Insectenvriendelijk beheer voor bloembezoekende insecten

advertisement
Biodiversiteit in tuinen
Hoe maken we natuurvriendelijke tuinen
Enkele aandachtspunten en voorbeelden
Voor meer informatie
voor ecologisch groenbeheer voor bijen en andere bloembezoekende insecten
www.bijenhelpdesk.nl
Voor planten voor bijen, vlinders en andere bloembezoekers
www.drachtplanten.nl
Voor voorbeelden van bijenvriendelijke milieus
www.denederlandsebijen.nl
Inhoud presentatie
• Achtergronden bijen en biodiversiteit
• Wat kunnen bezitters doen voor biodiversiteit en bijen en andere dieren
• Tuinen
•Bedrijventerreinen
• Zelfbeheer kleinschallige groene elementen in de openbare ruimte
Enkele factoren waar we in tuinen rekening mee moeten houden
Als we planten optimaal willen laten functioneren moeten we rekening houden met de
eisen die planten aan het milieu stellen
Bodem: onder meer grondsoort, voedselrijkdom, zuurgraad, humusgehalte en
bodemvochtigheid
Herkomst van het water: grondwater, kwelwater, regenwater, rivierwater
(overstroming/inundatie)
Klimaat/microklimaat: Hoe extremer de omstandigheden des te minder soorten.
Verschillende vegetatiestructuren (houtwallen, bosjes, ruigten, hellingshoek, reliëf van de
bodem) gaan samen met verschillen in microklimaat.
Luchtvochtigheid: is in een bos anders dan boven een grasland.
Voor kleine dieren in de tuin is structuurvariatie = habitatvariatie van groot belang.
Hoe groter de variatie in de begroeiing, en materialen (dood hout, oude stenen, rillen,
verweerde muren, plaveisel) etc. des te meer kleine dieren er kunnen voorkomen.
Vegetatiestructuur is enorm belangrijk voor biodiversiteit
(Tinbergen. 1967. Vogels in hun domein)
Bij deze en vorige dia: hoe complexer de vegetatiestructuur des te groter de
biodiversiteit. In een bos of beplanting met alleen een boom- en moslaag komen veel
minder soorten vogels voor dan in een bos met verschillende vegetatielagen. Dit geldt
ook voor floristische diversiteit. Meer soorten planten betekent heel vaak meer soorten
insecten. Een betegelde tuin is voor de biodiversiteit waardeloos. Een ecologisch
beheerde bloemen en plantentuin zeer waardevol.
.
Als we dieren willen helpen moeten we ook weten hoe ze leven
We kiezen hier voor de insteek wilde bijen, maar bijen en vlinders gaan goed samen.
Voor vlinders hoeft men meestal niet zo heel veel te doen. Meestal zijn vlinders schaars
of matig aanwezig. Dat is meestal onafhankelijk van de stadstuinen. De vlinders zijn er
gewoon of ze zijn er niet. Als de vlinderjaren redelijk zijn en er staan vlinderplanten in
de tuin dan komen de vlinders vanzelf. Vlinderstruik en hemelsleutels wordt meestal in
de meest armzalige vlinderjaren nog door vlinders bezocht.
Voor vogels moet er nestgelegenheid zijn en vooral in de winter wat zaadplanten
(kaardebol, teunisbloem, zonnekroon).
Bijen zijn volledig afhankelijk van stuifmeel en vrijwel volledig afhankelijk van nectar. Die
moeten in de naaste omgeving van de nestplaatsen voorkomen.
De diversiteit van bijen en andere bloembezoekende insecten (wantsen, vliegen,
microvlinders etc. is onlosmakelijk gekoppeld aan de diversiteit van de flora.
Veel bijen leven van een of een zeer beperkt aantal soorten planten. Als die planten er
niet zijn, zijn de bijen er ook niet. Bij het bevorderen van bijen is floristische diversiteit
een sleutelwoord. Als men iets voor de bijen doet, worden ook andere
bloembezoekende insecten geholpen
In steden en dorpen worden in tuinen veel plantensoorten aangeplant of uitgezaaid.
Hierbij kan met rekening houden met de bijen en andere bloembezoekende insecten.
Aster ageratoides in een tuin met 4 soorten vlinders
Bijen en vlinders gaan goed samen
Dagpauwoog met gewone behangersbij
Dagpauwoog met een zandbij
Welke wilde planten kunnen we toepassen?
In principe alle inheemse planten; wat kan hangt van de bodem af én van
groene vingers. De praktijk is dat de mogelijkheden vaak beperkt zijn. De
mogelijkheden kunnen worden vergroot door:
- de grond af te graven: de grond wordt dan vaak vochtiger of zelfs
kletsnat
- de vrij gekomen grond benutten voor droge milieus; dat kunnen
rotstuinen zijn of andere verhogingen in de tuin. Op droge rijke gronden,
kunnen dan planten van schrale bodems groeien.
- arme grond licht te bemesten met compost of zeer oude stalmest voor
de toepassing van planten van voedselrijke(re) bodems.
- Als de bodem te zuur is, kan er schelpengruis (kippengrit) worden
toegepast.
- Geef de planten een plek waar ze hun eigen waterhuishouding kunnen
regelen. Dus geen of zo min mogelijk watergeven. Vooral op droge
gronden geen planten van zeer vochtige bodems toepassen.
http://www.drachtplanten.nl/Vasteplant/Bloeitijd.htm
http://www.drachtplanten.nl/Vlinders&bijen/VindersVast.htm
Wat mag of moet je niet doen?
- Spitten, daarmee wordt het bodemleven verstoord onder meer voor in de
grond nestelende wilde bijen.
- Al het blad verwijderen; onder het blad zit voer voor vogels.
- Alles voor de winterbeurt afknippen; dan verdwijnt nest-, schuil- en
overwinteringsgelegenheid voor kleine dieren.
- Te veel (liefst helemaal niet) te sterk doorgekweekte soorten.
- In principe worden er op grote schaal geen vreemde substraten zoals
mergel toegevoegd. Dat gaat vaak ten koste van het landschap elders
en is i.v.m. transport milieubelastend.
- Alle chemische bestrijdingsmiddelen zijn taboe
Spitten is slecht voor bodembewonende dieren
Vrijwel ieder plantensoort ook in tuinen is gastheer voor een reeks insecten
soorten (Hermy, M., 1990. Natuurbeheer). Planten moeten zich daarom
volledig kunnen ontwikkelen.
Wormkruidbij vliegt op allerei composieten; nestelt in muren
Plantencombinaties/composities
Een aantal aspecten die voor traditionele tuinen gelden zien we ook in de
natuur: hoge planten achterin, lage planten voorin de border of vegetatie
- Maak selecties voor bepaalde diergroepen: bijen, vlinders (dat dekt ook
de rest) van de bloembezoekende insecten)
- Sorteer op bloeiperiode: vooral hommels en vlinders eisen een
aaneengesloten bloeiperiode van minimaal begin maart tot eind
september.
- Sorteer ook op planten waar vooral wilde solitaire bijen volledig van
afhankelijk zijn.
- Maak combinaties op milieu: moeras, grasland, bos/beschaduwd etc.
- Composities met exotische planten zijn ook mogelijk, maar inheemse
soorten hebben de voorkeur.
- Planten voor de grote wolbij: planten met sterk zachtbehaarde bladen
voor het bouwen van nesten.
De grote wolbij verzamelt haren van planten voor bekleding van het nest
Voortuin in een gewone straat
Ratelaar in een achtertuin zeer goed voor hommels
Een voorjaarbeeld op zeer vochtige bodem
De zelfde plek een paar maanden later: een natte ruige hoek: goed voor bijen en vlinders
(6-10 m2)
Rietorchis op vochtige grond kan ook in tuinen.
Voor moeraswespenorchis is een opkomende hoge grondwaterstand noodzakelijk
Bosgedeelte: met wilde planten is een leuke tuin te maken die goed is voor wilde bijen.
Een andere plek in de border onder een Magnolia.
Een rotstuin van gewone stenen goed voor wilde bijen
Een tuin in een nieuwbouwwijk grenzend aan een vijver
Een echte bijentuin met volop bijenplanten, maar er komen ook vlinders. (Schildwolde
2009)
Een vlindertuin in Nijmegen met volop planten waar ook bijen profijt van hebben
Een volkstuin in Amsterdam-Noord waar veel wilde bijen voorkomen.
Een natte bedrijventuin in Schiedam: ook bij bedrijven zijn ecologische tuinen mogelijk.
Nestgelegenheid voor dieren
- Maak rillen of houtstapels voor vogels, egels en padden.
- Laat stamhout op verschillende plaatsen in de tuin rotten.
- Verwijder geen afgestorven resten van holle takken (vaak door snoeien
ontstaan); zoals vlier, budleja.
- Laat klimplanten ruig groeien: in de bomen en op het dak van een
schuur voor vogels en op de grond voor andere dieren.
- Maak stapelmuren
- Maak paden van los plaveisel voor graafbijen en graafwespen
- Maak eventueel een bijenhotel.
- Leg een steen, kei, tegel, boomstronk in de het gras voor de mieren.
Deze komen niet in het huis.
Kimop om een boomstam en andere materiaal: een habitat voor vel dieren
Veel stengels overblijvende planten zijn in de winter hol en worden gebruikt als nest en
schuilgelegenheid. Dus niet afknippen de stengels vergaan van zelf.
Een gesnoeide buddleja
Als het merg is verteerd, kunnen wilde bijen er gaan nestelen.
Een houtstapel, maar het kan ook kleiner
Een ril als afscheiding van ca. 100 m lang, maar 2-3 m kan ook.
Een houtstapel van boomschijven
Een een stapelmuur: hier nestelen onder meer wilde bijen.
Nestgangen tussen het plaveisel
Bijen hotel in een tuin
Zelfbeheer, bewonersparticipatie, burgerinitiatieven
Burgers kunnen zelf veel doen aan de kwaliteit van de woon- en
leefomgeving
Het grootste probleem is de continuïteit van de betrokkenheid.
Zelfbeheer, bewonersparticipatie moet worden begeleid.
Gemeenten/woningbouwcorporaties moeten actief beleidvoeren
omdat te kunnen realiseren.
Gemeenten/woningbouwcorporaties moeten ook de helpende hand
bieden bij grote onderhoudsbeurten in het voor- en najaar.
.
Deze tuin wordt de vlindertuin genoemd, vlinders kwamen hier geregeld voor, maar gelet op
het grote aantal bijen had het beter bijentuin genoemd kunnen worden. Door afnemende
betrokkenheid van de bewoners is deze tuin wel achteruit gegaan(Nijmegen 1998)
Deze border bevat voornamelijk drachtplanten, maar wordt ook door vlinders
bezocht (Deventer 2002)
Sedum telephium trekt veel bijen en vlinders aan. Deze plant wordt hier door
andere drachtplanten omringd. (Deventer 1996)
De aangrenzende bewoners hebben met goedvinden van de gemeente een stuk openbaar
groen geadopteerd. Er zijn allerlei planten aangeplant en er is ook een bijenhotel geplaatst.
Door deze actie is een aantrekkelijk stukje openbaar groen ontstaan dat ook door anderen
wordt gewaardeerd. (Schiedam 2009)
Conclusies en aandachtspunten
- Biodiversiteit van bijen hangt sterk af van de biodiversiteit van de flora en
structuurvariatie.
Burgers kunnen in hun eigen tuin een bijdrage leveren om de biodiversiteit in
eigen tuin te vergroten.
- Zelfbeheer, bewonersparticipatie en burgerinitiatieven dragen bij aan
biodiversiteit en aan de leefbaarheid = kwaliteit van de woon- en leefomgeving.
Download