0,05
0,67
0,08
0,73
0,39
0,20
Bron: UWV
Ontwikkeling
De werkloosheid (WW) is vanaf begin 2012 fors opgelopen. In de financiële
crisis van 2008/2009 hielden bedrijven nog zo veel mogelijk hun personeel vast,
mede gesteund door de deeltijd-WW. In de in 2011 ingezette nieuwe
economische laagconjunctuur was en is dit voor veel bedrijven niet meer
mogelijk. Veel bedrijven moesten inkrimpen of sloten hun deuren. Het aantal
faillissementen nam toe. En ook bij de overheid, het onderwijs en de zorg kwam
de arbeidsmarkt als gevolg van de bezuinigingen onder druk te staan. Het
aantal WW-uitkeringen aan inwoners van de Drechtsteden steeg tussen eind
2011 en half 2013 met 54%. De regio volgde grosso modo het landelijke
groeipatroon, maar de toename is wel hoger dan landelijk gemiddeld (+40%).
Heel recent (2e kwartaal 2013) zien we een daling van de groei van de instroom
en een stabilisatie van het aantal WW-uitkeringen.
76
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
De groei in de Nww zette later in, maar dat heeft deels te maken met een
administratief inhaaleffect.
Ontwikkeling WW en Nww, 1.1.2011=100
de
c
ju
ni
'1
de
c
ju
ni
'1
Drechtsteden
Nederland
3
'1
1
de
c
'1
0
de
c
Drechtsteden
ju
ni
'1
80
2
80
ju
ni
'1
100
'1
1
100
de
c
120
'1
0
120
3
140
'1
2
140
2
160
ju
ni
'1
1
160
'1
2
Nww
ju
ni
'1
1
WW
de
c
Figuur 8.7
Nederland
Bron: UWV
Het aantal Wwb uitkeringen in de Drechtsteden daalde in 2011 onder invloed
van de afschaffing van de WIJ. Landelijk en in de benchmark66 was er veel
minder sprake van een daling. In de eerste helft van 2012 liep de Wwb weer op,
gevolgd door een daling tot eind september. In het 4e kwartaal van 2012 en het
1e kwartaal van 2013 nam de instroom fors toe en is weer sprake van groei. In
het 2e kwartaal stroomden er weer minder mensen de bijstand in en nam het
volume nog maar weinig toe (+2%). Per eind juni staat de teller op 5.221 Wwbuitkeringen, 11% meer dan begin 2012. Dat is iets meer dan landelijk
gemiddeld (+9,6%) en de benchmark (+8,4%).
Figuur 8.8
Ontwikkeling Wwb, 1.1.2011=100
en instroom Wwb Drechtsteden
800
120
793
782
110
600
638
100
621
572
13
-I
I
13
-I
12
-I
V
12
-I
II
12
-I
I
12
-I
11
-I
V
0
11
-I
II
benchmark SDD
11
-I
I
ju
ni
'1
3
'1
2
de
c
1
'1
ju
ni
'1
2
Nederland
11
-I
Drechtsteden
de
c
'1
1
200
ju
ni
0
535
400
80
'1
655
533
90
de
c
621
665
Bronnen: SDD en CBS
Baanbrekend Drechtsteden
Ruim anderhalf jaar geleden is deze vorm van publiek-private samenwerking
met Randstad Nederland in de Drechtsteden gestart. In 2012 zijn in totaal 480
mensen uit de uitkering naar werk bemiddeld, in het eerste halfjaar 2013 waren
dat er 205.67 De doelstelling voor 2013 is om 600 mensen met een Wwbuitkering naar werk te bemiddelen. De trend is dat steeds meer cliënten op
tijdelijke en/of deeltijdbanen worden geplaatst. Elk uur minder uitkering is er
één minder zo is de gedachte. Dit betekent dat de ontwikkeling van het aantal
cliënten tussen twee verder van elkaar gelegen meetmomenten in steeds
mindere mate een afspiegeling is van de werkelijke bestandsontwikkeling in de
tussenliggende periode.
66
67
De SDD doet mee aan een benchmark met 14 grote gemeenten
Inmiddels is dit per eind september al opgelopen tot circa 500 personen
77
Uit tabel 8.2 valt op te maken dat de Wwb in de regio zich over de hele periode
vanaf 1.1.2011 gezien relatief gunstig heeft ontwikkeld. Dit betreft echter vooral
de ontwikkeling in 2011. Van 1.1.2012 tot en met 1.7.2013 is de ontwikkeling
gemiddeld: +11% in de regio versus +10% landelijk gemiddeld. Omdat de WW
hier wat harder groeide dan landelijk gemiddeld, mogen we toch concluderen
dat de regio ook de laatste anderhalf jaar wat de Wwb betreft zeker niet minder
dan gemiddeld heeft gepresteerd. Opvallend hierbij is nog wel dat de Wajong
duidelijk meer dan gemiddeld is toegenomen.
Tabel 8.2 Ontwikkeling WW, Wwb, Nww en Wajong Drechtsteden en Nederland,
1.1.2011 = 100
WW
Wwb
Nww
Wajong
Drst
Ned
Drst
Ned
Ned
Ned
Drst
Ned
1.1.2011
100
100
100
100
100
100
100
100
1.7.2011
95
95
99
103
91
93
1.1.2012
100
102
92
103
90
97
108
105
1.7.2012
114
110
93
104
85
95
1.1.2013
132
129
94
107
116
116
116
111
1.7.2013
154
145
102
113
133
130
Bronnen: UWV en SDD
Jongeren
Ten opzichte van het landelijke gemiddelde hebben minder jongeren in de
Drechtsteden een Wwb-uitkering en/of staan als Nww-er ingeschreven. Naar
verhouding even veel jongeren hebben een WW-uitkering, naar verhouding - na
een relatief sterke groei in de afgelopen twee jaar - meer een Wajong-uitkering
(figuur 8.9). Als gevolg van de afschaffing van de WIJ daalde het aantal
jongeren met een Wwb/WIJ uitkering tussen 2011 en 2013 fors (figuur 8.10).
Opmerkelijk genoeg zien we zo’n daling landelijk niet. Tegelijkertijd nam het
aandeel als Nww-er ingeschreven jongeren in de regio veel minder toe dan
landelijk, terwijl het aandeel jongeren met een WW-uitkering even sterk
groeide. Deze uiteenlopende ontwikkeling is mogelijk deels het gevolg van een
administratieve inhaalslag van het UWV voor de Nww.68 Verder springt ook de
naar verhouding grote toename van het aandeel jongeren in de Wajong hier in
de regio in het oog. Per 1.1.2013 zaten in de Drechtsteden 1.162 jongeren van
15-24 jaar in de Wajong. Dat is een groei van 21,5% in twee jaar tijd, veel
meer dan de landelijk groei van 9,5%.69
Figuur 8.9
Percentage Wwb, WW, Nww en Wajong jongeren, Drechtsteden en Nederland,
1.1.2013, % op bevolking 15-24/26
6%
4%
3,7%
2,9%
2%
0%
3,3%
2,3%
0,8%
1,4%
0,8%
Wwb
0,8%
WW
Drst 2013
Nww
Wajong
Ned 2013
Wwb en Nww <27; WW en Wajong <25
Bronnen: SDD, UWV, CBS
68
69
78
Ook is het zo dat zeker niet alle werkzoekende jongeren zich inschrijven bij het UWV. Velen hebben immers geen
verplichting omdat zij geen werkloosheidsuitkering (meer) ontvangen (UWV 2013a op cit)
Tussen Wwb en Wajong kan in bepaalde mate sprake zijn van een waterbedeffect. Gelet op de tegengestelde
ontwikkelingen lijkt dat hier in de regio tussen 2011 en 2013 wel het geval te zijn geweest
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Figuur 8.10 Toe-/afname percentage Wwb, WW, Nww en Wajong jongeren, Drechtsteden
en Nederland op bevolking 15-24/26, 2011-2013, %-punt
1,0%
0,7%
0,5%
0,0%
0,7%
0,1%
0,3% 0,3%
0,3%
0,0%
-0,5%
-1,0%
-1,0%
Wwb
WW
Nww
Drechsteden
Wajong
Nederland
Bronnen: SDD, UWV, CBS
Een aanzienlijk deel van alle als Nww-er ingeschreven jongeren is laag opgeleid.
Vier op de tien missen een startkwalificatie. Het aandeel middelbaar opgeleiden
is wat groter, het aandeel hoger opgeleiden wat kleiner dan landelijk gemiddeld
(figuur 8.11). Veel (meer dan 100) jongeren staan ingeschreven voor
technische en industrie-beroepen op elementair niveau, voor economischadministratieve beroepen op middelbaar niveau en voor verzorgende en
dienstverlenende beroepen op lager en middelbaar niveau.70
Figuur 8.11 Nww naar opleidingsniveau, jongeren <27, eind juni 2013
Drechtsteden
14%
Nederland
26%
17%
0%
20%
26%
20%
19%
40%
basis
vmbo/mbo 1
mbo 3/4/alg
hbo/wo
60%
32%
8%
27%
11%
80%
100%
havo/vwo/mbo 2
Bron: UWV
Ontwikkelingen
Het aantal jongeren met een WW-uitkering is sinds half 2011 vrijwel continu
gestegen. Na een zeer forse toename in het 1e kwartaal van dit jaar (deels
seizoeneffect) zien we de laatste maanden een voorzichtige kentering. Per eind
juni hadden 494 jongeren <27 in de Drechtsteden een WW-uitkering, 53% meer
dan een jaar geleden en zelfs 93% meer dan begin 2011.
Ook de Nww is vooral de afgelopen twaalf maanden fors opgelopen. Net als bij
de WW zien we in mei en juni een daling. Per eind juni van dit jaar stonden in
de Drechtsteden 984 jongeren als niet-werkende werkzoekende ingeschreven,
meer dan het dubbele van een jaar geleden.
70
UWV/SBB (2013), Basiscijfers jeugd regio Drechtsteden juni 2013
79
Figuur 8.12 Ontwikkeling WW en Nww <27 jaar, 1.1.2011=100
WW <27
Nww <27
160
220
140
180
120
140
100
80
100
60
Drst <27
<27 jaar
ju
ni
'1
3
12
de
c'
ju
ni
'1
2
1
de
c
ju
ni
'1
'1
1
0
'1
de
c
de
c
ju
ni
'1
3
'1
2
ju
ni
'1
2
de
c
'1
'1
1
1
40
ju
ni
de
c
'1
0
60
Ned <27
Bron: UWV
Jongeren hebben meestal maar kort WW-rechten; acht op de tien hebben recht
op een uitkering van maximaal 6 maanden.71 Door de sterke groei van de WW
ontstaat ook druk op de bijstand aan jongeren, die we na ruim anderhalf jaar
daling sinds oktober van vorig jaar weer zien oplopen. Recent (2e kwartaal
2013) nam de instroom weer wat af en bleef de groei beperkt tot 5%. Per eind
juni worden er 347 Wwb-uitkeringen aan jongeren <27 jr verstrekt, 29% meer
dan het laagste punt eind september vorig jaar.
Figuur 8.13 Ontwikkeling Wwb jongeren <27, 1.1.2011=100
120
en instroom Wwb jongeren Drechtsteden
300
100
200
80
227
184
60
148
100
Drechtsteden
142
120
3
94
102
109
114
12-III
12-IV
114
ju
ni
'1
'1
2
de
c
12
ju
ni
'
'1
1
de
c
11
ju
ni
'
de
c
'1
0
40
Nederland
0
11-I
11-II
11-III
11-IV
12-I
12-II
13-I
13-II
Bronnen: SDD en CBS
Tabel 8.3 geeft aan dat de Wwb <27 jaar hier in de regio over de hele periode
vanaf 1.1.2011 veel meer is afgenomen dan landelijk gemiddeld. Gelet op de
landelijke afschaffing van de WIJ is dat opmerkelijk te noemen. Mogelijk dat
met de aanpak jeugdwerkloosheid meer dan gemiddeld (potentieel) uitkeringsgerechtigden zijn bereikt. Ook lijkt het er - zoals hiervoor al aangegeven - op
dat een deel van de jongeren vanuit de Wwb is ‘verhuisd’ naar de Wajong.
De Nww <27 is vooral het tweede halfjaar van 2012 gegroeid, de WW <27
neemt ook in de eerste helft van 2013 nog sterk toe. Over heel de periode sinds
2011 is de WW <27 jaar in de regio harder is toegenomen dan de totale WW
(vgl tabel 8.2). De Nww <27 jaar is juist minder hard gestegen, zowel ten
opzichte van het landelijk gemiddelde als ten opzichte van de totale Nww.
Kennelijk zijn we in de regio redelijk goed in staat geweest om jongeren na een
kort verblijf in de WW weer door te geleiden naar werk en/of opleiding.
71
80
UWV (2013c), Rapportage (N)WW < 25 jaar Juni 2013
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Tabel 8.3
1.1.2011
1.7.2011
1.1.2012
1.7.2012
1.1.2013
1.7.2013
Ontwikkeling WW, Wwb, Nww en Wajong, jongeren, Drechtsteden en
Nederland, 1.1.2011 = 100
WW <27*
Wwb <27
Nww <27
Wajong <25
Drst
Ned
Drst
Ned
Ned
Ned
Drst
Ned
100
100
100
100
100
100
100
100
90
80
92
108
69
88
110
111
65
97
73
100
115
106
126
119
49
100
55
92
151
171
44
99
101
130
122
109
193
179
52
112
115
140
* Nederland < 25 jr
Bronnen: UWV en SDD
Aanpak jeugdwerkloosheid
Eind 2009 is in de regio Zuid-Holland-Zuid het regionaal actieplan jeugdwerkloosheid “Geef jongeren een kans’ gestart. Dit actieplan liep door tot september
2011. Met de verschillende projecten die in de regio zijn uitgerold, zijn veel
jongeren bereikt en aan een baan geholpen.72 De jeugdwerkloosheid in de
Drechtsteden is als gevolg van dit actieplan harder gedaald dan landelijk
gemiddeld. De samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers heeft
geleid tot duurzame aanpakken.73 Onder andere Metalent is in dit actieplan
ontstaan. Door het benutten van de ESF middelen kon een aantal leer-werkprojecten voor jongeren tot en met maart 2013 worden voortgezet. Hierdoor
hebben in totaal ruim 500 jongeren hun mogelijkheden tot een duurzame
arbeidsinpassing vergroot.74
Daarnaast is er in de tweede helft van 2012 een “Open Call” geweest van het
Platform Benutting Talent om projecten in te dienen die bijdragen aan de
bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Door de zes winnaars worden in totaal
aan 137 jongeren een baan, opleidingstraject of leerwerktraject aangeboden.
Tijdens een gezamenlijke ‘Learn and Share’ bijeenkomst hebben de deelnemers
hun ervaringen gedeeld.
Voor de jaren 2013 en 2014 zijn er weer extra middelen beschikbaar voor een
extra impuls in de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Het kabinet trok voor dit
doel al € 50 miljoen uit; in 2014 volgt nog eens € 30 miljoen. Een aanzienlijk
deel van dit bedrag wordt beschikbaar gesteld aan de arbeidsmarktregio’s. De
Drechtsteden hebben op basis hiervan inmiddels een nieuw actieplan opgesteld,
‘Drechtsteden benutten talent’. Binnen dit actieplan worden branchegerichte
allianties als Metalent ingezet om jongeren kansen te bieden op de
arbeidsmarkt. Ook de Startersbeurs is onderdeel van het actieplan. Landelijk
komen er als uitkomst van de jeugdtop bij bedrijven ruim 10.000 extra
leerbanen.
Ouderen
Ook de werkloosheid onder ouderen is de afgelopen jaren gestaag gegroeid. Het
aantal 50-plussers met een WW-uitkering in de regio nam in twee en een half
jaar tijd met 57% toe, tot een totaal van 2.154 per eind juni van dit jaar. In de
Nww 45+ zien we vooral de afgelopen twaalf maanden een forse groei, tot
3.669 per eind juni. Dat is 41% meer dan een jaar geleden. Het UWV meldt
landelijk een forse toename van de instroom van hoogopgeleiden en vanuit de
sector zorg en welzijn.75 De instroom van ouderen in de WW is nog niet gedaald
en ouderen komen over het algemeen moeilijker weer aan het werk dan
jongeren. We zien dan ook - anders dan bij de jongeren - in het 2e kwartaal van
72
73
74
75
RadarAdvies (2011), Lessons Learned, Evaluatie actieplan jeugdwerkloosheid Zuid-Holland-Zuid
Voortgangsrapportage 2011-2012 Programma Arbeidsmarktbeleid regio Drechtsteden
Vierde Voortgangsrapportage Programma Regionaal Arbeidsmarktbeleid: januari-juli 2013
UWV (2013d), Rapportage (N)WW 55 plus Juni 2013
81
dit jaar bij ouderen nog geen voorzichtige daling van het aantal lopende WWuitkeringen.
Figuur 8.14 Ontwikkeling WW en Nww ouderen, 1.1.2011=100
WW 50+
Nww 45+
160
220
140
180
120
100
140
80
100
60
Drst 45+
50+
3
ju
ni
'1
'1
2
de
c
2
ju
ni
'1
'1
1
de
c
11
ju
ni
'
'1
0
de
c
ju
ni
'1
3
12
de
c'
ju
ni
'1
2
1
'1
de
c
'1
1
40
ju
ni
de
c
'1
0
60
Ned 45+
Actieplannen
Ook voor oudere werklozen zijn er inmiddels actieplannen. Landelijk is onlangs
het Actieplan 55-plus Werkt gelanceerd. In dit actieplan gaat een aantal grote
uitzendorganisaties de komende twee jaar samen met het UWV 22.500 werkloze
55-plussers aan de slag helpen. Een scholingsvoucher en een plaatsingsbonus
zijn hier de in te zetten instrumenten. En in de regio is al wat langer de
Stichting 50PlusDrechtsteden actief, die onlangs op een symposium haar eigen
actieplan presenteerde. Dit actieplan is een samenwerkingsverband tussen de
Stichting, de DOV, Werkgevers Drechtsteden, FNV, UWV en de gemeente
Dordrecht als centrumgemeente van de arbeidsmarktregio Drechtsteden.
8.3
Vooruitzichten
Potentiële beroepsbevolking
De potentiële beroepsbevolking daalt (figuur 8.15). Anders dan in eerdere
prognoses zet de daling volgens de meest recente regionale bevolkingsprognose
(Pearl) echter pas na 2020 in. In 2025 is het aantal 15-64 jarigen in de
Drechtsteden 1.900 (-1,1%) lager dan in 2013. In 2030 is dit opgelopen tot een
verschil van bijna 6.000 personen (-3,5%). De potentiële beroepsbevolking
daalt daarmee in de regio volgens de prognose wat minder sterk dan landelijk
gemiddeld.
Figuur 8.15 Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking 15-64 jaar in de Drechtsteden,
2010-2040
180000
175000
170000
165000
160000
2013
2015
2020
2025
2030
Bron: CBS-PBL-Pearlprognose; bewerking OCD
82
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Participatie en feitelijke beroepsbevolking
De arbeidsparticipatie stijgt trendmatig (figuur 8.16). Dit is het saldo van een
daling in de leeftijdsgroep 15-24 (langer volgen van onderwijs), een toename
van vooral de participatie van vrouwen in de leeftijdsgroep 25-44 jaar en een
forse groei van de participatie van zowel vrouwen als mannen van 45+. De
totale bruto participatie groeide daarmee 4,3 procentpunt van 67,5% in 2003
naar 71,8% in 2012. In de leeftijdsgroep 45+ is zelfs sprake van een groei van
12% procentpunt, van 59% in 2003 naar 71% in 2012.
Figuur 8.16 Ontwikkeling bruto arbeidsparticipatie Nederland, 2003-2012
100
90
80
70
60
50
40
2003
2004
2005
15-24
Bron:
2006
2007
25-44
208
2009
45-64
2010
2011
2012
15-64
CBS; bruto participatie is het aandeel werkende + werkloze beroepsbevolking op de totale
bevolking exclusief bewoners van tehuizen
De verwachting is dat de trendmatige toename van de participatie van vrouwen
en ouderen op de arbeidsmarkt voorlopig - zij het afgezwakt - nog wel
aanhoudt. Ondanks een krimpende potentiële beroepsbevolking verwacht het
CPB voor de periode 2013-2017 een jaarlijkse groei van de beroepsbevolking
met 0,25%76. Het UWV voorziet voor 2014 een groei van 0,4%, gevolgd door
een jaarlijks groei van 0,2% voor de periode 2015-2018.77
Ontwikkeling arbeidsdeelname
In de verwachtingen over de arbeidsdeelname spelen diverse
ontwikkelingen een rol. De slechte conjuncturele ontwikkelingen remmen
het aanbod van arbeid, het zogenaamde ‘discourage worker’ effect. Er zijn
echter ook duidelijke signalen dat er extra aanbod wordt uitgelokt door
(dreigende) werkloosheid van de partner, het ‘added worker’ effect.
Daarnaast is er de structurele toename van het aantal werkende vrouwen
en ouderen. De arbeidsparticipatie van jongeren is als gevolg van de crisis
sterk gedaald omdat veel jongeren in de slechte arbeidsmarkt gekozen
hebben om door te studeren. Na verloop van tijd betreden deze jongeren
toch weer de arbeidsmarkt. In 2012 zagen we al weer een lichte stijging in
de participatie van jongeren. Tot slot is er nog het compositie-effect: de
potentiële beroepsbevolking vergrijst, en ouderen participeren nog steeds
wel minder dan gemiddeld op de arbeidsmarkt. Alles bij elkaar leiden deze
ontwikkelingen naar verwachting tot een iets afgezwakte groei van de bruto
participatie in de komende jaren.
Bronnen: UWV (2013), Arbeidsmarktprognose 2013-2014. Met een doorkijk naar 2018
en CPB (2013), Centraal Economisch Plan 2013.
76
77
CPB (2012), Actualisatie Nederlandse economie tot en met 2017 (verwerking Regeerakkoord)
UWV (2013a), op cit
83
Vertaling van bovenstaande verwachtingen naar de Drechtsteden levert het
beeld op zoals weergegeven in tabel 8.2. De beroepsbevolking 15-64 jaar groeit
nog tot 2020. Dan is de beroepsbevolking van de Drechtsteden naar schatting
2.100 personen (1,8%) groter dan per 1.1.2013. In de periode na 2020 volgt
naar verwachting een bescheiden daling.
Tabel 8.2 Ontwikkeling potentiële en feitelijke beroepsbevolking Drechtsteden, 2013-2025
potentiële
toeberoepsbevolking
beroepsbevolking
/afname
index
15-64 jaar
15-64 jaar
t.o.v.
2013
2013
2013
173.000
121.500
100
2015
172.500
121.800
+250
100,2
2020
173.000
123.600
+2.100
101,8
2025
171.100
123.500
+2.000
101,6
Bron: OCD op basis CBP, UWV en CBS
Eén en ander neemt niet weg dat de komende jaren veel werkenden het
arbeidsproces zullen verlaten. Eerder gaven we aan dat het in de regio de
komende 10 tot 12 jaar om zo’n 12 tot 13.000 werkenden zal gaan.
Leeftijdsgroep 15-24
De ontwikkeling in de leeftijdsgroep 15-24 jaar is (mede) bepalend voor het
aantal nieuwe instromers op de arbeidsmarkt van jongeren met een opleiding
op middelbaar en hoger niveau. In de komende zeven jaar zien we in de
Drechtsteden nauwelijks een verandering in de omvang van deze groep. Pas na
2020 treedt een daling in (tabel 8.3).
Tabel 8.3 Ontwikkeling leeftijdsgroep 15-24 jaar, Drechtsteden, 2010-2025
bevolking
toe-/afname t.o.v.
15-24 jaar
2013
2013
31.700
2015
31.700
0
2020
32.000
300
2025
31.400
-300
Bron: CBS/PBL-Pearlprognose, bewerking OCD
84
index 2013
100,0
100,0
100,9
99,1
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
9
Onderwijsdeelname
86
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
9
Onderwijs-arbeidsmarkt
Verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt is een belangrijk thema van het
regionale arbeidsmarktbeleid. Geconstateerd is dat het aantal deelnemers vmboberoepsvormend structureel afnam, met name het aantal leerlingen dat kiest voor techniek.
Een daling die zich voortzet op mbo-niveau. Gelet op de vraag op de arbeidsmarkt een
onwenselijke ontwikkeling, vooral in een regio als de onze. In dit voorlaatste hoofdstuk
kijken we kort hoe deze deelname zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Is er een
kentering zichtbaar?
Vmbo beroepsvormend en techniek
Figuur 9.1 laat zien dat er in de daling van het aantal deelnemers vmboberoepsvormend nog geen kentering is te bespeuren. In schooljaar 2011-2012
daalde het aantal weliswaar voor het eerst sinds lange tijd niet meer, maar in
schooljaar 2012-2013 zette de daling zich toch weer verder voort. Het aantal
leerlingen vmbo-t nam het afgelopen schooljaar weer toe. Figuur 9.2 toont wél
een positieve ontwikkeling in vmbo-techniek. De daling is na 2010 nagenoeg tot
stilstand gekomen.
Figuur 9.1 Aantal leerlingen VO, Drechtsteden, 2008-2012
Figuur 9.2 Aantal leerlingen vmbo techniek, Drechtsteden
4000
1000
3200
800
2400
600
1600
400
800
200
0
0
2008
2009
2010
2011
vmbo beroepsvormend
vmbo-t
havo
vwo
2012*
2008
2009
2010
2011
2012*
vmbo techniek
Bron: DUO-CFI; exclusief brugklas 1/2 en lwoo
* voorlopige cijfers
Mbo
Het aantal deelnemers economie en zorg en welzijn fluctueert, maar neemt niet
af. Bij techniek zien we wel een lichte daling, die zich ook in 2011 en 2012
voortzet. Vooral de BBL daalt, mede onder invloed van een tekort aan leerbanen
als gevolg van de crisis.
Figuur 9.3 Deelnemers mbo, Drechtsteden, 2008-2012
Figuur 9.4 Deelnemers mbo-techniek naar BBL/BOLVT
4000
2000
3200
1600
2400
1200
1600
800
800
400
0
0
2008
2009
economie
2010
techniek
2011
2012*
zorg en welzijn
2008
2009
2010
BBL
2011
2012*
BOLVT
Bron: DUO-CFI
87
De daling van het aantal deelnemers mbo-techniek in de Drechtsteden is niet
het gevolg van een daling van het aantal 16-22 jarigen. Dat aantal nam tussen
2008 en 2012 nog met 2,7% toe. Het deelnamepercentage mbo-techniek daalde
in die periode van 11,9% in 2008 tot 11% in 2012 (figuur 9.5). Per saldo daalde
het aantal deelnemers mbo-techniek in de Drechtsteden van 2008 naar 2012
met 4,4%. Dat is minder dan landelijk gemiddeld (-6,1%). Opmerkelijk is dat
het aantal deelnemers mbo-techniek zowel bij DaVinci als bij de Rotterdamse
instellingen Albeda, Zadkine en STC samen harder is gedaald dan het aantal
deelnemers woonachtig in de Drechtsteden ongeacht het ROC van inschrijving
(figuur 9.6). Wat hier de achtergrond van is, is zonder nader onderzoek niet te
zeggen.
Figuur 9.5 Deelnamepercentage* mbo-techniek, 20082012, Drechtsteden
Figuur 9.6 Deelnemers mbo-techniek, Drechtsteden,
Nederland, DaVinci en R’dam*, 2008=100
120
20,0%
110
16,0%
12,0%
100
8,0%
90
4,0%
80
0,0%
2008
2008
2009
2010
2011
2009
2010
2011
2012*
2012*
techniek
* Als % van het aantal inwoners 16-22 jaar
Bron: DUO-CFI
Drechtsteden
DaVinci
Nederland
R'dam*
* Albeda, Zadkine en STC
Elektro, installatie en metaal (Kenteq-kwalificaties)
Specifiek voor de maritieme maakindustrie in de regio is de onderwijsdeelname
in de opleidingsrichtingen elektro, installatie en metaal (de Kenteq-kwalificaties)
van belang. We beschikken over cijfers voor de Drechtsteden en
Alblasserwaard/Vijfheerenlanden samen. Het aantal vmbo-leerlingen in deze
richtingen loopt structureel terug. Recent zien we nog geen verbetering (figuur
9.7). Kennelijk kiezen vmbo-leerlingen binnen techniek vaker voor een andere
richting.
Het aantal deelnemers mbo in deze richtingen daalt ook, waarbij de daling de
laatste twee jaar wel afvlakt (figuur 9.8). De daling in het vmbo maakt een
verdere afname in het mbo de komende jaren waarschijnlijk. Het aantal
gediplomeerden nam de afgelopen jaren wat toe, maar zal gelet op de
ontwikkeling van het aantal deelnemers de komende jaren weer wat afnemen.
De daling is iets minder sterk dan landelijk gemiddeld (figuur 9.9). Bij DaVinci is
juist sprake van een iets sterkere daling.
Benadrukt dient te worden dat de grote klap in de deelname mbo-techniek
stamt van vóór 2005. Tussen 2000 en 2005 nam het aantal deelnemers aan
mbo-techniek in het Kenteq domein landelijk met 30% af, in Drechtsteden/
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zelfs met 38%.78 De gediplomeerde instroom
op de arbeidsmarkt is dan ook al langere tijd kleiner dan de vraag. Gelet op de
78
88
OCD (2012), Maritieme maakindustrie en waterbouw Rijndelta
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
boven geschetste ontwikkelingen zijn de vooruitzichten voor de korte tot
middellange termijn ook niet rooskleurig (zie verder hoofdstuk 10).
Figuur 9.7 Leerlingen vmbo elektro, installatie en metaal,
Drechtsteden/Al’waard-Vijfhlnd, 2008-2012
Figuur 9.8 Deelnemers en gediplomeerden mbo elektro,
installatie en metaal, Drst/Al’waard-Vijfhlnd,
2008-2012
2000
1000
1600
800
1200
600
800
400
200
400
0
0
2008
2009
2010
2011
2012*
2008
2009
deelnemers
2010
2011
2012*
gediplomeerden
Bron: Kenteq; 2012 voorlopige cijfers
Figuur 9.9 Deelnemers mbo-elektro, installatie en metaal, Drst/Al’waard-Vijfhlnd, Nederland en DaVinci, 2008=100
120
110
100
90
80
2008
2009
Drst/Alw-Vijfhlnd
2010
2011
DaVinci
2012*
Nederland
Bron: DUO-CFI
Hbo/wo
Voor het regionale bedrijfsleven is uiteraard niet alleen de deelname in vmbo en
mbo van belang, maar ook die in hbo en wo. Het valt buiten het bestek van
deze monitor om daar uitgebreid op in te gaan. Voor wat betreft de maritieme
maakindustrie gerelateerde opleidingen (maritieme techniek, werktuigbouwkunde, electrical engineering en een aantal associate degree opleidingen)
volstaan we met de constatering dat zowel aan de TU Delft als aan het hbo in
Rotterdam het aantal nieuwe inschrijvingen en daarmee het totaal aantal
studenten zich sinds kort weer in een duidelijk stijgende lijn bevinden.
Ontwikkelingen
Het onderwijsveld en vooral dat in het technisch onderwijs is volop in beweging.
Via het Masterplan Beroepsonderwijs Drechtsteden wordt het onderwijs meer
vraaggericht ingevuld. Onderdeel daarvan zijn de technologieroute en
vakmanschaproute die een doorlopende leerlijn garanderen van vmbo tot
89
respectievelijk mbo4 en mbo2. Het Masterplan zal ook worden gebruikt om de
uitvoering en uitwerking van het Techniekpact structureel vorm te geven. In
juni van dit jaar is het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Maritieme
Techniek van start gegaan, een samenwerkingsverband tussen de STC-Group
en het DaVinci College, ondersteund door grote en MKB bedrijven in de regio,
Stichting A+O Metalektro, de gemeenten Rotterdam en Dordrecht, het Platform
Bètatechniek en de Rijksoverheid. Al eerder sloegen in Rotterdam de STC-Group
en Hogeschool Rotterdam de handen ineen om de onder de naam Rotterdam
Mainport University of appleid sciences (RMU) “de beste” HBO-opleidingen voor
scheepvaart, maritieme techniek, havens en logistiek aan te kunnen bieden.
Vanaf 2014 wordt in Dordrecht een internationale master “Shipping &
Transport” aangeboden. Betrekkelijk nieuw zijn verder ook de verkorte duale
hbo ‘associate degree’ (AD) opleidingen maintenance&mechanics en engineering
aan de Hogeschool Rotterdam, die geheel in samenwerking met het
bedrijfsleven zijn ingevuld. Het praktijkgedeelte van AD Engineering vindt plaats
in de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht.
In de zorg dient in dit verband nog de samenwerkingsovereenkomst tussen het
Albert Schweitzer ziekenhuis en de Christelijke Hogeschool Ede, waarin door de
gemeente Dordrecht veel is geïnvesteerd, niet onvermeld te blijven. De ambitie
is om samen een koploperspositie te vervullen gericht op de upgrading van het
kwalificatieniveau van (hbo-)verpleegkundigen en te komen tot een
uitmuntende scholings-, opleidings-, leer- en werkomgeving gericht op de
‘Excellente Zorgprofessional 2020’.
Programmalijn verbeteren kennisinfrastructuur
Versterking van het hoger onderwijs in de regio en het aantrekken van
meer studenten is één van de programmalijnen van het Programma
regionaal
arbeidsmarktbeleid.
Een
aantal
van
bovengenoemde
ontwikkelingen is een uitvloeisel van deze programmalijn. In het voorjaar
van 2013 is het nieuwe onderwijscentrum de Wereldwaag officieel geopend,
waar de genoemde HBO-opleidingen moeten gaan plaatsvinden. Partners
zijn EcoShape Building with Nature, die er opleidingssessies verzorgt voor
onder andere internationale studenten van UNESCO-IHE en de Erasmus
Academie, die er Hovo-opleidingen verzorgt (hoger onderwijs voor
volwassenen).
Inzet van de programmalijn is verder ook het behoud en de mogelijke
uitbouw van het al bestaande HBO onderwijs in Dordrecht (voornamelijk de
Pabo’s Hogeschool R’dam en InHolland en de Hogeschool DaVinci).
Voortijdig schoolverlaten
Teveel jongeren ondervinden problemen in hun leerloopbaan, waardoor ze te
vroeg stoppen met hun opleiding en geen startkwalificatie halen. Jongeren met
een startkwalificatie vinden makkelijker hun weg op de arbeidsmarkt. De kans
op werkloosheid is voor jongeren zonder startkwalificatie twee keer zo hoog.79
De vsv-aanpak ‘Aanval op Schooluitval 2008-2011’ heeft al geresulteerd in een
forse daling van het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv), maar het aantal is
nog steeds hoog. Daarom heeft het kabinet Rutte II de doelstelling voor het
tegengaan van voortijdige schooluitval voor de komende jaren verder
aangescherpt. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters mag in 2016 nog
maar maximaal 25.000 zijn.
79
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; VSV-Verkenner; 2013
90
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
Ook in de Drechtsteden is het aantal voortijdig schoolverlaters gedaald. Een
daling die vooral is te danken aan de daling van het aantal voortijdig
schoolverlaters in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). In het schooljaar
2008-2009 telden we in de Drechtsteden nog 700 voortijdig schoolverlaters in
het mbo, in 2011-2012 bedroeg het aantal nog geen 600. Ook ten opzichte van
het aantal onderwijsdeelnemers zien we een duidelijke daling (zie figuur 9.10).
De schooluitval in het voortgezet onderwijs (vo) is in deze regio redelijk stabiel.
In vergelijking met heel Nederland is de schooluitval in de Drechtsteden hoger.
Dit komt vooral door de hogere uitval onder leerlingen in Dordrecht, zowel in
het vo als in het mbo.
In figuur 9.11 is voor de laatste twee schooljaren (2010-2011 en 2011-2012)
het aandeel voortijdig schoolverlaters in het mbo per sector weergegeven. In
absolute zin is het aantal voortijdig schoolverlaters het hoogst in de sector
economie, maar gerelateerd aan het aantal leerlingen is de voortijdige
schooluitval in deze sector gemiddeld. In de sectoren techniek en zorg en
welzijn is de uitval lager, in de sector landbouw hoger dan gemiddeld. Ten
opzichte van het vorige schooljaar is de uitval in alle grote sectoren afgenomen,
in de techniek het meest. In de sector ‘combinatie’ is de voortijdige uitval
relatief het hoogst en toegenomen. Dit zal een beleidsmatige achtergrond
hebben.
Figuur 9.10 Voortijdig schoolverlaters, Drechtsteden, 2008-2012 (% van aantal
deelnemers)
12
10
8
6
4
2
0
2008/2009
2009/2010
vo
2010/2011
mbo
vo+mbo
2011/2012
Nederland
Bron: VSV-Verkenner, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Figuur 9.11 Voortijdig schoolverlaters MBO naar sector, Drechtsteden, 2010-2011 en
2011-2012
197
economie
204
138
techniek
168
2011-2012
125
zorg en welzijn
2010-2011
135
30
landbouw
41
99
combinatie
51
0
50
100
150
200
250
Bron: VSV-Verkenner, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
91
92
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
10
Vooruitzichten
enning 20
ische Verk
Macro Eco
nom
14
eidsmarkt 2013
sm
d
i
e
b
r
A
V
UW
4
1
0
2
2013n doorkijk na
Wereldhan
del BegrotMet ee
ingstekort
trekt aan
3,3% in 201
4 itie | 29 novemb
CPB Not
e
i
t
a
s
i
l
a
u
t
Ac
dse
n
a
l
r
e
d
e
N
20
t
e
m
n
e
t
to
ng
i
k
r
e
w
r
e
v
(
ko
k
a
r
e
e
g
e
R
Macro
Economisc
h
e
Verkennin
g
2014
94
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
10 Vooruitzichten
Wat zijn de vooruitzichten voor de komende jaren? En hoe pakken die naar verwachting uit
voor de arbeidsmarkt? Hoe ruim blijft die en zijn er eigenlijk nog wel knelpunten in de
personeelsvoorziening te verwachten? In dit laatste hoofdstuk van deze monitor wijden we
hier een korte bespreking aan.
10.1
Economische groei, werkgelegenheid en
werkloosheid
2013-2014
De economische vooruitzichten voor 2013 en 2014 zijn de afgelopen tijd al een
aantal malen naar beneden bijgesteld. Volgens de laatste ramingen krimpt de
economie in heel 2013 fors, waarna in 2014 voorzichtig herstel zou kunnen
optreden. Met name over de kracht van dat herstel lopen de meningen uiteen
(tabel 10.1). Meer eensgezindheid bestaat er over de arbeidsmarkt: in alle
ramingen loopt de werkloosheid ook in 2014 nog op. Het UWV raamt voor totaal
2013 ook een krimp in het aantal ontstane vacatures. In 2014 zou dit aantal,
ondanks daling of maximaal nulgroei van de werkgelegenheid, wel weer flink
kunnen toenemen (+15%).
Tabel 10.1 Economische vooruitzichten 2013-2014 per medio 2013, %
CPB
DNB
ING
Rabo
2013
- binnenlands product
- werkgelegenheid1
- werkloosheid2
- bijstand
- ontstane vacatures
2014
- binnenlands product
- werkgelegenheid1
- werkloosheid2
- bijstand
- ontstane vacatures
UWV
(aug 2013)
(juni 2012)
(juli 2013)
(juni/okt 2013)
(jan 2013)
-1,25
-0,75
+31
+7,53
-0,8
-1,2
+30
-1,4
-1,25
+30
+27
-0,5
-1,1
+22
-3
+0,75
0
+9
0,5
-0,5
+7
0,1
0
+7
+11
1,0
-0,3
+6
+15
2015-201880
Het UWV sluit voor zijn doorkijk naar 2018 aan bij de recentste middellange
termijn raming van het CPB, die uitkomt op een gemiddelde jaarlijkse
economische groei van 1,25%. Vanwege de productiviteitsgroei is dat
onvoldoende om de werkgelegenheid fors te doen toenemen. Uitgegaan wordt
van een groei van 0,3% per jaar. Omdat tegelijkertijd ook de beroepsbevolking
nog blijft toenemen, neemt de werkloosheid maar mondjesmaat af (-0,5%). Wel
ontstaan er gemiddeld fors meer vacatures, een groei met 33% ten opzichte
van 2013. De meeste banengroei wordt verwacht bij de uitzendbureaus
(flexibele schil ten behoeve van een verscheidenheid aan sectoren) en in de
zorg. Vacatures ziet het UWV vooral ontstaan in de detailhandel, de zorg en de
industrie. In de laatste gaat het vooral om vervangingsvraag.
80
UWV (2013a), op cit
95
Tabel 10.2 Vooruitzichten 2015-2018, gemiddelden per jaar, %
gemiddelde ontwikkeling per jaar,
%
2015-2018
- binnenlands product
1,25
- banen
0,3
- beroepsbevolking
0,2
- werkzoekenden
-0,5
Bron: UWV (2013a)
Drechtsteden
De Drechtsteden vertonen in de ramingen van het UWV een gemiddeld beeld: er
zijn nauwelijks afwijkingen van de landelijke gemiddelden. Dat betekent dat wij
ook hier voor 2013 en 2014 rekening moeten houden met een nog toenemende
werkloosheid. Eerder zagen we ook al dat de beroepsbevolking in de
Drechtsteden, net als landelijk, voorlopig nog blijft groeien.
De werkgelegenheid daalt in 2013/2014 naar verwachting met 0,2%, iets
minder dan landelijk gemiddeld. Forse krimp wordt verwacht voor de sectoren
openbaar bestuur (-3,8%) en financiële dienstverlening (-2,3%), iets minder
forse krimp voor de industrie (-1,5%). De krimp in de sectoren transport,
detailhandel en bouw blijft naar verwachting beperkt tot minder dan 0,5%.
Alleen in de zorg, de groothandel en de zakelijke diensten verwacht het UWV
een bescheiden toename van de werkgelegenheid.
Gelet op de economische structuur van de regio zullen hier in de regio wegens
vervangingsvraag in de industrie op termijn ook zeker (weer) een fors aantal
vacatures voor technische beroepen ontstaan.
10.2
Baanopeningen en verwachte knelpunten in de
personeelsvoorziening
Het ROA verwachtte in haar prognose van eind 2011 voor de periode 2012-2016
voor diverse beroepen forse knelpunten in de personeelsvoorziening.81 Deze
prognoses waren gestoeld op de op dat moment nog relatief gunstige
economische groei verwachtingen, die inmiddels al ettelijke malen naar beneden
zijn bijgesteld. De door het ROA voorspelde grote wervingsbehoefte als gevolg
van vervangingsvraag lijkt zich in elk geval dit en komend jaar nog niet of in elk
geval veel gematigder voor te doen. De vrijwillige arbeidsmarkt uittreding is als
gevolg van de economische crisis en onder invloed van het verhogen van de
pensioengerechtigde leeftijd veel kleiner dan kort geleden nog gedacht en veel
vrijwillige uittreders worden vanwege de aanhoudende laagconjunctuur en de
bezuinigingen bij de overheid en in de zorg niet vervangen.
De vraag is derhalve gerechtvaardigd óf er op termijn nog wel tekorten op de
arbeidsmarkt gáán ontstaan. Veel zal in zijn algemeenheid afhangen van de
mate waarin de economie zal herstellen. De verwachting is dat de vraag op de
arbeidsmarkt pas na 2014 weer aantrekt. Het UWV voorziet voor de periode
2015-2018 jaarlijks zo’n 850.00 vacatures, ruim 200.000 (33%) meer dan in
2013. Vooral in industrie en bouw zal het aantal vacatures weer fors groeien, zo
is de verwachting.
Uiteraard is schaarste niet alleen een kwestie van vraag, maar ook van aanbod.
Nog steeds is het aantal leerlingen dat kiest voor techniek en daarmee de
instroom van gediplomeerde schoolverlaters op de arbeidsmarkt zodra de
economie ook maar enigszins aantrekt naar verwachting onvoldoende om aan
81
96
ROA (2011), De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016
Monitor Economie en Arbeidsmarkt Drechtsteden 2013
de groeiende vraag tegemoet te komen. Panteia/EIM verwacht in een meer
recente studie dan die van het ROA op termijn nog steeds aanzienlijke tekorten
bij technische, transport, para(medische) en verzorgende beroepen.82 Tabel
10.3 geeft een overzicht van de voor de regio relevante beroepsgroepen
waarvoor tekorten worden verwacht. Overschotten verwacht Panteia/EIM vooral
voor de elementaire beroepen en voor lager administratieve beroepen.
Tabel 10.3 Beroepsgroepen met verwachte tekorten
sector
beroep
industrie en energie
- lager technisch
- middelbaar technisch
- hoger technisch
bouwnijverheid
- lager technisch
- middelbaar technisch
transport
- lager transport
- middelbaar transport
zorg en welzijn
- middelbaar (para)medisch
- middelbaar verzorgend
- hoger (para)medisch
horeca en persoonlijke
diensten
- middelbaar verzorgend
Typeringa
----------
a
- : matig tekort verwacht; 2%-10% van het aantal banen in 2020 in het betreffende beroep
in het MKB
-- : groot tekort verwacht; meer dan 10% van alle banen in 2020 in het betreffende beroep in
het MKB
Bron: Panteia/EIM (2012)
Techniek
SEO Economisch Onderzoek heeft recent de wervingsbehoefte en te verwachten
tekorten voor de sector techniek en de technische opleidingen voor de periode
2013-2018 in beeld gebracht.83 Deze ‘Monitor Technische Arbeidsmarkt’ laat
zien dat de netto wervingsbehoefte voor technisch personeel vanaf middelbaar
beroepsniveau van 2013 tot 2018 33.000 arbeidskrachten hoger is dan de
instroom in technische beroepen. Daarbij is volgens SEO al rekening gehouden
met aanpassingsmechanismen voor zover die nu al worden ingezet, zoals het
aannemen van minder gekwalificeerd personeel, inzet van buitenlandse
werknemers, verhogen van werktijden, inzet van arbeidsbesparende
technologieën of een andere organisatie van arbeid op de werkvloer. De
tekorten doen zich met name voor in de hogere opleidingsniveaus. Voor de
lagere technische beroepen verwacht SEO een overschot (tabel 10.4).84
Tabel 10.4 Saldo instroom en netto wervingsbehoefte en instroom 2013-2018 technische
beroepen naar niveau, Nederland
niveau
aantal (x 1.000)
lager
+27
middelbaar
-2
hoger
-13
academisch
-19
Bron: SEO
Voor onze regio zou een en ander neerkomen op een jaarlijks tekort van
tenminste circa 150 technici. Gelet op de aard van de werkgelegenheid hier zal
het tekort op middelbaar niveau hier naar verhouding wat groter zijn, dat op
academisch niveau wat kleiner.
82
83
84
Panteia/EIM (2012), Personeel gevraagd in het MKB, juli 2012
SEO Economisch Onderzoek (2013), Monitor technische Arbeidsmarkt 2013, Amsterdam
SEO verwacht overigens ook voor de niet-technische beroepen in totaal forse tekorten op hoger niveau. Overschotten worden voorzien op lager én – in tegenstelling tot de technische beroepen – ook op middelbaar niveau.
97
Download