Beperk uw antwoord tot TWEE bladzijden per vraag

Faculteit Bewegings‐ en Revlidatiewetenschappen 1ste Bachelor 2008 Tussentijdse toets: Chemie Beperk uw antwoord tot TWEE bladzijden per vraag. Gebruik van uw
cursusnota’s uitsluitend de tabellen.. De oplossingen van deze vragen
zullen in de les besproken worden.
1.1.
Bespreek aan de hand van voorbeelden de reactiewarmte en het verband met de bindingsenergie. Bereken de reactiewarmte voor de vorming van HI (g) vertrekkende van H2 (g) en I2 (v). Meerkeuzevragen en oefeningen
1.2.
a.
b.
c.
d.
e.
f.
Twee isotopen van hetzelfde chemisch element bevatten: evenveel electronen, neutronen en protonen evenveel electronen en neutronen maar verschillend aantal protonen evenveel electronen en protonen maar verschillend aantal neutronen evenveel neutronen maar verschillend aantal electronen en protonen evenveel protonen maar verschillend aantal electronen en neutronen evenveel neutronen en protonen maar verschillend aantal electronen 1.3. In de tabel van Mendeljev zijn: a. de groepen vertikaal en de perioden horizontaal geordend b. de groepen horizontaal en de perioden vertikaal geordend 1.4.
a.
b.
c.
d.
e.
Indien de centra van de ionen van de zouten NaCl en CaO zich op dezelfde afstand van elkaar, bevinden wat is dan waar: De Coulomb energie tussen de ionen van NaCl is gelijk aan deze van CaO De Coulomb energie tussen de ionen van NaCl is 2 maal zo groot als tussen deze van CaO De Coulomb energie tussen de ionen van NaCl is 2 maal zo klein als tussen deze van CaO De Coulomb energie tussen de ionen van NaCl is 4 maal zo groot als tussen deze van CaO De Coulomb energie tussen de ionen van NaCl is 4 maal zo klein als tussen deze van CaO 1.5.
Een stuk ijzer van 2 g bevat hoeveel electronen? 1.6.
Bereken de dichtheid van Chloor gas bij 35 graden Celcius en 1 atm ............................................................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................................................. 1.7.
a.
b.
c.
d.
De atmosferische druk op 20000 m hoogte is ten opzichte van de druk op zeeniveau: (neem aan dat er een gelijke temperatuur op beide plaatsen is) 4 maal groter 4 maal kleiner 2 maal groter 2 maal kleiner 1.8.
Je wil een zeer dun zilveren draadje maken, bestaande uit een aaneenschakeling van een snoer van atomen met behulp van 1 mol zilver. Een atoom zilver heeft een straal van 144 pm. Deze draad is: a. langer dan de afstand aarde‐zon b. korter dan de aftand aarde‐zon c. korter dan de afstand aarde‐maan Afstand aarde‐maan = 385.000 km ; afstand aarde‐zon is 15 miljoen km. 1.9.
Wat is de golflengte van de electromagnetische straling van de golf met een frequentie van 2,4 MHz