Richtlijn seksuele gezondheid bij mensen met hiv

advertisement
Richtlijn
Seksuele gezondheid
bij mensen met hiv
Deze richtlijn ondersteunt de verpleegkundig consulenten hiv/aids in het
hiv-behandelcentrum bij de zorg op het terrein van seksuele gezondheid
bij mensen met hiv.
Inhoud
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
Inhoud
1. Inleiding
2.
Definiëring en afbakening van het begrip Seksuele Gezondheid
3.
Anamnese seksualiteit
4.
Beslisboom
5.
Seksuologisch consult
6.
6.1 6.2 6.3 Specifieke anamnese seksualiteit
Klachtverheldering: wat is het seksueel probleem?
Probleemverkenning: wat zijn de oorzaken van de klacht?
Doel
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 Specifieke vragen per klacht
Verminderd verlangen
Opwindingsprobleem
Erectieprobleem
Orgasmeprobleem
Voortijdig orgasme/zaadlozing
Vaginale en anale pijn/verkramping
Verschil in behoefte tussen partners
Seksverslaving
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
Inhoud
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
1. Inleiding
Deze richtlijn is onderdeel van het project ‘Seksuele gezondheid bij mensen met hiv’ en is tot
stand gekomen door de werkgroep seksuele gezondheid - in samenwerking met Soa Aids
Nederland. Het project is mogelijk gemaakt dankzij financiële steun van het Aids Fonds. Andere producten voortkomend uit dit project zijn twee factsheets (van Kesteren, Hospers &
Kok, 2007) en een onderzoeksrapport (Shiripinda en Tempert, 2007).
De richtlijn wordt ondersteund met het cursusaanbod ‘seksuologische hulpverlening bij mensen
met hiv’ voor de leden van de V&VN verpleegkundig consulenten hiv/aids.
Eventuele andere hulpverleners die werkzaam zijn in de seksuele gezondheidszorg (artsen en
sociaalverpleegkundigen) kunnen ook gebruik maken van de richtlijn.
De richtlijn is positief beoordeeld door de stuurcommissie seksuele gezondheid -.
De richtlijn heeft als doel de verpleegkundig consulent hiv/aids in het hiv-behandelcentrum te
ondersteunen bij het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met hiv en hun partners die kampen met vragen/problemen met betrekking tot seksuele gezondheid, intimiteit en
relaties. Daarnaast beoogt de richtlijn ondersteuning bij het voorkomen van overdracht van
hiv-infectie en andere soa.
Hiv interfereert met het seksuele leven van hiv-geïnfecteerden en hun partners. Zo komt het
voor dat mensen met hiv of hun partners afzien van seks vanwege het infectieuze karakter van
hiv. De psychische belasting van het ziek zijn kan tot seksuele disfuncties leiden. Daarnaast kan
hiv-medicatie o.a. leiden tot erectiestoornissen of verlaging van de testosteronspiegel.
Er is de laatste jaren een toename van soa onder mensen met hiv. In 2006 werd 15% van alle
diagnosen van gonorroe, chlamydia en syfilis bij mannen die seks hebben met mannen (MSM)
vastgesteld onder mannen die bekend hiv-positief waren. Uit onderzoek (Reilly & Woo, 2003)
blijkt dat een goede seksuele gezondheid en een goed seksuele zorg- en ondersteunings
aanbod voor mensen met hiv het aantal keren dat er risicovol seks plaatsvindt kan verlagen.
Inhoud
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
Seksualiteit en hiv zijn door de vele psychische, lichamelijke, relationele en
medicamenteuze interacties op ingewikkelde wijze met elkaar verbonden. Ongeveer de helft van alle mensen met hiv ervaart seksuele problemen die niet alleen de kwaliteit van leven
negatief beïnvloeden, maar die ook negatieve effecten kunnen hebben op therapietrouw en op de kwaliteit van risicobeperkend seksueel gedrag. In de zorg rond hiv is het daarom
noodzakelijk de diverse aspecten van seksueel functioneren, en niet alleen onderwerpen
rond veilig seksueel gedrag, actief en op verschillende momenten bespreekbaar te
maken.
De verpleegkundig consulent hiv/aids informeert en adviseert op het gebied van seksuele
gezondheid. Binnen het spreekuur is plaats voor alle vragen en/of problemen met betrekking
tot seksueel functioneren of disfunctioneren. Soms kan een eenmalig advies, informatief
gesprek of counseling voldoende zijn, soms zijn meerdere gesprekken en een eventuele
verwijzing nodig. Seksuele gezondheid is een breed terrein dat niet door een enkele discipline
kan worden overzien.
Indien gespecialiseerde hulpverlening nodig is, kan worden verwezen naar partners binnen de
ketenzorg (huisarts, seksuoloog, gynaecoloog, uroloog, psycholoog en anderen).
Met deze richtlijn kan de verpleegkundig consulent hiv/aids wat betreft seksuele gezondheid
een adequaat beleid uitvoeren op een landelijke, uniforme en toetsbare wijze.
˚ Werkgroep bestaande uit: Anneke van IJperen, verpleegkundig consulent HagaZiekenhuis Den Haag, Bert Zomer, verpleegkundig consulent
UMC Nijmegen, Margo Groot, verpleegkundig consulent MC Jan van Goyen Amsterdam, Betsy Korsten, verpleegkundig consulent Catharina
ziekenhuis Eindhoven, Raymond Vet en Annette Kritsos, programmamedewerkers Intermediairs SANL.
Met bijzondere dank aan Marijke IJff, seksuoloog Rino Groep, voor haar medewerking.
Stuurcommissie bestaande uit: Paul R.I. Rabsztyn, seksuoloog NVVS SH & VPO, Iris Shiripinda, programmaleider etnische minderheden
˚SANL, Jan
van Bergen, programmaleider Intermediairs SANL, Bouko Bakker, senior medewerker hiv/soa-bestrijding Schorer, Maartje
Liebregts, projectmedewerker specifieke groepen, Hiv Vereniging Nederland, Gerjo Kok, Hoogleraar Universiteit Maastricht.
Inhoud
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
2. Definiëring en afbakening van
het begrip Seksuele Gezondheid
Seksuele gezondheid is een relatief nieuw begrip. Bekend zijn begrippen als reproductieve
gezondheidszorg, soa-/hiv-bestrijding en seksuologische hulpverlening. Seksuele gezondheidszorg omvat elk van deze drie gebieden, maakt daartussen ook onderscheid, maar erkent
tegelijkertijd de noodzakelijke verwevenheid en verbondenheid van deze drie terreinen, aangezien:
A. Seksualiteit als bio-psycho-sociaal domein altijd om een integrale benadering vraagt.
B. Gezondheid altijd een resultante is van cognities, emoties, gedrag en cultuur.
Onveilig vrijen en keuzes ten aanzien van anticonceptie, staan altijd in relatie tot seksueel
gedrag, dat altijd samenhangt met de persoon met zijn of haar relaties en met de (sub)culturele
achtergrond.
Inhoud
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
Deze samenhang komt ook terug in de meest recente werkdefinitie van de World Health
Organisation (WHO).
In deze definitie zijn de volgende elementen van belang:
1. Seksuele gezondheid omvat somatische, emotionele, cognitieve,
psychische en sociale aspecten van seksualiteit.
2. Seksuele gezondheid omvat een vorm van welzijn die zich niet
alleen kenmerkt door afwezigheid van ziekte of handicap.
3. Seksuele gezondheid vereist een respectvolle benadering van
seksualiteit en seksuele relaties.
4. Seksuele gezondheid veronderstelt plezier, veiligheid en respect.
5. Seksuele gezondheid kan alleen worden verkregen en bestendigd
als de seksuele rechten worden gerespecteerd.
• Het recht op seksuele vrijheid en uitsluiting van alle vormen van
seksuele dwang, exploitatie en misbruik.
• Het recht op seksuele autonomie en integriteit van het seksuele lichaam.
• Het recht op seksueel plezier als bron van lichamelijk, psychologisch,
intellectueel en spiritueel welzijn.
• Het recht op seksuele kennis zoals gegenereerd door ongebonden
doch ethisch verantwoord onderzoek.
• Het recht op seksuele educatie.
• Het recht op seksuele gezondheidszorg die beschikbaar zou moeten
zijn voor de preventie en behandeling van alle seksuele aangelegenheden,
problemen en stoornissen.
Het interessante is dat de definiëring van seksuele gezondheid onlosmakelijk verbonden is met
seksuele rechten en dat deze rechten onlosmakelijk verbonden zijn met het recht op seksuele
gezondheidszorg.
“Sexual health is a state of physical, emotional, mental and social well-being in relation to sexuality; it is not merely the absence of disease, dysfunction or infirmity. Sexual health requires a positive and respectful approach to sexuality and sexual relationships, as well as the possibility of having
Inhoud
pleasurable and safe sexual experiences, free of coercion, discrimination and violence. For sexual health to be attained and maintained, the sexual
rights of all persons must be respected, protected and fulfilled.”
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
3. Anamnese seksualiteit
Gebruik anamnese
Voor een anamnesegesprek betreffende seksuele gezondheid is gebruik gemaakt van de
algemene verpleegkundige anamnese die is opgesteld in de 11 gezondheidspatronen
(Gordon, 1994). De verpleegkundige anamnese is de eerste fase van het verpleegkundig
proces. De 11 gezondheidspatronen bieden een opzet voor een algemeen basisbestand van
anamnesegegevens, ze geven richting aan het verzamelen van gegevens. Het 9e patroon van
Gordon omvat seksualiteit en voortplanting.
Patroon 9: Seksualiteits- en voortplantingspatroon
Onderstaande onderwerpen zijn als voorbeeld bedoeld en zijn voor deze richtlijn meer
uitgebreid beschreven. Kijk in je eigen praktijk welke vragen je normaal stelt bij het 9e
gezondheidspatroon. Niet iedere seksuele disfunctie of elk veranderd seksueel gedrag wordt
door de patiënt als probleem ervaren. Als de patiënt zelf goed in staat blijkt de disfunctie
te hanteren in het leven, ga er in dat geval dan niet verder op in. Maar geef wel aan dat de
patiënt altijd bij je kan komen met vragen omtrent seksualiteit en dat je er in vervolgcontacten zelf ook naar zal vragen.
A. Hiv en soa
• Weet u hoe u hiv heeft gekregen? (geef eventueel informatie over transmissiewijze)
• Heeft u uw sekspartners gewaarschuwd?
(indien niet, geef informatie over partnerwaarschuwing)
(geef eventueel informatie over veilig vrijen)
• Bent u op de hoogte van veilig vrijen? Wat verstaat u onder veilig vrijen?
• Bent u op de hoogte van PEP? Indien niet, informatie geven over PEP
• Heeft u seks met mannen en/of vrouwen?
• Heeft u een vaste partner? Is de sero-status van uw partner bekend?
• Heeft u (andere) losse seksuele contacten?
Heeft u vaginaal/anaal/oraal contact? Passief/actief of beide?
•Inhoud
Laat u regelmatig een soa-check doen? Indien ja, hoe vaak laat u dit doen?
1. •Inleiding
• Heeft u wel eens een soa gehad en bent u daarvoor behandeld?
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
B. Seksualiteit
• Is uw seksuele leven veranderd sinds u hiv-positief bent? Wat is er anders geworden?
• Bent u tevreden met uw seksuele leven op dit moment? Zijn er vragen of problemen op seksueel gebied?
• Is er sprake van seksuele dwang/seksueel misbruik (zowel in het heden als verleden). Indien ja, altijd doorverwijzen.
• Indien er seksuele problemen zijn: ga naar specifieke anamnese
C: Voortplanting
• Heeft u een kinderwens?
• Heeft u vragen omtrent zwanger kunnen worden? (geef eventueel informatie)
• Gebruikt u anticonceptie? Ervaart u daar problemen mee? Bijvoorbeeld met het
gebruik van condoom of spiraaltje?
•
Afhankelijk van de leeftijd en sekse: heeft u een regelmatige menstruatie?
Wanneer was de laatste menstruatie? Zijn er problemen met de menstruatie?
Heeft u een uitstrijkje gehad? (geef, indien nodig, informatie over het jaarlijkse uitstrijkje)
Na dit gesprek aandachtspunten vaststellen: zie beslisboom.
Inhoud
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
4. Beslisboom
Anamnese gesprek passend in 9e gezondheidspatroon volgens Gordon:
seksualiteit en voortplanting
Wel aandachtspunt
Geen aandachtspunt
STOP!
Aangeven dat patiënt altijd
bij je kan komen met vragen
omtrent seksualiteit en dat jij
in vervolgcontacten er ook
naar zal vragen
Zelf aparte afspraak maken of verwijzen • Specifieke anamnese afnemen
• Verpleegkundige diagnose
vast stellen samen met de patiënt
• Zonodig verwijzen
• Bij pijnklachten of problemen van medische aard altijd verwijzen naar een specialist
1. Verpleegkundige interventies vaststellen
samen met patiënt bespreken of hij/zij zich hierin
kan vinden:
• Vervolg afspraak plannen, aantal gesprekken vastleggen en evaluatiedatum
• Voorlichting
Inhoud
• Begeleiding
• Bij keuze tot gedragsverandering: MI
Inleiding
(motiverende gespreksvoering)
Verwijzen naar:
•Huisarts
• Seksuoloog
•Psycholoog
• Uroloog
• Gynaecoloog
• Dermatoloog/ Veneroloog
•Overig
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
5. Seksuologisch consult
De bedoeling van dit consult is dat de verpleegkundig consulent hiv/aids de richtlijn als
hulpmiddel gebruikt wanneer hij/zij een patiënt in een consult ziet met een seksueel
probleem. Indien er een vervolggesprek is gepland, kunnen, aan de hand van deze
specifieke anamnese, vragen aan de patiënt worden gesteld. Het seksuologische consult
kenmerkt zich door het vragen van toestemming om seksualiteit te bespreken, door
empathie, door onvoorwaardelijke acceptatie en door samenwerking.
Hierbij moet in het begin van het seksuologische consult worden stilgestaan bij de
volgende randvoorwaarden:
• Wat betekent het voor de patiënt om hulp te vragen voor het seksuele probleem?
• Wat betekent het voor de patiënt om te praten over seks met de consulent?
• Welke woorden/taal gebruik je tijdens het consult m.b.t. geslachtsgemeenschap en geslachtsorganen? Spreek het gebruik van woorden/taal af met de patiënt.
• De patiënt moet de grenzen aangeven bij vragen die te intiem zijn.
• De consulent moet zelf bewust zijn van zijn of haar eigen grenzen of het gebrek hier aan.
• De consulent moet zelf bewust zijn van zijn of haar eigen normen en de mogelijke
invloed hiervan op de cliënt.
Inhoud seksuologisch consult (wat moet er in elk gesprek aan de orde komen?)
• Klachtverheldering (hoe ziet de klacht er concreet uit?)
• Probleemverkenning (wat is het probleem; wat zijn mogelijke oorzaken van de klacht?)
• Wat is het doel dat de patiënt (met een behandeling) wenst te bereiken?
• Wat heeft de patiënt nodig? Plan van handelen: eigen interventies en/of doorverwijzen.
Inhoud
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
6. Specifieke anamnese
seksualiteit
Het doel van deze anamnese is om seksuele problemen bij mensen met hiv te verhelderen
en te verkennen. Welke informatie heb je daarvoor nodig? En welke vragen zijn daarvoor van
belang? Het is niet nodig dat alle vragen uit de anamnese aan de patiënt gesteld worden, niet
elke vraag is voor elk consult relevant. De verpleegkundig consulent hiv/aids kiest vragen
die passen bij het gesprek met de patiënt, gebruik hierbij de taal en/of terminologie van de
patiënt. Probeer te achterhalen waar de kern van het seksuele probleem ligt.
6.1. Klachtverheldering: wat is het seksueel probleem?
Wanneer is gebleken dat de patiënt hulp wil bij een seksuele klacht zal er eerst duidelijkheid
moeten komen over wat die klacht precies is. Probeer de aard van de klacht
(fysiek of belevingsprobleem) concreet en duidelijk te benoemen.
De volgende vragen kunnen hierbij gesteld worden:
• Wat is het seksuele probleem dat u wilt bespreken?
• Gaat het om een klacht met betrekking tot het seksuele verlangen (zin),
1. 2. 3. 4. de seksuele opwinding en/of het orgasme of is het een pijnklacht? (ZOOP)
• Heeft u zin in vrijen (waarin wel/niet, wat wordt onder vrijen verstaan)?
• Beleeft u het vrijen als opwindend? Reageert uw lichaam met opwinding
(nat worden, erectie)?
• Komt u tot een orgasme? Beleeft u het orgasme als bevredigend?
• Heeft u pijn bij het vrijen? Zo ja, bij welke activiteit heeft u pijn?
• Is er onvrede over de beleving en/of de ‘prestatie’?
• Wat gaat goed? Wat wordt gemist? Wat is er mogelijk teveel?
• Sinds wanneer speelt de klacht? Is deze vanaf het begin (van het seksueel actief
worden) problematisch geweest of later geleidelijk/plotseling ontstaan?
• In welke situaties doet de klacht zich wel/niet voor? Wanneer, waar, met wie, bij
Inhoud
masturbatie?
Hoe
•Inleidingwas de seks voordat het probleem zich voordeed?
• Wat is het effect van de klacht op de cliënt (en de eventuele partner)?
Hoe is het en
verloop
van de
klacht?
Is de klacht
hetzelfde
gebleven, erger of minder •Definiëring
afbaking
van
het begrip
seksuele
gezondheid
erg geworden?
Indien er meerdere
klachten zijn: is er een samenhang?
seksualiteit
•Anamnese
• Wat heeft u sinds het ontstaan van het probleem gedaan om het te verhelpen? Beslisboom
Hoe verliep dat?
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
6.2. Probleemverkenning: wat zijn de oorzaken van de klacht?
Onderzoek welke oorzaken uit het heden en verleden het probleem in stand houden.
Met aandacht voor:
Categorieën van oorzaken:
– Gebrek aan kennis/onjuiste kennis
– Gebrek aan vaardigheden
– Psychologische factoren: angst (voor besmetten van anderen), remmingen,
schuld, schaamte, boosheid en verdriet.
– Lichamelijke factoren
– Relationele factoren
– Eigen normen, (waargenomen) normen uit de omgeving
– Materiële factoren (bijvoorbeeld financiële problemen en/of werkproblemen)
– Problemen met levenszingeving
Bovenstaande categorieën kunnen gerangschikt worden als:
Voorspellende factoren: vanuit opvoeding, aanleg, jeugdervaringen vóór de klacht zich voordoet (bijvoorbeeld onvoldoende
voorlichting of seksueel trauma).
Directe aanleiding: de ‘uitlokkende’ factor als de klacht zich voor de
eerste keer voordoet.
In stand houdende factoren: zie ook voorspellende factoren, bijvoorbeeld
faalangst, angst voor intimiteit, laag zelfbeeld of slechte communicatie.
De volgende vragen kunnen hierbij gesteld worden:
• Wat betekent seksualiteit voor u? Wat beleeft u aan seks? Lust, intimiteit, afreageren, 1. 2. 3. 4. aardig zijn voor mezelf, voor mijn partner. Welke verwachtingen heeft u ten aanzien van seks? Wat mist u als u geen seks heeft?
• Zijn er factoren die verslechtering brengen (vermoeidheid, stress, medicijnen)?
•Inhoud
Zijn er factoren die verbetering brengen (vakantie, alcohol, erotische film, viagra)?
• Wat is het effect van het seksuele probleem op u en uw partner?
•Inleiding
Welk idee heeft u zelf over het ontstaan en voortduren van het seksuele probleem? Wat staat de gewenste situatie in de weg?
en afbaking
van het
begrip
seksuele
gezondheid
•Definiëring
Welke gedachten
gaan er door
uw hoofd
tijdens
de verschillende
fasen van het vrijen?
•Anamnese
Kunt u ietsseksualiteit
zeggen over taboes of remmingen die mogelijk een rol spelen bij het seksuele probleem? Denk hierbij aan (sub-)culturele factoren; eigen normen en Beslisboom
waarden, (waargenomen)normen en waarden uit de omgeving.
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
Vertel de patiënt wat de algemene voorwaarden zijn voor seksueel verlangen, seksuele
opwinding, orgasme. Laat de patiënt meedenken over hoe die voor hem/haar wel
of niet aanwezig zijn:
• Heeft u afleidende/remmende gedachten tijdens seks?
• Neemt u de tijd en rust voor seks?
• Gebruikt u drugs en/of alcohol voor/tijdens seks? Rookt u?
Omgang lichaam/geslachtsdelen (indien van toepassing):
• Wat vindt u van uw eigen lichaam/geslachtsdelen? Is dat stimulerend of remmend met •
•
het oog op seks?
Wat vindt uw partner van uw lichaam/geslachtsdelen?
Wat vindt u van het lichaam/de geslachtsdelen van uw partner? In hoeverre is dit remmend of stimulerend?
• Wat is de invloed van andere ziektes, handicaps, operaties, uiterlijke verschijning?
6.3. Doel
Het doel van de behandeling/begeleiding moet zo helder, concreet, meetbaar en reëel /haalbaar mogelijk zijn. De volgende vragen kunnen hierbij gesteld worden:
• Hoe zou u uw seksuele beleving/prestatie/gedrag graag willen hebben?
• Wat zou u willen bereiken? En in welke situaties?
• Wanneer bent u tevreden over uw seksuele leven? Wanneer stoppen met de
behandeling?
Inhoud
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
7. Specifieke vragen per klacht
(in aansluiting op vragen onder 6.1 en 6.2)
Van belang is om op te merken dat ook bij de specifieke vragen per klacht de patiënt zijn of
haar grenzen aan moet geven bij vragen die te intiem zijn. Ook de verpleegkundig consulent
moet zelf bewust zijn van zijn of haar eigen grenzen of het gebrek hieraan en de eigen normen
ten aanzien van seksualiteit.Verder is het belangrijk om de patiënt bij pijnklachten, verkramping,
problemen van medische aard en seksverslaving altijd door te verwijzen.
Voordat de specifieke vragen per klacht besproken worden zal er eerst gerefereerd worden
aan hiv en seks.Voor de meeste mensen met hiv is de betekenis van seks veranderd. Wat eerst
‘lust’ was, is nu ineens ‘gevaar’ geworden. Daar zal de patiënt veel mee geconfronteerd worden
wat mogelijk kan leiden tot een seksueel probleem. Hierbij kan men denken aan de gevolgen
voor seksualiteit van: lipodystrofie/veranderd uiterlijk, neuropathie, vermoeidheid, geen
energie meer hebben, verlaagde testosteronspiegel, mogelijke depressie, angst om anderen te
besmetten, het missen van steun, het missen van intimiteit of geen vaste relatie hebben.
De specifieke vragen per klacht zijn onder te verdelen in: klachtverheldering en probleemverkenning (oorzaken zoeken). Probleemverkenning doe je bij specifieke vragen per klacht slechts
in grote lijnen i.v.m. de aard van de te bieden hulp (informatie en/of verwijzing).
7.1.Verminderd verlangen
M.b.t. klacht:
•
Is er een ontbreken van verlangen, een verlies van verlangen of onvoldoende
seksueel verlangen?
• In welke lichamelijke of seksuele activiteit (contact met ander of zelf) heeft u
wel zin en waarin niet? Is dit veranderd sinds de klacht begon?
• Is er een verschil in verlangen tussen seks met u zelf (masturbatie) en seks met
anderen?
• Vindt uzelf dat u (te) weinig zin heeft in seks of heeft u minder (of andere zin)
dan uw partner?
• Heeft uw partner meer of andere zin in seks dan u? Is dit vooral het probleem?
• Hoe was dit alles voorheen, voor de klacht begon?
Inhoud
oorzaken:
1. M.b.t.
Inleiding
Heeft het verminderde verlangen naar uw idee met hiv te maken? Indien ja, op welke 2. •Definiëring
en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
wijze (lichamelijk, psychisch, medicatie)?
3. Anamnese seksualiteit
vooral na of er zin is om zin te maken voor seks en of de patiënt weet hoe dat te doen.
4. Ga
Beslisboom
Wat staat prettige gedachten over vrijen in de weg? Wat staat tot actie komen in de weg?
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
7.2. Opwindingsprobleem
M.b.t. klacht:
• Is er een ontbreken van seksuele opwinding, een verlies van seksuele opwinding of beperkte seksuele opwinding?
• Gaat het om de beleving van seksuele opwinding of om het krijgen/houden van
erectie of lubricatie (vochtig worden)?
M.b.t. oorzaken:
•
•
•
•
•
•
•
Kunt u seksuele opwinding toestaan? Wat is de betekenis van seksuele opwinding
voor u?
Welke kennis/vaardigheid heeft u m.b.t. voorwaarden om seksueel opgewonden te worden en te blijven?
Welke lichamelijke en psychische stimulatie is nodig om seksueel opgewonden te
raken? (bijvoorbeeld seksuele fantasieën of porno.)
Kunt u met uw aandacht bij de eigen seksuele beleving blijven?
Wat leidt af? (zorgen in uw hoofd, piekeren, angsten, remmingen, relationele
problemen)
Wat is de invloed van ziekte, medicatie en middelengebruik op de seksuele
opwinding?
Hoe gaat u over het algemeen om met het toestaan en beleven van emoties?
7.3. Erectieprobleem (deels idem als bij opwindingsprobleem)
M.b.t. klacht:
• Is er een nachtelijke/ochtenderectie aanwezig?
• Is er erectieverlies bij condoomgebruik?
• Bij verminderde erectie; kunt u op een schaal van 1-10 (waarbij 10 een optimale
erectie is) aangeven hoe dit nu is in verschillende omstandigheden?
• Is uw penis hard genoeg om uw/een (seks-)partner te penetreren?
Inhoud
oorzaken:
1. M.b.t.
Inleiding
Wat betekent
erectie van
(verlies)
u/ voor
mogelijke
partner?
2. •Definiëring
en een
afbaking
het voor
begrip
seksuele
gezondheid
3. (bijvoorbeeld mannelijkheid)
Bent u bang
om te falen? (denk aan de verwachting om te presteren) Welke
seksualiteit
•Anamnese
gedachten heeft u hierbij?
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
7.4. Orgasme probleem
M.b.t. klacht:
•
Is er sprake van het ontbreken van een orgasme, een vertraagd orgasme of
van weinig beleving aan een orgasme?
• Heeft u wel eens het idee bijna tegen een orgasme aan te zitten?
M.b.t. oorzaken:
•
Wat betekent een orgasme voor u? Wat mist u door het ontbreken van het
orgasme/vertraagd orgasme? Hoe is dit voor de (eventuele) partner?
• Weet u voor uzelf welke seksuele stimulatie het beste werkt voor u? Fysieke
stimulatie (speeltjes, handen, tong) of mentale stimulatie (fantaseren)?
• Kunt u met uw aandacht bij de eigen seksuele beleving blijven?
• Is er behoefte aan controle tijdens de seks? Is er angst voor controleverlies? Is er angst voor het geluid dat u maakt, angst voor ‘vreemde’ mimiek, angst om van de wereld te zijn?
• Hoe gaat u over het algemeen om met het uiten van emoties? Kunt u zich laten gaan?
• Wat is de invloed van ziekte (direct, indirect), medicatie (psychofarmaca) en
middelengebruik (drugs, alcohol) op het orgasme?
7.5.Voortijdig orgasme/zaadlozing
M.b.t. klacht:
•
•
•
Wat is voor u (voor uw partner) te snel? (in minuten aangeven)
Kunt u (indien gewenst) gemeenschap hebben/neuken of komt u daarvoor al klaar?
Beleeft u de zaadlozing als een prettig orgasme? M.b.t. oorzaken:
• Geef informatie over ‘point of no return’. Herkent de patient dit?
Is er aandacht voor uw eigen beleving?
•Inhoud
• Richt de aandacht zich te veel op de partner tijdens seks? Is er sprake van faalangst?
Bent u snel lichamelijk seksueel geprikkeld/opgewonden? Wat verstaat u onder ‘snel’?
1. •Inleiding
• Heeft u in het algemeen een snelle levensstijl? Neemt u de tijd om te genieten en 2. Definiëring
en afbaking
het begrip seksuele gezondheid
voor het beleven
van wat van
u meemaakt?
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
7.6.Vaginale en anale pijn/verkramping bij het vrijen
M.b.t. klacht:
•
Wanneer en waar (specifieke plek of groter gebied) heeft u pijn? Wat voor pijn heeft u? Hoe heftig is deze pijn? Is de pijn altijd hetzelfde?
• Wat kan er wel/niet zonder pijn/verkramping? (tampon, zelf vingeren, vingeren door partner, gebruik dildo en vibrator.)
M.b.t. oorzaken:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Bent u lichamelijk/medisch onderzocht? Heeft u last gehad (of nog last) van
ontstekingen, infecties of soa etc.?
Heeft u alleen pijn bij de geslachtsdelen of ook in de onderbuik, bovenbenen (verkramping)?
Is de rol van bekkenbodemspieren bij u bekend? (indien niet, informeer over de
bekkenbodemspieren). Herkent u dit? Heeft u moeite met plassen en/ of poepen?
Wat betekent (het ontbreken van) coïtus/penetratie voor u?
Hoe is het seksuele gedrag bij pijn/verkramping? Vindt er toch coïtus/ penetratie plaats bij pijn/ verkramping?
Wat is uw houding t.a.v. van vrijen? Is prettig vrijen mogelijk zonder coïtus/ penetratie?
Leg de vicieuze cirkel uit aan de patiënt: pijn voelen spanning angst voor pijn
voelen spanning pijn voelen. Herkent u dit?
Bent u over het algemeen snel gespannen? Is dit lichamelijk of psychisch? Hoe gaat u om met deze spanning?
Bent u een gesloten persoonlijkheid? Hoe gaat u om met het uiten van emoties?
Bent u perfectionistisch? Heeft u behoefte aan controle?
Wat is de houding/ reactie van de (mogelijke) partner op de pijn/ verkramping?
Bij pijn/verkramping bij het vrijen de patiënt altijd door verwijzen.
Inhoud
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
7.7.Verschil in behoefte tussen de partners (met beide partners bespreken)
• Welke frequentie acht u (en uw partner) als wenselijk? Hoe ver zijn deze frequentie behoeften van elkaar verwijderd?
• Welke manier van vrijen is wenselijk voor u (en uw partner)? Wat staat u (en uw
partner) wel en niet toe?
• Wat is uw (en uw partners) definitie van vrijen/seks? Wat noemt u zelf vrijen/seks
en uw partner niet?
• Is het verschil in behoefte bespreekbaar met uw partner?
• Hoe zou ieder het verschil willen aanpakken? Acceptatie? Elkaar tegemoet komen?
Zo ja, hoe komt u elkaar tegemoet?
Over het algemeen bij verschil in behoefte tussen partners snel doorverwijzen naar een
seksuoloog.
7.8. Seksverslaving
• Heeft u het idee (geen) controle te hebben over uw seksuele behoefte/uw seksueel gedrag?
Bij obsessief seks gedrag altijd meteen doorverwijzen naar specialist!
Inhoud
1. Inleiding
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
8.Verpleegkundige diagnose Seksueel disfunctioneren: Situatie waarin de patiënt een onbevredigend of
inadequaat ervaren van seksueel functioneren heeft. (Carpenito)
Naam patiënt: geboortedatum: startdatum: naam verpleegkundige
………………………………./…………………………/…………………………./………………………..
Nr.
Verpleegkundige diagnose par Interventies
start stop
Probleem
1 Seksueel disfunctioneren
Etiologie
A: Fysiologische factoren
Vermoeidheid
Pijn
Incontinentie
Bijwerking medicatie
Andere soa’s
Erectiestoornis
Orgasmestoornis
Verlies van seksueel verlangen
Overige
Inhoud
1. Inleiding
A: Fysiologische factoren
Neem specifieke seksuele anamnese af
Inventariseer met de patiënt mogelijke
oorzaken
Ga na of medicatie een beïnvloedende factor kan zijn; bespreek met behandelend
arts of medicatie ten grondslag aan de
problemen liggen.Verander medicatie als dit wenselijk/mogelijk is.
Is er behandeling met medicatie mogelijk
(erectie ondersteunende middelen, medicamenteus en instrumenteel technisch,
hormonale suppletie, vibrator /glijmiddel)
Laboratoriumonderzoek
Soa-onderzoek
Verwijzing:uroloog/geregistreerd
seksuoloog NVVS/dermatoloog/gynaecoloog
Geef informatie over hiv en soa
2. Definiëring en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
S
B. Psychische factoren
B: Psychische factoren
Neem specifieke seksuele anamnese af
Inventariseer met de patiënt mogelijke oorzaken
Ga na of medicatie een beïnvloedende factor kan zijn, bespreek met behandelend arts
eventuele mogelijkheden
Maak gevoelens die samenhangen met het
seksuele probleem bespreekbaar
Geef informatie over risico’s van besmetting
Geef informatie dat een veranderde seksuali-
teitsbeleving kan samenhangen met emotionele stress en andere psychologische factoren
Stimuleer de patiënt met zijn partner over dit probleem te praten
Verwijzing seksuoloog/psycholoog
Negatief zelfbeeld
Depressieve stemming
Angst (overdracht hiv)
Schuldgevoel
Stress
Schaamte
Dwang/misbruik
Overige
C. Sociale factoren
C: Sociale factoren
1 Geen partner
1 Relatieproblemen
1 Onvoldoende privacy
Verschijnselen/kenmerken
Onvrede over seksuele beleving
Uiten van veranderd seksueel patroon
Geeft aan zichzelf onaantrekke-
lijk te vinden
Geeft aan last te hebben van
erectiestoornissen/vaginale droogheid
Vermijdt lichamelijk contact
Ziekte of therapie beperken seksueel functioneren
Veranderd uiterlijk als
bijwerking van de medicatie:
lipodystrofie
Inhoud
1. Inleiding
Beoogd resultaat
Geef alternatieven aan als partner niet
beschikbaar is
Onderzoek de relatie met de partner
Zoek samen met patiënt en partner naar mogelijk oplossingen
Verwijzing psycholoog/seksuoloog
stop Evaluatiedatum
2. Definiëring
en afbaking
van het begrip seksuele gezondheid
Uit een toegenomen
tevreden-
heid over seksueel functioneren.
3. Anamnese
seksualiteit
Vertelt weer seksueel actief te zijn of te willen worden.
4. Beslisboom
Bereikt overeenstemming met zichzelf over wenselijk
en
5. Seksuologisch
consult
6.
werkelijk uiterlijk
Specifieke anamnese seksualiteit
…………………………………
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
9. Referenties
Literatuur
Cove, J. & Petrak, J. Factors associated with sexual problems in hiv-positive gay men. In: international
journal of STD and AIDS.- vol 15, (2004); p. 732-736.
Gordon, M. Manual of Nursing Diagnosis 1993-1994.
Gras, L. et al. Monitoring hiv infection in the Netherlands. Stichting Hiv Monitoring 2004 - 144p
Grintjes, K. & Zomer, B.Verpleegkundig diagnose: seksueel disfunctioneren. UMCN St Radboud.
IJff, M. Sexcounselling, handleiding voor seksuologische hulpverlening, 3e herziende druk, Koninklijke Van
Gorcum Assen, 2006.
Reilly, T. & Woo, G. Access to services and maintenance of safer sex practises among people living with
hiv/aids. In; Social work in Health care- vol. 36, no. 2 (2003) p. 81-95.
Van Kesteren, N., Hospers, H. & Kok, G., ‘Hiv-preventie onder hiv-positieve mannen die seks hebben met mannen: onderzoek en interventieontwikkeling’, Factsheets 2007. Van Kesteren, N., ‘Hiv onder heteroseksuele migranten en jongeren in Nederland’, Factsheets 2007. Shiripinda, I. & Tempert, B., ‘Care 2 talk about sex?!’ / ‘Vertel mij wat over seks… ’Soa Aids Nederland, 2007.
Bronnen
1. 2. - http://www.who.int/reproductive-health/gender/sexual_health.html
- Beroepsdeelprofiel Verpleegkundig Consulent Hiv/Aids (wvac) AVVV jan. 2004, p. 12 ( 4.2.2 en 4.2.3) p.18(D)
- http://www.wvac.nl
- Soa Aids Nederland, seksuele gezondheid in Nederland, augustus 2006
- http://www.soaaids.nl
-Inhoud
Progress Newsletter Issue 67 - 2005. Sexual health - a new focus for WHO.
http://www.who.int/reproductive health
-Inleiding
http://www.seksuologen-nederland.nl/ html/Montreal Declaration Sexual Health for the Millennium.pdf
- European Parliament resolution on sexual and reproductive health and rights (2001/2128 (INI))
Definiëring
(juli 2002). en afbaking van het begrip seksuele gezondheid
3. Anamnese seksualiteit
4. Beslisboom
5. Seksuologisch consult
6.
Specifieke anamnese seksualiteit
7. Specifieke vragen per klacht
8. Verpleegkundige diagnose
9. Referenties
Download