Dagelijks bestuur: Voorzitter Secretariaat Penningmeester Mw. A.J. Greven H. W. Massop J. M. van Leeuwen Mededelingen t. b. v. het bestuur: 1e Secretaris H. W. Massop: E-mail adres [email protected] Postadres: Gezelschap Senioren VU De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam IBAN-nummer: NL64 INGB 0004 0530 80 Privé adres Turfschip 150 1186 XR Amstelveen Tel. 020-6418691 GSVUnieuws: Redactie Layout: Druk & Bindwerk Mw. A. M. C. Simonis-Bik H.F. Kroese Huisdrukkerij der Vrije Universiteit Informatie betreffende excursies/dagtochten: B. Venhuizen Roedestraat 127 1445 ER Purmerend Tel. 0299-640849 Overige bestuursleden: R. Meijer Mw. I. Schadee-Eestermans 2e Secretaris Website op internet: www.gsvu.nl 1 Van de bestuurstafel. Op 8 juli was er een geslaagde proef met een “buitenactiviteit”. De rondleiding door de hortus van de VU werd door 18 deelnemers geboeid gevolgd. Het weer was slecht, maar in de tropische kas was het droog. We werden daar ontvangen met koffie en ook was er weer eigen gebakken koek. Maarten van Bodegraven die sinds 1999 als vrijwilliger aan de hortus verbonden is, verstond de kunst de geschiedenis en de toekomstplannen van de hortus te schetsen, zowel voor de nabije toekomst, als ook die op de langere termijn. Maar het belangrijkste was dat hij op zeer aanschouwelijke wijze ons liet genieten van de fraaie collectie planten, bomen etc. In het dagelijkse leven is deze vrijwilliger docent expressie. Helaas waren er onder meer door ziekte een zestal mensen verhinderd. Als dit tevoren bekend was geweest hadden zes anderen die nu niet konden meegaan, ook van de partij kunnen zijn. Een soortgelijke activiteit lijkt in ieder geval voor onze vereniging de moeite waard. Voor geïnteresseerden zal het programma van de hortus in de nieuwsbrief worden opgenomen.(zie pagina 17) Voor muziekliefhebbers is het de moeite waard om eens het lunchconcert bij te wonen in de kapel van het VUmc. Dit concert wordt de tweede donderdag van de maand georganiseerd door de dienst pastoraal werk en geestelijke verzorging. De fraaie kapel heeft een mooi orgel en een goede vleugel. De uitvoerende musici zijn niet de eerste de beste. Toegang is gratis, iedereen is van harte welkom en tevoren opgeven is niet nodig. Ons lid Agaath Dondorp is een trouw bezoeker van de concerten en heeft zich bereid verklaard om contactpersoon te willen zijn. Annemarie Simonis-Bik, eindredacteur van de nieuwsbrief en ervaren bestuurslid, zal de door haar reeds informeel uitgeoefende functie van vicevoorzitter formeel op zich nemen. Om het bestuur compleet te maken zoeken we nog een tweede penningmeester. An Greven, voorzitter. 2 BESTUURSMEDEDELINGEN Overleden: Pas onlangs bereikte ons het bericht, dat ons buitengewoon lid Mw. A. Peppink-Kleinstra uit Balk- reeds op 23 maart 2013 is overleden. Wij hebben haar bij de bijeenkomst van juni herdacht. Nieuwe leden: Mw. M-J. van Hövell tot Westerflier, Amsterdam. Mw. C. Mulder-Ritsema, Blaricum. Mw. H.C. van Voornveld, Wilnis. Hr. K.F.C. de Groot, Amsterdam. Hr. S.A.M. Schermer Voest, Den Haag. Hr. C. van Setten, Duivendrecht. Wij heten hen van harte welkom. Bijeenkomsten 2014 De lezingen zijn zoals altijd iedere eerste dinsdag van de maand van 13.30 tot ongeveer 15.00 uur in zaal G 613 van de Medische Faculteit, van de Boechorststraat 7, 1081 BT. Na afloop is er in het restaurant van de medische Faculteit gelegenheid om onder het genot van een drankje wat na te praten. 2 september Dagtocht naar Gouda en het Zilver museum te Schoonhoven. Zie aparte informatie in dit blad en het vorige nummer. 7 oktober Yolande van der Linden, directeur P&O VUmc, over de nieuwste ontwikkelingen op HRM terrein. 4 november Dr. Adriaan C.Douws, ex-kinderarts VUmc houdt een voordracht met als titel: Zieke kinderen, hollen of stilstaan. 2 december Creatieve activiteiten van de leden. In 2015 beginnen we met : 6 januari Nieuwjaarsbijeenkomst in de Griffioen. 3 2 december bijeenkomst GSVU. Het bestuur wil de decemberbijeenkomst in het teken laten staan van creativiteit. Leden die een hobby uitoefenen die zichtbare producten oplevert, willen we uitnodigen om aan de hand van één of meer eigengemaakte kunst of kunstnijverheidsproducten iets over hun passie te vertellen. Hoe zijn ze ertoe gekomen aan deze hobby te beginnen, wat inspireert hen, wat maakt hun hobby zo leuk, wat geeft hen voldoening? Mogelijk inspireert het anderen. De decembermaand is tenslotte de maand van inspiratie en voornemens. Leden kunnen zich tot en met 31 oktober aanmelden: per email via [email protected] of tijdens de bijeenkomsten bij het bestuur , of via het postadres. Op de bijeenkomst van 4 november zal het programma worden bekend gemaakt. We hopen veel actieve leden te mogen begroeten. Bij meer dan 6 aanmeldingen zal in de toekomst een dergelijke bijeenkomst nogmaals worden gehouden. 4 Dagtocht 2 september 2014, Het bestuur is zeer verheugd dat we 77 aanmeldingen hebben gekregen voor de dagtocht naar de Sint-Janskerk te Gouda en het Nederlands Zilvermuseum. We kunnen hierdoor met 2 bussen op pad en niemand hoeft op de reservelijst te staan. De prijs voor deze dagtocht bedraagt voor leden € 36,00 voor de partner € 54,00 en voor een introducé is de prijs op € 72,00 vastgesteld. Gelieve dit bedrag vóór 12 augustus over te maken aan onze penningmeester op IBAN- nr.: NL64 INGB 0004 0530 80 T.n.v. Gezelschap Senioren VU, Amsterdam met vermelding: Bustocht 2014. Indien er korter dan drie weken voor de vertrekdatum van 2 september afgemeld wordt, is alleen bij hoge uitzondering teruggaaf van de reissom mogelijk. De belangrijkste zaken rond deze dagtocht staan hier nog even vermeld: Wilt u zich binnen in het restaurant van de Medische Faculteit (daar waar altijd de borrel is) melden bij de reisorganisatie voor de presentielijst? U ontvangt dan een badge(s) voor herkenbaarheid dat u tot ons gezelschap behoort. Vanaf 08.00 uur staat daar ook een kopje koffie voor u klaar. De bussen komen op het parkeerterrein van de VU. We vertrekken om 8.30 uur vanaf dit parkeerterrein, achter de slagbomen bij de ingang van de Medische Faculteit, v.d. Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam. Voor de inwendige mens wordt die dag goed gezorgd. In het museum café te Gouda kunt u genieten van een kopje koffie met gebak. Tussen de middag gebruiken we de koffietafel in het restaurant “Het Witte Hof" aan de Hollandse IJssel te Haastrecht. Na het bezoek aan het Nederlands Zilvermuseum te Schoonhoven gaan we ons te goed doen aan een 3 gangen diner in restaurant ’t Wapen van Haarzuylen te Haarzuilen. Mocht u een dieet gebruiken en vergeten zijn dit op te geven, dan kunt u dat nu direct nog doorgeven aan Dhr. B. Venhuizen, Roedestraat 127, 1445 ER Purmerend of per email: [email protected]. Omstreeks 20.30 uur verwachten we terug te zijn bij de VU. In geval van nood zijn we tijdens de dagtocht op 2 september mobiel bereikbaar via nummer: 06-33737377 5 Voor hen, die zich tevoren al willen oriënteren over de twee hoofdattracties van deze dag, zijn hier de websites: www.sintjan.com en www.zilvermuseum.com. De reiscommissie GSVU. 6 Lezing door Monica Neomagus op 6 mei 2014 "Opruimen is ruimte maken" Wat is er toch met dat verzamelen van ons, met dat bewaren van al die spullen waar we vaak maar zo moeilijk afstand van kunnen doen? Ik wil graag focussen op de meer psychologische en misschien filosofische kant ervan. Aan het einde van mijn verhaal zal ik ook een paar praktische tips meegeven en wat literatuursuggesties. Mijn verhaal gaat in op: - Fysiek/materieel opruimen; de spullen. - Psychisch opruimen; herinneringen/emoties/innerlijke blokkades. - De onlosmakelijke relatie tussen beiden. Een korte inventarisatie vooraf: -Wie van u kan uitstekend opruimen? -Wie van u is er geen held in, maar weet zich er wel tijdig toe aan te zetten? -Wie van u vindt zich echt ‘n persoon die meer verzamelt dan goed is? Dat wij spullen verzamelen en onszelf op zekere dag omringd weten door overgevulde kasten, zolders en kelders, is niet zo vreemd. 1. Hoogleraar klinische neuropsychologie Margriet Sitskoorn beschrijft dat verzamelen –vanuit het oogpunt van de evolutie bezien- een hele nuttige zaak voor de mens was. Er konden altijd tijden van schaarste aanbreken en als je voorraadje dan op peil was, kon je het langer volhouden. In ons brein blijken evolutionair oude structuren te bestaan die de mens aanzetten tot verzamelen. 2. Wie van ons een christelijke opvoeding heeft genoten kent ongetwijfeld het verhaal van de vijf wijze- en de vijf dwaze maagden uit Mattheus 25. De dwaze maagden vergaten de olie voor hun lampen, waardoor zij op het moment suprême geen licht konden maken, terwijl de wijze maagden dankzij hun voorraadje wel hun lampen konden aansteken en daarmee tot de uitverkorenen behoorden. Je kunt in dit verhaal ook een moreel appèl lezen. “Zorg voor je eigen voorraadje, als je niets meer bezit zou je de boot weleens kunnen missen en het is maar de vraag of je dan op anderen kunt rekenen”. De socioloog Max Weber legt eind 19de eeuw zelfs een verband tussen spaarzaam Calvinisme en het ontstaan van het kapitalisme, waarin het 7 hebben van bezit (geld en spullen) uitdrukkelijk wordt nagestreefd. 3) De filosoof Alain de Botton komt met nog een reden om bezit te vergaren en te bewaren, namelijk: status. In zijn boek Statusangst beschrijft de Botton hoe zich in de 19de eeuw in Europa en Amerika een ware consumentenrevolutie voltrekt. Waren het daarvoor nog ‘de rijken’ die zich konden omringen met spullen, langzaamaan komen meer en meer producten binnen het bereik van een steeds grotere groep mensen. Prachtige warenhuizen worden geopend, zoals Le Bon Marché in Parijs, en Selfridges in Londen, met de uitdrukkelijke missie om de waar aan de gewone man (en vrouw) te brengen. Deze ontwikkeling zet zich in de 20ste eeuw in hoog tempo voort. En, zoals treffend verwoord in het lied “Mijn dorp” van Wim Sonneveld: het bankstel en het dressoir met plastic rozen bij Mien, dat toch vooral zichtbaar moet zijn voor de buren! En heel veel snuisterijen en boeken, boeken, boeken; één keer gelezen, voor eeuwig bewaard. Na iedere kampeervakantie verzuchten we ‘dat een mens eigenlijk niets nodig heeft en met maar weinig prima toe kan’. Maar die constatering leidt zelden tot een vruchtbare opruimactie. Klein intermezzo. Deelt u eens met uw buurman of buurvrouw wat u zelf het liefste zou willen opruimen in uw eigen huis, maar wat er maar niet van komt. 4) De herinneringen en emoties die aan onze spullen kleven. Ik deel graag met u twee ‘opruimmomenten’ uit mijn eigen persoonlijke geschiedenis waaruit het verband blijkt tussen het opruimen van fysieke spullen en van herinneringen en emoties. Begin 2009 overleed mijn moeder en daarmee brak ook het moment aan dat haar huis moest worden leeggeruimd. Mijn moeder was gelukkig een hele ordelijke vrouw die alles best goed voor elkaar had; niet iemand met een gigantische rommelzolder. Dus ik trof een keurig op orde zijnd huishouden aan, maar het kostte me wel drie maanden om ieder voorwerp dat erin stond door mijn handen te laten gaan en te bepalen wat ermee moest gebeuren. Toen ik dat achter de rug had, dierbare of mooie voorwerpen apart had gezet of weg had geschonken, vroeg ik twee opruimers om –tegen een vergoeding- het huis verder helemaal op te ruimen en schoon te maken. 8 Ik trok de deur dicht en liet mij niet meer zien tot een laatste inspectie en het inleveren van de sleutels bij de huiseigenaar. Zelf de resterende spullen weggooien of naar de Kringloop brengen, dat bracht ik niet op. Die drie maanden er vóór vormden een therapeutisch tijdperkje: ik kon de herinneringen aan mijn moeder, en aan mijn jeugd rustig aan mij voorbij laten trekken omdat aan ieder voorwerp wel een herinnering kleefde. Er ging een soort melancholie mee gepaard, met dat opruimen. Soms zorgde dat voor tranen, soms voor een glimlach of een schaterlach. Dat laatste vooral toen ik haar tóch betrapte op een kleine hamsterneiging en in een lade alle Sinterklaasgedichten van de 20 jaar ervoor aantrof. Ik ruimde haar spullen op, maar ordende zodoende ook mijn eigen jeugdherinneringen en dus een deel van mijn eigen leven. De tweede persoonlijke opruimperiode die ik met u wil delen, heeft zich nog maar heel kortgeleden afgespeeld. De organisatie waarvoor ik werkte, moest haar deuren sluiten. We werden verzocht al onze eigen spullen op te ruimen, van de dierbare rommeltjes op het bureau tot aan het steeds meer uitgedijde persoonlijke archief. Hier deed zich bij mij weer hetzelfde voor als tijdens het uitzoeken van de spullen van mijn moeder. Ik hield opnieuw veel in mijn handen wat in de jaren daar vóór uit mijn handen was gekomen. Met hart en ziel had ik hier ruim 15 jaar gewerkt, met collega’s lief en leed gedeeld. Zó ordende ik mijn werkherinneringen, niet alleen die 15 jaar bij deze organisatie, maar ook mijn hele 35 jarige carrière tot dan toe. Naast het mij bewust zijn van het verleden, werd ik mij tijdens die opruimacties ook bewust van de toekomst. De toekomst zonder iemand (mijn moeder) en een toekomst zonder iets (vast, betaald en vertrouwd werk). Heel veel opruimen, en vooral het opruimen waar we tegenop zien of dat we uitstellen, heeft volgens mij hiermee te maken. Vrijwel ieder voorwerp in onze kasten of op onze zolders vertelt immers een verhaal. Het verhaal van ons leven. Van die periode waarin we, jong en onbezorgd de wereld rondreisden, van de grote liefde die misschien wel of misschien niet meer in ons leven is of die wellicht nooit in ons leven heeft kunnen zijn, van de geboortes van de kinderen, van een tijd waarin gestudeerd werd en promotie gemaakt, van de verhuizing naar het huis van onze dromen dat nu toch wel wat bewerkelijk begint te worden. Warme, dierbare, betekenisvolle herinneringen aan wat was, gaan hand in hand met verwachtingen, ideeën, hoop en vrees over onze toekomst. In veel van wat wij bewaren, is de tijd gestold. 9 De tijd drukt ons met de neus op het feit dat niets blijvend is maar alles van een voorbijgaande aard. En het typerende van ons mensen is nu juist dat wij graag zekerheden hebben. We houden ook van uitdagingen en een bestaan zonder sleur, maar op een dieper, existentieel niveau willen we weten waar we aan toe zijn, bakens hebben om ons aan vast te kunnen houden in een onvoorspelbare wereld. En die bakens kunnen dus ook de voorwerpen in ons huis zijn, die ons verbinden met het bekende, en met een zeker kader waarbinnen ons leven zich afspeelt. Het is niet voor niets dat de laatste verhuizing van een mens naar een verzorgingshuis, waarbij van zoveel spullen afstand moet worden gedaan, zó ingrijpend is. Het wordt er niet eenvoudiger op, dat opruimen; - we verzamelen spullen omdat we ze nodig hebben om te overleven, - om een zekere welvaart te bereiken, - om enig aanzien, enige status te hebben, - omdat ze ons herinneren aan belangrijke momenten in ons leven - omdat ze bakens in de tijd vormen en onderdeel zijn geworden van wat in ons leven vertrouwd en eigen is. Zó gek is het dus niet dat opruimen ons zoveel moeite kan kosten. Je zou bijna zeggen: laat toch zitten. Het ligt daar best. Eerlijk gezegd, als u zo iemand bent die dat kan en in vreugde verder leeft, doe dat vooral! Misschien geniet u juist wel van al die prachtige dingen die u hebt vergaard in uw leven, of van die volkomen pretentieloze voorwerpjes die o zo dierbaar zijn. Er is volstrekt geen kosmische wet die bepaalt dat het noodzakelijk is om uw spullen de deur uit te doen. Het is wel fijn als u het zo opruimt dat u uw nek er niet over breekt en er geen brandgevaar ontstaat. En voor het geval u kinderen heeft; leg een bedragje opzij dat zij kunnen aanwenden als u er niet meer bent om een professionele opruimer in te schakelen. Bent u van dat schuldgevoel ook meteen verlost. Maar zó makkelijk komen een aantal van ons er niet vanaf. Het blijkt een issue te zijn, dat opruimen. Het zit ons op de nek, die spullen. We worden er kennelijk onrustig van. En velen van ons ervaren dat opruimen, hoe vervelend, moeilijk en confronterend dat soms ook is, ook ‘ruimte scheppen’ betekent. Want waar iets weggaat, kan immers iets anders ontstaan. Iets nieuws dat weer vitaliteit en verfrissing in ons leven brengt. En misschien mogen we stellen dat er ook een periode in ons leven aanbreekt waarin het goed kan zijn om op te ruimen, om te ordenen, om los te laten en ruimte te scheppen. Ruimte voor al datgene wat wezenlijk van waarde 10 is in ons bestaan. Dat kunnen onze spullen zijn, maar we weten dat we daarvan maar een tijdelijke bewaarder zijn. Met het ouder worden groeit het besef dat de tijd korter wordt dat we hier nog zullen zijn. En tegelijkertijd worden we ouder dan de generaties vóór ons en is er dus nog tijd van leven genoeg om te investeren in opruimen en vooral: ruimte maken. Ik wil het huis eens met u doorlopen met behulp van Karen Kingston die het boek “Weg met de warboel” schreef. Zij legt verbanden tussen de rommel die zich ophoopt op verschillende plaatsen in ons huis en de kwesties die wij hebben laten liggen of de wezenlijke vragen waarvoor wij staan. Wilt u intussen bedenken waar die spullen die u prioriteit zou willen geven bij het opruimen, nu precies liggen en of u zich herkent in Karen Kingstons analyse. We dalen eerst af naar de kelder, daar zijn vaak zware spullen opgeslagen. Logisch, want je laat makkelijker zware spullen in een kelder zakken dan dat je ze tweehoog naar zolder sjouwt. Maar zo stelt Karen Kingston: de kelder symboliseert ons verleden en onze onbewuste geest. Hoe staat het daarmee? Wat sjouw ik nog mee dat eigenlijk om een opruimactie vraagt? We lopen meteen helemaal door naar boven. Ligt er veel op zolder? Maakt u zich meer zorgen dan andere mensen over wat de toekomst brengen zal; over wat er letterlijk boven uw hoofd hangt? Of zijn er misschien nog dromen, wensen, ambities om naar te reiken die onder de rommel terecht zijn gekomen en geen ruimte hebben gekregen? Kijk eens wat er gebeurt als u daar wat gaat opruimen, met die dromen en wensen in uw achterhoofd. Hoe staat het met de deuren? Kan de voordeur eigenlijk goed open of wordt dat verhinderd door een overvolle kapstok, stapels schoenen en tassen die erachter staan? Hebben alle deuren in het huis haken met daaraan ochtendjassen, handdoeken, tassen, sjaals, eerder gedragen kleding zodat je je er een beetje door moet wurmen? Wordt de achterdeur geblokkeerd door een wasmand, de kattenbak of een pedaalemmer? Laten we onszelf eens de vraag stellen: kunnen de ervaringen in mijn leven goed binnenkomen, goed doorlopen en het huis uiteindelijk ook weer verlaten? Laat ons ook in de zitkamer kijken. Bij veel mensen is het daar opgeruimd want de meesten van ons willen niet als sloddervos betrapt worden als er onverwacht bezoek komt. De belangrijke vraag die Karen Kingston stelt: heeft je huiskamer een warm kloppend hart? Ben je er graag, zijn anderen er graag, is het een goede plek om bij elkaar te zijn? Een te opgeruimde huiskamer kan natuurlijk ook een warm kloppend hart missen. 11 Spullen bovenop kledingkasten (bijv. in de slaapkamer) kunnen ons, bij het wakker worden confronteren met warboel die om opruimen vraagt. Als het ons echt dwars zit, worden we er futloos van. Boeken: Wie van u heeft er daar veel van, misschien wel wat teveel? Hoewel zij boeken als het betere gezelschap beschouwen, kunnen we er ook te lang aan blijven hangen. Die boeken bijv. waar je twintig, dertig jaar geleden zo ongelooflijk veel aan hebt gehad. Natuurlijk kunt u de echte high-lights bewaren. Dat zijn inmiddels oude vrienden geworden en die doe je ook niet weg. ‘Leer boeken los te laten als de tijd rijp is’ zo betoogt Kingston. Zó creëer je weer ruimte voor nieuwe kennis en ideeën in je leven. Over de systematiek van het opruimen geef ik u een paar suggesties: Als het u echt dwarszit, pak het aan! Dingen veranderen alleen als wij in beweging komen. - Afhankelijk van wat voor iemand u bent: ga een maand als een razende tekeer en u zult zien hoeveel er is opgeruimd dat jarenlang was opgeslagen of wees tevreden met kleine stapjes als u liever steeds een beetje opruimt . Opruimen met iemand anders erbij kan gezelliger zijn als deze persoon u niet voor de voeten loopt met zijn of haar beslissingen. Ruim op een mooie manier op: niet zomaar gewoon weggooien. Bedank uw dierbare spullen; schenk aan wie u lief is, breng het naar de recycling, naar het goede doel. Verkoop wat echt van waarde is aan de juiste inkoper of, als het snuisterijen betreft, ga er op Koningsdag mee op de Vrijmarkt staan en u heeft een topdag. Of maak er verzamelaars blij mee. Op die manier geeft opruimen voldoening. - Maak eventueel een foto van iets dat u wel wilt opruimen maar toch ook in herinnering wilt houden. - Stel steeds weer een beloning in het vooruitzicht: als u een van te voren door u vastgesteld doel heeft bereikt, doe iets leuks! En kijk eens wat het met u doet, dit opruimen. Het levert misschien bijzondere gesprekken op met anderen, dicht om u heen. Over dingen die u aantreft van vroeger bijvoorbeeld. Of u komt op nieuwe ideeën doordat u iets tegenkomt; uw oude schildersspullen of een muziekinstrument dat u al heel lang niet meer hebt aangeraakt. Zó wordt het opruimen een boeiende ontdekkingsreis door uw eigen leven. Tot slot ga ik terug naar Karen Kingston. Zij staat ons één rommellade toe in onze huizen en zegt daarover: In onze drukke wereld hebben we soms de 12 gezegende steun nodig van een lade die we kunnen opentrekken en waar we al die gekke dingen in kunnen doen die overal rondslingeren. Zorg dus voor een rommellade en volg drie regels: Kies een kleine lade, gebruik ‘m spaarzaam en ruim ‘m regelmatig op. Ik wil besluiten met: zorg ervoor dat het in uw huis en in uw leven niet in een totale chaos ontaardt, maar houdt wel altijd ruimte voor een beetje chaos. Want daaruit ontstaan vaak onze mooiste en meest onverwachte ervaringen. Mocht u na deze voordracht behoefte hebben aan hele praktische handvatten, dan kunt u overwegen om een opruimcoach uit te nodigen. Literatuurtips: Inge v.d. Ploeg “Houden van je spullen; de kunst van het opruimen” Karen Kingston “Weg met de warboel” Saskia Zonderland “Bij de Hand” (te bestellen in papieren versie en digitaal via OuderenVerhuiszorg.nl). Annemarie Simonis-Bik 13 Lezing prof. dr. W.W. Boonstra op 3 juni 2014 "Geld speelt (g)een rol" Zijn voordracht is gebaseerd op zijn inaugurale rede op 11 oktober 2013. Prof. Boonstra is bijzonder hoogleraar in de Economische- en monetaire politiek aan de faculteit van Economische wetenschappen en bedrijfskunde van de VU te Amsterdam. Hij begon met de studie econometrie aan de VU, maar stapte al snel over naar economie. Daarna is hij altijd econoom gebleven en aan de VU ook gepromoveerd. Van beroep is hij bankeconoom, daarnaast doceert hij al 15 jaar het vak ‘Inleiding Geld- en bankwezen’ op de VU. Deze samenvatting bevat een aantal aspecten, die professor Boonstra in zijn lezing heeft belicht. Voor hen die zich meer in deze materie willen verdiepen, is de volledige tekst van zijn oratie beschikbaar op onze site (www.gsvu.nl). Geld is datgene wat binnen een bepaalde samenleving algemeen wordt geaccepteerd als ruilmiddel, rekeneenheid en vermogensobject. Het heeft waarde, omdat mensen er waarde aan toekennen. Geld ontleent zijn waarde niet aan het materiaal, noch aan de status van de uitgevende instelling of zijn status als wettig betaalmiddel. Het is puur juridisch bepaald. Allerlei materialen hebben gediend als ‘geld’ zoals de Cowrie schelp, Yap stenen, rijst, graan, tabak, ijzer, edelmetaal (zilver, goud en koper), papiergeld, giraal geld en digitaal geld. Schelpen hebben deze functie het langste vervuld. Men probeerde vroeger goud na te maken om valse munten in omloop te brengen. Daar zat de doodstraf op: valsemunters werden dood gekookt in een ketel. Overheden gebruiken het drukken van mooie bankbiljetten om de saamhorigheid van de natie te bevorderen. Geld maakt echter niet gelukkig. Meer geld betekent niet automatisch dat mensen gelukkiger zijn. Als aan de eerste levensbehoeften is voldaan, neemt de relatie inkomen/geluk af. Mensen gaan meer vergelijken met de buren: in het Gooi kunnen relatief welvarende mensen zich arm voelen. David Hume, Schotse filosoof en geschiedschrijver, zei in 1752 al: ”geld is smeerolie voor het economische proces”. Geld bevordert de economische keuzevrijheid van de mensen, maar is geen garantie voor totale vrijheid. Ruilhandel geeft veel minder vrijheid. 14 Tijdens de eerste W.O. bouwde Duitsland erg veel schuld op. Als reactie werd toen heel veel geld in circulatie gebracht. Dit veroorzaakte een hyperinflatie in Duitsland, wat een voedingsbodem was voor Hitler. Definitie Geldhoeveelheid: geldhoeveelheid is de hoeveelheid chartaal geld (= bankbiljetten en munten) en giraal geld in handen van het publiek. Dus: chartale gelden en girale tegoeden van de banken en van de overheid behoren niet tot de geldhoeveelheid. Geldschepping Wie brengt geld in omloop en wie verdient er aan? Volwaardig muntgeld Grondstof wordt gedolven en in muntgeld omgezet. Materiaalwaarde (intrinsieke waarde) bepaalt geldwaarde. Overheid (munt) slaat geld (verdient provisie) en brengt het in omloop. Geldscheppingswinst is dan voor delver metaal. Beschikbaarheid materiaal zet rem op omvang geldhoeveelheid. Onvolwaardig muntgeld Geldwaarde is groter dan materiële waarde. Productiekosten geld zijn daarmee lager dan economische waarde. Verschil is geldscheppingswinst. Vrijwel geen rem meer op geldproductie, want edelmetaalgehalte kan verder worden verlaagd. Papiergeld: zie onvolwaardig muntgeld, maar dan extremer. Giraal basisgeld Dit wordt in omloop gebracht door de centrale bank via een administratieve ingreep. De centrale bank creëert als het ware een claim op zichzelf, er is geen natuurlijke rem. De centrale bank kan uit het niets basisgeld maken. Geldscheppingswinst is daarmee vrijwel 100%. Giraal geld ‘in handen publiek’ Gecreëerd door commerciële banken, via zogenaamde ‘wederzijdse schuldaanvaarding’, oftewel via het proces van kredietverlening. Dit is op afstand het grootste deel van de geldhoeveelheid. Er is géén sprake van geldscheppingswinst in de gebruikelijke zin van het woord. 15 Het door de banken gecreëerde geld is namelijk niet van henzelf maar van hun klanten. Het geld is gedekt door de inspanning van de debiteur om zijn schuld af te betalen. Er is verschil tussen Basis geld (= reserves banken) en geld van publiek. Voor monetaire stabiliteit is geld van het publiek relevant. Centrale Bank heeft reserves zwakke banken vergroot, om uit de crisis te komen. Banken streven naar een kleine kasreserve daar ze er niet veel aan verdienen, omdat die niet volledig rentedragend is. Ze gaan er ook van uit, dat niet iedereen tegelijk komt om zijn geld op te nemen. De overschotreserve (verschil feitelijk en beoogde reserve) bepaalt het krediet potentieel. Door de recessie in de jaren 30 is het CHICAGO plan ontstaan: 100% gedekt geld. Voorstel: banken moeten 100% dekking aanhouden tegenover banksaldi. Geen intrinsieke waarde. In dit voorstel wordt de ene fiduciaire geldsoort (giraal geld) door de andere (papiergeld) gedekt. Einde geldschepping door banken -> overheid krijgt monopolie op geldscheppen terug. Lening alleen te financieren uit reeds bestaand spaargeld en eigen vermogen bank. Effecten van het CHIGAGO plan: Acute bank runs kunnen niet meer. Liquiditeitsrisico bank neemt scherp af, maar verdwijnt niet helemaal. Spaargeld moet voor langere tijd vaststaan, direct opvraagbaar spaargeld kan niet meer. Banken verliezen belangrijke bron van inkomsten. Overheid krijgt monopolie op geldschepping. Banken worden stabieler gemaakt door risico’s op spaarders af te wentelen. Maar: Met het CHICAGO plan: je zou even lang moeten sparen als lenen.(voor een hypotheek is dat 30 jaar), kan dus niet. Mensen willen over geld kunnen beschikken, zowel bij lenen (hypotheek) als sparen (Spaarrekening). Daarom is een oud plan van econoom Fr. Hayek (Nobelprijs 1974), enkele jaren geleden opgepakt. Hij is de geestelijke vader van het private geld en hij had ideeën over Denationalisatie van geld door: 1. Iedere overheidsbemoeienis uitsluiten (want die veroorzaakt inflatie). 16 2. 3. 4. Gelduitgifte uitsluitend door private banken Private geldsoorten moeten met elkaar concurreren om de gunst van de klant. In het verleden was dit een omslachtig en niet eenvoudig werkbaar systeem, maar het heeft toch invloed gehad nl: -Centrale banken zijn uit invloedssfeer dagelijkse politiek gehaald, heeft meer monetaire stabiliteit. -Brits voorstel voor “competing currencies” in aanloop naar de euro. -Met vrij kapitaal verkeer kunnen mensen vluchten in buitenlands geld. Tegenwoordig herwaardering van ‘Virtual currencies ‘zoals de bitcoin. De bitcoin heeft geen enkele dekking. Volwaardig (munt)geld wordt gedekt door materiaalwaarde. Fiduciair muntgeld, papiergeld en basisgeld wordt normaal gesproken gedekt door status wettig betaalmiddel (verplichte algemene acceptatie) en claim op overheid. Giraal geld wordt gedekt door actiefzijde balans bankwezen en door directe link met chartaal geld (= bankbiljetten en munten) dat wél status van wettig betaalmiddel heeft. -Bitcoin wordt nergens door gedekt. Hiermee wijkt het dus duidelijk af van de ideeën van Hayek. Wettig betaalmiddel: Waarom wil de overheid een monopolie op geldschepping? Het antwoord: om geldscheppingswinst te incasseren. Is de status van wettig betaalmiddel nodig voor algemene acceptatie? Het antwoord: nee. Maar het helpt wel! Met wettig betaalmiddel kunnen schulden juridisch sluitend worden afgelost en belastingen worden betaald. Dat helpt enorm bij de algemene acceptatie. Giraal geld is op zichzelf geen wettig betaalmiddel, maar kan wel altijd 1 op 1 worden omgezet in wettig betaalmiddel (papiergeld). Virtueel geld mist de link met wettig betaalmiddel volledig. Hoe komen wij tot een stabieler bankwezen? 1. Banken moeten zwaarder worden gekapitaliseerd. 2. De kwaliteit van de activa van de banken moet goed zijn. 17 3. Van banken moet geëist worden dat zij in tijd van opgaande conjunctuurfasen extra vermogensbuffers opbouwen. Dit maakt hun balans sterker en zet een zekere rem op hun kredietverlening. 4. Gedacht kan worden aan het beperken van risicovolle activiteiten bij systeembanken. 5. Toezicht op individuele banken is niet genoeg. Meer aandacht is nodig voor macro-prudentieel toezicht waarbij op systeem niveau wordt gekeken. 6. De politieke onafhankelijkheid van de centrale banken moet worden gekoesterd. n.a.v. de financiële crisis zijn in 2010 in Bazel een aantal besluiten genomen door de Bank For international Settlements, genoemd BIS 3, zoals zwaardere eisen t.a.v. de liquiditeit van de banken, zwaardere kapitalisatie, anticyclische buffers en beter toezicht. Daarmee is men al een behoorlijk eind op weg naar een stabieler bankwezen. Wim Boonstra en Annemarie Simonis-Bik Programma Hortus VU. 21 september - 14 uur: Zondagmiddagrondleiding. 4 en 5 oktober -Open weekend Harvest Moon *** Rondleiding *** Workshops *** Verkoop van planten en aanverwante artikelen *** Live muziek 12 december - 13.30 tot 16.00 uur, vrijdag *** kerstworkshop (20 euro, aanmelden [email protected]) Website: www.vriendenvuhortus.nl 18 Koffie in de Hortus. Uitleg door een deskundige gids........... 19 van boomtop tot boomschors. 8-7-2014: foto's: Henk Puls.