Oefenexamen Juridische en fiscale aspecten van - NIBE-SVV

advertisement
Oefenexamen
Juridische en fiscale aspecten van pensioen

 NIBE-SVV, januari 2013
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
1.
Al hetgeen men in zijn actieve periode bijeen spaart, in welke vorm dan ook, met het doel
om daarvan in de postactieve periode te kunnen leven, wordt in het spraakgebruik wel als
pensioen betiteld.
Leg uit waarom een pensioen, waarvan de premie geheel door de werkgever wordt
betaald, in feite ook door de werknemer zelf is opgebracht.
2.
Toen Mieke in dienst trad bij haar werkgever, heeft zij direct gemeld dat ze uit geloofsovertuiging tegen het sluiten van verzekeringen is. Om die reden tekende zij een
verklaring, waarmee zij afstand deed van deelname aan de collectief verzekerde
pensioenregeling. Volgens de CAO was de werkgever verplicht om voor haar een
spaarregeling te sluiten van een niveau dat vergelijkbaar is met de pensioenregeling.
Kort geleden heeft Mieke ontslag genomen en op dat moment bleek dat de spaarregeling
op basis van beleggingen is gesloten en nu nauwelijks meer waarde heeft dan de door
de werkgever gestorte betalingen.
Kan Mieke krachtens de Pensioenwet aanspraak maken op een spaarkapitaal, dat
vergelijkbaar is met een tijdsevenredig pensioen? Motiveer uw antwoord.
3.
Door de wereldwijde financiële crisis zijn veel pensioenfondsen in een situatie van
‘onderdekking’ geraakt. De Pensioenwet verplicht die fondsen om een herstelplan te
maken en daarin te beschrijven met welke middelen het fonds de situatie denkt te
verbeteren. Bij de keuze tussen de denkbare middelen doet zich een dilemma voor dat
wel wordt aangeduid met de term ‘generatieconflict’.
Leg uit wat er in het kader van de herstelmaatregelen wordt bedoeld met het
generatieconflict.
4.
De Grutter bv is een onderneming met tien werknemers waar een collectief verzekerde
pensioenregeling geldt.
Stel dat De Grutter bv door een wijziging van de werkzaamheden komt te vallen onder de
verplichtstelling van een bedrijfstakpensioenfonds. De pensioenregeling aldaar is vrijwel
gelijk aan de bestaande regeling, maar de werknemers moeten 25% van de premie zelf
betalen.
Onder welke voorwaarde kan de regeling zonder instemming van de werknemers op dit
punt worden aangepast?
5.
Joop was ambtenaar en als zodanig deelnemer in het ABP. De pensioenregeling van het
ABP voorziet erin dat ingegane pensioenen jaarlijks worden aangepast aan de
loonontwikkeling bij het overheidspersoneel. Kort geleden heeft Joop ontslag genomen
en is hij gaan werken voor een adviesbureau. Dat bedrijf heeft een rechtstreeks
verzekerde pensioenregeling op basis van NIET-geïndexeerd middelloon.
Omschrijf twee (en niet meer dan twee) redenen, waarom Joop er NIET verstandig aan
doet om gebruik te maken van zijn recht op waardeoverdracht.

© NIBE-SVV, maart 2013
2
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
6.
7.
De pensioenregeling van Bertold Vertongen is een premieovereenkomst, uitgevoerd in de
vorm van een beleggingsverzekering, waarbij de fondswaarde moet worden aangewend
voor de aankoop van pensioen. De Insurance For Sure bv. Vorige maand is Bertold
overleden. Zijn weduwe Roelien weet dat Bertold enkele slechte ervaringen met
verzekeraar Insurance For Sure bv heeft gehad en daarom wil ze eigenlijk van
verzekeraar Insurance For Sure bv af.
a.
Wat moet Roelien doen om het geld uit de verzekering bij verzekeraar Insurance
For Sure bv weg te halen?
b.
Zou uw antwoord anders zijn als het NIET om een premieovereenkomst ging, maar
om een uitkeringsovereenkomst (euroverzekering op rentebasis)?
Motiveer uw antwoord.
Louis Maasakker neemt deel aan een eindloonregeling. Hij is in 2009 gescheiden.
Caro, zijn ex-echtgenote, heeft een voorwaardelijk recht op het verevende deel van het
ouderdomspensioen. Tijdens een gesprek met haar pensioenadviseur uit Caro haar zorg
over het ouderdomspensioen. Haar ex gaat pas over 20 jaar met pensioen en Caro gaat
pas over 22 jaar met pensioen. Caro vraagt zich af wat deze aanspraken tegen die tijd
nog waard zullen zijn.
Wat zal het antwoord moeten zijn van de pensioenadviseur? Motiveer uw antwoord.
8.
Ineke en Waldo gaan, na achtereenvolgens drie jaar samenwonen en 15 jaar huwelijk,
scheiden. Beiden nemen via hun werkgever deel aan een collectieve pensioenregeling.
Beide pensioenuitvoerders hebben de huwelijksdata in hun administratie opgenomen.
Waldo heeft gedurende de eerste acht jaar van hun relatie bij administratiekantoor De
Boeken gewerkt en de resterende tien jaar bij accountantskantoor Schrijvers. Bij de
overstap van De Boeken naar Schrijvers heeft Waldo waardeoverdracht laten uitvoeren,
hetgeen hem vijf jaar en zeven maanden extra diensttijd opleverde bij
accountantskantoor Schrijvers.
Op de echtscheidingsdatum heeft Waldo de volgende tijdsevenredige rechten:
Ouderdomspensioen
EUR 15.000,Partnerpensioen
EUR 10.500,Ineke neemt via haar werkgever deel aan een pensioenregeling op basis van
beschikbare premie. Deze regeling is 12 jaar geleden in het leven geroepen en Ineke
heeft er vanaf aanvang aan deelgenomen. Het verzekerde kapitaal op haar pensioenpolis
is EUR 251.000,- en het tijdsevenredige kapitaal op de echtscheidingsdatum bedraagt
EUR 72.400,-.
Welke rechten hebben Waldo en Ineke bij de scheiding op grond van de Wet verevening
pensioenrechten bij scheiding (WVPS)? Geef uw berekening en vermeld ook wanneer
deze rechten tot uitkering komen.

© NIBE-SVV, maart 2013
3
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
9.
10.
Hilde en haar man zijn begin dit jaar naar Oostenrijk verhuisd. Hilde vindt al snel een
baan in de buurt van Wenen. Ze kan deelnemen aan de pensioenregeling van haar
nieuwe werkgever. Door haar personeelsmanager wordt zij gewezen op de mogelijkheid
van waardeoverdracht. De over te dragen waarde zal dan deel gaan uitmaken van de
pensioenregeling van de Oostenrijkse werkgever.
a.
Wat is het algemene standpunt van de Nederlandse fiscus ten aanzien van
waardeoverdracht naar het buitenland?
b.
Onder welke drie voorwaarden gaat de Nederlandse fiscus normaal gesproken
akkoord met waardeoverdracht naar het buitenland?
Henk overweegt om in de privésfeer een oudedagsvoorziening in de vorm van een
levensverzekering te sluiten. Hij laat zich adviseren door een assurantieadviseur die
vaststelt dat Henk 'GEEN type' is voor een beleggingsverzekering. Tijdens een
verjaardagsfeestje zegt een familielid van Henk echter dat hij wel gek zou zijn om een
verzekering in euro's te nemen. Tegen de herhaalde waarschuwing van de
verzekeringsadviseur in sluit Henk de beleggingsverzekering.
Kan Henk later ooit de verzekeringsadviseur respectievelijk zijn familielid aanspreken
wegens NIET-nakoming van een Wft-verplichting?
11.
Jan Diamant is directeur-grootaandeelhouder (DGA) bij Marble Assets bv (MA bv).
MA bv houdt het pensioen van Jan in eigen beheer. Jan’s ouderdomspensioen gaat op
1 januari 2027 in. Het partnerpensioen van zijn vrouw Karlijn gaat direct in zodra Jan
komt te overlijden. De pensioenvoorziening op de balans bedraagt op dit moment
EUR 340.000,-.
MA bv heeft een risicoverzekering gesloten ter gedeeltelijke dekking van het
partnerpensioen. Het hiervoor verzekerde kapitaal bedraagt op dit moment
EUR 450.000,-.
Jan komt te overlijden. Na verkregen advies wordt de verplichting om het partnerpensioen uit te keren ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij tegen storting van
een koopsom van EUR 650.000,-.
Bereken de winst of het verlies van MA bv als gevolg van het overlijden en de storting
van de koopsom. Geef uw berekening.

© NIBE-SVV, maart 2013
4
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
12.
Jan en Marieke bezitten samen 60% van de aandelen van een holding-bv.
Jan heeft 40% en Marieke 20% van de aandelen.
De overige 40% van de aandelen van de holding-bv is in het bezit van de vader van
Marieke. Marieke is in dienst bij Aurora bv.
40% van de aandelen van Aurora bv is in handen van de holding-bv.
Jan is NIET in dienst bij Aurora bv.
De vader van Marieke is bij zowel Aurora bv als enkele andere bedrijven, die hij in
eigendom heeft, in dienst.
Jan en Marieke zijn in gemeenschap van goederen getrouwd.
Bepaal voor Jan, Marieke en de vader van Marieke of hij/zij voor de PW als directeurgrootaandeelhouder (DGA) van Aurora bv wordt beschouwd. Motiveer uw antwoorden.
13.
Hans is directeur-grootaandeelhouder (DGA) opgenomen in de pensioenregeling van
Capitool Investments bv (CI bv). Hans is opgenomen in de pensioenregeling van CI bv.
Op 54-jarige leeftijd komt Hans te overlijden. Wilma, de partner van Hans, heeft recht op
een partnerpensioen van EUR 42.500,- per jaar.
De nalatenschap van Hans bedraagt EUR 1.300.000,- en komt geheel aan Wilma toe. De
vrijstelling voor erfbelasting (successievrijstelling) voor Wilma bedraagt EUR 600.000,- en
de contante waarde factor voor het partnerpensioen is 11.
Over welk bedrag is Wilma erfbelasting (successierecht) verschuldigd?
Geef uw berekening.
14.
Maarten (geboren 15 mei 1956) is op 35-jarige leeftijd opgenomen in de pensioenregeling van zijn nieuwe werkgever Trade bv. Maarten’s pensioengrondslag bij
indiensttreding bedroeg EUR 25.000,-. De pensioendatum is 65 jaar. Trade bv hanteert
het fiscaal maximaal toegestane opbouwpercentage.
Op 45-jarige leeftijd wordt Maarten’s pensioengrondslag met EUR 5.000,- verhoogd. Op
53-jarige leeftijd wordt Maarten’s pensioengrondslag nog eens met EUR 4.000,verhoogd.
Hoeveel bedraagt het verschil in bereikbaar ouderdomspensioen als Maarten een
eindloonregeling of een middelloonregeling heeft? Geef uw berekening op basis van
bovenstaande gegevens.
15.
Een individuele pensioenverzekering op basis van beleggingen bereikt op 1 januari 2013
de einddatum.
De verzekeringsmaatschappij heeft, tijdens de looptijd van de verzekering, de verzekerde
meermaals aangeraden om de risico’s van de risicovolle beleggingsportefeuille te
verminderen. De verzekerde heeft de portefeuille echter NIET aangepast. Hierdoor bleek
het beschikbare kapitaal op de einddatum te laag om het beoogde pensioen te kunnen
aankopen. Bovendien is de rentestand op dit moment extreem laag.
U bent de adviseur van de verzekerde en u wilt hem een pensioenproduct aanbieden,
waarbij de kans op verbetering in stand blijft.
Wat stelt u uw cliënt voor? Motiveer uw antwoord.

© NIBE-SVV, maart 2013
5
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
16.
17.
Werkgever Bova nv en het pensioenfonds Exa hebben hun pensioenverplichtingen
herverzekerd bij een verzekeraar. In het pensioenreglement is bepaald dat de
pensioenaanspraken worden geïndexeerd voor zover het rendement op de beleggingen
dit toelaat.
a.
Welke twee soorten toeslagen worden onderscheiden in de Pensioenwet?
b.
Geef een beschrijving van deze beide vormen.
Leo Bovenkerk is in loondienst bij Chronomasters bv (C bv). Leo wordt op 1 december
2012 opgenomen in de eindloonregeling van C bv. De eigen bijdrage van deelnemers
bedraagt 20% van de totaal door C bv verschuldigde pensioenpremie. C bv houdt Leo’s
eigen bijdrage in op zijn 13e maandsalaris. Het 13e maandsalaris wordt in december
uitgekeerd.
Op 1 december 2012 moet C bv voor Leo een premie betalen van EUR 4.500,- en een
koopsom van EUR 12.000,- vanwege backservicejaren.
Op 1 december 2013 moet C bv voor Leo een premie van EUR 4.800,- en een koopsom
van EUR 1.300,- vanwege backservicerechten.
Bereken de van de winst aftrekbare pensioenlasten van C bv over 2012 en 2013.
Geef uw berekeningen.
18.
19.
Eierhandelaar De Wit heeft drie personeelsleden in dienst. De Wit wil GEEN
pensioenovereenkomst met zijn personeel aangaan. De Wit vindt echter een vooruitzicht
op ‘alleen maar AOW’ ook erg gering voor zijn personeel. Hij neemt zich dan ook voor om
zijn personeel te zijner tijd een soort pensioenuitkering te verstrekken. De Wit twijfelt of hij
een egalisatiereserve zal vormen voor zijn voornemen.
a.
Hoe beïnvloedt het creëren van een egalisatiereserve de jaarrekening van de
onderneming?
b.
Hoe beïnvloedt het NIET creëren van een egalisatiereserve de jaarrekening van de
onderneming? Betrek in uw antwoord zowel de periode van werknemerschap als
de periode waarin het pensioen daadwerkelijk wordt uitgekeerd.
Diederik is opgenomen in een middelloonregeling. Wibo’s pensioenregeling is een
kapitaalovereenkomst. Diedrik en Wibo worden in december 2012 ontslagen. Diedrik en
Wibo nemen sinds 1998 deel aan hun pensioenregeling.
Moeten de pensioenen van Diederik en Wibo in 2012 volledig zijn afgefinancierd?
Motiveer uw antwoord.

© NIBE-SVV, maart 2013
6
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
20.
Alex en Bram zijn beiden directeur. Bram is directeur en eigenaar van eenmanszaak De
Reiskoning en geeft leiding aan twee personeelsleden. Alex geeft bij De Reisgids bv
leiding aan drie personeelsleden.
De kosten voor de oudedags- en nabestaandenvoorziening zijn als volgt:
De Reiskoning
Bram
Overige medewerkers
EUR 10.000,EUR 16.000,-
De Reisgids bv
Alex
Overige medewerkers
EUR 12.000,EUR 13.000,-
Bereken het effect van de kosten voor deze voorzieningen op de nettowinst uit
onderneming (na belasting). Geef uw berekening en motiveer uw antwoord.
Ga uit van een inkomstenbelastingtarief van 52% en een vennootschapsbelastingtarief
van 25%.
21.
Elize (44 jaar) is recent in dienst getreden van de garnalenpellerij Firma Heuvelink &
Zoon. Bij de indiensttreding doet het bedrijf de toezegging dat Elize vanaf 65-jarige
leeftijd een aan haarzelf toekomend levenslang ouderdomspensioen van EUR 200,- per
maand zal ontvangen. Met dat bedrag wordt de fiscale norm (rekening houdende met
salaris en diensttijd) NIET overschreden.
Geef aan in welke situatie het pensioen fiscaal NIET gefacilieerd wordt, ondanks dat de
hoogte wel binnen de fiscale norm valt. Motiveer uw antwoord.
22.
Techart bv wil zijn werknemer Josef in 2010 een pensioenregeling aanbieden op basis
van fiscaal toegestane maxima voor pensioenopbouw.
Het belastbare loon van Josef heeft de volgende opbouw:
Vast loon
EUR 60.000,- per jaar
Bijtelling auto van de zaak
EUR 10.000,Vakantiegeld
EUR 5.000,13e maand
EUR 5.000,Winstdeling
EUR 70.000,De AOW-franchise bedraagt EUR 13.000,-.
Hoeveel pensioen mag Josef in 2010 fiscaal gezien maximaal opbouwen? Geef uw
berekening op basis van bovenstaande gegevens.

© NIBE-SVV, maart 2013
7
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
23.
De pensioenregeling van Lantro bv is gebaseerd op een beschikbare premiesysteem. De
regeling biedt aan werknemers met een pensioentekort de mogelijkheid om binnen de
grenzen van de staffel zelf aanvullingen te financieren.
Jan is werknemer van Lantro bv. Bij zijn indiensttreding maakte hij gebruik van de
mogelijkheid om de waarde van zijn elders opgebouwde aanspraken over te dragen.
Peter, een andere werknemer van Lantro bv, heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid
om door middel van eigen bijdrage zijn pensioen aan te vullen.
Voor beide werknemers bedraagt het pensioen op de pensioendatum 105% van het
pensioengevende loon.
Wat zijn de fiscale gevolgen voor Jan en Peter? Motiveer uw antwoord.
24.
Hortence (65 jaar) is al tientallen jaren de trouwe huishoudster van jonkheer Van
Tuylingen. In 2009 overlijdt de jonkheer. In zijn testament draagt Van Tuylingen zijn
erfgenamen op om aan Hortence levenslang jaarlijks een bedrag van EUR 4.000,- over
te maken.
Is de waarde van het recht op de jaarlijkse uitkering belast met erfbelasting
(successierecht)? Motiveer uw antwoord.
25.
Ronald is meer dan 25 jaar werkzaam voor Lágricol bv wanneer door het verlies van een
buitenlandse klant zijn functie komt te vervallen. Ronald is 55 jaar als hij in 2010 wordt
ontslagen. Ronald ontvangt een ontslagvergoeding van Lágricol bv. De
ontslagvergoeding bedraagt twee jaarsalarissen. Ronald kan deze ontslagvergoeding
gebruiken om de uitkeringen uit hoofde van de sociale zekerheid tot aan de
pensioendatum aan te vullen.
Lágricol bv vraagt uw advies.
Beoordeel of de door Lágricol bv beoogde regeling zonder een extra werkgeversheffing
kan worden verwezenlijkt. Motiveer uw antwoord.

© NIBE-SVV, maart 2013
8
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
CORRECTIEMODEL
1.
De pensioenaanspraak van de werknemer is het uitgestelde gedeelte van de totale
beloning, die de vergoeding voor zijn arbeid vormt. Door in het heden met een lager loon
genoegen te nemen dan wat de werkgever voor de arbeid over heeft, spaart de
werknemer dus voor later. 3 punten
2.
Nee. 0 punten
De alternatieve spaarregeling, ter compensatie van het gemis aan pensioen van een
gemoedsbezwaarde, valt niet onder de Pensioenwet. 4 punten
3.
De dekkingsgraad kan onder meer worden verbeterd door de premies te verhogen of
door de indexatie te schrappen of zelfs de uitkeringen te verlagen. De jonge generatie
(de nog actieve deelnemers) wordt vooral getroffen door de premieverhoging. 2 punten
De oude generatie (al gepensioneerden) wordt vooral getroffen door het stopzetten van
indexatie of het verlagen van de uitkeringen. 2 punten
4.
Dat is mogelijk als in de regeling een daartoe strekkend voorbehoud was opgenomen.
2 punten
Er moet dan wel sprake zijn van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. 1 punt
5.
Als gevolg van de Wet Nypels/Groenman is het verplicht om in een regeling, waarin
toeslagen op ingegane pensioenen worden verleend, ook de na een ontslag premievrij
achtergebleven aanspraken, aan te passen. Door gebruik te maken van waardeoverdracht, geeft Joop die aanpassingen van de premievrije aanspraak prijs. 3 punten
Met waardeoverdracht verkrijgt Joop extra dienstjaren die als zodanig bij verhogingen
meetellen in de nieuwe pensioenregeling. Omdat de nieuwe regeling op basis van
middelloon is, levert de waardeoverdracht Joop dus geen voordeel. 3 punten
6.
a.
Roelien kan gebruik maken van het recht om te ‘shoppen’ met het geld op de
pensioendatum. Zij kan eisen dat Insurance For Sure B.V. het pensioenkapitaal
overboekt naar de maatschappij van haar keuze ter aankoop van pensioen aldaar.
2 punten
b.
Als Bertold niet een premieovereenkomst had, maar een uitkeringsovereenkomst
waarbij het pensioen op rentebasis was verzekerd, had Roelien geen keuze. Het
shoprecht geldt namelijk niet voor partnerpensioen uit hoofde van een
uitkeringsovereenkomst. 2 punten

© NIBE-SVV, maart 2013
9
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
7.
Haar zorg is niet terecht. 0 punten
In de WVPS is bepaald, dat de rechten na ingang worden geïndexeerd op dezelfde wijze
als andere ingegane pensioenrechten. Ook voor ingang worden de aanspraken echter
verhoogd met een evenredig deel van de pensioenaanspraken die het gevolg zijn van
een algemene loonronde. 4 punten
Ook goed is: In de WVPS is bepaald dat de rechten na ingang worden geïndexeerd op
dezelfde wijze als andere ingegane pensioenrechten. Ook voor ingang worden de
aanspraken echter verhoogd met de indexaties zoals die gelden voor actieve
deelnemers.
8.
Recht Waldo:
50% x 72.400 = EUR 36.200,- pensioenkapitaal (2 punten) op de pensioendatum van
Ineke. 1 punt
Recht Ineke:
15/18 x EUR 15.000,- x 50% = EUR 6.250,- (2 punten) ouderdomspensioen op de
pensioendatum van Waldo 1 punt
Correctievoorschrift:
Als kandidaat een wezenpensioen toewijst aan Waldo of Ineke, dan 1 punt
aftrekken per toewijzing.
Als een kandidaat een partnerpensioen toewijst op grond van WVPS, twee punten
aftrekken.
9.
10.
a.
De Nederlandse fiscus ziet waardeoverdracht naar een buitenlandse
pensioenregeling normaliter als een te belasten handeling. Ook als de
waardeoverdracht gevolgd wordt door inkoop van pensioenaanspraken in een
nieuwe regeling. 1 punt
b.
De pensioenuitkeringen worden te zijner tijd in het buitenland belast. 1 punt
In het buitenland is een substantiële dienstbetrekking aanvaard. 1 punt
De werkgever mag geen gebruik maken van een fiscale behandeling in het
buitenland die ertoe leidt dat een deel van de overdrachtswaarde onbelast blijft.
1 punt
Nee, hij kan de assurantieadviseur niet aanspreken. 0 punten
Henk heeft diens advies in de wind geslagen; de adviseur is gedekt door zijn herhaalde
waarschuwing. 2 punten
Henk kan misschien het familielid aanspreken maar niet wegens overtreding van een
Wft-bepaling; de Wft geldt hier namelijk niet omdat geen sprake is van een beroepshalve
advisering. 2 punten

© NIBE-SVV, maart 2013
10
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
11.
12.
4 punten (4 of 0 punten; bij rekenfout 3 punten)
Door het overlijden valt de pensioenvoorziening vrij (winst)
en komt de risicoverzekering tot uitkering vrij (winst)
Te storten koopsom (verlies):
Per saldo winst voor de BV winst
EUR 340.000,EUR 450.000,EUR 650.000,EUR 140.000,-
Jan is geen DGA van Aurora bv. Hij bezit weliswaar meer dan 10% aandelen van Aurora
bv (40% x 40% = 16%), maar hij is niet bij Aurora bv in dienst. 2 punten
Marieke is geen DGA van Aurora bv. Marieke is weliswaar bij Aurora bv in dienst, maar
zij bezit slechts 8% (20% x 40%) van de aandelen van Aurora bv. 2 punten
De vader van Marieke is DGA van Aurora bv. De vader van Marieke bezit meer dan 10%
van de aandelen van Aurora bv (40% x 40% = 16%) en hij is in dienst bij Aurora bv.
2 punten
13.
De nalatenschap bedraagt
EUR 1.300.000,-
Vrijstelling
Imputatie (42.500 x 11 x 0,7) x 0,5
Resterende vrijstelling
EUR
EUR
EUR
600.000,163.625,- -/463.375,- 2 punten
Wilma is erfbelasting (successierecht) verschuldigd over: 1.300.000 -/- 463.375 =
EUR 863.625,-. 2 punten
14.
Correctievoorschrift:
voor een onjuist gehanteerd opbouwpercentage 1 punt aftrekken.
bij rekenfout 1 punt aftrekken.
Het ouderdomspensioen op basis van de eindloonregeling (2%) bedraagt:
34.000 x 0,02 x 30 = EUR 20.400,-. 1 punt
Het ouderdomspensioen op basis van de middelloonregeling (2,25%) bedraagt:
EUR 25.000,- x 0,0225 x 30 =
EUR 16.875,EUR 5.000,- x 0,0225 x 20 =
EUR 2.250,EUR 4.000,- x 0,0225 x 12 =
EUR 1.080,Totaal
EUR 20.205,-. 2 punten
Het bereikbare ouderdomspensioen valt bij de eindloonregeling, EUR 195,(20.400 -/- 20.205) hoger uit dan bij de middelloonregeling.

© NIBE-SVV, maart 2013
11
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
15.
Beleggingsknip en/of renteknip.
U laat de maatschappij uitrekenen welke levenslange pensioenuitkering voor het
beschikbare kapitaal kan worden aangekocht. Dat bedrag wordt op tijdelijke basis
(maximaal vijf jaar) verzekerd als periodieke uitkering. De koopsom hiervoor wordt
onttrokken aan het beschikbare kapitaal. Het restant wordt gestort voor een
beleggingsverzekering die tot uitkering komt bij het einde van de periodieke uitkering en
wordt dan aangewend voor de verlenging. De kans bestaat dat in die periode
beleggingswinst wordt behaald en/of dat de rentestand op het nieuwe aankoopmoment
gunstiger is. 4 punten
16.
a.
Voorwaardelijke en onvoorwaardelijke toeslagen. 1 punt
b.
Een voorwaardelijke toeslag is een indexatie die afhankelijk is van een onzekere
factor, waarbij de factor veelal van tevoren is overeengekomen met de
pensioenuitvoerder. De werkgever heeft geen verplichting om de jaarlijkse
aanpassing van de pensioenaanspraken aan de inflatie te financieren. De bron van
financiering is vaak een beleggingsdepot. 2 punten
Bij een onvoorwaardelijke toeslag staat de hoogte van de toeslag bij voorbaat vast,
waardoor de toeslag altijd van tevoren door de werkgever gefinancierd moet zijn.
Deze toeslag is daardoor een zeer kostbare aangelegenheid en wordt vaak
toegepast voor gesloten groepen deelnemers. 2 punten
17.
De eigen bijdrage van Leo vormt geen pensioenlast voor C bv.
Lasten over 2012 voor C bv, van de winst aftrekbaar:
1/12 × 80% × 4.500,EUR
300,- 1 punt
Koopsom
EUR 12.000,Totaal lasten 2012
EUR 12.300,- 1 punt
Lasten over 2013 voor C bv, van de winst aftrekbaar
Premie 1 januari tot 1 december:
11/12 × 80% × 4.500
EUR
3.300,- 1 punt
Premie 1 december tot 1 januari
1/12 × 80% × 4.800
EUR
320,- 1 punt
Koopsom
EUR
1.300,Totaal lasten 2013
EUR
4.920,- 1 punt

© NIBE-SVV, maart 2013
12
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
18
a.
Bij het vormen van een egalisatiereserve mogen de van jaar tot jaar gedoteerde
bedragen worden afgetrokken van de winst. Als er daadwerkelijk een uitkering
plaatsvindt, gaat deze ten laste van de reserve en niet ten laste van de winst.
2 punten
b.
Als er geen egalisatiereserve wordt gevormd, heeft dat gedurende de
dienstbetrekking geen invloed op de jaarrekening. De uitkeringen die te zijner tijd
verricht worden, kunnen in dat betreffende jaar direct ten laste van de winst
worden gebracht. 2 punten
19.
Beide pensioenen moeten volledig zijn afgefinancierd. 0 punten
Voor zowel Diederik als Wibo geldt dat hun pensioen op de ontslagdatum (december
2012) volledig moet zijn afgefinancierd. Los van de overgangsperiode moet bij ontslag
pensioen altijd afgefinancierd worden op grond van de Pensioenwet. 4 punten
20.
Voor de Reisgids bv geldt een besparing van 25.000 x 25% = EUR 6.250,-. 1 punt
De Reisgids bv is vennootschapsbelastingplichtig en alle pensioenkosten verlagen de
belastbare winst. 1 punt
Voor de Reiskoning is dat 16.000 x 52% = EUR 8.320,-. 1 punt
De winst van de eenmanszaak is onderworpen aan inkomstenbelasting. Bram is eigenaar
en geen personeelslid. Voor hem gaat het daarom niet om pensioen, maar om een
privévoorziening. De kosten hiervan zijn niet aftrekbaar van de winst van de
onderneming. 2 punten
21.
Het bedrijf houdt de toezegging in eigen beheer. 2 punten
Ook goed is: de toezegging wordt ondergebracht bij een niet-toegestane verzekeraar of
bij een buitenlandse verzekeraar.
Dan is er geen sprake van een pensioenregeling, in de zin van de Wet op loonbelasting.
2 punten
22.
Het maximale pensioengevend salaris van Josef binnen een middelloonregeling is
EUR 140.000,- (60.000 + 5.000 + 5.000 + 70.000). 2 punten
(De bijtelling van de auto van de zaak mag niet meetellen).
Het maximale opbouwpercentage bij een middelloonregeling is 2,25%. 1 punt
Dit levert een maximale opbouw op van (140.000 -/- 13.000) x 2,25% = EUR 2.857,50.
1 punt
23.
De overschrijding van de 100%-norm bij Jan is het gevolg van waardeoverdracht. Dit is
een toegestane overschrijding en heeft geen gevolgen. 2 punten
De overschrijding bij Peter is het gevolg van vrijwillige betalingen. Dat is niet toegestaan.
Peter zal over 5% moeten afrekenen. 2 punten

© NIBE-SVV, maart 2013
13
Juridische en fiscale aspecten van pensioen
24.
Nee. 0 punten
Er kan gesproken worden van een verplichting, die berust op de voorschriften van de
moraal of het fatsoen, waarbij de verzorgingsgedachte voorop staat. 4 punten
Ook goed is:
Ja. 0 punten
Als Hortence al een goed pensioen heeft opgebouwd bij haar voormalige werkgever en
de jaarlijkse uitkering een extra aanvulling is. In dat geval is er geen sprake van een
verplichting die berust op de voorschriften van de moraal of het fatsoen. 4 punten
25.
Volgens de kwalitatieve toets kan de regeling van Ronald worden aangemerkt als
regeling voor vervroegde uittreding (RVU), omdat er geen sprake is van een collectief
ontslag (volgens een afspiegelingsbeginsel). Dat leidt in beginsel tot extra heffing.
1 punt
De extra heffing wordt ontlopen als wordt voldaan aan de kwantitatieve toets. Dat is het
geval: 3 punten
a.
als de periodieke ontslaguitkering eindigt op de dag dat de ex-werknemer 55 jaar
wordt én geen van de uitkeringen hoger was dan 100% van het laatst ontvangen
brutoloon; óf
b.
de periodieke ontslaguitkering niet meer bedraagt dan 70% van het laatst
ontvangen brutoloon in de periode vanaf ontslag tot twee jaar voor de
pensioendatum.
Situatie a. kan zich niet voordoen omdat Ronald al 55 jaar is als hij wordt ontslagen.
Situatie b. kan zich mogelijk wel voordoen.
© NIBE-SVV, maart 2013
14
Download