Word order - UDL in het onderwijs

advertisement
Word order
WOORDVOLGORDE IN HET ENGELS
SVO
Subject
Verb(s)
Object
(onderwerp)
(gezegde)
(lijdend voorwerp)
I
speak
English
Ik
spreek
Engels
( Engels
spreek
Ik )
SVO
(onderwerp)
Ik
Subject
Verb(s)
Object
(onderwerp)
(gezegde)
(lijdend voorwerp)
I
speak
English
Ik
spreek
Engels
I
can speak
English
(persoons-vorm) (lijdend voorwerp)
kan
Engels
(rest gezegde)
spreken
Word order in affirmative/positive sentences
Woordvolgorde in bevestigende/positieve zinnen
Subject
verb(s)
(onderwerp)
(gezegde)
I
will tell
indirect object
(meewerkend
voorwerp)
you
direct object
place
time
(lijdend voorwerp)
(plaats)
(tijd)
the story
at school
tomorrow.
Position of
place expression
Plaats:
achteraan in zin, maar voor de tijd.
Dus eerst plaats, dan tijd
subject
verb(s)
direct object
place
I
didn't see
him
here.
He
stayed
behind.
Positions of
time expression
Positie van tijdbepaling
(bijv.: recently, now, then, yesterday)
Tijdsbepaling staat achteraan in de zin.
subject
verb(s)
I
will tell
indirect
object
you
direct object
plaats
time
the story
at school
this
morning.
Positions of
time expression
Positie van tijdbepaling
(bijv.: recently, now, then, yesterday)
Tijdsbepaling staat achteraan in de zin.
subject
verb(s)
I
will tell
indirect
object
direct object
place
time
the story
at school
tomorrow.
you
Maar als je geen nadruk op de tijd wilt leggen
kun je de tijd ook vooraan in de zin zetten.
time
subject
verb(s)
indirect object
direct object
Tomorrow
I
will tell
you
the story.
Always, never, usually, …
Woorden als always,
never, usually staan:
1. na een werkwoordsvorm van to be (1)
2. voor het hoofdwerkwoord (2, 3, 4)
auxiliary/be
Adverb
main verb
subject
1.
We
2.
She
3.
I
4.
He
object, place or time
Hulpwerkwoord
bijwoord
are
usually
hoofdwerkwoord
here in summer.
often
runs
In the morning.
have
never
been
abroad.
doesn't
always
play
tennis.
Adverb of manner
(bijv: slowly, carefully, awfully)
Deze bijwoorden zet je
- achter het lijdend voorwerp (direct object)
- achter de werkwoorden als er geen lijdend voorwerp is
subject
verb(s)
direct object
adverb
He
drove
the car
carefully.
He
drove
carefully.
Word order
in Negative sentences
Woordvolgorde in negatieve zinnen
subject
verbs
(onderwerp)
(gezegde)
I
will not tell
indirect object
(meewerkend
voorwerp)
you
direct object
place
time
(lijdend voorwerp)
(plaats)
(tijd)
the story
at school
tomorrow.
In een negatieve zin staat altijd een
hulpwerkwoord + not
Voor het hoofdwerkwoord
Word order
in subordinate clauses
Woordvolgorde in bijzinnen
is het hetzelfde als in hoofdzinnen.
conjunction
because
subject
verb(s)
I
will tell
I
don't have
indirect
object
you
direct object
place
time
the story
at school
tomorrow ...
time
now.
Word order
in subordinate clauses
Woordvolgorde in bijzinnen
is het hetzelfde als in hoofdzinnen.
conjunction
indirect
subject
verb(s)
I
will tell
I
don't have
because
object
direct object
place
time
the story
at school
tomorrow ...
you
time
now.
In het Nederlands is dat niet zo:
(voeg-
(onder-
(hulp-
(meewerkend
(lijdend
woord)
werp)
werkwoord)
voorwerp)
voorwerp)
Ik
zal
jou
het verhaal
(voeg-
(onder-
woord)
werp)
omdat
ik
(tijd)
nu
(lijdend
voorwerp)
geen tijd
(gezegde)
heb
(tijd)
(plaats)
morgen
op school
(hoofdwerkwoord)
vertellen
Word order
in questions
In vragen blijft de woordvolgorde gelijk,
1. maar je plaatst een hulpwerkwoord voor het onderwerp.
2. of het hoofdwerkwoord is een vorm van to be  voor het onderwerp
auxiliary
verb
1.
Do
subject
you
other
indirect
verb(s)
object
want to tell
me
direct object
place
time
in your flat
yesterday?
about the
weekend?
2.
Did
you
Were
you
have
a party
here?
Word order
in questions
In vragen blijft de woordvolgorde gelijk,
1. maar je plaatst een hulpwerkwoord voor het onderwerp.
2. of het hoofdwerkwoord is een vorm van to be  voor het onderwerp
auxiliary
verb
1.
other
indirect
verb(s)
object
want to tell
me
subject
Do
you
direct object
place
time
in your flat
yesterday?
about the
weekend?
2.
Did
you
were
you
have
a party
here?
Vraagwoorden vooraan in de zin:
interrogativ
auxiliary
other
indirect
direct
e
verb
verb(s)
object
object
What
would
you
like to tell
me?
When
Did
you
have
When
were
you
subject
a party
place
in your flat?
here?
time
oefenen
Oefeningen kun je vinden op:
http://udl-in-het-onderwijs.iminor.nl/grammatica-2/
Download