Les 1 Key Concepts 1) Imperialism : ‘ indentured labour ’ = het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld uit willen breiden door gebieden te veroveren en te beheersen. Het overnemen gebeurt niet, zoals bij kolonialisme, alleen om de economische redenen. Het gaat ook vooral om de eigen cultuur en politiek over te brengen of te forceren op de bevolking. ( wiki ) Kolonialisme : enkel om economische redenen, nederzettingen plaatsen op verder gelegen gebieden ~ Het europees maken van de wereld, dat in 3 golven gebeurde : 1. De eeuw van ontdekking ( 15 – 16 de E) 2. De eeuw van mercantilisme ( = handel ) ( 17 – 18de E ) = Men wou de politieke en economische onafhankelijkheid v/h eigen land promoten, dus was welvaart aangeraden. Kolonies konden dit bieden. Grote concurrentie tussen verschillende staten : de 1 zijn brood was de ander zijn dood 3. De eeuw van imperialisme ( 19 – 20ste E ) Europees imperialisme werd mede mogelijk gemaakt door de reizigers, missionarissen, gelukzoekers, etc … Ontwikkelt zich nog tot ‘globalisme’ 2) Colonialism (zie nr.24) = een belangrijke term voor het definiëren van de specifieke vorm van culturele uitbuiting die ontwikkelde met de expansie van Europa ‘Imperialisme’ bevat de praktijken, theorieën en attituden van een dominerende centrum dat een ver gebied overheerst, kolonialisme is meestal praktisch een gevolg van het Imperialisme, namelijk het plaatsen van nederzettingen op die gebieden = ontwikkeld tegelijk met een modern kapitalistisch systeem van economische uitwisseling, waardoor kolonie voornamelijk gezien werd als leverancier van ruw materiaal 1 3) Postcolonialism Van puur chronologische betekenis (postonafhankelijke periode) naar diepere betekenis, nl. de effecten van kolonisatie op culturen en maatschappijen Veel debat rond betekenis van deze term ! Twee benaderingen : 1. Gebruikt om te verwijzen naar culturele interactie binnen koloniale samenlevingen in literaire cirkels, verwijzing naar de politieke, linguïstische en culturele ervaringen van samenlevingen die eerder Europese kolonies waren 2. Poststructuralistische invloed van de koloniale discours theorie, die focust op de materiële effecten op de historische toestand van het kolonialisme, als ook op de beredeneerde macht (Bhabha, Spivak) NU = studie en analyse van de Europese territoriale veroveringen, verschillende instituties van Europese kolonies, … Waar moeten we de grens leggen van postkolonialisme ? Het bestudeert eerder het proces en de effecten van het Europese kolonialisme en bevat ook het hedendaagse neokolonialisme 3 overlappende domeinen : antikolonialisme, postonafhankelijkheid en postkoloniale staat Elke definitie van postkolonialisme moet rekening houden met de wijdere set van lokale en specifiek aangaande zorgen en praktijken (in een kolonie) Elke kolonie of contactzone is verschillend en alle postkoloniale ‘needs’ zijn anders er wordt echter een homogenisering doorgevoerd over al de ex-kolonies deze homogenisering is ergens ook nodig, om te vermijden dat er teruggekeerd wordt naar een vereenvoudigde vorm van gelokaliseerd materialisme, dat weigert om het bestaan van een algemeen discours van kolonisatie te erkennen “Materiality and locality” liggen aan de basis van de conflicten rond wat de term precies moet omvatten en wat deze moet uitsluiten Recente discussies hebben de nood en kracht van deze fundamentele parameters in het definiëren van de idee van de postkoloniaal benadrukt Dus door te stellen dat kolonialisme en imperialisme verschillend opereerden naargelang de periode waarin ze voorkwamen of de specifieke contact zones waarin ze effect hadden, is oververeenvoudiging, maar door te stellen dat het onmogelijk is om wijdverspreide, algemene elementen binnen deze lokale bijzonderheden te ontdekken is ook een inadequate basis 2 niet helemaal homogeniseren, maar ook niet enkel lokale analyse 4) Alterity = anders zijn, verscheidenheid cf. Descartes : kennis van de abstracte epistemologische ‘ander’ verschuiving naar het leren kennen van de meer concrete morele ‘ander’ , die gelokaliseerd werd in een politieke, culturele, linguistieke of religieuze context Dit concept leidde ook tot verandering in de kenmerken van het concept ‘ subjectiviteit ‘ De zelfidentiteit van de kolonisten is onontwarbaar van de verscheidenheid van de gekoloniseerde cultuur 5) Other/other ‘other’ = het zelf dat je als kind ontdekt, het zelf dat je in de spiegel ziet en ervan bewust worden van zichzelf als een onafhankelijk wezen = belangrijk voor ontwikkeling van de identiteit = in het postkolonialisme verwijst het naar de gekoloniseerde ander die gemarginaliseerd werden door het imperialisme ‘ Other ‘ = de Symbolische Ander, die je bijvoorbeeld ziet in je vader / moeder = a transcendent or absolute pole of address, summoned each time that subject speaks to another subject ~ het ‘imperial centre’ : 1. Zorgt voor de voorwaarden waardoor de gekoloniseerde een gevoel verkrijgt van zijn identiteit als ‘other’ 2. Het is het geïdealiseerde beeld, wat de gekoloniseerde hoopt te bereiken 6) Othering = beschrijving van de verschillende manieren waarop het kolonialisme zijn subjecten ‘produceert’ = dialectisch proces 3 3 vb’en in tekst = het produceren van een ‘other-text’ , nl. hun ‘ware’ geschiedenis, terwijl ze gelijktijdig the ‘Otherness’ of the Empire aan het oprichten zijn 7) Eurocentrisme = het (on)bewuste proces waarbij het Europese of de Europese culturele assumpties weergegeven worden als / beschouwd worden als het natuurlijke of het universele vb . Mercator zijn wereldkaart : Europa in ’t bovenste midden geplaatst geïdeologiseerd, geen werkelijke weergave van de ruimtelijke indeling, er was tekst voor nodig om de spatiale verhoudingen te begrijpen Europa als superieur Nationalistische landen binnen Europa Europese systemen (scholen etc..) droegen zowel in Europa als bij de perifere kolonies bij tot de superioriteit van Europa 8) Cartography = het tekstualiseren van de spatiële realiteit van de ander en het benoemen of hernoemen van plaatsen als symbolische act van heerschappij en controle Imaginaire transferentie : de lege, nog onontdekte plaatsen op de wereldkaart lieten de Europeaan toe er hun verbeelding op te projecteren vb. Australië werd gezien als bestaande uit olifanten en pygmeeën De fictionaliteit van deze verhalen werd benadrukt door de rol van de ‘natieve gids’ die de ontdekkingsreiziger introduceert in het binnenland van het onbekende in de geschriften van de ontdekkingsreiziger weerklinkt nog steeds de imaginaire kennis over het land, aangezien de ‘Ander’ geen stem heeft om dit beeld aan te passen en slechts dient als representatie van de wilde ‘Allegorisatie’ van ruimte – beslissingen in verband met … : - Welke projectie bevooroordelen (aangezien dit privilege geeft aan sommige landen) - alle kaarten op een Noord-Zuid as te plaatsen - het creëren van speciale kaarten die een land verdelen in objectieve categorieën, zoals klimaatzones, populatiedichtheid, … Kaart als – allegorisch – middel van uitbuiting 4 - Eurocentrisme dat geleid heeft tot hoe de wereld kaart er nu uit ziet (Europa centraal) - het definiëren van een cultuur als tropisch, dun/dik bevolkt, rijk/arm, … leidde tot discriminatie, waardoor uitbuiting / controle verantwoord werd Speelde, naast etnografie, ook een rol in het vastleggen van de objecten en waarden van het koloniale bedrijf 9) Third World Verschillende redenen voor onderverdeling 1. Koude oorlog - First World = dominante Westen - Second World = Sovjet Unie en bijhorende landen - Third World = landen die geen positie innamen in de oorlog 2. Politiek en economie - First World = economisch succesvolle ex-kolonies die verbonden zijn met een netwerk van globaal kapitalisme en Europees-Amerikaanse verdedigingsallianties - Third World = cliché van armoede, ziekte en oorlog en een stijgende racialisering van het concept = metafoor voor een onderontwikkelde samenleving - Fourth World = door verdere economische ontwikkelingen, dit gaf de groep van landen aan die het laagst staan op de economische schaal 3. Post-koloniaal - Second World = verwijst naar ‘settler colonies’, namelijk landen die gekoloniseerd zijn, maar waar niet een inheemse groep onderdrukt wordt door een koloniseerder - vb. Amerika, Canada - Third World = steeds minder en minder gebruikte term in het koloniale relaas, wat zou leiden tot een depolitisering van het dekolonisatieproces - Fourth World = inheemse mensen wiens economische status en onderdrukte conditie hen in een nog meer gemarginaliseerde positie in de sociale en politieke hiërarchie plaatst dan andere postkoloniale mensen 5 Zelf opzoeken Joseph Conrad en Heart of Darkness Chinua Achebe & Things fall apart = engelstalige roman geschreven door Nigeriaan (negritude?) beschrijft de invloeden van het Britse kolonialisme en de christelijke missionarissen op zijn traditionele gemeenschap Les 2 Key Concepts 10) Etnografie = directe observatie en rapportering van hoe mensen leven Twee fasen : 1. Veldwerk = proces van observatie en dataverzameling 2. Rapportering = beschrijving en analyse van het subject, dat geografisch of cultureel verschillend was van de Westerse samenleving = deel van de bredere discipline ‘Antropologie’ de verschillende culturen werden gezien als exotisch en als de representatie van verschillende fasen van de ontwikkeling van de mens, dat leidde tot het plaatsen van de culturen in een hiërarchie Kritiek : observeren is niet neutraal, waardevrij, noch overstijgt het de assumpties van de participant zijn cultuur Culturele kennis is eerder geconstrueerd dan ontdekt door de etnografie 6 Reactie : Kennis van het leven kan enkel verkregen worden door specifieke en daarbij beperkte representaties, die onvermijdelijk de machtsrelaties weergeven tussen diegene die representeren en diegenen die voorgesteld worden Clifford : Etnografie moet benaderd worden als een schrijfwijze, met zijn eigen set van regels en assumpties ‘gedecentraliseerde etnografie’ = vorm van etnografisch schrijven dat rekening houdt met de subjectieve positie van de etnograaf vb. gelokaliseerde etnografie = vanuit het standpunt van het lokale object Kritiek : Antropologie is het ‘tweelingsbroertje’ van kolonialisme produceerde versies van het gekoloniseerde subject, die gemotiveerd waren door zowel de uitsluiting als de uitbuiting van deze subjecten door het imperiale discours Reflexiviteit : de mate waarin de etnograaf bewust is van zijn eigen positie als subject Antropologie NU : - Poging om constructief om te gaan met de problemen van representatie en discriminatie - Het veldwerk dichter te brengen bij de cultuur van de observator, zodat er betekenisvolle beschrijvingen ontstaan die ons helpen culturele en sociale fenomenen te begrijpen (vb. observeren van bendes in New York) Etnografie NU : - Begaan met het beschrijven en onderscheiden van culturen op een manier die de eigen perspectieven en rollen erkent - Stijgende internationalisatie, ook Afrikaanse etnografen, die de mogelijkheid van ‘self-ascriptive’ mode van een sociale en culturele analyse exploreren 11) Aboriginal / Indigenous people Indigenous = geboren in een bepaalde plaats of regio Eerst werd de term ‘aboriginal’ gebruikt om de indigene inwoners van de kolonies te beschrijven Nu verwijst de term vaak naar de oorspronkelijke inwoners van Australië 7 geen onderscheid maken tussen de verschillende stammen (men heeft dit proberen te veranderen door speciale, lokale termen voor de verschillende populatiegroepen te geven, maar is niet overgenomen) Heeft een connotatie, verwijst nog naar de kolonisatie In Amerika werden er eerst ook termen met een connotatie gebruikt (Indiaan), maar die werden later vervangen door termen van de ‘indigenous’, namelijk ‘Native, First American’ 12) Exploration and travel In de Renaissance was er een daling van controle van de Islam in het Midden-Oosten, waardoor Europeanen voorbij de Mediterrane landen begonnen te verkennen Commerciële reden van reizen : verspreiden goederen van en naar andere landen Naast fysieke verkenning, was er ook imaginair reizen (travel) Vanaf 18de eeuw andere ‘ongevaarlijke’ redenen om te reizen : - Wetenschappelijk faciliteerde de verkenning van en interventie in een land landen die geen sociale organisatie leken te hebben werden ‘virgin territories’ verklaard, nl. land zonder rechtmatige eigenaar, en eigen gemaakt aan de kolonisator - Religieus ( Christendom ) Hedendaags toerisme ≈ ‘bezit door exploratie’ Toerist betreedt het land van de ander op zoek naar iets exotisch ‘Modern comfort toerisme’ : een gestereotypeerde ervaring, ingepakt en gereduceerd tot een gemakkelijk te consumeren product Waar bijvoorbeeld stereotype tekens afwezig zijn (palmbomen, …), worden deze geconstrueerd, onder het mom van ‘vooruitgang’ (European fantasy) Toerisme als deel van het proces van culturele en economische controle Zelf opzoeken Evolutionisme = sociale tegenhanger Darwinisme het idee dat er wetmatigheden te ontdekken zijn in de evolutie van historische ontwikkelingen die zou verlopen van eenvoudige, primitieve tot steeds ingewikkelder en complexere vorm = idiografisch 8 Diffusionisme = een poging om een cultuur te begrijpen in termen van het ontstaan van cultuureigenschappen en hoe deze zich verspreiden van één samenleving naar een ander = relatief ahistorisch Verschillende visies : - Alle culturen oorspronkelijk van 1 cultuur (heliocentrisch diffusionisme), - verschillende culturele cirkels - elke cultuur eigen proces van ontwikkeling beïnvloed door anderen, maar diffusie is contingent en arbitrair Structureel functionalisme = de functie van sociale verschijnselen wordt verklaard aan de hand van de bijdrage van het verschijnsel aan een sociaal systeem en de veranderingen die het daarmee teweeg brengt in dat systeem = kijken naar de dieptestructuur van een samenleving, zoeken orde & wetmatigheden geen rol van geschiedenis, maar kijken naar het onveranderlijke = nomothetisch Malinowski de ‘vader’ van het structureel functionalisme methode van onderzoek : participerende observatie toonde aan dat ‘primitieve’ mensen in staat waren om op dezelfde manier en niveau te redeneren als de ‘moderne’ mens Malinowski suggested that individuals have physiological needs (reproduction, food, shelter) and that social institutions exist to meet these needs. There are also culturally derived needs and four basic "instrumental needs" (economics, social control, education, and political organization), that require institutional devices. Each institution has personnel, a charter, a set of norms or rules, activities, material apparatus (technology), and a function. Malinowski argued that uniform psychological responses are correlates of physiological needs. He argued that satisfaction of these needs transformed the cultural instrumental activity into an acquired drive through psychological reinforcement 9 Radcliffe-Brown Radcliffe-Brown focused on social structure rather than biological needs. He suggested that a society is a system of relationships maintaining itself through cybernetic feedback, while institutions are orderly sets of relationships whose function is to maintain the society as a system. Radcliffe-Brown, inspired by Augustus Comte, stated that the social constituted a separate "level" of reality distinct from those of biological forms and inorganic matter. Radcliffe-Brown argued that explanations of social phenomena had to be constructed within the social level. Thus, individuals were replaceable, transient occupants of social roles. Unlike Malinowski's emphasis on individuals, Radcliffe-Brown considered individuals irrelevant. denial of coevalness = ontkennen van gelijktijdig bestaan van primitieve cultuur en moderne samenleving Als etnografen / antropologen een cultuur beschreven die ze aan het bestuderen waren, schreven ze zo dat het leek alsof deze cultuur 100 jaar terug te vinden was dan in het hier en nu writing culture = boek dat erop wees dat antropologen onderhevig waren aan de invloeden verschillende vooroordelen Les 3 Key Concepts 13) savage / civilized Onbeschaafd = de laagste vorm van cultuur Het Westen gebruikt het onbeschaafde Afrika, om zichzelf te definiëren als beschaafd Het Westerse ‘zelf’ wordt gedefinieerd door de dialectiek van wild / beschaafd : - Enerzijds het primitieve libido (cf. Freud) - Anderzijds het beschaafde Super-ego Westerling streeft ernaar dit beschaafde superego te doen overheersen over het primitieve libido 10 ‘de edele wilde’ (noble savage) : Europese nostalgie naar het simpele en pure van de natuur, tegenover het opkomende industrialisme en de vele complicaties van de Europese samenleving, voelden zich gefaald in het behouden van de natuurlijke onschuld, vrijheid en gelijkheid van de mens leidde tot een simplificatie en idealisatie van de wilde, die dit allemaal wel had kunnen behouden Zelf opzoeken Claude Lévi-Strauss = Elke samenleving heeft zijn eigen geschiedenis en dynamiek Tristes Tropiques = boek van Lévi-Strauss waarin hij zijn reizen beschrijft en theorieën in uiteenzet Frans structuralisme = obv de structuralistische linguïstiek : de vorm van iets kan verschillen, maar de dieptestructuur blijft vaak hetzelfde warme / koude samenleving Zie slide 23 van les 3 + notities pensée sauvage = boek van Lévi Strauss waarin hij op zoek gaat naar de onbewuste basisregels in de ‘primitieve’ culturen, om zo te komen tot universele basisregels die iedereen gebruikt orality = het denken en het verbaal uitdrukken in samenlevingen waar de technologie van het schrijven/lezen ongekend zijn voor de meeste mensen van de populatie invloed op de economie, politiek, institutionele ontwikkeling in dat lant om het land uit de armoede te helpen moet hier iets aan gedaan worden (analfabetenalfabeten maken! ) 11 Les 4 Zelf opzoeken Evans-Pritchard pleitte voor de herintroductie van een historisch perspectief in de antropologie “ Antropologie = geesteswetenschap, geen natuurwetenschap “ Annales school : introductie sociaal wetenschappelijke methodes in de geschiedschrijving Marshall Sahlins neo-evolutionisme probeert de structuur van een cultuur te koppelen aan de gebeurtenissen die deze cultuur heeft meegemaakt : vb. kolonisatie van Fiji Positional succession = telescopische / getrunceerde tijd : de geschiedenis levend houden door een verhaal over het verleden te vertellen als of je het zelf hebt meegemaakt vb. ‘ The Stranger King ‘ Les 5 Key Concepts 14) slave / slavery Bisschop stelde voor om zwarten te importeren naar Amerika om de Native Americans te bevrijden van slavernij / genocide ‘Middle Passage’ : driehoekige ruil – Goederen kopen in Europa om te ruilen voor slaven in Afrika, die in Amerika verkocht worden, terwijl goederen als suiker terug naar Europa getransporteerd werden Commerciële slavernij : - de slaven werden als onroerend goed gezien voor Europese uitwisseling, ideologie van absoluut bezit 12 - ontstond ook uit een verlangen van de Amerikanen om een even beschaafde cultuur als de Europese te creëren, in contrast met de ‘Natives’, kannibalen en wilden = de meest destructieve, racistische vorm van slavernij Heeft geleid tot racisme, maar racisme heeft ook geleid tot deze vorm van slavernij : onmogelijk deze 2 los van elkaar te zien Na afschaffing slavernij “ Contractarbeiders “ (=indentured labour) = vaak nog onder dwang contract getekend 15) World system theory Het kapitalisme is het economische system van de wereld sinds de 16de eeuw, men kan niet over economie praten in termen van de natiestaat of ‘samenleving’ of ontwikkelingsstadia, omdat elke samenleving beïnvloed wordt door en een deel is van de kapitalistische wereldeconomie Kapitalisme beïnvloedt ook ons denken over nationale politiek, klassen, etniciteit,… Twee systemen van productie : 1) Mini-systemen, lokaal en korte duur 2) Wereldsysteem moderniseringstheorie die… : - concentreert op de natiestaat - veronderstelt dat alle landen een gelijkaardig groeipatroon kennen - houdt geen rekening met transnationale structuren - baseert verklaringen op ahistorische idealen vb. Latijns-Amerika heeft nog feodale economie (landbouw) volgens Marxisme is dit een pre-industriële economie, die zich nog moet ontwikkelen volgens World theory is dit systeem al een deel van het kapitalisme, omdat het nodig is om ruwe grondstof te leveren, is afhankelijk van de geïndustrialiseerde wereld = politiek systeem ( ~ neokolonialisme, dekolonisatie), dat tegelijk met de Europese imperiale dominantie ontstond : - verwezenlijking van de wereld als een ruimtelijk-temporele plaats van imperiale macht - de bestendiging van het imperiale binairisme tussen koloniserende en gekoloniseerde landen 3 structurele posities : 13 - centrum = Noordwest Europa gespecialiseerd in landbouw, textiel, schepen bouwen, metaalproductie - periferie = Oost-Europa en de Westerse hemisfeer export van graan, hout, katoen, suiker - semi-periferie = Mediterraan Europa gespecialiseerd in ‘high cost’ industriële producten ≠ geïnteresseerd in menselijke subjectiviteit, culturele verandering, … “Cultuur” = het gevolg van de historische ontwikkeling van het wereldsysteem en reflecteert zijn leidende logica, het ‘bedot’ mensen over het wereldsysteem en houdt het zo levend 16) centre / margin (periphery) kolonialisme kon enkel bestaan als er een tweeledige tegenstelling bestond in de wereld De verwezelijking van het rijk was afhankelijk van een hiërarchische relatie waarin de gekoloniseerde gerepresenteerd was als anders dan de koloniserende cultuur Geografisch verschil werd geconstrueerd in de cartography, die niet de geografische wereld weergaf, maar de verdeling van macht (= metafysieke geografie) Imperiaal Europa werd het centrum, al de rest was de periferie van cultuur, macht en beschaving rechtvaardiging van kolonisatie : ‘ de periferie onder de invloed van het verlichte centrum brengen’ pogingen om het centrum/periferie model te definiëren, bestendigen dit model net, postkoloniale theorieën hebben dit model gebruikt om aan te tonen dat … : Ontmanteling van de tegenstellingen, die meer doen dan enkel de onafhankelijkheid van de periferie aan te duiden, ze ondermijnen ook het idee van zo een ‘centrum’ en breken het idee van ‘de Europese koloniseerders als eenheid verschillend van anderen’ af De ontmanteling van het centrum/periferie moedel stelt de claim, dat er een cultuur is die een standvastige, pure en homogene set van waarden heeft, in vraag en stelt deze voor als historisch geconstrueerde en dus verbeterlijke formaties 17) Frontier = een grens of limiterende zone om één plaats van mensen te onderscheiden van een ander 14 Turner thesis = studie van de grensgeschiedenis in Amerika een groot gebied van vrij land, waarin de Amerikanen zich westwaarts in voortbewogen grens als bewaarder van de democratische vrijheid, een individu kon ontsnappen naar de vrije omgeving van het grensgebied om opnieuw te beginnen als zijn sociale/politieke conditie ongunstig was centrale rol van grens voor de hedendaagse identiteit van de US geen aandacht voor hoe de inheemse bevolking de uitbreiding van deze grens percipieerde Koloniale grenzen : gebruikt voor het definiëren en uitvinden van entiteiten Representeerden het imperiale zelf en creërden de ‘ander’ = vooral metafysische grenzen ‘Oosten is Oosten en Westen is Westen en deze zullen elkaar nooit ontmoeten’ = plaats van wreedheid - waar de gekoloniseerden de wreedheid van de koloniseerder beschrijven en zo het idee van beschaving zowel in stand houden als bekritiseren Zelf opzoeken Annales school Verwerping van de ‘evenementiële’ geschiedschrijving (= korte termijn) = - de poging om een overkoepelende menswetenschap te realiseren - evenementen of gebeurtenissen van politieke aard Middellange termijn = sociaal-economische tijd of langzaam bewegende geschiedenis, technologische en economische veranderingen en de bevolkingsgroei Richtte zich op de “longue durée” (= lange termijn) als geschiedschrijving : = kijken naar de invloed van veranderingen in de fysische omgeving op de geschiedenis, namelijk naar de geografische tijd Kritiek op elitaire vorm van geschiedschrijving : - Hield zich enkel bezig met de politieke geschiedenis - Geen gebruik van andere wetenschapsgebieden om verbanden te zoeken 15 Fernand Braudel Fernand Braudel werd vooral bekend door het gebruik van zijn drietrapsmotor, bestaande uit structuren, conjuncturen en evenementen. Op deze wijze kon men historische kennis opdoen en het historisch proces op de longue durée bekijken. Uiteindelijk resultaat was de creatie van een 'l'histoire totale' waar alles samenkwam Zat dus toch ook gevangen in een unilineaire geschiedschrijving Zie ook slides tekst 9 en 10 De geschiedenis van Afrika werd verklaard vanuit Westerse invloeden, maar geschiedenis is niet 1 lang narratief verhaal, Braudel begint in de 16de eeuw bij de economische bloei van de Middellandse zee voor de geschiedenis van Afrika Er is niet één grens (frontier) om geschiedenis te benaderen, maar meerdere Eric Wolf “ Europe and the people without history “ : hoe de introductie van het kapitalisme de lokale traditionele culturen beïnvloedt, vanuit een ‘emic’ perspectief (= van binnenuit, antropologisch) ( Etic : vanuit visie van de staat) Les 6 Key Concepts 18) Colonialism = definieert de specifieke vorm van culturele exploratie die samen met de uitbreiding van Europa ontwikkelde de voorbije 400 jaar = de praktijk, de theorie en de attituden van een dominerende metropool tegenover een verder territorium en het zetten van nederzettingen = ahistorische categorisatie Imperialisme is de ideologische kracht, Kolonialisme is de praktijk van het innemen van het land Koloniale expansie ging samen met de ontwikkeling van een modern kapitalistisch systeem Perceptie van de kolonie als oorspronkelijk verworven om grondstoffen te voorzien 16 ‘Ideologie’ van het ras : cruciaal onderdeel van de constructie en naturalisatie van de ongelijke vorm van interculturele relaties Idee van genetisch voorbestemde inferioriteit ~ sociaal darwinisme : ‘survival of the fittest race’ Kolonisering als noodzakelijke taak om te beschaven, namelijk onderwijs en paternalistische zorg geven Blanken die zich settelden in kolonies, werden vaak gekarakteriseerd als ‘gone native’ door veel contact met andere rassen, terwijl koloniale mensen gekarakteriseerd werden door ‘naïviteit, sociale en culturele provincialiteit’ In ‘Colonies of occupation’ (vb. Australië) was er ook koloniale discriminatie, zelfs nadat deze kolonies onafhankelijk zijn geworden van hun kolonisator (vb. Australiërs hadden geen nationaal paspoort tot 1946) De kolonisering diende voor de koloniseerder als representatie van het eigen land als een eenheid, ondanks de verschillen in rijkdom en de geïndustrialiseerde steden vs. het traditionele platteland Geen enkele gemeenschap is los kunnen komen van zijn koloniseerder zonder actief geweld, toch is het een van de grote Britse mythen dat zij de kolonies onafhankelijkheid hebben gegeven omwille van een proactieve en beraadslaagde politiek van verlichting van hun eigen volk Raciale discriminatie is het gevolg van een koloniaal beleid, ook nadat het land onafhankelijk is verklaard heeft dit nog altijd invloed en steunen de ex-koloniale machten deze discriminatie ( Neo-colonialisme) 19) Surveillance = één van de meest krachtige strategieën van imperiale dominantie = een toezichter met een verhoogde, bevooroordeelde kijk, veronderstelt de vaardigheid om te verwerken en te begrijpen wat er gezien wordt, het vervormt het gekoloniseerde subject tot een voorwerp en ‘interpellates’ het subject op een manier die zijn identiteit in relatie tot de toezichter bevestigt Het imperiale ‘staren’ definieert de identiteit van het subject, objectificeert het binnen het systeem van machtsrelaties en bevestigt zijn ondergeschiktheid en machteloosheid Metafoor van het ‘panopticon’ : gevangenis als ‘cirkel’ ontworpen, allemaal cellen rond binnenplaats, toezichter kon hun allemaal gemakkelijk zien 17 ‘conversie’: de gevangene probeert de rol van de perfecte gevangene over te nemen Ook conversie in koloniale subjecten, die bijvoorbeeld ‘meer Engels zijn dan de Engelsen zelf’ ‘mimicry’ : een conversie die wankelt op de rand van dreiging, gepaard gaat met gevoelens van weerstand tov de imperiale macht Metaforische verplaatsing van het imperiale staren, het gekoloniseerde subject past de imperiale technologieën aan naar de lokale behoeften en gebruikt deze om de richting van het staren naar de kolonisator de verschuiven en dus de machtsrelatie om te draaien Landscape: Het verlangen naar een literaire positie van visuele macht, metaforisch voor het ‘panoptische’ voorkomen van het imperiale staren De schrijver / observator bevindt zich boven het centrum, en toch apart ervan zodat de organisatie en classificatie ervan plaatsvindt volgens de schrijver zijn eigen waardensysteem 20) Foucault : Colonial discourse systeem van uitspraken waaruit je de wereld leert kennen, het systeem dat gebruikt wordt door dominante groepen in de samenleving om een waarheid te constitueren, door specifieke kennis, disciplines en waarden op gedomineerde groepen op te leggen Het creëert een werkelijkheid, niet alleen voor de objecten die het representeert, maar ook voor de subjecten die de gemeenschap waarop het gebaseerd is vormen = assumpties over geschiedenis, taal, literatuur en technologie = systeem van uitspraken dat gemaakt kan worden over kolonies, kolonisten, kolonisatiemachten en over de relatie tussen deze = systeem over kennis en overtuigingen over de wereld waarin de kolonisatie plaatsvindt = oorzaak van conflict in het bewustzijn van de gekoloniseerde, aangezien het botst met hun kennis over de wereld Sluit uitspraken over de uitbuiting van de grondstoffen van de gekoloniseerden uit, net als uitspraken over de politieke status van koloniserende machten, het belang van binnenlandse politiek over de ontwikkeling van een rijk 18 Heeft voordelen aan uitspraken over de inferioriteit van gekoloniseerden en de primitieve natuur van andere rassen De kracht van dit discours is zo groot dat gekoloniseerde subjecten vaak niet bewust zijn van de ‘huichelarij’ van hun positie ‘Colonial discourse theory’ (Edward Said) : het koloniale discours onderzoeken om te zien hoe dit werkte als een instrument van macht Bhaba : zijn analyse van het discours bracht veel tegenstellingen in koloniale relaties aan het licht, zoals hybriditeit, ambivalentie en ‘mimicry’, wat wijst op de kwetsbaarheid ervan 21) Modernity = niet enkel het ‘hier en nu’, maar verwijst ook naar de vormen van sociale organisatie die ontwikkeld zijn in Europa rond de 16de eeuw en hun invloed over de wereld verspreidden Drempel tussen ‘vroeger’ en ‘nu’ : ontdekking van de nieuwe wereld, de Renaissance en de Reformatie Gevoel van superioriteit van het ‘heden over het verleden’, wat bij de uitbreiding van de Europese macht vertaald werd in het gevoel van superioriteit van het moderne Europa over het pre-moderne, in het verleden levende gemeenschappen = fundamenteel term van “verovering”, de imperiale beheersing van een land Valt samen met het ontstaan van ‘Eurocentrisme’ en de Europese dominantie over de wereld Het Europese model van historische verandering werd gebruikt als maatstaf voor ‘Moderne samenleving’, waardoor ‘traditionele’ samenleving enige dynamiek of capaciteit voor vooruitgang werden ontkend = een ‘discours’ en geen tijdperk, het is gekarakteriseerd door grote discontinuïteiten die moderne van traditionele sociale instituties scheiden Tempo van verandering : ‘moderne’ samenleving zeer snel opeenvolgende nieuwe technologieën Reikwijdte van verandering: van moderne samenleving naar de hele wereld De aard van de moderne institutie : veel sociale vormen vind je niet terug in premoderne samenlevingen Kan ook gekarakteriseerd worden door ontwikkelingen in het filosofisch denken : - Vervangen van ‘goddelijke voorzienigheid’ door het autonome, rationele menselijke denken - Rationele organisatie van het dagelijkse sociale leven 19 Deze rationalisatie werd een kernwaarde van de modernisering, maar ook als een ambiguïteit : het maakt de wereld ordelijk en betrouwbaar, maar niet betekenisvol Postmodernisering : “oplossing voor modernisering” of verderzetting ? Geeft een andere set van discontinuïteiten 22) Metropolis = gebruikt in het koloniale discours om te verwijzen naar de verhouding tussen ‘centrum’ en ‘periferie’ = de vaderstaat van een kolonie (Oude Griekenland) = ‘behoren tot het moederland’, de metropolis van Europa werd gezien als de zetel van cultuur postkoloniale schrijvers: het ‘centrum’ als hersenschim, dit centrum kan nooit echt gevonden worden en het onderscheid tussen centrum en periferie kan dus niet gemaakt worden De verschillende ‘centra’ hadden ook verschillende attituden tov de kolonies - Frankrijk : culturele macht zat bijna exclusief in Parijs, zodat ook de rest van Frankrijk als perifeer beschouwd werd - Engeland : meer nationaal gevoel van ‘Engeland & zijn kolonies’, heeft zijn zelfconcept ook uitgebreid om hedendaagse postkoloniale schrijvers van Australië erin op te nemen 23) Feminism and postcolonialism Feminisme is zeer belangrijk voor het postkoloniale discours : 1. Zowel patriarchaat en imperialisme kunnen gezien worden als analoge vormen van dominatie over de ondergeschikten en dus kunnen de ervaringen van vrouwen in patriarchaat en de gekoloniseerde vrouwen op een aantal aspecten gelijk gesteld worden 2. Debat over of hun geslacht of de koloniale onderdrukking een meer belangrijke politieke factor speelt in vrouwen hun leven, dat soms geleid heeft tot een breuk tussen Westerse feministen en politiek activisten van onderdrukte landen = bezorgd over de manier waar representatie en taal belangrijk zijn voor de vorming van identiteit en de constructie van subjectiviteit : zowel het patriarchaat als imperialisme zetten zich af tegen hun geërfde taal en hebben geprobeerd om een meer 20 authentieke taal te verkrijgen via prekoloniale taal, terwijl feministen en onderdrukten geprobeerd hebben om de dominante taal te leren Strategieën om te weerstaan aan controle door dominante discours (-gelijkaardig aan postkoloniale strategieën ) Kritiek : - ‘writing the body’ ( - writing place) - biseksualiteit (- cultureel vermengen) - beroep doen op nationalisme ( - ook ) Feministen claimen dat zij opkomen voor alle vrouwen, maar ze gaan niet adequaat om met de ervaringen van Derde Wereld vrouwen, het is eerder ‘klasse’gebonden De materiële realiteit van verschillende groepen vrouwen kan leiden tot zeer verschillende perspectieven op de aard van de politieke strijd Bezorgdheid nu : Het postkolonialisme zou de geslachtsverschillen proberen te egaliseren om een categorie van ‘de gekoloniseerde’ te construeren, maar het kolonialisme verliep heel anders voor vrouwen dan voor mannen ‘Dubbele kolonisatie’ voor vrouwen : waren onderworpen aan zowel de algemene discriminatie tov koloniale subjecten als aan de discriminatie van vrouwen vb. ‘Black bodies, white bodies’ : representatie van de Afrikaan in de Europese kunst, die de seksualisering van het vrouwelijke lichaam versterkte vb. in settler colonies (Australië) hadden de blanke vrouwen vooral 1 belangrijke functie : het bevolken van het nieuwe land met blanke bezetters 24) Colonial desire = de mate waarin het koloniale discours doordrongen was door seksualiteit Het idee van kolonisatie is gegrond in een geseksualiseerd discours van verkrachting, penetratie en bevruchting, terwijl de relatie tussen subject en kolonisator gepresenteerd wordt als een discours dat bezwangerd is van geseksualiseerd exotisme Zelfs positieve koloniale attitudes, zoals oriëntalisme, reflecteren een geërotiseerde visie De verleidende wereld van de ‘natives’, leidde tot termen als ‘going native’ 21 25) Miscegenation ( vertaling : Rassenvermenging ) heeft Europese kolonisten altijd gekweld : wekte het idee van een steeds heersende kwelling van ideologische destabilisatie van de imperiale macht Franse kolonisten hadden bijvoorbeeld 128 verschillende gradaties van pigmentatie ontwikkeld om een onderscheid te maken tussen de kinderen van gemengde relaties Dit proces om aan te dringen op het verschil, kan een masker zijn van een verborgen en tegengestelde fascinatie : de kolonist ziet een ambivalentie in de manier hoe de gekoloniseerde zowel is als niet is De vrees voor rassenmenging ontstaat vanuit het verlangen om een scheiding te houden tussen ‘beschaafde’ en ‘wilde’ Ras wordt gezien als het teken van beschaving. Wie blank is, is beschaafd. Om deze beschaving te verspreiden zou men eigenlijk moeten mengen met het ‘wilde’ ras 26) Dislocation = de verplaatsing die gebeurt als resultaat van de imperiale bezetting en de destructieve, disgeoriënteerde ervaringen die geassocieerd zijn met deze gebeurtenis vb. getransporteerd worden van eigen land naar een ander in geval van slavernij, gevangenneming, … of verhuizen van het imperiale thuisland naar het gekoloniseerde land “ unheimlich / unheimlichkeit “ = niet thuis zijn Wordt het meest duidelijk in de poging om ‘uncolonized space’ om te zetten naar ‘colonized’ de woorden om de nieuwe plaats te beschrijven kunnen niet precies gevonden worden in de eigen taal en nieuwe termen moeten dus uitgevonden worden = de sleutel tot de ontwikkeling van een onderscheiden vorm van culturele energie of katalytische culturen die zowel hun roots behouden als in staat zijn tot hernieuwing Diasporische samenlevingen zouden allemaal beïnvloed zijn door dit proces van dislocatie en vernieuwing = ook een kenmerk van alle kolonies waar de originele cultuur vaak ofwel letterlijk verplaatst werd, namelijk van hun gebied verdreven, ofwel metaforisch verplaatst werd, namelijk in een hiërarchie geplaatst waar de waarden van hun cultuur opzijgezet en genegeerd worden 22 27) Place Concept wordt pas belangrijk als er een koloniale interventie de primaire voorstellingen van een cultuur verbreekt tot het onderscheid tussen ‘space’ en ‘place’ Koloniale interventie verstoort het gevoel van ‘place’ op verschillende manieren : - een gevoel van ‘displacement’ creëren bij diegenen die verhuisd zijn naar de kolonies - het fysiek vervreemden van grote populaties van gekoloniseerde mensen door gedwongen migratie - het verstoren van de representatie van ‘place’ in de kolonie door het opdringen van de koloniale taal een gat tussen de ervaren ‘place’ en de beschrijving ervan die de (koloniale) taal voorziet Door de komst van de modernisering en de uitvinding van de mechanische klok werd ‘tijd’ losgekoppeld van ‘space’ ‘empty space’ Door de cartography werd ‘space’ een meetbaar, abstract concept, onafhankelijk van een bepaalde ‘place’ of regio, waardoor ‘place’ een omstreden plaats werd voor de link tussen taal en identiteit, een mogelijke plaats voor de lokale realiteit = een probleem in de taal zelf : Een gevoel van ‘displacement’ wordt ervaren door diegenen die Engels als moedertaal hebben of diegenen die het als tweede taal hebben, aangezien er geen overeenkomst bestaat tussen de plaats in het Engels beschreven en hoe de plaats ervaren wordt door het gekoloniseerde subject - De woorden die gebruikt zijn om de plaats te beschrijven komen uit een taal van een ‘vreemde’ Europese omgeving - de woorden die de kolonisten gebruikten, beschreven een ‘empty space’ of ‘empty time’ Het concept van ‘place’ kan verschillend zijn in de verschillende samenlevingen vb. Aboriginals kennen geen visueel construct van ‘plaats’, maar zien het eerder als een uitbreiding van het eigen zijn, geen gevoel van het land te bezitten, maar bezit te zijn van het land kolonisten, die het land als hun bezit gaan zien, kunnen dus het concept van ‘place’ voor de Aboriginals sterk verstoren Westerse idee van ‘enclosure’ als fundament van hun attitude tov ‘place’ 23 = het definiëren of binden van een plaats, die de waargenomen vestiging of cultivatie van die plaats signaleert = de grens tussen wilde en beschaafde stellen = de natuur zo veranderen zodat het nuttig kan zijn voor de mens geven zo aan dat mensen die een land geen landbouwkundige verbetering kunnen bieden, geen claim van bezit hierop kunnen/mogen maken Ideologie van het Sociaal Darwinisme en het rassendenken, samen met het voorgaande, leidde tot een rechtvaardiging van de Europese ‘landen -diefstal’ Taal was ook voor de gekoloniseerde belangrijk ‘settler colony’ schrijvers, voor wie de beheersing van het Engels als eerste taal een subtiele, complexe en creatief motiverend gevoel geeft van het ontbreken van een overeenkomst tussen beschikbare taal en ervaren ‘place’ vb. Canadese schrijver, die zei dat ze werken in een taal die schijnt authentiek van hen te zijn, maar het eigenlijk niet is, dit leidde ertoe dat sommige schrijvers niet meer de juiste woorden leken te vinden, omdat ze niet authentiek aanvoelden ‘place’ verwijst niet enkel naar een plaats die niet goed beschreven kan worden, maar verwijst eerder naar het gevoel dat ‘place’ gelijk is aan taal, iets in een constante beweging, een discours in proces deze schrijvers gaan proberen een nieuwe taal te creëren die overeenkomt met de ‘place’ die zij ervaren De dynamiek van ‘namen geven’ is op de eerste plaats een koloniserend proces, omdat het ‘place’ in taal definieert en men zo controle probeert te krijgen over de nietEuropese wereld Ecologisch imperialisme : de fauna, flora en het fysieke karakter van het gekoloniseerde land verandert onder de druk van de Europese bezitterigheid (nl. enclosure, import van Europese fauna en flora, … ) Spatial history : deze onderzoekt ‘place’ als een palimpsest, waarop de sporen van opeenvolgende inscripties de complexe ervaring van ‘place’ vormen, die op zichzelf historisch is 24 28) Rhizome = een botanische term voor een wortelsysteem dat zich over de grond verspreid in de plaats van naar beneden en vanuit verschillende plaatsen groeit in de plaats vanuit 1 hoofdwortel Demonstreert dat de repressieve structuren van de imperiale macht ‘rhizomaal’ in de plaats van monolithisch opereren : macht werkt niet in één verticale weg, maar dynamisch, zijdelings en met tussenpozen Wij denken echter dat macht monolithisch werkt, omdat deze zich definieert in termen van eenheid, hiërarchie, tegenstellingen en centra Er is geen ‘masterplan’ van imperialisme en zijn vooruitgang is dus niet verzekerd door geweld en onderdrukking Culturele hegemonie opereert in een onzichtbaar netwerk van psychologische internalisering, onbewuste associaties, … Postkoloniaal als alle culturen vanaf het moment van kolonisatie tot heden De rhizomische aard van het imperialisme is het moeilijkste om tegen te strijden voor de gekoloniseerde cultuur, aangezien het opereert langs een mythologie die het bestaan van een hoofdwortel in leven houdt Mythe van monolithische macht Les 8 Key Concepts 29) Orientalism = het proces waarin het Oosten geconstrueerd werd en wordt door het Europese denken = een denkstijl gebaseerd op de ontologische en epistemologische onderscheid tussen ‘the Orient’ en ‘the Occident’ ~ Definitie discours (Foucault), nl. het is een Westerse stijl om autoriteit en macht te hebben over ‘the Orient’ en deze te herstructureren – men pretendeert de ander te kennen terwijl het eigenlijk een duidelijk voorbeeld van constructie van de ander is De relatie tussen ‘Orient’ en ‘Occident’ is een relatie van macht, overheersing en een complexe hegemonie 25 Heeft zich verder gezet tot in het heden, vooral in de relatie tussen het Westen en de Islam verschuift naar het domein van het ‘zelfbeeld’ : de idee van een set van algemene ‘Asian’ waarden is bevorderd door de instellingen en regeringen van mensen die zelf samengeklonterd zijn door Oriëntalistische termen zoals het Oosten, ‘the Orient’ of Azië 30) Colonial discourse zie les 6 31) cultural diversity / cultural difference = de variëteit van culturen en de noodzaak om deze variëtiet te leren kennen om universeel prescriptieve culturele definities te vermijden (Bhaba): Cultural diversity = tekenen van culturele diversiteit verzamelen is niet genoeg, aangezien deze enkel een aantal uiteenlopende en verschillende systemen van gedrag, attituden en waarden erkennen assumptie van ‘vroegere culturele inhouden en gewoonten’ zorgt voor het idee van multiculturalisme, culturele uitwisseling of de cultuur van de menselijkheid Cultural difference = wijst erop dat culturele autoriteit niet komt vanuit een serie van vaststaande objecten, maar vanuit het proces in hoe men deze objecten leert kennen en deze tot stand komen = benadrukt ons bewustzijn van de homogeniserende effecten van culturele symbolen en plaatst het accent op een kritische houding tegenover de autoriteit van de culturele synthese in het algemeen = ‘ambivalentie’, ‘hybriditeit’ in de Third Space! : we kunnen geen originaliteit van een cultuur vaststellen, we kunnen het verschil bepalen aan de hand van de inhoud van de Third Space Ondanks de inspanningen van Bhabha, blijven de termen toch als synoniemen van elkaar gebruikt worden 26 32) hegemony vroeger : de overheersing van een staat binnen een verbond nu : overheersing door toestemming = de macht van de heersende klasse om de andere klassen te overtuigen dat hun interesses de interesses van iedereen moeten zijn = Overheersing uitgeoefend, niet perse door kracht, maar eerder door een subtiele en inclusieve macht over de economie, onderwijs en media = belangrijk voor de kolonisatie, het vermogen om het denken van de gekoloniseerden te beïnvloeden is één van de meest duurzame en krachtige technieken van imperiale macht Inwilliging van de onderdrukten werd bereikt door de interpellatie van het subject met het imperiale discours, zodat de Eurocentrische waarden, assumpties, overtuigingen en attitudes geaccepteerd werden als de meest natuurlijke / waardevolle vb. onderwijs in India aan de hand van Engelse literatuur, waarin de perfecte voorbeeld-Engelsman in werd geportretteerd, die ook universele menselijke waarden bevatte 33) postcolonial body = het lichaam zien als een plaats voor representatie en controle tekenen van verschil, gemanifesteerd in huid, haar, … constitueren geen enkele genetische ongelijkheid en wijzen zeker niet op het bestaan van subgroepen in de menselijke soort , toch werden deze tekenen de primaire oorzaak van de ontwikkeling van vooroordelen tegen specifieke groepen deze vooroordelen ontstonden ofwel voor economische redenen (slavernij) of om inheemse populaties te controleren door hun verscheidenheid te benadrukken en hen als inferieur te beschouwen Rol van geslacht in de constructie van beelden van koloniale inferioriteit en van de dubbele kolonisatie van vrouwen ? = een tekst, een plaats waarin het discours geschreven en gelezen kan worden, die demonstreert hoe subjectiviteit gevoeld wordt als onontkoombaar en permanent herinnert ons eraan hoe de krachten van de imperie werkten op en door mensen = onderzocht geweest op vele manieren, in musea en studies en in de fijne kunsten, een interesse naar de representatie en tentoonstelling van de mens (foto’s, …) 27 het herontwerpen van de tentoonstelling om deze bias te benadrukken en te deconstrueren vb. Native Americans die alle lichamen terug wilden om te kunnen begraven Ook nu is er discussie over ‘the body’ in de postkoloniale plaats, dat nog steeds ambivalent is in het zowel behouden als weerstand tegen de koloniale macht vb. hoofddoek van de Moslima, Westerlingen willen dit niet in hun instituties, is nog een vorm van imperiale controle! Westerse representatie van het lichaam: OF vrouw OF man afgebeeld, terwijl niet Westerse tradities soms beide geslachten in 1 persoon afbeelden vernieuwd bewustzijn van de beperkingen van het dominante, naturalistische idee van het lichaam 34) exile (= ballingschap) = de idee van het onvrijwillig afscheiden en verwijderen van ofwel het letterlijke thuisland ofwel van de culturele en etnische oorsprong = een karakteristiek voor een aantal verschillende koloniale condities, als het verwijst naar diegenen die niet kunnen terugkeren naar hun thuisland, zelfs als zij willen ≠ ‘expatriation’ : vrijwillig = de eerste generatie van vrije kolonisten Afstammelingen van kolonisten hadden het moeilijk om de metropole kolonie waar te nemen als ‘thuisland’, zowel voor afstammelingen in een ‘settler colony’ als in een onderworpen kolonie, er gelde het discours van ras en etniciteit, dat zorgde voor een conflict in het verlangen om een onderscheid te houden tussen de ‘native-born colonizer’ en de onderworpenen Probleem voor ‘diaspora’ (=de grootschalige verstrooiing of verspreiding van een volk over verschillende delen van de wereld) : waar is hun thuisland gelokaliseerd? De plaats van geboorte, de verplaatste culturele gemeenschap waarin men geboren is of de natiestaat waarin de diaspora gelokaliseerd is ? = ook de druk op gekoloniseerde mensen om zichzelf te distantiëren van hun eigen cultuur, taal en tradities, wat kan leiden tot nieuw sociale en culturele praktijken 28 35) essentialism = de assumptie dat groepen, categorieën of klassen van objecten één of meerdere definiërende kenmerken hebben die exclusief zijn voor alle leden van die categorie vb. sommige studies van ras of geslacht maken de assumptie van de aanwezigheid van kenmerken die één ras van het andere onderscheiden in de analyse van een cultuur is er de assumptie dat individuen een essentiële culturele identiteit delen Dominante manier om menselijk gedrag te begrijpen was de idee van het individuele bewustzijn (Descartes – Cogito ergo sum) Dit werd ook benadrukt door de ‘colonial discourse theory’ die de aandacht trok naar de manieren van spreken en denken die het kolonialisme gebruikten om de idee van inferioriteit te creëren , essentialistische culturele categorieën waren gebrekkig Het proces van het verplaatsen van een essentialistische vorm van identiteit leidde tot het pragmatische gebruik van concepten in een aantal lokale programma’s om een gevoel van zelfwaardigheid en verscheidenheid te herstellen “National Liberation Movements” = erkenning van de noodzaak om een lokale identiteit te herontdekken en te ontwikkelen Gevaar van het eenvoudigweg omkeren van de categorieën van de onderdrukten en de onderdrukkers zonder eerst de processen waarbij deze tegengesteldheden tot stand zijn gekomen in vraag te stellen Gevaar van het creëren van een nieuwe inheemse elite die zouden handelen als neokoloniale ‘poppen’ voor de oude krachten van de koloniale machten Gevaar van te veronderstellen dat dit simpel kon gerealiseerd worden door de ‘subaltern’ te laten spreken, we moeten er rekening mee houden dat zij nog steeds onderworpen waren aan het subjectieve discours waarin zij als ‘subaltern’ werden afgebeeld en dus dat hun ideeën niet essentialistisch te onderscheiden waren van het discours dat hun liet spreken (Spivak) Strategisch essentialisme (Spivak) : in de verschillende perioden van het gebruik van essentialistische ideeën zou er een noodzakelijk deel in dat proces zijn waarin de gekoloniseerden een hernieuwd gevoel van de waarde van hun prekoloniale cultuur krijgen en waardoor ze nieuw gevormde postkoloniale natie zichzelf verklaart 36) primitivism = een term die gebruikt werd in de kunstgeschiedenis en in mindere mate in literaire studies 29 = een specifieke moderne school van kunst en schrijven, die de eenvoud van een vorm of thema benadrukt In het moderne schrijven: - gebruikt als kritische term, geassocieerd met een eenvoud van stijl en het gebruik van simpele thema’s en onderwerpen - deel van een meer algemene beweging van nationale zelfbevestiging vb. in Slavische landen waar men thema’s van boer- en volkskunst herstelde en gebruikte als nationale symbolen - een vorm of stijl die de vroege vormen van menselijk streven naar cultuur representeert, dit veronderstelt een lineaire, teleologische ontwikkeling van de menselijke geschiedenis van simpel naar complex vb. primitieve kunst leidt tot de opeenstapeling en vervulling van latere gesofisticeerde of beschaafde kunst dus primitieve kunst = kunst die afkomstig is van ongeschoolde en ongetrainde artiesten, wiens werk de dominante artistieke conventies niet bevat (vb. Rousseau) ook hele alternatieve culturele en artistieke tradities kunnen zo als primitieve kunst beschouwd worden, omdat ze niet overeenkomen met de dominante, Westerse, artistieke richtlijnen dit leidt van zichzelf tot de discriminatie en het onderwaarderen van andere culturen Picasso zocht actief naar de reproductie van de onschuldige, kinderachtige kwaliteiten van primitieve kunst, dit was een verwerping van de eigen cultuur, maar niet noodzakelijk een bevestiging van de validiteit en verschil van andere culturen vb. schilderij met vrouwen, waarvan 1 gezicht vervangen is door Afrikaans masker = onmanteling van de status van de klassieke traditie, maar bevestigt daarmee niet direct de waarde van de alternatieve traditie 37) exotic / exoticism = vreemd, van een buitenlandse en niet inheemse plaats Exoticisme = het in huis willen halen van exotische elementen, die het dagelijkse leven wat extra gaven vb. kunstvoorwerpen, planten, dieren, … Ook ‘exotische’ mensen werden tentoongesteld, die doordat ze geïsoleerd waren van hun geografische en culturele context, alles konden representeren wat men wilde dat ze representeerden 30 beschaafden die geleefd hadden bij de wilden Als, door onderwijs, de Engelse taal en zijn concepten overgebracht werden op het inheemse volk, gingen zij bijvoorbeeld hun eigen vegetatie als ‘exotisch’ beschrijven en bomen zoals een eik eerder als ‘natuurlijk’, zoals in de Engelse teksten die zij lazen 38) cannibal Def = iemand die menselijk vlees eet = van belang voor de postkoloniale studies om aan te tonen hoe de Europeanen zichzelf onderscheidden van de subjecten van de kolonie en hier een morele rechtvaardiging voor gaven = kernrepresentatie van het primitivisme in het Westen = ontstaan in rapportage van Columbus, die met een stam gesproken had waar ze schrik hadden voor een ander, mensetend, volk, die zij ‘canibales’ noemde – dit was echter een rapportage van andere mensen hun woorden, een taal waarvan hij geen kennis had Waarom werden de ‘canibales’ zo snel aanvaard als menseters ? discours van de wilde Het eten van mensenvlees, op bepaalde extreme gebeurtenissen of in een ritueel is een aantal keer vastgesteld geweest in vele samenlevingen, maar het ontstaan van het woord ‘kannibaal’ was een onderscheiden kenmerk van de retoriek van het ‘rijk’ De term ‘kannibaal’ verving de eerdere term ‘antropofagie’ , en leverde een ontologische categorisatie 39) mimicry (=nabootsing) = als het koloniale discours het gekoloniseerde subject aanmoedigt om de kolonist na te bootsen, door de culturele gewoonten, instituties en waarden over te nemen, is het resultaat nooit een eenvoudige reproductie van deze trekken, maar een wazige kopie, die zelf vrij bedreigend kan zijn = niet veraf van ‘spotten’, parodiëren een scheur in de zekerheid van de koloniale dominantie een onzekerheid over de controle over het gedrag van de gekoloniseerde = een overt doel van de imperiale politiek zwakte: gehybridiseerd en ambivalent 31 ‘mimicry’ is het proces waarbij het subject gereproduceerd wordt als ‘bijna Bhabha : hetzelfde, maar niet helemaal’ - zowel bespottend als bedreigend - de koloniale autoriteit belichaamt ook de zaden van de eigen destructie De bedreiging van ‘mimicry’ ligt niet in het verbergen van een of andere echte identiteit, maar komt van de ‘dubbele visie’ die in het openbaar maken van de ambivalentie van het koloniale discours ook de autoriteit ondermijnt = zowel ambivalent als ‘multi-layered’ Zelf opzoeken Edward Said schrijver van ‘Orientalism’, waarin hij nagaat hoe een getekstualiseerd Oosten gecreëerd werd door het gebruik van beelden en metaforen Hierin schetst Said het oriëntalisme als een invloedrijke, effectieve, Europees-ideologische creatie, waarvan de wortels zelfs tot de oudheid zouden zijn te herleiden. Schrijvers, filosofen en koloniale bestuurders stelden de beeldvorming van het 'andere' van de oosterse cultuur, van de daar voorkomende gewoonten en godsdienstige overtuigingen in dienst van de macht. Les 9 Key Concepts 40) race = een term voor de classificering van mensen in fysiologisch, biologisch en genetisch onderscheiden groepen - de assumptie dat de mensheid verdeeld is in onveranderlijke natuurtypen, herkenbaar aan fysieke kenmerken, die ‘via het bloed’ overgebracht worden en toestaan om een onderscheid te maken tussen ‘pure’ en ‘gemengde’ rassen 32 - implicatie dat het mentale en morele gedrag, de individuele persoonlijkheid, ideeën en capaciteiten, gerelateerd kunnen worden aan raciale oorsprong en dat de kennis van die oorsprong een voldoende verduidelijking geeft van het gedrag = leidde tot een hiërarchie van menselijke variatie, die moeilijk te vermijden is 1 van de meest ondersteunende ideeën van het imperialisme Racisme is niet het product van het concept ‘race’, maar zorgt net voor de reden van het bestaan van dit concept, nl. zonder het onderliggende verlangen naar hiërarchische categorisatie in Racisme, zou ‘race’ niet bestaan Racisme = een manier van denken die een populatie zijn onveranderlijke fysieke kenmerken beschouwt als op een directe, causale manier verbonden met psychologische en intellectuele kenmerken Overgang van ‘ras’ als een lijn van afstammelingen die een groep definieert door historische continuïteit, naar de wetenschappelijke benadering van ras als een zoölogische of biologisch gedefinieerde groep Huidskleur werd het belangrijkste kenmerk waarop men rassen ging onderscheiden : vb. Cuvier’s typologie van rassen : Blank, geel en zwart 4 assumpties : 1. Variatie in het gedrag kan verklaard worden als de expressie van verschillende biologische typen 2. Verschillen in deze biologische typen verklaren variatie in culturen 3. De verschillende aard van deze typen verklaart de superioriteit van Europeanen en Ariërs 4. De breuk tussen naties en individuen van verschillend type komt voort uit inwendige kenmerken Eugenetica: het verbeteren van een inferieur ras door contact met een superieur ras Sociaal Darwinisme - rechtvaardigt de ‘verlaging’ van de primitieve volkeren - het concept van ‘raciale verbetering’ is in strijd met de verlaging van de volkeren De perceptie van de zwarten als hulpeloos, met nood aan bescherming en verbetering werd vlug vervangen door de perceptie van de zwarte als een primitieve wilde, om zo de noodzaak om slaven aan te werven tegemoet te komen 33 vb. Engeland zag de Ieren ook als een ander ras als zichzelf, linkte hen zelfs aan het Afrikaanse ras De laatste decaden van de 19de eeuw was er een versnelde stijging in antropometrisch onderzoek naar rassenverschillen vb. Het onderscheiden van raciale identiteit op basis van schedelvorm (Galton) 20ste eeuw : - Monogenisme = de idee dat er slechts 1 soort mens op aarde leeft vandaag - WO I : leidde tot koloniaal nationalisme, die het vertrouwen in de samenwerking tussen verschillende rassen schaadde - WO II : leidde tot de oprichting van Unesco …. die erop wijst dat ras, zelfs van een strikt biologisch standpunt, op z’n meest kon refereren naar een groep met bepaalde genenconcentraties (mentale kenmerken kunnen niet bij de classificatie gerekend worden, groot belang van omgeving) - Neobiologie : individueel gedrag is grotendeels bepaald door de oude instincten die het gemodificeerd worden door cultuur - Sociobiologie: alle menselijke gedrag en culturen zijn de eindproducten van biologische selectieprocessen - Etniciteit : groeiend onderzoek naar etniciteit, met zijn plasticiteit en basis in cultuur, op ’t einde van de 20ste eeuw, ras is in de praktijk een grote factor in het bepalen van etnische categorieën, hier vergeten ze te erkennen dat ras eerder een cultureel dan biologisch fenomeen is Ras, ookal ontbrak er een objectieve realiteit, had een psychologische kracht in de constructie van het zelf, nl. dat het een objectief bestaan verwierf in en door het gedrag van mensen ‘the fact of blackness’ kreeg een objectieve vaststelling, niet alleen in racistisch gedrag en institutionele praktijken, maar meer onderliggend in het psychologische gedrag Ras werd zo een bepalend onderdeel van het sociale proces van de constructie van een individu zijn zelfbeeld 41) chromatism = van of behorende tot kleur of kleuren 34 = gebruikt om te verwijzen naar het essentialistische onderscheid tussen mensen op basis van kleur = soms gebruikt samen met de term ‘genitalism’ (= een onderscheid tussen mannen en vrouwen obv biologische verschillen) Beide termen verwijzen naar de dwaling van het maken van het simplistisch en stereotype onderscheid van ras en geslacht suggereren dat het bereik van verschil binnen deze categorieën een zaak is van representatie en beredeneerde constructie 42) authentic/authenticity Bij de dekolonisatie ontstond de idee dat sommige vormen en praktijken inauthentiek zijn en dat deze gedekoloniseerde landen een herstel willen van authentieke, prekoloniale tradities en gewoonten deze claims geraken vaak verstrikt in een essentialistische culturele positie, waarin bepaalde praktijken het icoon worden van authentieke, inheemse praktijken en anderen uitgesloten worden als gehybridiseerde praktijken Gevaar dat de mogelijkheid dat culturen ontwikkelen en veranderen als hun omgeving verandert genegeerd wordt = vooral een onderwerp in de poststructuralistische modellen (minder van antikoloniale schrijvers) : cultureel essentialisme kan misschien gebruikt worden als een strategische politieke positie in de strijd tegen de imperiale macht Deze claim voor authenticiteit kan impliceren dat deze culturen niet onderworpen zijn aan verandering, het gebruik van authentieke kenmerken kan deel zijn van een poging om de continuïteit en valiede bestaan van onderworpen samenlevingen te argumenteren 43) agency = de vaardigheid om te handelen of om een handeling uit te voeren = de vraag of individuen vrij en autonoom een handeling kunnen uitvoeren, of dat wat ze doen bepaald is in de aard waarop hun identiteit geconstrueerd is Postkoloniale theorie : de mogelijkheid van postkoloniale subjecten om acties te ondernemen om deel te nemen aan of tegen te werken tegen imperiale macht Poststructuralistische theorie van subjectiviteit : menselijke subjectiviteit is geconstrueerd door ideologie, taal of discours en elke actie die een subject uitvoert moet in een bepaalde mate consequent zijn hiermee 35 Koloniale discours theorie : Ookal is het moeilijk voor subjecten om de effecten van de machten die hen ‘construeren’ te ontkomen, toch is het niet onmogelijk, het feit dat deze machten erkend kunnen worden, betekent ook dat deze herroepen kunnen worden 44) appropriation = term gebruikt om de manieren waarop postkoloniale samenlevingen bepaalde aspecten van de imperiale cultuur overnemen, die van nut kunnen zijn om hun eigen sociale en culturele identiteiten duidelijk te maken Postkoloniale theorie : onderzoekt de manieren waarop de dominante cultuur gebruik maakt van de werktuigen van het dominante discours om zijn politieke of culturele controle te behouden = de overname van verschillende culturele domeinen, vooral taal en tekstualiteit vb. vele schrijven in het Engels, omdat ze zo het meeste publiek bereiken taal bevat vaak zelf een cultuur, die ontoegankelijk is voor sprekers van een andere taal Door het gebruik van de imperiale taal, zijn postkoloniale samenlevingen in staat om meer te interveniëren in het dominante discours en om hun eigen culturele realiteiten te beschrijven aan een wijder publiek 45) modernism and post-colonialism Modernisme = een beweging uit de 20ste eeuw in de creatieve kunsten die probeerde te breken met de dominante conventies van de 19de eeuwse kunst = een Europese beweging, maar de ontmoeting met de Afrikaanse culturen in de jaren 1880-1890 was cruciaal voor de ontwikkeling van een modernistische esthetica de import van Afrikaanse maskers en artefacten brachten een alternatieve kijk op de wereld binnen in Europa producten die de primitieve impulsen, gemeenschappelijk in alle mensen, weergaven Deze etnografische kijk werd vergezeld door een meer gevreesde en complexe visie waarin de primitieve kunst gezien werd als de expressie van de andere, duistere zijde van de Europese man 36 Meer radicale kritiek in het werk van Picasso, waarin de claims van de Europese kunst op universele validiteit in vraag gesteld werd en waarin Europa voorgesteld werd als een diepere, universele wilde Les 11 Key Concepts 46) decolonization = het proces van de onthulling en ontmanteling van de koloniale macht in al zijn vormen ook de verborgen aspecten van de institutionele en culturele krachten die de koloniale macht behouden en die blijven bestaan zelfs nadat politieke onafhankelijkheid is verworven dit proces van weerstand werd vaak uitgevoerd in condities of instituties die overgenomen waren van de koloniserende cultuur de eerste nationalisten waren ook modernisten, die niet zozeer de koloniale cultuur verworpen, maar hun praktijken wilde overnemen ≠ verwerping van de algemene attituden en praktijken van de koloniale macht, aangezien deze, samen met de politieke, economische en culturele modellen, bleven voortbestaan na de onafhankelijkheid In kolonies echter waar de meerderheidscultuur of culturen onderdrukt en gedenigreerd waren geweest door koloniale praktijken, was er een meer actieve weerstand en verwerping van deze koloniale waarden, praktijken, … Neokolonialisme - = de nieuwe globale controle, die opereert door een lokale elite Globalisering van de wereldeconomie leidde ertoe dat er niet de verwachte veranderingen in economie en culturele controle ontstonden zoals de nationalisten dachten - Eurocentristische culturele modellen gaven een privilege aan de elite over de inheemse populatie : koloniale taal boven lokale taal, schrijven boven gesproken, … Programma’s van dekolonisatie: 37 - Heropleven en herwaarderen van de lokale taal : het terugkeren naar de inheemse taal kan de attituden tegenover de lokale cultuur herstructureren = programma van culturele recuperatie en herevaluatie Extreme dekolonisatieprogramma’s keren volledig terug naar de prekoloniale - cultuur - Nationalisme en nationale vrijheid : De Afrikaanse cultuur en het zelf waren natuurlijke, holistische entiteiten, die hersteld moesten worden Gikandi : inadequate manier om de problemen en conflicten van de onafhankelijke conditie te analyseren en corrigeren Afrikaanse schrijvers moeten nu het probleem van staat en macht adequaat theoretiseren Het beeld van de postkoloniale natie kan een fictie zijn die de vrije passage van een continuerende controle van het neokolonialisme of multinationale bedrijven toestaat Dekolonisatie is dus een complex en voortdurend proces, dat niet automatisch verkregen wordt op het moment van onafhankelijkheid In ‘settler colonies’ komt dit proces ook voor, maari n een andere vorm deze waren al redelijk vroeg politiek onafhankelijk, maar er bleef de ‘cultural cringe ’(= ineenkrimpen van cultuur) Vaak minder succes dan andere kolonies in het ontmantelen van de kolonistische elementen in hun sociale instituties en culturele attituden, vaak op de kosten van de inheemse bevolking 47) independence = verwijzing naar het verwezenlijken van zelfbestuur in een kolonie Na WO II veel nieuwe onafhankelijke landen ‘neokolonialisme’ en globalisatie van de wereldeconomie zorgden ervoor dat onafhankelijkheid niet altijd het einde van koloniale controle betekende discussie over de term ‘onafhankelijkheid’ overlapt met discussie over ‘postkoloniaal’ - het best toegepast om een periode nà onafhankelijkheid aan te duiden - of enkel en alleen toepassen bij overte weerstand en oppositie en onafhankelijkheid is dan de installatie van een neokoloniale vorm van bestuur - hele periode vanaf het moment dat de kolonisatie ons toelaat om een voortzetting van controle waar te nemen, terwijl er ook weerstand is Gevaar van homogenisering van uitwissen van historische verschillen tov het gevaar om de voortgezette continuïteiten en elementen van koloniale invloeden in te sluiten 38 48) anticolonialism = de politieke strijd van het gekoloniseerde volk tegen de specifieke ideologieën en praktijken van het kolonialisme = het punt waarop de verschillende vormen van verzet gedefinieerd worden als weerstand tegen het kolonialisme in de politieke, economische en culturele instituties en terug de lokale controle willen maakten vaak gebruik van vormen, geleend van de kolonisten (appropriation) discours van antikoloniaal ‘nationalisme’ = in veel verschillende vormen verschenen : - ideologie van raciale bevrijding - een eis voor de erkenning van culturele verschillen - radicale, Marxistisch discours van bevrijding dat de internationalistische en anti-élite eisen van het Marxisme probeerde te verzoenen met de nationale gevoelens (vb. Fanon) de inheemse bevolking moet in de bevrijding geleid worden door de verschillende stadia van lokale en nationale aansluiting, door de bourgeois elite die uiteindelijk zichzelf zien tenonder gaan Cabral : ‘Er is geen sentimentele of mythologische hechting aan een geïdealiseerde prekoloniale toestand, de inheemse is volledig corrigeerbaar in betrokken bij een onvermijdelijk proces van historische verandering’ Fanon zijn theorie over de vorming van een koloniaal bewustzijn was één van de grootste bijdragen tot de creatie van een effectief antikoloniaal discours Zag vaak ‘weerstand’ als het product van een definitieve relatie tussen kolonie-kolonist, maar in een ‘settler colony’ was het eerder de medeplichtigheid tussen koloniale macht en de ‘settler’ die samen de inheemse bevolking onderdrukten , daar was er enkel strijd om de definiëring van de economische en politieke discriminering, maar weerstand op niveau van culturele praktijken kon voorkomen nog voor het politiek belang van zo een weerstand waargenomen was 49) nativism = het verlangen om terug te keren naar de inlandse/aangeboren praktijken en culturele vormen zoals deze bestonden in de prekoloniale samenleving 39 = verwijzing naar de dekolonisatie die argumenteert dat kolonialisme vervangen moet worden door het herstel en de promotie van het prekoloniale Hoe ver is zo een reconstructie mogelijk ? - Spivak&Bhabha : nativistische reconstructie is onvermijdelijk onderworpen aan het proces van culturele vermenging strategisch essentialisme waarbij tekenen van traditionele culturen geprivilegieerd worden in een proces van negatieve discriminatie, zodat deze samenleving beter weerstand kan bieden tegen de aanval van de globale cultuur - Multiculturele aard van de meeste postkoloniale samenlevingen maakt de definitie van wat de prekoloniale ‘traditionele’ cultuur precies is problematisch, zeker in die postkoloniale natiestaten die zichzelf definiëren in termen van een enkele dominante cultuur, minderheiden in deze natiestaten hebben geargumenteerd tegen de idee van een postkoloniale vorm van een homogene groep die bevrijd kan worden door het herstel van de prekoloniale cultuur De assumptie van een homogeen concept van de staat is ook betwist door het bestaan van ‘diaspora’ in vele multiraciale postkoloniale staten Ook de reconstructie van tradities, die vaak een mannelijke patriarchale visie op de prekoloniale cultuur weergeeft, heeft de weerstand van de vrouw gewekt 50) negritude = een theorie over de onderscheidenheid van de Afrikaanse persoonlijkheid en cultuur = een algemene theorie over ‘negro people’ die de perceptie van een verenigd ‘negro ras’ probeerden uit te breiden naar het concept van een specifieke Afrikaanse persoonlijkheid Afrikaanse culturen en hun literatuur hadden hun eigen esthetische en kritische standaard en moesten dus beoordeeld worden in het licht van hun verschillen en specifieke zorgen dan als ‘nakomelingen’ van de Europese cultuur = verspreid van Afrika naar de hele Afrikaanse diaspora = essentialistisch en nativistisch van aard, aangezien het de implicatie maakt dat alle mensen van zwarte afkomst een aantal essentiële kenmerken delen 51) ethno-psychiatry = het toepassen van psychiatrische en psychologietheorieën om modellen van het primitieve denken of de primitieve persoonlijkheid te construeren 40 Stelt voor dat er bepaalde mentale toestanden waren die de ‘natives’ tegenhielden om dezelfde graad van controle of verantwoordelijkheid uit te oefenen als de kolonisten = pseudo-wetenschappelijk = ook in combinatie met rassenmodellen conflict met het imperiale land, konden de ‘natives’ wel klaargestoomd worden tot zelfbestuur ? Fanon gebruikte de idee van een ‘native mind’ als argument dat de koloniale verstoring het directe resultaat was van de constructie van de ‘native’ als inferieur, wat leidde tot mentale vervormingen zoals bijvoorbeeld bij de Arabieren in Algerije (zie ook lestekst) 52) critical Fanonism = een bezwaar tegen het gebruik van ‘Frantz Fanon’ als talisman om alle koloniale weerstand te presenteren Pro Fanon : Fanon wordt ingeroepen als totem en tekst voor zeer verschillende intellectuele werken en zeer uiteenlopende kritische posities, om de ‘andere in opstand’ te representeren in dit proces wordt Fanons individuele specificiteit vervangen door een entografisch construct Fanon : Fanon was zijn hele leven op afstand van de ‘actuele Derde Wereld’ en bleef dus een Europese indringer in de Algerijnse revoluties 53) postcolonial state = synoniem voor postonafhankelijkheidsstaat Postkoloniale staten zijn vaak gemodelleerd naar de voormalige Europese machten = vaak gecreëerd door het samenvoegen of verdelen van een aantal reeds bestaande gebieden = vaak nog gebonden aan de vroegere koloniale administratieve, wettelijke en economische systemen die hun onafhankelijk handelen beperken, wat leidde tot de handhaving van ‘nativistische’ praktijken taak van het construeren van een effectieve eenheid en het vermijden van de onderdrukking van minderheidsgroepen 54) nation / nationalism = een vrij recente term in de geschiedenis 41 = ontstaan in de splitsing van de klassieke en middeleeuwse rijken en vindt zijn herkomst in een Europese politieke en sociale omgeving = geen natuurlijke entiteit, is zeer instabiel want het is een sociaal construct Nationalisme = de mythe van het bestaan van een natie werd gemaskeerd door een ideologie, waarin specifieke tekenen werkzaam waren om exclusieve en homogene opvattingen over nationale tradities te creëren, deze tekenen van homogeniteit falen om de diversiteit van de actuele nationale samenleving te representeren deze mythe wordt gebruikt om een modern idee van de natiestaat te ontwerpen waarin alle werktuigen van de staat (vb.leger) gerechtvaardigd worden als de natuurlijke expressie van een verenigde nationale geschiedenis en cultuur = ook te zien in het globale kapitalisme, waarin de vrije markt tussen naties een complexe en problematische relatie onderhoudt met de idee van naties als natuurlijke en onveranderlijke formaties die gebaseerd zijn op collectieve waarden Doordat mensen rijk konden worden door handel te drijven met andere landen, was er een nieuwe term nodig die deze nieuwe nationale entiteiten beschreef en hun verhaal deed, dit werd de ‘Story of the Nation’ Theorie van de natie theorie van de mens (Franse Verlichting) op basis van het idee van een universele set van principes in de plaats van op mythische en historische gronden ‘staatsmacht’ was niet verworven door ‘divine kingship’ maar kon verworven worden door elk individu = een concept dat ontstaan is in het imperialistisch centrum en Europa is in staat geweest om de eigen natiestaat te ontwerpen vanaf dat het andere landen begon te onderwerpen antikolonialisme gebruikten het idee van een prekoloniaal verleden om hun verzet door een verscheidenheidsgevoel achter zich te scharen, maar ze gebruikten dit verleden niet om een prekoloniale sociale staat te reconstrueren, maar om steun te leveren voor het ontwerp van een postkoloniale natiestaat, gebaseerd op het Europese nationalistisch model Misschien is het niet de vraag OF we naties hebben maar eerde WELKE naties, namelijk gebaseerd op een mythe van nationale eenheid of dat ze pluraliteit en multiculturalisme omarmen ? 42 55) settler colonies = een term die gebruikt wordt om een onderscheid te maken tussen 2 (extreme) types van Europese kolonies : - occupation: de inheemse populatie blijft in de meerderheid, maar worden onderworpen aan een vreemde macht - settler : Europese bezetters vernietigden, verplaatsten of marginaliseerden de inheemse populatie, zodat de meerderheidspopulatie nu niet-inheems is Ambivalente positie van de ‘settlers’ , vooral als ze van een ander ‘ras’ zijn dan de inwoners ze zijn verplaatst van hun eigen oorsprong en kunnen moeilijkheden hebben met hun identiteit te vestigingen in de nieuwe plaats en doordat zij ook inferieur zijn aan de koloniserende macht, lijden zij ook onder discriminatie als koloniaal subject Anderzijds handelen ze als uitvoerders van de koloniale macht en hun identiteit hangt ook deels af van hun gevoel van verscheidenheid van de inheemse populatie Afstammelingen van deze ‘settlers’ gaan dan een eigen cultuur vormen, die elementen van zowel de ‘moedercultuur’ als van de ‘inheemse cultuur’ bevat Zoek zelf op Léopold Senghor = dichter / schrijver ontwikkelde samen met Aimé Césaire en Léon Damas het concept Négritude. Kort samengevat wordt met Négritude de broederschap van alle Afrikanen bedoeld, of deze nu in Afrika verbleven of in de diaspora. Ook wordt met Négritude bedoeld dat zwarte Afrikanen (en hun afstammelingen buiten Afrika) trots moeten zijn op hun huidskleur en cultuur. Toch vinden de meeste aanhangers van de Négritude-leer wel dat bepaalde aspecten van de Europese en Noord-Amerikaanse cultuur en vooral van de wetenschap moeten worden overgenomen. Nog een ander belangrijk concept van Négritude is de assimilatie. Volgens Senghor, Césaire en Damas moeten Afrikanen in de diaspora zich aanpassen aan het gastland, zonder daarbij te ver te gaan en de eigen cultuur en identiteit te vergeten. Négritude kan het best worden beschouwd als een filosofische leer. Senghor verdiepte zich in zijn Franse jaren ook in het marxisme en ontwikkelde zich tot een aanhanger hiervan. Hij verwierp alle vormen van materialisme, in zijn ogen iets dat "typisch westers" was en niet paste bij de Afrikaanse cultuur, noch bij zijn eigen godsdienstige overtuiging. Senghor ontwikkelde een variant op het Afrikaanse socialisme. 43 Aimé Césaire zie notities les 11 Césaire vond dat er niets mis was met het woord neger, zolang het maar niet werd gebruikt om te discrimineren. Volgens Césaire moesten negers - in het algemeen, dus niet alleen negers in het Franse koloniale rijk - trots zijn op hun afkomst en cultuur en was er geen enkele reden voor hen om te assimileren om daarmee te koloniale autoriteiten en het moederland tegemoet te komen in de hoop carrière te maken Frantz Fanon boek ‘ black skin, white masks ‘ Fanon stelt zich niet tevreden met nationale of economische onafhankelijkheid, maar predikt een integraal herontwaken, ook in cultureel en intellectueel opzicht. Fanon geldt als belangrijke inspiratiebron in de postkoloniale traditie. Amilcar Cabral Amílcar Lopes Cabral (21 september, 1924 – 20 Afrikaanse landbouwkundig ingenieur, januari, 1973) was een schrijver en politicus. Cabral leidde Afrikaanse nationalistische bewegingen in Guinee-Bissau, op de Kaapverdische Eilanden en de onafhankelijkheidsbeweging van Guinee-Bissau. Wou een onafhankelijke Afrikaanse natie Pan-afrikanisme Panafrikanisme is een filosofie die terrein won tijdens de Afrikaanse onafhankelijkheidsstrijd. Het panafrikanisme stelt dat de Afrikaanse natiestaat een constructie is van de koloniale mogendheden, en dat alle Afrikaanse landen alsook de Afrikanen die in de rest van de wereld leven zich samen sterk moeten maken om hun belangen in de wereld te behartigen. Nkwame Nkrumah Nkrumah hield toezicht op de onafhankelijkheid van Ghana van de koloniale heerschappij van de Britten in 1957, en was de eerste president van Ghana en de eerste premier van Ghana. Ook was hij een invloedrijke voorstander van panafrikanisme, een van de oprichters van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid en de winnaar van de Lenin-Vredesprijs in 1963. Patrice Lumumba was de eerste premier van de Democratische Republiek Congo 44 Simon Kimbangu Simon Kimbangu (Nkamba, 12 september 1887 - Elisabethstad, 12 oktober 1951) was een Congolees geestelijke en de stichter van de Kimbanguïstische Kerk. . Hij stelde twaalf apostelen aan en profeteerde het einde van het kolonialisme. Theologie Kimbanguïstische Kerk : De mens ken slechts het heil vinden als aan drie voorwaarden is voldaan: De goddelijke genade (noodzakelijk maar niet voldoende), Het geloof in God en zijn Messias en Goede werken. De biecht gebeurt bij voorkeur openbaar. Het doopsel wordt toegediend door gebed en handoplegging. Voor de communie worden honing en een baksel op basis van aardappelen, eieren, maïsmeel en bananen gebruikt. Polygamie is niet toegestaan. Prospero & Caliban ( Shakespeare, the Tempest) Prospero is de hoofdpersoon in The Tempest, een toneelstuk van William Shakespeare. In het stuk is hij de rechtmatige hertog van Milaan. Samen met zijn dochter Miranda wordt Prospero door zijn ambitieuze broer Antonio op een boot gezet opdat ze zouden sterven. Zo hoopt Antonio hertog te kunnen worden. Prospero en Miranda overleven de boottocht echter en vinden hun toevlucht op een klein eiland. Prospero leert ondertussen tovenarij en gebruikt deze kennis om de bewoners van het eiland te manipuleren. Op het eiland wordt hij de meester van Caliban en Ariel. Door stom toeval zeilt Antonio voorbij dit eiland. Prospero roept de elementen aan en veroorzaakt zo een storm. Prospero herovert op die manier zijn hertogdom van Antonio. In De Storm vertelt Prospero in eigen woorden hoe hij er ondanks alle moeite niet in geslaagd is Caliban beschaafd te maken. Caliban is mismaakt ter wereld gekomen, nauwelijks opgevoed, verbitterd omdat zijn moeder hem ontnomen is. Hij wordt door Prospero in de wouden gevonden, als een vreemdsoortig wezen dat nog weinig menselijks heeft. Prospero neemt hem mee naar diens spelonk en palmt hem in. Hij probeert hem onder meer taal te leren, hem bij te brengen wat juist en goed is. Prospero zou, naar eigen zeggen, heel lief geweest zijn tegen hem ... mocht Caliban geluisterd hebben. Maar hij is nu eenmaal van nature niet zo geschapen dat hij iets goeds of nuttigs kan uitvoeren. Dus moet hij voor de oude intellectueel de vuilste taakjes opknappen, als slaaf hout halen, terwijl hij geplaagd wordt door Ariel, Prospero's huisknecht. Daarbij komt nog dat hij moeilijk de verleidelijke dochter van Prospero,Miranda, kan weerstaan. 45 Les 12 Key Concepts 56) liminality = afkomstig van het woord ‘limen’, dat drempel betekent = vooral gebruikt in de psychologie om te wijzen op de drempel tussen het bewust ervaren en het subliminale = in de postkoloniale theorie gebruikt om een ‘in-between space’ te beschrijven waarin culturele verandering kan voorkomen de transculturele plaats waarin strategieën voor een individuele of gemeenschappelijke persoonlijkheid kunnen ontwikkelen, een plaats waarin een er een continu proces gaande is van beweging en uitwisseling tussen verschillende toestanden vb. het koloniale subject dat op de drempel tussen het koloniale discours en de assumptie van een nieuwe niet koloniale identiteit balanceert deze identificatie is een constant proces van inspanning, strijd en ‘appropriation’ De drempel kan een plaats van symbolische interactie worden - voorkomt dat identiteiten gaan polariseren tussen arbitraire onderscheid als ‘zwart’ en wit - Liminality gaat hand in hand met hybriditeit : opent de mogelijkheid van een culturele hybriditeit die verschil behoudt zonder de assumptie van een hiërarchie - postmoderniteit, postkolonialisme, … betekent allemaal niks als het préfix ‘post’ enkel verwijst naar ‘after’, elk van deze theorieën representeren een plaats op de drempel van strijd en verandering het heden kan niet gezien worden als een breuk met het verleden of een verbintenis met de toekomst 57) hybridity (66) = verwijzing naar de creatie van nieuwe transculturele vormen binnen de contactzone van de kolonisatie 46 ( = in de tuinbouw het kruisen van twee soorten, om zo een derde ‘gemengde’ soort te maken) Neemt vele vormen aan, zoals taal (vb.pidgin, creole), cultureel, politiek, raciaal, … ~ Bhabha : - alle culturele uitspraken en systemen zijn ontworpen in een ‘Third Space of enunciation (verkondiging)’ - culturele identiteit komt voort uit deze tegenstrijdige en ambivalente ‘space’, wat een hiërarchische puurheid van culturen onhoudbaar maakt - het erkennen van deze ambivalente ‘space’ van culturele identiteit kan ons helpen om het exoticisme van de culturele diversiteit te overwinnen in het voordeel van de erkenning van een versterkende hybriditeit waarin culturele verschillen opereren - een actief moment van uitdaging en weerstand tegen de dominante koloniale macht Postkoloniale discours gebruikt de term om te wijzen naar crossculturele uitwisseling, dit is bekritiseerd omdat dit de onstandvastigheid en ongelijkheid van machtsrelaties negeert theorieën die mutualiteit benadrukken, bagatelliseren de tegenstrijdigheden en houden zo de postkoloniale afhankelijkheid in leven Niks in de idee van hybriditeit suggereert echter dat wederkerigheid de hiërarchische natuur van het imperiale proces ontkent, of dat het een idee van gelijke uitwisseling bevat toch interpreteren dekolonisten en antikolonisten dit zo Kritiek het is een tekstualistische en idealistische analyse en het negeert specifieke lokale verschillen De bewering van een gedeelde postkoloniale toestand, zoals hybriditeit, wordt gezien als een onderdeel van de neiging van de discours om culturen te dislokaliseren van hun temporele, spatiale, geografische en linguïstische contexten en hun te leiden naar een abstract, geglobaliseerd concept van het tekstuele dat de specificiteit van bepaalde culturele situaties verduistert = deel geworden van het kolonialistische discours van racisme , namelijk door te zeggen dat ‘hybriden’ onvermijdelijk naar hun primitieve aard zouden terugkeren als ze niet actief en voortdurend gecultiveerd werden Onderscheid maken tussen het bewuste, politieke proces van hybriditeit en het onbewuste proces van vermenging Het huidige culturele discours kan niet ontsnappen aan de vroegere link tussen raciale categorieën waarin hybriditeit een rol speelde 47 = een ander model voor weerstand, waarin ze de basis waarop het koloniale discours zijn claim van superioriteit maakt ondermijnen 58) ambivalence (13) Psychoanalyse : een continue fluctuatie tussen het ene ding willen en het tegenovergestelde willen = een simultane aantrekkingskracht naar en een afkering van een object, persoon of actie Koloniale discours: de vermenging van aantrekking en afstoting die de relatie tussen kolonist en gekoloniseerde karakteriseert elk koloniaal subject voelt zich zowel medeplichtig als weerstand aan het kolonialisme koloniaal discours karakteriseert zich als zowel uitbuitend als zorgend ontwricht de autoriteit van de kolonisten omdat het de eenvoudige relatie verstoort = de constante fluctuatie tussen ‘mimicry’ en spotten Bhabha : aangezien de koloniale relatie altijd ambivalent is, zaait het de zaden van zijn eigen ondergang het koloniaal discours wordt gedwongen om ambivalent te zijn, omdat ze nooit willen dat de subjecten exacte replica’s zijn van de kolonisten, dit zou te bedreigend zijn ~ hybriditeit : ambivalentie decentraliseert de autoriteit van zijn machtspositie, zodat autoriteit ook gehybridiseerd wordt in een koloniale context, waarin het moet omgaan met andere culturen 59) subaltern (114) = van lagere rangorde = deze groepen in een samenleving die onderworpen zijn aan de hegemonie van de heersende klassen Officiële geschiedenis is meestal de geschiedenis van de heersende klassen, hoe geschiedenis van de subaltern bestuderen : 1. hun objectieve samenstelling 2. hun actieve of passieve affiliatie met de dominante politieke vormen 3. de geboorte van nieuwe partijen en dominante groepen 4. de groepen die de subalterns vormen om hun beweringen uit te drukken 5. nieuwe vormingen binnen het oude kader die de autonomie van de subaltern nastreven 48 Deze geschiedenis is even complex als die van de heersende klassen gefragmenteerd en episodisch, de subaltern hebben minder controle over hoe ze gerepresenteerd worden en minder toegang tot culturele en sociale instellingen alleen permanente overwinning kan het patroon van onderdrukking doorbreken ‘Subaltern Studies project’: herstellen van de onbalans die gecreëerd was in het academische werk de subaltern als een objectieve aanslag op de rol van de elite en als een kritiek op de interpretaties van die rol vb. het Indisch nationalisme is lang gedomineerd geweest door de elite, maar in de geschiedschrijving ontbreekt de ‘politiek van het volk’, die voortzette nadat de elite werd achterhaald een duidelijk verschil tussen de elite en de subaltern ligt in de aard van politieke mobilisatie: - elite : vertikaal, door het overnemen van Britse parlementaire instituties - subaltern: traditionele organisatie van verwantschap en territorialiteit of klassenassociaties ‘Can the subaltern speak ? ‘ Spivak geeft verschillende kritieken … : - het veronderstellen van de autonomie van de subaltern, is fundamenteel essentialistisch en houdt geen rekening met de diversiteit van onderdrukte groepen - er is geen methode om vast te stellen wie of wat de groep vormt om dit essentialisme te vermijden, de ‘subaltern’ is een groep die gedefinieerd wordt door zijn verscheidenheid van de elite - Guha’s poging om het assortiment van ‘subaltern’ groepen te specificeren om essentialisme te vermijden, problematiseert het idee van de subaltern alleen nog maar meer de taak van het onderzoek is om de specifieke aard van de mate van afwijking van de dominante groep van de subaltern vast te stellen en dit historisch te situeren je kan geen categorie van de subaltern ontwerpen die een effectieve stem heeft die niet tegelijkertijd andere ‘speaking positions’ kan innemen - Vrouwen worden dubbel het zwijgen opgelegd, zowel door kolonisten als door geslachtsrollen Conclusie Spivak : ‘ the subaltern cannot speak ‘ namelijk, er is nog geen onproblematisch gevormde subalterne identiteit 49 60) globalization (62) = het proces waarin het individuele leven en de lokale gemeenschappen beïnvloed zijn door wereldwijde economische en culturele krachten = het proces waarin de wereld een ‘single place’ wordt = de perceptie van de wereld als een functie van of resultaat van de processen van globalisering in lokale gemeenschappen 20ste eeuw : stijgende interesse in globalisering reflecteert een veranderende organisatie van de wereldwijde sociale relaties, waarin de ‘natie’ een verminderd belang had en de individuen en gemeenschappen meer toegang kregen tot de globaal verdeelde kennis en culturen = natiesysteem, globale economie, globale communicatiesysteem en wereldlijke militaire orde verschillende meningen over globalisering : - het is een positief kenmerk van de veranderende wereld, waarin toegang tot de nieuwe technologie etc. voordelig is voor de lokale gemeenschappen en waarin de dominante vormen van sociale organisatie zullen leiden tot universele vrede en vrijheid - als vorm van overheersing van de ‘First World’ over de ‘Third World’, als teleologisch doctrine - globale cultuur en globale economie zijn niet spontaan ontstaan, maar zijn het product van het kapitalistisch centrum - critical globalism : een neutrale kijk op het proces, gewoon de processen en hun effecten ervan onderzoeken, zien dus zowel de negatieve als de positieve effecten van globalisering = de verminderde tussenkomst van de natiestaat in de politieke rangorde van de wereld en de stijgende invloeden van structuren en bewegingen van het maatschappelijk kapitaal = een teken van reizen, van het veranderende patroon van wereldse werkgelegenheid of van globale milieurisico’s = belangrijk voor postkoloniale studies : - demonstreert de structuur van de machtsrelaties in de wereld, die vaststaan als een erfenis van het Westerse imperialisme - demonstreert de transmutatie van imperialisme naar de supranationale activiteiten van de economie, communicatie en cultuur 50 - is niet spontaan ontstaan, maar heeft een geschiedenis die vervat zit in de geschiedenis van het imperialisme - hoe de globalisering bezet is door lokale gemeenschappen is de focus van recente discussie over het fenomeen, als globalisering een dialectisch proces is, wordt de reactie (appropriation,…) van de lokale gemeenschappen belangrijk Hoofdlink tussen imperialisme en globalisering is de rol van de US : deze wilde zichzelf niet als imperiaal definiëren, maar na de WOII omhelsde de US gretig de politieke overheersing en economische en culturele controle die geassocieerd zijn met het imperialisme ≠ politiek neutrale activiteit :globale cultuur is een verder zetting van een imperiale dynamiek van invloed, controle en hegemonie Globale cultuur = het proces waarin de strategieën, technieken, assumpties en interacties van culturele representatie meer verspreid geraken en homogener worden = gelegen in de massacultuur, dat een ‘nieuwe globalisering’ is, nl. van de US en niet van Engeland nog steeds in het Westen een speciale vorm van homogenisering, door economische en politieke elites Nog steeds debat over de mate waarin de globalisering de effecten van overheersing door machtscentra tentoonstelt en de mate waarin het zichzelf openstelt voor transformatie door perifere gemeenschappen 61) abrogation (9) = de verwerping van de postkoloniale schrijvers van een normatief concept van ‘correct’ of ‘standaard’ Engels dat gebruikt wordt door bepaalde klassen, en een corresponderend concept van inferieure ‘dialecten’ of ‘marginale varianten’ = vaak gebruikt samen met de term ‘appropriation’ Argumenteert voor de gelijkheid van alle vormen van het Engels de statement dat ‘ you can’t dismantle the master’s house with the master’s tools’, maar impliceert eerder dat ‘the master’s house’ altijd aanpasbaar is en dat dezelfde ‘tools’ een middel van conceptuele transformatie en bevrijding bieden = ook gebruikt om een groot aantal culturele en politieke activiteiten te beschrijven 51 62) transculturation (123) = de wederzijdse invloeden van vormen van representatie en culturele praktijken van verschillende soorten kolonies en ‘metropoles’ en dus een fenomeen van de contactzone = gebruikt door etnografen om te beschrijven hoe onderdrukte groepen materialen die de dominante cultuur heeft ingebracht selecteren en ‘bedenken’ Brengt verschillende vragen met zich mee - hoe worden voorstellingsvormen van de metropool ontvangen en toegeëigend in de periferie, - Wanneer spreekt men van transculturatie van kolonie metropolis ? - Hoe zijn Europese constructies van onderdrukte anderen vervormd door deze anderen ? 63) pidgin (95) = een taal die dient als medium van communicatie tussen groepen die geen andere taal gemeenschappelijk hebben, deze taal is voor geen van beide groepen de moedertaal = vaak ontwikkeld vanuit handelstaal en kunnen evolueren naar een ‘creole’ een ‘pidgin’ taal heeft geen ‘native speakers’ 64) métisse / mestizo (75) = het semantisch registreren van de idee van een vermenging van rassen of culturen = ontstaan vanuit het koloniaal discours dat de idee van een raciale zuiverheid predikte en raciale discriminatie rechtvaardigde door het gebruik van een quasi-wetenschappelijke taxonomie van raciale vermenging ‘Mestizo’ (=Spaanse term) verwijst naar de oudere Spaans/Portugese bezetting van Zuid- Amerika, wat leidde tot een vermenging van deze bezetters met de ‘Native Indians’, de vroege onafhankelijkheid van deze kolonies leidde ertoe dat de idee van ‘mestizo’ een meer positief nationaal cultureel teken is, een teken van gedeelde en betwiste ‘indigeneity’ = gradueel verplaatst van een kleinerend naar een meer positief gebruik, dat begon te reflecteren dat de rassenvermenging en uitwisseling tussen de verschillende culturele diasporas een nieuwe, krachtige en synergetische culturele vorm had doen ontstaan 65) creole (35) = als een ‘pidgin’ de moedertaal wordt van een gemeenschap 52 = oorspronkelijk verwijzing naar de blanke van Europese afstamming, die geboren en opgegroeid is in een tropische kolonie en de taal die zij spreken = later ook inheemse ‘natives’ en anderen van niet Europese origine Is voor veel uiteenlopende betekenissen gebruikt 66) creolization (36) = het proces van het vermengen en culturele verandering dat leidt tot een ‘creole society’ = een cultureel proces, gebaseerd op de respons van individuen in de samenleving op hun nieuwe omgeving en naar elkaar = een proces dat aspecten van zowel acculturatie als interculturatie (= wederzijds) bevat = soort van onbewuste hybriditeit, of ‘French métissage’ 67) palimpsest (94) = term voor een soort van papyrus, waarop eerdere inscripties gewist worden en nieuwe over worden gezet, maar ondanks dit wissen, blijven er toch altijd sporen na van dit ‘overschrijven’ = symbolisch voor de manier waarop prekoloniale cultuur en de ervaring van de kolonisering continuerende aspecten zijn van een postkoloniale gemeenschap bij de ontwikkeling van een culturele identiteit vb. hoe de lege ongekoloniseerde ‘space’ een ‘place’ kan worden door het proces van taal, van geschreven en benoemd worden ‘place’ zelf is een cultureel palimpsest, dat gecreëerd is over eeuwen en de sporen van eerdere beschrijvingen behoudt ‘fossilisering’ : een teken van de voortzetting van vormen van het verleden in het heden vb. de vele rassen waarvan de sporen het opnieuw verschijnen van een puur ras voorkomen Het koloniale discours wiste eerdere beschrijvingen van het land uit, om het zo als ‘empty space’ te beschouwen waarop ze hun eigen beschrijving konden toepassen vb. De Ierse steden / dorpen hernoemen (in het Brits), en zo het ontkennen van een geletterde ‘Gaelic’ cultuur 53 68) postcolonial reading (103) = een manier van lezen en herlezen van teksten van zowel ‘metropolitan’ en gekoloniseerde culturen om aandacht te trekken naar de diepgaande en onvermijdelijke effecten van kolonisering op productie van literatuur, antropologische en historische archieven en administratief / wetenschappelijk schrijven = het blootleggen van de onderliggende tegenstellingen en de koloniale ideologieën en processen in teksten (vb. het herlezen van Shakespeare’s The Tempest) 54