naar bovenWanneer komt u in aanmerking voor een WAO

advertisement
WAO
Wanneer komt u in aanmerking voor een WAO-uitkering?
De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is op 29 december 2005 vervangen
door de WIA; de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Als u al een WAO-uitkering
hebt, blijft u in de WAO. Wel kunt u worden herkeurd volgens strengere criteria. Dit kan
gevolgen hebben voor de hoogte van uw uitkering.
Twee uitkeringen
De WAO geeft u een (tijdelijke) loonvervangende uitkering als u langer dan twee jaar geheel
of gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent.
De WAO kent twee uitkeringen: de loondervingsuitkering en de vervolguitkering. Als u
jonger bent dan 33 jaar, dan ontvangt u alleen de vervolguitkering.
Re-integratie is einddoel
Dat u een WAO-uitkering hebt, wil niet zeggen dat u helemaal niet kunt werken. Vaak blijft
er veel werk over dat u wél kunt doen. Het is de bedoeling dat u – voor zover mogelijk – blijft
werken of weer aan de slag gaat. Re-integratie blijft het einddoel. Daarom moet u blijven
werken aan uw herstel en kijken naar de mogelijkheden om te werken.
Wanneer wordt u herbeoordeeld voor de WAO?
Uw WAO-uitkering verandert mee met uw situatie. Als uw gezondheid, werk of loon
verandert, dan verandert mogelijk ook uw uitkering. Daarom blijft het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) uw situatie (her)beoordelen.
Als u op 1 juli 2004 45 jaar of ouder was (dus op of voor 1 juli 1959 geboren) wordt u
volgens oude regels herkeurd.
Persoonlijke uitnodiging
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) is op 1 oktober 2004 met de
nieuwe beoordelingen begonnen. U krijgt hiervoor een persoonlijke uitnodiging. Zolang u
niet bent opgeroepen en herbeoordeeld en zolang uw situatie gelijk blijft, verandert er niets in
uw uitkering.
Wat houdt de nieuwe beoordeling voor de WAO in?
Na uw oproep krijgt u eerst een medisch en daarna een arbeidskundig onderzoek. U mag
daarbij iemand meenemen. Wilt u een gesprek met de arbeidsdeskundige vóórdat u medisch
wordt onderzocht, dan kan dat als u daarom vraagt.
De verzekeringsarts bespreekt en onderzoekt uw lichamelijke of psychische klachten zoals u
gewend bent. Na dit medische onderzoek krijgt u de arbeidskundige herbeoordeling (behalve
wanneer u lichamelijk of psychisch gezien helemaal niet meer kunt werken). Vooral bij deze
1
arbeidskundige beoordeling ligt de nadruk meer dan voorheen op de mogelijkheden die u hebt
om nog te werken.
De arbeidsdeskundige selecteert uit het computersysteem van het UWV drie functies die voor
u geschikt zijn. Het UWV zoekt géén baan voor u in deze functies en dit is zeker niet het
enige werk dat u nog kunt of móet doen. Het gaat erom wat u maximaal kunt verdienen.
Drie belangrijke punten hierbij zijn:
1. Per functie kiest de arbeidsdeskundige drie bestaande banen. Ook functies met andere
of meer werkuren dan u gewend bent tellen mee, behalve als de verzekeringsarts vindt
dat dit niet kan. Als u parttime werkte, kiest de arbeidsdeskundige ook fulltimefuncties voor u uit. Behalve als de arts heeft besloten dat u niet fulltime mag werken.
2. Het tijdstip waarop u vroeger werkte, speelt geen rol meer. Als u bijvoorbeeld van
09.00 tot 17.00 uur werkte, mag de arbeidsdeskundige ook een functie uitkiezen
waarbij in ploegendiensten wordt gewerkt. De arbeidsdeskundige mag niet van u
vragen dat u nachtwerk (tussen 00.00 en 06.00 uur) gaat doen. Dat mag wel als u al
nachtwerk deed.
3. De arbeidsdeskundige neemt aan dat u normale vaardigheden hebt die van iedereen
mogen worden verwacht en die gemakkelijk zijn aan te leren. Hij of zij gaat er
bijvoorbeeld vanuit dat iedereen eenvoudig pc-werk kan doen en (voldoende)
Nederlands spreekt. Dat ligt natuurlijk anders als er medische problemen in het spel
zijn.
Het middelste loon uit de 3 bestaande banen is uw restverdiencapaciteit.
De arbeidsdeskundige vergelijkt dit met het loon dat u verdiende voordat u ziek werd. Dit
wordt uw 'maatmanloon' genoemd. Het verschil is uw arbeidsongeschiktheidspercentage.
Als er niet minstens drie beroepen zijn die u nog kunt doen, bent u voor 100%
arbeidsongeschikt.
Voorbeelden
Marco Scholten verdiende als loodgieter € 25 bruto per uur. Na een ongeval kan hij volgens
de arbeidsdeskundige nog aan de slag als controleur van drukmeters, portier
en heftruckchauffeur. Als controleur kan hij € 19 per uur verdienen, als portier € 17,25 en als
heftruckchauffeur € 21. Het loon als controleur wordt gebruikt om zijn arbeidsongeschiktheid
te berekenen. Dat gaat als volgt: het verschil tussen zijn oude loon en het loon dat hij nog kan
verdienen is € 25 - € 19 = € 6. Dat is 24% van zijn oude loon. Marco is dus voor 24%
arbeidsongeschikt.
Hans Korte is loodgieter en verliest bij een ongeval een hand. Als loodgieter is hij dan
arbeidsongeschikt. Maar hij zou na omscholing nog wel heel goed controleur van drukmeters
in de chemische industrie kunnen worden, waarmee hij een vergelijkbaar loon verdient. Hij is
dan niet arbeidsongeschikt in de zin van de WAO.
Inge Kieviet is hoofd van de financiële administratie bij een groot bedrijf. Zij krijgt
hartklachten en kan haar werk niet meer doen. Zij kan nog wel als financieel medewerkster
aan de slag. Daarmee kan zij de helft van haar oude salaris verdienen. Inge
is arbeidsongeschikt voor de WAO (50%).
2
Uw mogelijkheden om te werken worden even serieus genomen als uw psychische of
lichamelijke klachten.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) werkt bij de beoordeling van
arbeidsongeschikten met protocollen. Deze protocollen helpen verzekeringsartsen bij het
beoordelen van bepaalde diagnoses, bijvoorbeeld of iemand in de toekomst nog
mogelijkheden heeft om te werken. Met het gebruik van protocollen worden beoordelingen
eenduidiger.
Voor wie geldt de herbeoordeling?
UWV nodigt iedereen voor een eenmalige herbeoordeling uit die tussen 31 juli 1993 en
1 oktober 2004 een WAO-uitkering heeft gekregen.
UWV beoordeelt vanaf 1 oktober 2004 uw mogelijkheden om te werken met nieuwe,
strengere regels. Alleen als u op 1 juli 2004 tussen de 45 en 50 jaar was wordt u volgens de
oude regels herkeurd.
U krijgt dus geen eenmalige herbeoordeling als u:


geen uitkering meer ontvangt;
op 1 juli 2004 ouder dan 50 jaar was.
Dit betekent niet dat u nooit meer een herbeoording kijgt. Als uw inkomen of gezondheid
verandert moet u dat doorgeven aan UWV. Zij nodigen u dan opnieuw uit voor een
herbeoording.
Hoe en wanneer wordt u opgeroepen?
UWV is op 1 oktober 2004 met de herbeoordelingen begonnen. U krijgt hiervoor een
persoonlijke uitnodiging. Zolang u niet bent opgeroepen en herbeoordeeld en zolang uw
situatie gelijk blijft, verandert er niets in uw uitkering. Natuurlijk kunt u zelf alvast starten
met uw re-integratie. Wilt u daarbij ondersteuning, bel dan de Re-integratietelefoon van het
UWV: 0900-9294 (lokaal tarief).
De verwachting is dat de herbeoordelingsoperatie in het eerste kwartaal 2009 voltooid wordt.
Wat zijn de gevolgen voor uw uitkering?
De nieuwe beoordeling bepaalt wat er met uw uitkering gebeurt.


Uw uitkering blijft gelijk
Blijft u na de herbeoordeling in dezelfde arbeidsongeschiktheidsklasse? Uw uitkering
blijft dan gelijk, net als de rechten en plichten die erbij horen.
Uw uitkering verandert
Komt u in een andere arbeidsongeschiktheidsklasse terecht? De regels die bepalen
welk uitkeringsbedrag bij welke klasse hoort, veranderen niet. Het kan zijn dat uw
medische situatie is verslechterd, dan wordt uw uitkering misschien hoger. Maar houd
er rekening mee dat het UWV uw uitkering kan verlagen of stopzetten als blijkt dat u
3
juist minder of niet meer arbeidsongeschikt bent. Dat gebeurt pas twee maanden nadat
u de beslissing hierover thuiskrijgt.
Wat er ook met uw uitkering gebeurt, u krijgt voortaan niet meer elke vijf jaar een vaste
herbeoordeling. Dit betekent niet dat u nooit meer een herbeoordeling zult krijgen. Dat kan
nog wel als de verzekeringsarts of de arbeidsdeskundige dat nodig vindt of als uzelf erom
vraagt. Het UWV kan daarna eventueel uw uitkering (opnieuw) aanpassen.
Te weinig inkomen. Recht op Werkloosheiduitkering?
Soms lukt het toch niet om (meer) passend werk te vinden of verdient u toch niet genoeg. Om
het verlies aan inkomen op te vangen, kunt u een Werkloosheidsuitkering (WW) aanvragen.
Had u naast uw WAO al WW, dan bekijkt het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV) of u in aanmerking komt voor een hogere WW-uitkering.
Had u nog geen WW-uitkering, dan kunt u die aanvragen bij UWV WERKbedrijf (voorheen
CWI). Het UWV beoordeelt of u daarvoor in aanmerking komt. U moet wel aan een aantal
voorwaarden voldoen.
Na herkeuring geen uitkering. Recht op TRI-uitkering?
Krijgt u na de herbeoordeling een lagere uitkering of helemaal geen uitkering meer? En krijgt
u ook geen WW-uitkering? Dan kunt u misschien een TRI-uitkering krijgen. TRI is de
Tijdelijke Regeling Inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten. Met de TRI
krijgt u een aanvulling op uw inkomen. Dit wordt aangevuld tot het bedrag dat u vóór de
verlaging van uw uitkering had. De aanvulling duurt maximaal 12 maanden. Zo hebt u langer
de tijd om werk te vinden zonder dat uw inkomen achteruit gaat.
Bijzondere bepalingen herziening WAO-uitkering
In de WAO is een aantal bijzondere bepalingen opgenomen over de herziening van de
uitkering:

herziening bij minder dan 45 procent arbeidsongeschiktheid: de wachttijd voor
verhoging van de uitkering is 104 weken én u moet door werk of een
Werkloosheidsuitkering (WW) verzekerd zijn voor de WAO. Als de toename van
arbeidsongeschiktheid uit dezelfde oorzaak voortkomt, dan is de wachttijd vier weken
en is verzekering geen voorwaarde.
Voorbeeld
Annet van den Berg heeft sinds 2001 reuma en is sinds 2004 voor 35 tot 45%
arbeidsongeschikt. Zij ontvangt daarvoor een WAO-uitkering. Daarnaast krijgt zij WW.
Maar Annets ziekte verergert en vanaf 2 januari 2006 kan zij helemaal niet meer werken.
Omdat haar arbeidsongeschiktheid binnen 5 jaar is toegenomen door dezelfde oorzaak
(reuma), krijgt zij al na 4 weken een hogere uitkering.
Maar stel dat de arbeidsongeschiktheid van Annet was toegenomen doordat zij op 2 januari
2006 een auto-ongeval had gehad, met ernstige nek- en rugklachten als gevolg. Dan wordt
4
haar uitkering pas na 104 weken verhoogd. Had Annet geen WW gehad naast haar WAOuitkering, dan had zij in dit geval helemaal geen hogere WAO gekregen.



herziening bij meer dan 45 procent arbeidsongeschiktheid: de wachttijd voor
verhoging van de uitkering is vier weken en verzekering voor de WAO is daarbij geen
voorwaarde.
herziening zonder wachttijd: De uitkering wordt direct verhoogd als uw
arbeidsongeschiktheid opnieuw toeneemt binnen vier weken nadat de uitkering is
toegekend.
garantieregeling voor arbeidsongeschikten die 45 jaar of ouder zijn: uw uitkering is
verlaagd of beëindigd, maar u kunt binnen vijf jaar opnieuw niet meer werken
vanwege ziekte. In dat geval kunt u een uitkering krijgen gebaseerd op uw oude
dagloon.
Hoe hoog is de WAO-uitkering?
De WAO-uitkering bestaat uit twee fasen:

De loondervingsuitkering is gebaseerd op het dagloon. Dit is het loon dat u
gemiddeld per dag verdiende in het jaar voordat u arbeidsongeschikt werd. Voor
het dagloon geldt een maximum (vanaf 1 juli 2009 185,46 euro bruto).
Maandelijks wordt acht procent gereserveerd voor de vakantietoeslag, die in mei
wordt uitbetaald. De duur van de loondervingsuitkering hangt af van uw leeftijd
toen u in de WAO terecht kwam. In de tabel kunt u zien hoe lang dat is.
Als u nog arbeidsongeschikt bent nadat de duur van de loondervingsuitkering verstreken is,
hebt u recht op een vervolguitkering. De vervolguitkering is gebaseerd is op het
vervolgdagloon. De vervolguitkering kan in principe doorlopen tot het 65ste jaar.
Het vervolgdagloon wordt als volgt berekend: voor elk jaar dat iemand op de ingangsdatum
van de WAO-uitkering ouder is dan 15 jaar, wordt 2 procent van het verschil tussen het
vroegere loon (maximaal 185,46 euro per dag) en het minimumloon inclusief 8 procent
vakantietoeslag (68,85 euro per dag) opgeteld bij dat minimumloon. Als iemand bijvoorbeeld
op de ingangsdatum 45 jaar is, dus 30 jaar ouder dan 15 jaar, gaat het om (30x2 procent =) 60
procent van dat verschil. Dit bedrag, opgeteld bij het minimumloon, is het vervolgdagloon en
vormt de basis voor de vervolguitkering.
Voorbeelden loondervingsuitkering
Ramona (35 jaar) heeft een dagloon van € 100. Zij is 100% arbeidsongeschikt. Ramona krijgt
een loondervingsuitkering van 75% x € 100 = € 75.
Joost (40 jaar) heeft ook een dagloon van € 100. Hij is voor 25 tot 35% arbeidsongeschikt.
Joost krijgt een loondervingsuitkering van 21% x € 100 = € 21.
Voorbeelden vervolguitkering
André de Lange is op de eerste WAO-dag 40 jaar en voor 80-100% arbeidsongeschikt. Hij
verdiende voordat hij arbeidsongeschikt werd € 120 bruto per dag. Het minimumloon per
dag is € 70 (fictief bedrag).
5
André krijgt eerst een jaar loondervingsuitkering van 75% x € 120 = € 90 per dag. Daarna
krijgt hij een vervolguitkering. Die wordt stap voor stap als volgt berekend:
40 jaar - 15 jaar = 25 jaar;
25 x 2% = 50%;
50% van (€ 120 - € 70 = € 50) = € 25;
vervolgdagloon = € 70 plus € 25 = € 95;
vervolguitkering = 75% x € 95 = € 71,25 per dag.
Het verschil tussen de loondervingsuitkering en de vervolguitkering is het 'WAO-gat'. In dit
voorbeeld is dit: € 90 - € 71,25 = € 18,75 per dag.
Hoe lang duurt de loondervingsuitkering?
Uw leeftijd op de ingangsdatum WAO-uitkering De lengte van de loondervingsuitkering
tot en met 32 jaar
geen loondervingsuitkering
33 tot en met 37 jaar
½ jaar
38 tot en met 42 jaar
1 jaar
43 tot en met 47 jaar
1½ jaar
48 tot en met 52 jaar
2 jaar
53 tot en met 57 jaar
3 jaar
58 jaar
6 jaar
59 jaar en ouder
tot het 65e jaar
Arbeidsongeschiktheidsklassen en uitkering
De hoogte van de loondervingsuitkering en vervolguitkering is, behalve van het
(vervolg)dagloon, afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. De uitkering bedraagt
maximaal 75 procent van het loon gebaseerd op het (maximum)dagloon. Deze mate van
arbeidsongeschiktheid wordt bepaald aan de hand van wat u nu nog kunt verdienen en wat u
zou verdienen als u niet arbeidsongeschikt was geworden.
Bij arbeidsongeschiktheidspercentage van
80 tot 100%
65 tot 80%
55 tot 65%
45 tot 55%
35 tot 45%
25 tot 35%
15 tot 25%
Bedraagt de uitkering
(inclusief vakantietoeslag)
75% van uw dagloon
50,75% van uw dagloon
42% van uw dagloon
35% van uw dagloon
28% van uw dagloon
21% van uw dagloon
14% van uw dagloon
Voorbeelden
Samira is voor 43% arbeidsongeschikt. Zij valt dus in de arbeidsongeschiktheidsklasse 35 tot
45%. Daarbij hoort een WAO-uitkering van 28% van haar dagloon.
6
Sjoerd is voor 100% afgekeurd. Hij valt dus in de klasse 80 tot 100%. Hij krijgt een WAOuitkering van 75% van zijn dagloon.
Hulpbehoevend
Als u als arbeidsongeschikte zodanig hulpbehoevend bent dat geregeld verzorging nodig is,
kan de uitkering worden verhoogd tot maximaal 100 procent van het (vervolg-) dagloon. Dit
geldt niet als u in een instelling bent opgenomen en de kosten daarvan door een verzekeraar
worden betaald.
Onder sociaal minimum
Als uw WAO-uitkering samen met het overige gezinsinkomen onder het voor u geldende
sociaal minimum blijft, kunt u een toeslag op grond van de Toeslagenwet aanvragen.
Dagloon
Bij de berekening van uw WAO-uitkering komt het begrip 'dagloon' om de hoek kijken. Kort
gezegd is dit het loon dat u gemiddeld per dag verdiende in het jaar voordat u werkloos of
ziek werd. Dit wordt het refertejaar genoemd. Uw uitkering is op dit loon gebaseerd. U
ontvangt een percentage van uw dagloon, bijvoorbeeld 70% of 75%.
De basis voor het dagloon is het loon waarover de Belastingdienst premie heft. Dit is in elk
geval:






uw vaste loon (per uur, dag, week of maand)
de vakantietoeslag
een dertiende maand of vaste winstuitkering
ploegentoeslag
vergoedingen voor overwerk
een bijdrage in de levensloopregeling.
Over pensioenpremie en spaarloon betaalt u geen premie. Deze bedragen zitten dus niet in uw
dagloon. U krijgt er geen uitkering over.
Het loon dat u in het refertejaar hebt verdiend, wordt gedeeld door 261 werkdagen. Bent u
herintreder of starter en hebt u nog geen jaar gewerkt? Dan wordt uw loon gedeeld door het
aantal doordeweekse dagen vanaf de dag dat u bent gaan werken. Het resultaat is uw dagloon.
Let op: Voor de vakantietoeslag en periodieke vergoedingen wordt uitgegaan van het bedrag
dat u in het refertejaar hebt opgebouwd. Dit kan afwijken van het bedrag dat u in dat jaar
uitbetaald hebt gekregen.
Het dagloon heeft een maximum. Over het inkomen boven dit maximum krijgt u geen
uitkering.
Het UWV past het dagloon op 1 januari en 1 juli van elk jaar aan. Dit heet indexeren.
Dagloongaranties
Uw WAO-uitkering is normaal gesproken gebaseerd op uw laatstverdiende loon. Dat is
nadelig als u een baan accepteert met een lager loon. Daarom zijn er speciale
'dagloongaranties' voor WAO'ers die weer gaan werken. Die maken
7
het aantrekkelijker om een baan met een lager loon dan vroeger te accepteren. Ook is er een
dagloongarantie voor 55-plussers die bij hun werkgever lager betaald werk gaan doen.
Welke dagloongaranties zijn er?



Er is een dagloongarantie voor arbeidsongeschikten die binnen vijf jaar na het einde
van hun WAO-uitkering weer in de WAO terecht komen doordat hun ziekte is
verergerd. Zij krijgen een uitkering op basis van hun oude dagloon, als dat hoger is
dan hun nieuwe dagloon.
Voor WAO'ers van 45 jaar en ouder is er een soortgelijke dagloongarantie waarbij de
ziekte-oorzaak niet uitmaakt.
Er is een dagloongarantie voor 55-plussers die een lager betaalde baan accepteren bij
hun werkgever ('demotie'). Als zij vervolgens arbeidsongeschikt worden, wordt het
dagloon gebaseerd op hun oude (hogere) loon. Er is wel een maximum.
Het UWV kan meer vertellen over de dagloongaranties.
Wat gebeurt er met uw WAO-uitkering als u gaat werken?
U hebt geen toestemming nodig van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV) als u gaat werken. Wel moet u UWV op de hoogte brengen, omdat zij beoordelen of
uw uitkering aangepast moet worden.
Pas vijf jaar nadat u een baan hebt gevonden, wordt u herbeoordeeld. Tot aan dat moment
vindt alleen inkomstenverrekening plaats.
Onbetaald werk
Gaat u onbetaald werk doen? Dan heeft dit meestal geen gevolgen voor uw WAO-uitkering.
U moet het wel even doorgeven aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV) als u ook een Werkloosheidsuitkering (WW) ontvangt of een re-integratietraject volgt
via UWV.
Wanneer stopt uw WAO-uitkering?
Uw WAO-uitkering heeft geen vaste einddatum. U krijgt de uitkering zolang u aan alle
voorwaarden voldoet. De uitkering stopt als u:







minder dan 15% arbeidsongeschikt wordt;
niet meewerkt aan de (her)beoordeling;
langer dan 3 maanden in een land bent dat niet tot de EU behoort of waarmee
Nederland geen verdrag over sociale zekerheid heeft gesloten;
een maand in detentie bent;
illegaal in Nederland verblijft;
65 jaar wordt;
overlijdt.
8
Wat gebeurt er met uw WAO-uitkering als u naar het
buitenland gaat?
Of u met uw WAO-uitkering naar het buitenland kunt, is afhankelijk van de verblijfsduur en
het land waar u verblijft.
Vakantie
U kunt met een WAO-uitkering gewoon met vakantie gaan. Als u in Nederland blijft of
maximaal vier weken naar het buitenland gaat, dan hoeft u dit niet te melden aan het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).
Als u langer dan vier weken met vakantie gaat moet u UWV uiterlijk twee weken voor vertrek
hierover inlichten. UWV hoeft geen toestemming te geven, maar moet wel weten waar u
bereikbaar bent voor bijvoorbeeld een medisch onderzoek of noodzakelijke informatie. UWV
kan ook een buitenlandse instantie vragen de medische controle over te nemen. U bent
verplicht daaraan mee te werken.
Wonen in het buitenland
Het is mogelijk om met een WAO-uitkering in het buitenland te gaan wonen. In dat geval
moet u rekening houden met de Wet beperking export uitkeringen (Wet BEU).



U kunt uw volledige WAO-uitkering meenemen naar de landen van de Europese Unie
(EU) en de landen van de Europese Economische Ruimte (EER). De EER-landen zijn
de landen van de Europese Unie plus IJsland, Noorwegen en Liechtenstein. U kunt uw
volledige WAO-uitkering ook meenemen naar de Nederlandse Antillen en Aruba.
Wanneer u wilt verhuizen naar een ander verdragsland dan hiervoor genoemd dan
hangt het van de inhoud van het verdrag af wat er met uw uitkering gebeurt.
Als u naar een niet-verdragsland verhuist, dan stopt uw WAO-uitkering.
Wat gebeurt er met uw WAO-uitkering als u overlijdt?
Als u komt te overlijden, stopt uw WAO-uitkering. Uw nabestaanden kunnen bij het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) een overlijdensuitkering aanvragen.
De overlijdensuitkering is gelijk aan één bruto WAO-maanduitkering. UWV berekent bij
overlijden ook meteen het opgebouwde vakantiegeld en keert het uit. Het kan zijn dat de
netto-uitkering na het overlijden nog een tijdje is doorbetaald. In dat geval wordt de teveel
betaalde uitkering van de overlijdensuitkering afgetrokken.
9
Download