Embryologie: DEFINITIES - - gameten: geslachtscellen somatische cellen: lichaamscellen kiemcellijn: de cellen die vroeg in de ontwikkeling apart gezet werden en aanleiding geven tot de vorming van de gameten. Somatische gentherapie: gentherapie waarbij genetische wijzigingen worden aangebracht in somatische cellen Germinale gentherapie: gentherapie waarbij genetische wijzigingen worden aangebracht in alle cellen, incl de geslachtscellen => erfelijk! Somatische mutatie: mutatie die optreedt tijdens het leven en dus niet erfelijk is. Teratoma: wondergezwel: gezwel ontstaan door vermenigvuldigen van kiemcellen die achtergebleven zijn in de migratie. Dit gezwel bevat dan weefsels afkomstig van de 3 verschillende kiemlagen, omdat de kiemcellen kunnen differentiëren tot alle mogelijke lichaamscellen. Gonaden: primitieve geslachtsklieren Geslachtsstrengen: strengen van cellen die de primordiale kiemcellen omgeven Gametogenese: het verdere rijpingsproces van de PGC tot eicel of zaadcel Cytokinese: deling v/h cytoplasma v/d cel Ploidie: het aantal kopijen van elk chromosoom in een cel. (haploid, diploid, triploid) N-nummer: het aantal kopijen van een bepaald chromatide = het aantal kopijen van een (autosomaal) gen. = het aantal identieke chromatiden / 2 Acrosoom: gedifferentieerde mitochondrion, met hydrolytische enzymes om de zona pellucida te doorboren. Primordiale follikel: primaire oöcyt omgeven door follikelcellen Germinale vesikel: de zeer grote, waterige kern van de primaire oöcyt vast in meiose I. Zona pellucida: omhulsel van de eicel bestaande uit glycoproteïnen. Cumulus oöphorus: krans van follikelcellen om de eicel Klievingsdelingen: de elkaar snel opvolgende delingen vlak na de bevruchting waarbij de blastomeren steeds kleiner worden. Compactie: de blastomeren vergroten hun contactopp en vormen een zeer dichte celmassa (vanaf 8cellen stadium) Hatching: het uittreden van de blastocyst uit zijn kapsel (de zona pellucida) Tubaire zwangerschap: innesteling van de blastocyst in de tuba door vertraagd transport. Epiblast: columnaire cellen van de embryoblast, wordt later het ectoderm Hypoblast: cuboidale cellen van de embryoblast, wordt later het endoderm Extra-embryonair Reticulum: losmazig BW gelegen tussen de cytotrofoblastlaag en de dooierzakcellen. Membraan van Heuser: de hypoblastcellen die de wand van de DZ vormen. Decidua: naam die het endometrium krijgt tijdens de ZW als gevolg van de veranderingen die het ondergaat. Gastrulatie: vorming van de 3e kiembladen. Het mesoderm ontstaat door migratie en vormverandering van cellen van de epiblast. Epiblast -ectoderm, hypoblast –endoderm Cloaca: gemeenschappelijke uitmonding van GI en urinair stelsel Somitomeren: gepaarde concentrisch gecondenseerde groepen van mesodermale cellen, links en rechts van de middelijn. Differentiëren tot Somieten. Splanchnopleuraal mesoderm:deel vh mesoderm dat tegen de DZ/endoderm gelegen is Somatopleuraal mesoderm: deel vh mesoderm dat tegen het ectoderm gelegen is. Vasculogenese: ontstaan van het bloedvatenstelsel - - - - Angeiogenese: ontstaan van nieuwe bloedvaten vanuit bestaande bloedvaten Hematopoietische stamcellen: cellen gevormd in het splanchnopleuraal mesoderm in de buurt van de dorsale aorta die de hematopoietische organen gaan bevolken (lever, milt, thymus, beenmerg) Extramedullaire hematopoiese: aanmaak van bloedcellen buiten het beenmerg Endocardbuizen: bloedvaten die ontstaan in de cardiogene regio vh embryo Cardiogene regio: gedeelte vh splanchnopleuraal meso, anterieur en lateraal vd buccopharyngeale membraan en lateraal van de neurale plaat. Neurocutane aandoening: genetische aandoening gekenmerkt door combinatie van afwijkingen van de huid met afwijkingen van het centraal zenuwstelsel. Neurofibromatose: AD erfelijke neurocutane aandoening: groot hoofd,leerstoornissen en cafe-au-lait vlekken. Neurulatie: omvorming neurale plaat tot neurale buis Secundaire Neurulatie: differentiatie vd primitiefstreep tot eminentia caudales, en nadien fuseert met de neurale buis. Neurocristopathie: aandoening veroorzaakt door een foutieve ontwikkeling van de neurale lijst, gekenmerkt door afwijkingen in diverse organen. Waardenburg Syndroom: neurocristopathie met stoornis in de melanocyten: witte haarlok, verschillende kleur irissen,witte wimpers, delen vd huid zonder pigmentatie,.. Ziekte van Hirschspring: WS met daarbij een gestoorde motiliteit vh onderste deel vh colon, door afwezigheid vd parasympatische ganglia. DiGeorge syndroom: neurocristopathie, kenmerken: gelaatsafwijkingen, onvoldoende ontwikkeling bijschildklier en thymus, hartafwijkingen Spina bifida occulta: sluitingsdefect waarbij wervel/schedel niet volledig gesloten Meningocoele: sluitingsdefect waarbij huid en vliezen mee uitstulpen Meningomyelocoele: sluitingsdefect waarbij ook het ruggenmerg mee uitstulpt Meningoencefalocoele: “ “ “ “ hersenweefsel “ “ Rachischizis: sluitingsdef, neurale plaat is niet dichtgeplooid (huid->zenuwweefsel ea) Craniorachischizis/exencefalie: “ “ “ “ “ , hersenen nog aanwezig Anencefalie: “ “ “ “ “ ,hersenen niet meer aanwezig Hernia diafragmatica: het niet toe groeien van de pericardio-peritoneale kanalen waardoor abdominale organen naar de thorax, waardoor longhypoplasie. Divertikel van Merckel: overblijfsel van de ductus vittelinus als deze niet verdwijnt. open: fistel / halfopen: cyste / gesloten met band of ligament => Volvulus: strangulatie, steeldraaiing van de darmen Herniatie: het ontstaan van een hernia Omphalocoele: afwijking waarbij een deel van de darmen zich bij de geboorte buiten het abdomen bevindt, omgeven door een amnionvlies,dr onderliggend genetisch defect Navelbreuk: darmen buiten het abdomen, omgeven door peritoneum,fascia en huid. Gastroschizis: darmen onbedekt bloot aan de oppervlakte. Oorzaak: vasculaire disruptie => infarct => bepaalde gedeelten: darmatresie. Renale agenese: afwezigheid van een nier Potter Sekwentie: reeks afwijkingen die met elkaar in verband staan: geen nieren => geen VW => geen ademhalingsbewegingen => longhypoplasie. Verschillende oorzaken: renale agenese, scheur in vliezen, obstructie lagere urinewegen Dextrocardia: linkse (abnormale) kromming vh hart waarbij de linker ventrikel rechts komt te liggen en de rechter ventrikel links. Truncus Arteriosus: afwezigheid vh conotruncale septum, waardoor de Ao en de A.P. niet gescheiden wd => vermenging => O2 arterieel bloed daalt => kind cyanotisch Transpositie vd grote vaten: aorta ontspringt rechts, A.P. links: 2 parallelle circuits. - - - - - - Hypospadias: aangeboren defect vd differentiatie vd externe genitale bij een jongen. Spectrum van afwijkingen (onvolledige penisvorming, urethra mond te vroeg uit) Cryptorchidie: het niet volledig afdalen van de testes, met verhoogd risico op fertiliteitsproblemen, testiskanker en torsio testis. Turner Syndroom: 45,X: vrouwelijk fenotype: atresie eicellen=>degeneratie ovaria. Tekort oestr =>secundaire geslachtskenm ontstaan niet. Kleine gestalte, brede hals,.. Klinefelter Syndroom: 47,XXY: mannelijk fenotype: initieel: voldoende T: embryo=mannelijk met testes. Puberteit: T daalt => secundaire geslachtskenm ontwikkelen onvolledig. Grote gestalte, leerproblemen,… Hermafroditisme: aanwezigheid van zowel mannelijke (testes) als vrouwelijke (ovarium) gedeelten in de gonaden. Zeer zeldzaam: Mosaïcisme: XY en XX cellen. Pseudohermafroditisme: discrepantie tussen chromosomaal, gonadaal geslacht en externe genitalia. Mann.: 46,XY met testes en uitwendig vrouwelijk=> deficiëntie T. Vrouwelijk: 46,XX met ovaria en uitwendig mannelijk=> abnormale invloed androg. Ambigue genitalia: indifferente externe genitalia Transfuseur-Transfuse-syndroom: Artertio-veneuze vasculaire anastomose in de placenta van monozygote monochoriale tweelingen. Gevolg: transfuseur: te klein, anemie, oligohydramnios / transfuse: te groot, polyhydramnios, hartbelasting Foetus in foetu: internalisatie v/h minder onwikkelde lid v/e monozygote tweeling IN het meer ontwikkelde lid. Teratologie:studie v aangeboren afwijkingen die dr omgevingsfac veroorzaakt worden Teratogeen: bepaald chemisch, infectieus of fysisch agens, OF een maternele ziekte OF een gewijzigde metabole toestand vd moeder die een structureel of functioneel defect kan veroorzaken in de foetus of embryo. Phocomelie: verminderde ontwikkeling vd ledematen, kan veroorzaakt wd door Thalidomide tussen de 4e en 8e week vd zwangerschap=> Thalomide Embryopathie Retinoïden Embryopathie:kleine kin, oor- en hartafwijkingen dr retinoïden tijdens ZW Foetaal Alcohol Syndroom: uitgesproken blootstelling aan alcohol tijdens de ZW=> hersenbeschadiging, groeiachterstand, hartafwijkingen, gelaatskenmerken,… Micocefalie: te klein hoofd Chondrodyslpasia punctuata: stippeling van de epifysen. 2 Mogelijke oorzaken: X-gebonden: mutatie in Arylsulfatase E-gen. Teratogeen: Coumarines: inhiberen de werking van dit sulfatase Holoprosencefalie: ernstige misvorming vh centraal zenuwstelsel: 2 hersenhelften niet normaal aangelegd, ergste: cycloop. Oorzaak bij schapen: teratogeen: cyclopamine