Aanvullende competenties niveau 4 verpleegkundigen1 voor indiceren van zorg Ter aanvulling op het zorginkoopbeleid wijkverpleging 2015. In het zorginkoopbeleid Wijkverpleging 2015 stelt Coöperatie VGZ (hierna VGZ) dat niveau 5 verpleegkundigen en niveau 4 verpleegkundigen met aanvullende competenties zorg mogen indiceren. Dit is een verdieping op het landelijke beleid. VGZ is van mening dat met name de competenties van de verpleegkundige van belang zijn bij het indiceren van zorg, ongeacht of het een niveau 4 of niveau 5 verpleegkundige betreft. Daarnaast wil VGZ geen schaarste creëren in een krimpende markt. VGZ heeft een discrepantie geconstateerd tussen het beroepsprofiel van de niveau 4 verpleegkundige, het beroepsprofiel van de niveau 5 verpleegkundigen en het normenkader indiceren van de V&VN. VGZ vraagt zorgaanbieders extra aandacht te besteden aan deze discrepantie en hebben om die reden een aantal aanvullende competenties geformuleerd die van belang zijn voor het indiceren van zorg volgens het normenkader V&VN. Aanvullende competentie 1: De niveau 4 verpleegkundige is bekend met het begrip professionele autonomie en hoe hiernaar te handelen in de dagelijkse praktijk. Toelichting competentie 1: Norm 1 van het V&VN normenkader luidt als volgt: indiceren en organiseren van zorg vindt plaats op basis van professionele autonomie. Het beroepsprofiel van de niveau 4 verpleegkundige schrijft dat het begrip autonomie hier gericht is op de cliënt, niet op de verpleegkundige in haar functie. In het normenkader wordt het laatste bedoeld. VGZ vindt het een voorwaarde dat de niveau 4 verpleegkundige in haar professie kan handelen vanuit professionele autonomie. Voorbeelden hoe competentie te verwerven: 1. Uitwerken casussen samen met niveau 5 verpleegkundige waarin het handelen vanuit professionele autonomie centraal staat. 2. Intervisie met niveau 5 verpleegkundigen. 1 Naast niveau 4 verpleegkundigen gelden de aanvullende competenties ook voor niveau 5 verpleegkundigen die nog bijgeschoold moeten worden op deze competenties Aanvullende competentie 2: De niveau 4 verpleegkundige is ten aanzien van het indiceren en het organiseren van zorg gericht op het versterken van de eigen regie en zelfredzaamheid van cliënten en het cliëntsysteem. Toelichting competentie 2: Norm 3 van het V&VN normenkader luidt als volgt: indiceren en organiseren van zorg is gericht op het versterken van de eigen regie en zelfredzaamheid van cliënten en het cliëntsysteem. Om ervoor te zorgen dat de niveau 4 verpleegkundige bewust bekwaam is stelt VGZ als voorwaarde dat niveau 4 verpleegkundigen hierin aantoonbaar getoetst worden door niveau 5 verpleegkundigen. Voorbeelden hoe competentie te verwerven: 1. Intercollegiale toetsing De niveau 4 verpleegkundige wordt middels intercollegiale toetsing door een niveau 5 verpleegkundige getoetst op het indiceren van zorg op het versterken van de eigen regie en zelfredzaamheid van de cliënt. 2. Intervisie Randvoorwaardelijk Norm 4 van het V&VN normenkader luidt als volgt: besluitvorming rond indiceren en organiseren van zorg vindt plaats op basis van het verpleegkundig proces. In het beroepsprofiel van de niveau 4 verpleegkundige is aangegeven dat zij werken volgens de principes van methodisch handelen. De discrepantie die VGZ ziet tussen methodisch handelen en het verpleegkundig proces is dat het verpleegkundig proces meer overstijgend is. VGZ stelt om deze reden als voorwaarde dat niveau 4 verpleegkundigen enkel voor cliënten met een laagcomplexe zorgvraag en enkelvoudige problematiek de zorg indiceren. Om bovenstaande reden vraagt VGZ aandacht voor de competenties van de verpleegkundige (zowel niveau 4 als 5) die nodig zijn bij het indiceren van zorg voor cliënten met een hoogcomplexe zorgvraag of meervoudige problematiek. 2