Spelling-spiekboek - Uitgeverij Zwijsen BE

advertisement
Spelling-spiekboek
Toelichting voor leerkrachten, remedial teachers en ouders
Inhoud
Wat is het Spelling-spiekboek?
Voor wie is het Spelling-spiekboek bedoeld?
Wanneer kan het Spelling-spiekboek gebruikt worden?
Hoe werkt het Spelling-spiekboek?
Vanuit welke spellingdidactische uitgangspunten werkt het Spelling-spiekboek?
Hoe gebruik ik het Spelling-spiekboek tijdens de spellingles in de klas?
Extra (verlengde) instructiemomenten
Extra (in)oefening en zelfstandige verwerking
Dictees
Hoe gebruik ik het Spelling-spiekboek tijdens remedial teaching activiteiten?
Hoe gebruik ik het Spelling-spiekboek in de thuissituatie?
1
2
2
2
4
5
6
6
7
8
8
Wat is het Spelling-spiekboek?
Het Spelling-spiekboek is een opzoek-, oefen- en instructieboek voor kinderen die
moeite hebben met spelling. Het is in de praktijk ontstaan en bleek al snel in een grote
behoefte te voorzien. Het boek biedt een oplossing voor de meest gestelde vraag door
leerkrachten en remedial teachers die zich bezighouden met het geven van
spellingonderwijs, namelijk: ‘Wat moet ik doen met kinderen die veel moeite hebben met
het beheersen van de Nederlandse spelling?’. Methoden schieten hierin veelal tekort. Ze
zijn afgestemd op de gemiddelde leerling en bieden weinig extra’s voor kinderen die
spellingproblemen in een veel lager tempo weten te overwinnen.
De klassieke oplossing is dan dat kinderen hulp krijgen buiten de klas in de vorm van
remedial teaching. Soms op school, maar ook regelmatig in een r.t.-praktijk en buiten de
school. In veel gevallen gebeurt dit totaal anders dan op de manier waarop de stof in de
klas wordt aangeboden. Soms met goed gevolg, maar het kan ook leiden tot nog grotere
verwarring. Het kind belandt in twee werelden en krijgt voor hetzelfde probleem
verschillende oplossingsmethoden aangeboden. Jammer, want als leerkrachten,
remedial teachers en ouders beter op de hoogte zouden zijn van elkaars werkwijzen,
dan kan de extra hulp veel effectiever en efficiënter worden georganiseerd. Dit levert
betere spellingresultaten en meer werkplezier op bij kinderen die niet meteen
beschikken over een groot spellingbewustzijn.
Het Spelling-spiekboek is dus een oplossing in de vorm van extra hulp. Het boek
vergroot de mogelijkheden om de hulp aan spellingzwakke en dyslectische kinderen te
structureren en af te stemmen op wat er in de klas gebeurt. Dit is mogelijk omdat het
Spelling-spiekboek past bij vrijwel alle spellingmethoden in het Nederlandse en
Belgische basisonderwijs. Het boek werkt volgens dezelfde spellingprincipes, maar richt
zich intensiever op het vergroten van het spellingbewustzijn van kinderen. Dit gebeurt
door expliciet uit te gaan van spellingstrategieën bij het oplossen van spellingproblemen.
Op deze manier krijgen kinderen meer inzicht in spelling. Op het moment dat dit inzicht
wat weggezakt is, kan ‘even spieken’ voldoende zijn om de benodigde kennis weer
paraat te hebben. Als bijvoorbeeld een kind uit leerjaar 3 een opstel moet schrijven over
roeiboten, kan het het woord roei (aangeboden begin leerjaar 2) opzoeken in het
Spelling-spiekboek.
Uit Spelling-spiekboek © Uitgeverij Zwijsen B.V. – www.zwijsen.be
1
Voor wie is het Spelling-spiekboek bedoeld?
Het Spelling-spiekboek is bedoeld voor kinderen die wat meer moeite hebben met het
zich eigen maken van de spelling van de Nederlandse taal. Door het hanteren van een
aanpak waarmee kinderen intensief aan de slag gaan én blijven met het verwerven van
inzicht in spellingproblemen, wordt hun spellingbewustzijn vergroot. Het gaat hierbij om
een brede doelgroep: van kinderen die soms wat meer moeite hebben met spellen tot
spellingzwakke en zelfs dyslectische kinderen. Het boek is daarbij in eerste instantie een
hulpmiddel voor het kind. Daarnaast is het een instrument waarmee de leerkracht
zinvolle activiteiten kan organiseren voor kinderen die extra hulp nodig hebben op
spellinggebied. Dit geldt natuurlijk ook voor remedial teachers. Tevens is het boek goed
bruikbaar voor ouders die thuis, al of niet samen met hun kind, extra bezig willen zijn
met het correct spellen van woorden.
Wanneer kan het Spelling-spiekboek gebruikt worden?
Zoals hierboven al werd aangegeven is het Spelling-spiekboek goed bruikbaar in een
groot aantal situaties.
Om te beginnen kan het gebruikt worden in de klas als extra oefening en verdieping voor
kinderen die net iets meer instructie en oefening nodig hebben op spellinggebied.
Ten tweede kan het boek als uitgangspunt genomen worden voor remedial teachingactiviteiten die in of buiten de klas plaatsvinden. Hiermee kan gezorgd worden voor een
duidelijk verband tussen dat wat er in én buiten de klas gebeurt op het gebied van
spellingonderwijs. De kinderen belanden bij het krijgen van remedial teaching niet meer
in een vreemde wereld waar spellingproblemen anders heten en anders worden
uitgelegd. Het is namelijk erg vervelend voor een kind dat juist begint te snappen
waarom een woord op een bepaalde manier wordt gespeld, vervolgens in verwarring
komt doordat er uitgegaan wordt van een tegengestelde aanpak bij de aanvullende
uitleg.
Tot slot kunnen ouders die hun kind willen helpen bij het beter beheersen van het
spellingsysteem de werkwijze van het Spelling-spiekboek als uitgangspunt nemen. Op
een ontspannen en speelse manier kunnen ze, samen met hun kind, moeilijke woorden
analyseren, groeperen en noteren. Hierdoor krijgt het kind meer inzicht in de
Nederlandse spelling. Het grote voordeel van thuis werken met het Spelling-spiekboek is
dat de werkwijze overeenkomt met de manier waarop de leerstof op school wordt
aangeboden. Overigens kan het Spelling-spiekboek ook voor middelbare scholieren nog
een rol vervullen als naslagwerk.
Hoe werkt het Spelling-spiekboek?
Hierboven is aangegeven dat het Spelling-spiekboek te gebruiken is in de
klassensituatie, tijdens de remedial teaching-activiteiten en ook in de thuissituatie. Dit
gaat volgens één en dezelfde aanpak. Deze wordt hieronder uiteengezet. Daarna volgen
nog een aantal extra organisatorische handreikingen voor het gebruik van het boek in de
klas.
Het Spelling-spiekboek is te gebruiken in interactieve situaties waarbij leerkrachten,
remedial teachers en ouders samen met kinderen lastige spellingproblemen bekijken,
analyseren, oplossen en vastleggen. Na verloop van tijd echter, als het kind zich de
werkwijze van het boek heeft eigen gemaakt, is het ook in staat om zelfstandig met het
Spelling-spiekboek aan de slag te gaan. Om dit te vergemakkelijken is het boek in
Uit Spelling-spiekboek © Uitgeverij Zwijsen B.V. – www.zwijsen.be
2
eerste instantie geschreven voor kinderen. Uiteraard is dit ook de reden dat u deze
toelichting niet voor, maar juist achter in het boek terugvindt.
De route door het boek is overigens zowel voor de interactieve als voor de zelfstandige
werkvormen hetzelfde. Deze route zal hieronder worden geschetst.
Het boek begint, zoals ieder boek, met een inhoudsopgave. Meteen daarna worden de
kinderen aan de hand genomen door de familie Spiek. De leden van dit gezin vertellen
alles wat noodzakelijk is om met het Spelling-spiekboek te kunnen werken. Op de eerste
pagina’s leggen ze uit hoe het boek in elkaar steekt. Daarna volgt het deel waarin
kinderen zelf woorden kunnen schrijven. Ook daar komt de familie Spiek terug om een
toelichting te geven bij het schrijven van moeilijke woorden. Kortom, zowel u als het kind
kan door het volgen van de familie Spiek helemaal thuisraken in de werkwijze van het
boek. Het is dus niet noodzakelijk om eerst een uitgebreide handleiding door te nemen.
Centraal in het boek staat het schema ‘Stap voor stap met de familie Spiek’. Omdat
kinderen dit schema veel zullen gebruiken, is het niet alleen op pagina 4-5 van het boek
terug te vinden, maar staat het ook op het uitklapbare gedeelte van het omslag.
Via de stappen in dit schema leren kinderen extra stil te staan bij de spellingmoeilijkheid
in een woord (de spellingcategorie) en de denkwijze (spellingstrategie) die gehanteerd
kan worden om te snappen waarom het betreffende woord zo gespeld wordt.
Een voorbeeld van een spellingmoeilijkheid is de d aan het einde van het woord hond.
Door kinderen na te laten denken over de ‘groep woorden’ waartoe dit woord behoort
(hoor-maarwoorden, volgwoorden, regelwoorden, weetwoorden), neemt hun inzicht in
de spellingwijze toe. Ze ontdekken en benoemen het feit dat de letter d op het einde een
gevolg is van een regel, in dit geval de verlengingsregel (honden – hond). Hond hoort
dus bij de regelwoorden. Op basis van deze conclusies voeren de kinderen de overige
activiteiten van het schema ‘Stap voor stap met de familie Spiek’ uit. Ze zoeken de
‘moeilijkheid’ op bij de ‘groep woorden’ en gaan naar de bijbehorende pagina.
Vervolgens lezen ze de instructietekst en schrijven het woord op het blad waarop alle
woorden die bij deze ‘moeilijkheid’ horen, verzameld worden. Een controle op de juiste
schrijfwijze is hierbij de laatste stap.
Wanneer kinderen een volgende keer tegen hetzelfde probleem in hetzelfde woord
aanlopen, volgen ze dezelfde werkwijze via het schema, maar treffen op het werkblad
het woord al aan. Ze doorlopen alle denkstappen opnieuw, waardoor het inzicht verdiept
wordt en het spellingbewustzijn vergroot.
Vanuit het schema ‘Stap voor stap met de familie Spiek’ wordt verwezen naar een
overzicht van de ‘moeilijkheden’ (spellingcategorieën) die horen bij een ‘groep woorden’
(spellingstrategieën). Er zijn vier groepen woorden: de hoor-maarwoorden, de
volgwoorden, de regelwoorden en de weetwoorden. Na het betreffende overzichtblad
van een groep woorden, volgen de werkbladen waarop de uitleg van een bepaalde
spellingmoeilijkheid is weergegeven. Op de invullijnen kunnen kinderen het woord
schrijven. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om het op een later moment na te zoeken.
Tot slot controleert het kind zelf nog of de schrijfwijze juist is.
Op pagina 6 in het boek legt Anne Spiek uit hoe zo’n werkblad eruitziet. Onderstaand
schema zet nog eens de vier groepen woorden uit het Spelling-spiekboek op een rij,
samen met de pictogrammen waaraan ze te herkennen zijn. Het is de bedoeling dat de
kinderen zelf de kleur aanbrengen op de potloodjes in de kantlijn van het werkblad. Ze
lezen dit in het stappenschema op pagina 4-5 en ook legt Anne Spiek dit uit op pagina 6.
Verder is op elk werkblad (bij iedere spellingcategorie) ruimte voor het maken van een
tekening. Het is de bedoeling dat kinderen een tekening maken van het woord waar zij
Uit Spelling-spiekboek © Uitgeverij Zwijsen B.V. – www.zwijsen.be
3
aan denken bij die spellingcategorie. Bijvoorbeeld bij de moeilijkheid ‘d of t’ een hond of
hoed. Deze visualisatie blijkt voor een kind een extra hulpmiddel te zijn.
Naast de werkbladen biedt het Spelling-spiekboek nog een begrippenlijst, waar termen
die voor kinderen lastig kunnen zijn, worden toegelicht.
Groep woorden (strategie) Kleuraanduiding
hoor-maarwoorden
groen
volgwoorden
geel
regelwoorden
rood
weetwoorden
blauw
Pictogram
Overzicht woordgroepen met bijbehorende kleuraanduiding en pictogrammen
Vanuit welke spellingdidactische uitgangspunten werkt het Spelling-spiekboek?
De Nederlandse taal is opgebouwd uit een systeem van klanken. Elke klank (foneem)
komt overeen met een letterteken of een combinatie van lettertekens (grafemen). Er zijn
meer klanken dan letters. Bij sommige letters horen meer klanken. De specifieke
uitspraak van een klank wordt mede bepaald door de plaats die de klank inneemt tussen
de andere klanken in een woord. Dit maakt de Nederlandse taal tot een complex
systeem van regels en uitzonderingen, waaraan verschillende principes ten grondslag
liggen.
Het Nederlandse spellingsysteem is gebaseerd op de volgende vier hoofdprincipes:
1. het principe van fonologie (overeenkomst van uitspraak)
2. het principe van morfologie (overeenkomst van vorm)
3. het principe van regels (overeenkomst van regels)
4. het principe van etymologie (overeenkomst qua herkomst van woorden)
Deze vier principes bepalen voor het grootste gedeelte de wijze waarop woorden
geschreven worden. In feite zijn dit dus redeneerwijzen of strategieën die kinderen
inzicht kunnen geven in spelling. Niet alleen het hoe (productgericht: de correcte
spellingwijze staat centraal), maar ook het waarom (procesgericht: de bijpassende
redeneerwijze of strategie staat centraal) is voor kinderen van essentieel belang om een
goede spellingontwikkeling door te maken.
Bij het correct spellen van woorden in het Nederlands kan dus grofweg gebruik gemaakt
worden van vier strategieën, afgeleid van de eerder genoemde principes. Het Spellingspiekboek maakt gebruik van deze indeling en werkt zodoende via de procesgerichte
spellingaanpak. Een kind leert dus gebruik te maken van deze spellingstrategieën om tot
de correcte schrijfwijze van een woord te komen. In het Spelling-spiekboek wordt echter
niet gesproken van ‘een strategie’, maar kinderen worden vertrouwd gemaakt met de
term ‘groep woorden’.
In onderstaande tabel wordt schematisch weergegeven welke principes,
spellingstrategieën en groepen woorden er zijn. De kolom ‘Groep woorden’ geeft aan
hoe de verschillende spellingstrategieën in het Spelling-spiekboek worden aangeduid.
Uit Spelling-spiekboek © Uitgeverij Zwijsen B.V. – www.zwijsen.be
4
Deze indeling in strategieën vormt de basis van de aanpak binnen het Spellingspiekboek. Ze komt terug in een groot aantal onderdelen, zoals het stappenschema en
de werk- en instructiebladen.
Principe
Fonologie
Spellingstrategie
Het spellend schrijven van klankzuivere en
bijna klankzuivere woorden.
Je schrijft het woord precies zoals je het hoort!
Morfologie
Het woord schrijven naar analogie van een
voorbeeldwoord.
Je schrijft het woord net zoals het voorbeeld.
Regel
Het woord schrijven nadat een spellingregel is
toegepast.
Je past een regel toe, dan weet je precies hoe
je het woord moet schrijven.
Etymologie
Het woord schrijven met behulp van het
ingeprente woordbeeld.
Je moet weten hoe je het woord moet schrijven.
Weet je het niet zeker, dan mag je spieken op
de weetwoordenlijst.
Weergave principes, spellingstrategieën en groepen woorden
Groep woorden
Hoor-maarwoorden
Volgwoorden
Regelwoorden
Weetwoorden
Hoe gebruik ik het Spelling-spiekboek tijdens de spellingles in de klas?
Het Spelling-spiekboek kan in de klas gebruikt worden naast iedere andere
spellingmethode. Wat het boek doet, is extra gerichte oefening toevoegen voor kinderen
die moeite hebben met het spellen. Praktijkervaringen hebben aangetoond dat
spellingzwakke en dyslectische kinderen beter gingen spellen als ze, naast de in de klas
gebruikte methode, extra instructie en oefening kregen aan de hand van het Spellingspiekboek. Op verschillende momenten binnen en in het verlengde van de
spellinglessen, kan het boek een toegevoegde waarde hebben. Hierbij valt met name te
denken aan extra (verlengde) instructiemomenten, extra (in)oefening en zelfstandige
verwerking. Daarnaast kan het Spelling-spiekboek ingezet worden bij het afnemen van
het dictee. Per onderdeel volgt nu een extra toelichting.
Extra (verlengde) instructiemomenten
Een normale spellingles bestaat vaak uit een viertal fasen. In de introductiefase worden
kinderen op een inspirerende manier in contact gebracht met de zaken die later in de les
aan bod zullen komen. Daarna volgt de instructiefase, waarin uitleg wordt gegeven over
het spellingprobleem dat aan de orde is. Vervolgens gaan kinderen oefenen en als
laatste vindt er vaak een korte terugblik plaats, waarbij het geleerde nog eens op een
rijtje gezet wordt.
Een kenmerk van spellingzwakke of dyslectische kinderen is dat ze meestal meer tijd
nodig hebben om spellingproblemen onder de knie te krijgen. De normale instructie en
oefening in de les zijn daarvoor onvoldoende. Toch zijn de lessen binnen de methode zo
geschreven en is er in de meeste gevallen geen extra gerichte instructie en oefening
mogelijk voor kinderen die meer leertijd nodig hebben om een succeservaring te
beleven. Door het Spelling-spiekboek te gebruiken bij het verlengen van de instructie
kan het noodzakelijke wel geboden worden. Na het instructiemoment uit de methode
Uit Spelling-spiekboek © Uitgeverij Zwijsen B.V. – www.zwijsen.be
5
kunnen de kinderen die het aan de orde zijnde spellingprobleem nog niet beheersen,
verder gaan met het extra analyseren, groeperen en noteren van de woorden volgens
de werkwijze van het Spelling-spiekboek. Hierbij oefenen ze zowel met het
spellingprobleem, als met de strategie.
Extra (in)oefening en zelfstandige verwerking
Zoals het Spelling-spiekboek gebruikt kan worden bij het verlengen van het
instructiemoment, is het ook mogelijk om het te gebruiken als extra hulpmiddel bij het
(in)oefenen en verwerken van de leerstof. Oefen- en verwerkingsfasen van lessen zijn
vaak niet anders dan het maken van een groot aantal oefeningen, waarbij achteraf
gekeken wordt of de antwoorden juist zijn. Deze werkwijze is voor spellingzwakke en
dyslectische kinderen niet toereikend. Meestal zal de conclusie zijn dat het kind nogal
wat fouten heeft gemaakt. Kortom, alleen maar oefenen is een activiteit die te weinig
oplevert en bovendien wordt het kind onnodig geconfronteerd met een faalervaring.
Door het Spelling-spiekboek in te zetten bij de (in)oefening en verwerking, wordt
gekozen voor een aanpak die meer gericht is op het aanbrengen van inzicht in
spellingproblemen. Dit gebeurt door kinderen voortdurend het verband te laten leggen
tussen het spellingprobleem (‘Zoek de moeilijkheid in het woord.’) en de te hanteren
spellingstrategie (‘Bij welke groep woorden hoort deze moeilijkheid?’) om het probleem
op te lossen. Het oefenen wordt hierdoor gerichter en mogelijkheden om kinderen
succeservaringen op te laten doen, nemen toe.
Dictees
In het spellingonderwijs zijn dictees vaak niet meer dan een toetsmoment om vast te
stellen of de kinderen de leerstof al of niet beheersen. Voor spellingzwakke en
dyslectische kinderen is dit vaak een frustrerende activiteit, waarvan de negatieve
uitslag al vaststaat. Wat veelal vergeten wordt, is dat het dictee op zichzelf ook een
zinvol oefenmoment kan zijn. Zeker als u kinderen na het maken van het dictee met het
Spelling-spiekboek na laat gaan of de woorden waarbij ze twijfelen juist zijn gespeld. Dit
gebeurt dan niet alleen door de uitkomst te checken, maar ook door kinderen de
bijbehorende spellingregels en strategieën te laten gebruiken. Op die manier zijn
kinderen ook aan de hand van een dictee op inzichtelijk niveau bezig met de
spellingproblemen. Hierdoor wordt de kans groter dat kinderen via de werkvorm dictee
uiteindelijk meer inzicht krijgen in spellingproblemen en een leerstofonderdeel kunnen
afsluiten met een succeservaring.
Kinderen die met het Spelling-spiekboek werken, krijgen overigens net als de andere
kinderen een cijfer voor hun dictee, maar indien mogelijk aangepast op hun eigen
niveau. Ook bij deze kinderen bepaalt u aan de hand van het dictee in welke
moeilijkheden/spellingcategorieën het kind nog meer oefening nodig heeft. Hiervoor kan
het kind opnieuw het Spelling-spiekboek gebruiken.
De werkwijze die toegepast kan worden bij het dictee, bevat de volgende stappen:
Stap 1
Laat alle kinderen uit de klas het dicteeblad maken. Hierop staat de werkwijze precies
beschreven.
Een belangrijk verschil met andere dictees is dat kinderen vòòr het noteren van de
woorden al een scheiding aanbrengen tussen woorden waarbij ze zeker zijn van de
schrijfwijze en bij welke woorden ze twijfelen.
Uit Spelling-spiekboek © Uitgeverij Zwijsen B.V. – www.zwijsen.be
6
Stap 2
Aan het einde van het dictee krijgt het kind, voordat hij of zij het dicteeblad inlevert, extra
tijd om zelf de woorden na te kijken met behulp van het Spelling-spiekboek. Het
verbetert dan de fouten in de derde schrijfkolom. Indien nodig kan hij of zij hierbij het
schema ‘Stap voor stap met de familie Spiek’ gebruiken.
Vervolgens moet het kind nagaan bij welke groep woorden de dicteewoorden horen en
wat de moeilijkheid is. Het moet bepalen of het gaat om een hoor-maarwoord,
volgwoord, regelwoord of een weetwoord.
Stap 3
Nadat het kind het dictee zelf heeft nagekeken, wordt het dicteeblad ingeleverd en kijkt u
het werk na. Bij het nakijken is het beter om geen streep onder de fout te zetten, maar
bijvoorbeeld een rondje om het hele woord of een puntje ervoor (dit voorkomt
verinnerlijking van de fout). In de laatste kolom van het dicteeblad kunt u de juiste
schrijfwijze noteren én de moeilijkheid markeren. (Bijvoorbeeld in het woord roei, de oei.)
Aan het einde van een dictee worden vaak enkele woorden aangeboden in zinnen.
Daarbij is het aan te raden, afhankelijk van het niveau van het spellingzwakke of
dyslectische kind, om alleen het betreffende woord te laten opschrijven. Wanneer er
toch hele zinnen geschreven worden, is het beter om alleen de fouten bij de centraal
staande spellingcategorieën te beoordelen.
Bijvoorbeeld: de moeilijkheid oei staat centraal en een kind schrijft het woord roeiboot
als roejbood. Reken dan alleen de oei (oej) fout, en niet de eind-d/t. Deze fout valt niet
onder de moeilijkheid die nu behandeld wordt. Het is wel raadzaam om beide fouten aan
te geven, maar dan bijvoorbeeld op twee verschillende manieren of met twee
verschillende kleuren.
Hoe gebruik ik het Spelling-spiekboek tijdens remedial teaching activiteiten?
Remedial teaching activiteiten zijn erop gericht om kinderen die het nodig hebben extra
hulp te geven. Dit kan zowel in als buiten de klas, maar ook zijn er tal van remedial
teaching-praktijken buiten de muren van de school. In veel gevallen zal de hulp geboden
worden door een gespecialiseerde leerkracht of remedial teacher.
Het Spelling-spiekboek is buitengewoon geschikt voor gebruik bij remedial teaching of
bij pre-teaching. Het is één van de weinige methodieken die erop gericht is om de extra
hulp te geven in het verlengde van wat er in de klas gebeurt. Kinderen belanden
daarmee niet, zoals helaas vaak aan de orde is, in twee werelden: de wereld in de klas
en de wereld daarbuiten. Zeker wanneer in beide werelden dezelfde problemen op
verschillende en soms tegenstrijdige manieren worden uitgelegd, ontstaan risico’s die
wellicht vermeden hadden kunnen worden.
De aanpak in het Spelling-spiekboek kan nauwkeurig aansluiten op de werkwijze in de
klas. Het kind kan aan de hand van de werkvormen in het boek aan de slag gaan met
dezelfde spellingproblemen die in de klas aan de orde zijn of komen. Hierdoor krijgt de
remedial teaching ook het karakter van extra onderwijstijd door meer instructie en meer
(in)oefening. Daarnaast is het mogelijk om het kind tijdens de remedial teaching te laten
oefenen met spellingproblemen die in de klas aan de orde waren en waarbij is
vastgesteld dat het kind nog niet de juiste beheersingsgraad heeft bereikt. In beide
gevallen zal het kind met een set woorden of spellingproblemen starten en deze
vervolgens extra gaan analyseren, groeperen en noteren aan de hand van het Spellingspiekboek.
De remedial teacher zal in eerste instantie heel direct betrokken zijn en de activiteiten
zullen samen uitgevoerd worden. Op het moment dat het kind voldoende thuis is in de
Uit Spelling-spiekboek © Uitgeverij Zwijsen B.V. – www.zwijsen.be
7
werkwijze van het Spelling-spiekboek, kan de remedial teacher zich wat terugtrekken en
is het ook mogelijk om de kinderen zelfstandig te laten werken met probleemwoorden. In
het verlengde hiervan is het zeker haalbaar om kinderen huiswerkopdrachten mee te
geven die ze zelfstandig of met behulp van hun ouders kunnen uitvoeren.
Hoe gebruik ik het Spelling-spiekboek in de thuissituatie?
In het voorafgaande heeft u kunnen lezen hoe het Spelling-spiekboek gebruikt kan
worden in de klas en bij remedial teaching-activiteiten. Tevens is het boek prima
bruikbaar in de thuissituatie. Spellingzwakke of dyslectische kinderen kunnen thuis aan
de slag en via de werkwijze van het Spelling-spiekboek hun inzicht in de spelling
vergroten. Als kinderen vertrouwd zijn met de werkwijze, dan kan dit in een zelfstandige
vorm. Daarnaast is het denkbaar dat ouders begeleiding geven bij het uitvoeren van de
activiteiten. Doordat de aanpak van het Spelling-spiekboek eenvoudig is en uitgevoerd
kan worden met alle soorten woorden is er geen belemmering om hiermee te starten.
Het schema ‘Stap voor stap met de familie Spiek’ is hierbij een goed startpunt.
Indien er vanuit school geen informatie beschikbaar is over de spellingproblemen die het
spellingzwakke of dyslectische kind niet beheerst, dan kunnen de fout gespelde
woorden als aangrijpingspunt worden genomen. De ouder stelt dan zelf een lijst met
moeilijke woorden op en deze kan volgens het stappenschema van het Spellingspiekboek verder geoefend worden, totdat het kind meer inzicht heeft opgebouwd in de
schrijfwijze van de betreffende woorden. Een regelmatige herhaling via de aanpak van
het Spelling-spiekboek kan van toegevoegde waarde zijn, omdat de kans dat verworven
inzichten weer even wegzakken, vrij groot is.
Natuurlijk zijn er ook diverse spelvormen mogelijk. Een ouder kan bijvoorbeeld enkele
woorden opnoemen en het kind moet met het Spelling-spiekboek ‘raden’ bij welke groep
woorden deze woorden horen.
Auteurs: Annica van de Kamp en Marlous Metz
Uit Spelling-spiekboek © Uitgeverij Zwijsen B.V. – www.zwijsen.be
8
Download