Sinds 2000 is prostitutie in Nederland gelegaliseerd. Belangrijk doel was het verbeteren van de positie van prostituees. Dertien jaar later is duidelijk dat daar niets van terecht is gekomen. Integendeel, de positie van prostituees lijkt juist verslechterd sinds de legalisering. Het idee was indertijd: als je exploitanten verplicht tot het aanvragen van een vergunning, kun je ook eisen aan hen stellen. Zo kun je de arbeidsomstandigheden voor prostituees verbeteren. Maar in de praktijk bleek dat niet te werken. Bij controles in de vergunde bedrijven werd vooral gekeken of de papieren van de vrouwen in orde waren, maar er was geen haan die kraaide naar hun arbeidsomstandigheden. En het gekke met arbeidsomstandigheden is, dat ze niet van zelf verbeteren. Sinds de legalisering worden prostituees beschouwd als kleine zelfstandigen. Ze moeten belasting betalen. Maar ze krijgen er niets voor terug. Vaak zijn ze alleen maar in naam zzp’er en is hun positie vergelijkbaar met die van een werknemer. Alleen hebben ze niet de rechten van een werknemer. Ze hebben geen recht op ziekteverlof, vakantiegeld of een ontslagregeling. Ze krijgen soms te maken met raamexploitanten die geen kwitanties geven of een lager bedrag opschrijven dan is betaald. Of exploitanten die plotseling de huur verhogen. En dat accepteren ze, want ze zijn voor hun werkplek van hen afhankelijk. Bovendien werkt de meerderheid van de prostituees op de Wallen nog steeds voor een pooier. Maar pooiers hoeven geen vergunning aan te vragen. Voor hen zijn geen reglementen opgesteld. Uit onderzoek van de psychologe Ine Vanwesenbeeck naar het welzijn van prostituees bleek dat de vrouwen die er het slechtst aan toe waren jonge vrouwen waren, die niet uit Nederland kwamen, en het werk deden uit grote economische nood. Vanwesenbeeck voorspelde in de jaren 90 dat deze groep zou groeien. Dat waren profetische woorden. Tegenwoordig voldoet de overgrote meerderheid van de vrouwen op de Wallen aan dit profiel. Ze zijn jong, ze komen niet uit Nederland en ze doen het omdat ze het geld heel hard nodig hebben. Die vrouwen spreken de taal niet, weten de weg niet in Nederland en bezaten ook het geld niet voor een vliegticket naar Amsterdam. Hun komst naar Nederland is geregeld door iemand en die iemand was niet Sinterklaas. Hij deed dat omdat hij er wat voor terug wilde zien. In veel gevallen moet zo’n vrouw, als ze geluk heeft, een substantieel deel van haar inkomsten afstaan aan deze figuur. Als ze geen geluk heeft, moeten ze al haar inkomsten afstaan en kan ze niet meer zelf beslissen over haar leven. Dit is wat er ook aan de hand is in de Amsterdamse prostitutiewereld. Kwetsbare vrouwen worden uitgebuit. Maar in Nederland blijven we maar geloven in het ideaal van de mondige prostituee die haar zaakjes goed voor elkaar heeft. Op dat ideaal is het hele kaartenhuis van de legalisering geconstrueerd. Er is zelfs een standbeeld voor opgericht op het Ouwekerksplein. De bedoeling van de legalisering was prostitutie te normaliseren, zodat de mondige prostituee het ongehinderd zou kunnen uitoefenen. Het probleem alleen is dat deze prostituee een minderheid vormt. Een minderheid die in Nederland heel duidelijk te horen is. Want als er prostituees van zich laten horen, dan zijn het natuurlijk de mondige. Zij zijn terecht trots op hoe zij zich staande houden in de prostitutie en laten dat graag aan iedereen weten. Maar soms ontnemen deze vrouwen ons het zicht op de meerderheid van de prostituees die kwetsbaar zijn voor allerlei vormen van uitbuiting. Het werken in de prostitutie is er de laatste tijd niet makkelijker op geworden. Prostituees verdienen tegenwoordig relatief minder dan zo’n tien jaar geleden. In Den Haag, die stad waar ik vandaan kom, kun je in de Doubletstraat terecht voor 20 euro. En ik hoor op De Wallen ook verhalen over Oost-Europese vrouwen die de prijzen omlaag halen door met kleine bedragen akkoord te gaan. Maar ondertussen kunnen raameigenaren vasthouden aan hun huurprijzen of ze zelfs verhogen omdat er een schaarste aan ramen is. De vrouwen gaan akkoord met de eisen van de exploitant omdat ze onder druk staan om geld te verdienen. Hetzij door het thuisfront, hetzij door hun pooier, hetzij door allebei. Dat geeft de exploitant meer macht dan goed is voor de vrouwen. Ik heb meegemaakt dat een raamexploitant vrouwen verbood om nog langer met mij te praten. Ze gingen er mee akkoord, want het draaide wel om hun werkplek. De grote vraag is, hoe kun je de positie van vrouwen die zo zwak staan verbeteren? Is dat mogelijk door het stellen van regels en strenger toezicht? Heeft dertien jaar legalisering niet laten zien dat het onmogelijk is om van prostitutie een beroep als alle andere te maken? Controles in de vergunde bedrijven slokken veel capaciteit van de politie op. Zou het niet beter zijn om die capaciteit in te zetten voor opsporing van illegale seksbedrijven? Ik heb veel waardering voor de betrokkenheid van de gemeente Amsterdam en ik vind het prijzenswaardig dat de burgemeester hier vanavond is. Ik weet dat u wat dit dossier betreft het hart op de juiste plaats heeft, mijnheer Van der Laan. Maar hoe realistisch is het om te denken dat je überhaupt de positie kunt versterken van zulke kwetsbare vrouwen in een wereld die vergeven is van uitbuiting en criminaliteit? Er wordt soms geroepen dat er weer een vakbond moet komen voor prostituees, maar hoe kun je onderhandelen als de startposities zo ongelijkwaardig zijn? Deze vrouwen hebben bovendien helemaal geen tijd of energie voor vakbondswerk. Zij denken alleen maar aan het geld dat zij moeten verdienen. Zij willen helemaal niet naar voren treden, want zij zijn als de dood dat iemand er achter komt wat ze er doen. In Nederland luisteren we graag naar mondige prostituees die vertellen hoe leuk zij hun werk vinden. Maar wie bekommert zich om die jonge meisjes uit Oost-Europa? Hoe realistisch is het om te denken dat je hen weerbaarder kunt maken - terwijl hun pooiers om de hoek staan te wachten om hen het geld wat ze verdienen af te nemen en hoerenlopers nooit worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid?