Wat zijn Circulerende TumorCellen (CTC’s)? Circulerende tumorcellen zijn epitheelcellen afkomstig van de tumor, die een belangrijke rolspelen bij uitzaaiing van de ziekte naar andere plekken in het lichaam. Klinisch zijn de CTC’s van belang voor het beoordelen van de prognose en het effect van therapie bij patiënten met uitgezaaide borstkanker, dikke darmkanker en prostaatkanker. CTC’s kunnen voorspellend (predictief) zijn voor het optreden van resistentie tegen therapie. Daarnaast tonen onderzoeken aan dat het genetisch profiel van CTC’s veel zegt over de genetische veranderingen en eiwitexpressie patronen van de primaire tumor, wellicht zelfs meer dan een biopt. Wat is het verschil tussen cel-vrij DNA (cfDNA) en circulerend tumor DNA (ctDNA)? Is een CTC een intacte kankercel, cel-vrij DNA (het woord zegt het al) is in het bloed ronddrijvend DNA materiaal uit kapotte kankercellen. Bij patiënten met kanker, maar ook bij gezonde mensen, kunnen we in het bloed DNA meten wat afkomstig is uit lichaamscellen (cel-vrij DNA). DNA bevat informatie over het erfelijk materiaal van deze cellen. Bij patiënten met kanker vinden we meer cel-vrij DNA in het bloed, omdat cel-vrij DNA óók vrijkomt uit kankercellen (cel-vrij circulerend tumor DNA; ctDNA). Dit DNA kan ons informatie geven over de kankercellen. Uit eerder onderzoek is gebleken dat er een relatie is tussen de hoeveelheid ctDNA (afkomstig uit de tumor) en de grootte van de tumor en uitzaaiingen. Ook kan ctDNA informatie geven over de genetische veranderingen van een tumor. Net als voor CTCs geldt ook voor ctDNA dat dit zeldzaam is, omdat er veel meer cel-vrij DNA uit lichaamscellen vrij komt dan uit tumorcellen. Minder dan 1% van het totale cel-vrij DNA is afkomstig van tumorcellen. Daarnaast geldt ook voor ctDNA dat hier momenteel wereldwijd volop onderzoek naar gedaan wordt, maar ook in Nederland. Door dit onderzoek hoopt men dat artsen dit ctDNA straks kunnen gebruiken in de klinische praktijk om bijvoorbeeld therapie respons te monitoren, maar ook om te kijken naar het optreden van resistentie. Het ‘probleem’ met CTC’s is dat deze cellen zeldzaam zijn. In een milliliter bloed zitten vaak maar één of twee tumorcellen, verstopt tussen miljarden bloedcellen. Dat maakt dat de circulerende tumorcellen moeilijk te vinden, en dus ook lastig te onderzoeken, zijn. Onderzoek detectiemethoden Momenteel is er volop onderzoek naar verschillende detectiemethoden. Enkele voorbeelden: in 2008 ontwikkelden wetenschappers van de Amerikaanse Stanford University School of Medicine een chip waarmee zij specifiek circulerende tumorcellen uit het bloed konden halen. Epitheelcellen, afkomstig van een tumor, dragen op hun oppervlakte het karakteristieke eiwit EpCAM. Bloedcellen hebben dat eiwit niet. In de chip bevindt zich een antistof tegen het eiwit EpCAM waardoor alleen circulerende tumorcellen op de chip blijven pakken. Maar ook in eigen land gebeurt veel. Zo ontwikkelden onderzoekers van het UTonderzoeksinstituut MIRA en het bedrijf VyCAP ontwikkelden The Puncher waarmee individuele kankercellen geïsoleerd kunnen worden. En de afdeling Interne Oncologie van het ErasmusMC Kankerinstituut beschikt over een techniek om CTC te tellen en te isoleren, door een combinatie van immunomagnetische verrijking en beeldcytometrie. Genetische diversiteit Uit onderzoeken is gebleken dat de genetische diversiteit van tumoren en circulerende tumorcellen zeer groot is. Dit heeft gevolgen voor de behandeling van patiënten met kanker. Op dit moment neemt de arts vaak een biopt van de primaire tumor om te kijken wat voor een cellen daarin zitten. Daar stelt hij dan zijn behandeling op af. Maar uit Amerikaans onderzoek blijkt dat circulerende tumorcellen helemaal niet hoeven te lijken op de primaire tumor waar ze vandaan komen. Men is nu van mening dat de CTC’s mogelijk een betrouwbaardere indruk geven van de actuele genetische veranderingen en eiwitexpressiepatronen van de tumor dan de tumorcellen uit een biopt van de primaire tumor zelf. Voor het invoeren van het gebruik van CTC’s in de klinische praktijk, isniet alleen de betrouwbaarheid van het genetisch expressieprofiel van belang, ook vormt de minimale belasting van een bloedafname voor CTC-bepaling tov een tumorbiopt een duidelijke voordeel voor de patient. Echter is dit nog niet voldoende voor de invoer van CTC-bepalingen in de klinische praktijk, en is er extra ondersteuning van deze nieuwe kennis nodig. Zo moet er meer onderzoek komen om te bepalen hoe circulerende tumorcellen reageren op veelgebruikte kankerbehandelingen. Op dit moment ontwikkelen de wetenschappers methoden om medicijnen op een goede manier te kunnen testen op circulerende tumorcellen. Zo hopen zij er uiteindelijk achter te komen of er een verband bestaat tussen het genetische profiel van de tumorcellen en het effect van een behandeling. Studies CTC’s en ctDNA Stichting DUOS Binnen de Stichting DUOS neemt het onderzoek naar CTC’s een belangrijke plaats in. Zo onderzoekt onder meer de CirGuidance studie de waarde van circulerende tumorcellen (CTC’s) in het bloed van patiënten met een spierinvasief blaascarcinoom die een radicale cystectomie zullen ondergaan. Aan de hand van de aan- of afwezigheid van de CTC’s in het bloed wordt bepaald of de patiënt in aanmerking komt om neo-adjuvante chemotherapie achterwege te laten. De inclusie van deze studie is bijna voltooid. Daarnaast is de CABA-V7 studie sinds kort geopend in het Erasmus MC en andere centra in Nederland. In de CABA V7 studie willen we vaststellen of de aanwezigheid van AR-V7 in CTC’s, bij patiënten met gemetastaseerd castratie-resistent prostaatcarcinoom die behandeld worden met cabazitaxel, invloed heeft op de PSA respons. Uit voorgaand onderzoek is gebleken dat de aanwezigheid van AR-V7 (een genetische variatie van de androgeen receptor), een belangrijk onderdeel vormt van de resistentie tegen androgeen-receptor targeted therapie (Enza/Abi), maar mogelijk niet tegen cabazitaxel therapie. Voor extra informatie zie het nieuwsbericht van 24 februari 2017 en 22 maart 2017 op de site. In het Erasmus MC is sinds 7 december de studie CIRCLE (bij mCRPC en mHSPC) gestart. Het doel van deze studie is het isoleren van circulerende tumorcellen door middel van leukaferese om tumor organoïds te maken. Op deze tumor organoïds kunnen medicijnen getest worden. Meerdere DUOS ziekenhuizen zijn betrokken bij de CIRCUS studie naar ctDNA. Binnen deze studie wordt het monitoren van therapie respons onderzocht door het ctDNA bij prostaatkanker patiënten te meten. Deze studie werkt nauw samen met het Center for Personalized Medicine (CPCT). De CPCT heeft door heel Nederland een bioptenstudie lopen met als doel om voor elke patiënt een gepersonaliseerde behandeling tegen kanker aan te bieden. Beide studies includeren momenteel patiënten. Er zullen ongetwijfeld meer studies binnen DUOS volgen waarin het onderzoek naar CTC’s centraal staat. Houd voor de actuele ontwikkelingen de nieuwsberichten op de site en de nieuwsbrief in de gaten. Voor meer informatie over de huidige studies: [email protected] © Stichting DUOS