Ex-manager Organon ziet nieuw leven voor verguisde spierversterker Hans de Jongh ............................................................ Arnhem ............................................................... Is er leven na Organon? Voor Marjanne Prins wel. Na een internationale carrière van 23 jaar bij het farmaceutisch concern uit Oss begon de voormalige marketingmanager voor zichzelf. Dat was in 2008, het jaar dat Organon werd overgenomen door Schering-Plough. Dit bedrijf bood Prins (51) een baan aan in de Verenigde Staten, maar die bedankte voor een nieuw buitenlands avontuur. In plaats daarvan zag ze hier een gat in de markt — de vergrijzing — en besloot daar als ondernemer in te stappen. Aanvankelijk richtte Prins, van huis uit diëtiste, zich op de ontwikkeling van eiwitrijke voeding om verzwakte ouderen te laten aansterken. Al snel zag ze ook andere mogelijkheden. Prins kwam op het idee om een oud middel uit de Organon-stal af te stoffen. Het gaat om ‘nandrolon decanoaat’, door artsen gebruikt om onder meer bloedarmoede bij nierpatiënten te bestrijden en door bodybuilders misbruikt om hun spieren op te pompen. Met die laatste toepassing was Organon niet blij. Prins: ‘Telkens als het op de tv over doping ging, kwam dat doosje weer in beeld. Dat vond men negative publiciteit.’ Aan marketing werd daarom niets uitgegeven. Het anabole steroïde nandrolon dreigde daardoor, als geneesmiddel althans, in de mist der tijd op te gaan. Artsen schrijven het zelden nog voor. ‘Het is in de medische vergetelheid geraakt’, zegt Prins. Maar terwijl ze nadacht over verzwakte bejaarden, realiseerde Prins zich dat anabole steroïden voor deze doelgroep juist een prima oppepper kunnen zijn. Door bedrust na een operatie kampen vooral ouderen met spierafbraak. Met nandrolon kan dit worden voorkomen, waardoor complicaties beperkt blijven en herstel voorspoediger verloopt. Prins had nog een ander idee. Ze vermoedde dat nandrolon beter werkt door vitamine D toe te voegen. Om dit te onderzoeken richtte Prins in 2009 het bedrijf OrgaNext Research op. Voor het wetenschappelijke gedeelte zocht ze contact met een inmiddels gepensioneerde Organon-onderzoeker, Lenus Kloosterboer (66), die nu ook een van de aandeelhouders is. Van meet af aan gaat alles crescendo. De resultaten van een onafhankelijk laboratoriumonderzoek in het Duitse Saarbrücken zijn onverdeeld positief. ‘Het bleek dat nandrolon en vitamine D samen Lenus Kloosterboer en Marjanne Prins van OrgaNext Research: goede resultaten geboekt, maar te weinig geld gevonden. meer doen dan ieder afzonderlijk’, aldus Kloosterboer. ‘In dit geval staat één plus één gelijk aan drie.’ Meteen na de Duitse uitslag dient OrgaNext een internationale patentaanvraag in. Ook dat gaat soepel. De nieuwheid van de vinding wordt bevestigd en alle 25 claims van de start-up toegekend. Nu mogen andere partijen bezwaar aantekenen. Dat zien Kloosterboer en Prins met vertrouwen tegemoet. In de literatuur zijn ze geen concurrenten tegengekomen, en de experts die ze hebben gesproken, weten evenmin van rivaliserende projecten. Tijd dus om snel door te gaan OrgaNext De aandeelhouders OrgaNext Research is een initiatief van Marjanne Prins In 1985 begon ze bij Organon als artsenbezoeker, in 2008 eindigde ze als executive director marketing Ex-Organon-onderzoeker Lenus Kloosterboer neemt ook deel. Hetzelfde geldt voor Nico Overbeeke (58, ex-Unilever) en ex-bankier Christian Rood (38) met de ontwikkeling van het nieuwe medicijn. Want met de aanvraag van het patent is ook meteen bekend wanneer het middel niet langer beschermd is door een octrooi. Dat is in 2030. Daarvoor moet OrgaNext zijn slag slaan, want daarna zullen de inkomsten onherroepelijk slinken. Prins: ‘De klok loopt.’ Des te wranger dat OrgaNext nu pas op de plaats moet maken. De reden is dezelfde als voor veel andere start-ups in de farmaceutische industrie: geldgebrek. Al anderhalf jaar lang zijn Prins en Kloosterboer op zoek naar investeerders. Die hebben ze nodig ‘Gevoel van urgentie ontbreekt’ Van onze redacteur ............................................................ Amsterdam ............................................................... Een bezoek aan potentiële investeerders kan een ontnuchterende ervaring zijn. Marjanne Prins, oprichter van Organext Research uit Arnhem, kan erover meepraten. Terwijl heel Nederland het heeft over de noodzaak van innovatie, lijkt het volgens haar of de finan- pagina 14, 16-03-2011 © Het Financieele Dagblad ciële wereld er allerminst om zit te springen. ‘Soms lijkt het dat ze alleen maar willen dat je doet wat een ander al doet’, aldus de voormalige topmanager van Organon. ‘Dan ben je eindelijk binnen bij een investeerder, houd je je presentatie — goed voorbereid — en dan zitten die dames en heren zo (doet alsof ze op een BlackBerry typt, red.). Totaal ongeïnteres- seerd.’ Toen de baas van Organext nog bij Organon werkte, was iedereen binnen het bedrijf doordrongen van de noodzaak om investeringsbeslissingen snel te nemen, zodra een patent is aangevraagd. Want aarzelen komt neer op gederfde inkomsten. Prins: ‘Die “sense of urgency” mis ik volledig bij Nederlandse investeerders.’ Foto: Rob Voss om hun medicijn zover klaar te krijgen dat ze in Amerika toestemming bij de gezondheidsautoriteiten kunnen aanvragen voor eerste tests op mensen met een heupfractuur. OrgaNext weet zich al verzekerd van een Innovatiekrediet van ¤750.000 en de regionale participatiemaatschappij PPM Oost wil in principe deelnemen. Het is alleen niet genoeg. Prins: ‘We hebben nog vijf ton nodig.’ De zoektocht naar geld heeft haar met de neus op de harde feiten van het zelfstandig ondernemerschap gedrukt. Toen ze nog bij Organon werkte, was het zelden een probleem om projecten gefinancierd te krijgen. Als ‘executive director’ zorgde ze voor een uitgewerkt plan, gestaafd met overtuigende cijfers en deskundige meningen. Daarna wist Prins dat ze een goede kans maakte. ‘De grondgedachte was: als er een goed plan is, dan krijg je het geld.’ Nu heeft Prins hetzelfde grondige voorwerk verricht, maar vangt ze bot. Dat is een onverwachte tegenvaller. ‘Ik dacht gewoon: wij hebben de belangrijkste criteria met vlag en wimpel gehaald. Hier zijn we, u mag meedoen. Kom maar op! Dat was dus even anders.’