Lesvoorbereiding

advertisement
Katholieke Hogeschool voor
Lerarenopleiding en
Bedrijfsmanagement
Oost-Vlaanderen
Lesvoorbereiding
Student leraar secundair onderwijs groep 1
Naam
Meirlaen Petra
Cluster
Wiskunde – fysica - informatica
Groep
2 LS 4
www.klbogent.be
Campus Kattenberg
Academiejaar 2000 - 2001
Stageschool
Kattenberg 9, B-9000 Gent
Tel. (09) 269 98 06  Fax (09) 223 73 82
E-mail: [email protected]
Stageles
Naam
Sint Amanduscollege Zuid
Datum
20 februari 2001
Adres
Krysantenlaan 6 ; 8500 Kortrijk
Vak/Leergeheel
Fysica
Naam mentor
Mevr. Verhelst
Lesonderwerp
Optica : Weerkaatsing van het licht
Afdeling
ASO
Leerjaar
3de economie wiskunde + moderne talen wiskunde
Lesuur
van …10.25 uur tot …11.15 uur
Lokaal
( fysicalokaal )
Didactische beginsituatie
Onderwerp vorige les
en/of gekende leerstof
Voortplanting van het licht
Voortaak
Andere gegevens
Bronnen
Bijlagen
de
Leerplan fysica 2 graad
Bordplan
Fysica Vandaag 3.2 ; uitgeverij Pelckmans ; 1999
Oplossingen van de oefeningen
ProefOndervindelijkeNatuurkunde ; uitgeverij De Garve Brugge ; 1991
Transparant 1 en 2 ( = leerlingenblaadjes )
LESONDERWERP: Weerkaatsing van het licht
ALGEMENE VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES: waarnemingen en resultaten van experimenten in woorden, afbeelding kunnen vastleggen. Zin voor orde en
nauwkeurigheid.
LEERPLANDOEL(EN): Weerkaatsing bij vlakke spiegels : - stralengang
- beeldvorming : reële en virtuele voorwerpspunten, omkeerbaarheid van stralengang.
LESDOELEN
LEERINHOUD
WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE
TIJD
7. Weerkaatsing van het licht
LESBEGIN
De apparatuur, gebruikt om de wetten
van de optica te onderzoeken kunnen
herkennen en benoemen.
7.1 Apparatuur
-
-
reuterlamp
optische schijf of schijf van Hartl
optische bank
Onderwijsleergesprek + tonen van de apparatuur
-
Welke toestellen die we gebruiken bij optica ken je reeds?
4’
LESUITWERKING
7.2 Weerkaatsingswetten
Enkele begrippen :
De symbolische voorstelling van een
vlakke spiegel kennen.
Onderwijsleergesprek + demonstratie
Transparant 1
( de verschillende begrippen worden uitgelegd a.d.h.v. een
tekening op transparant.)
- Om de weerkaatsingswetten te onderzoeken gebruiken
we een vlakke spiegel.
Symb. voorst. :
De begrippen invalspunt, normaal,
invalshoek en weerkaatsingshoek kunnen - Invallende straal
uitleggen met eigen woorden en kunnen - Invalspunt = het punt op de spiegel waar de
aanduiden op een figuur.
invallende straal invalt.
-
Wat is het invalspunt van een invallende straal ?
5’
LESDOELEN
LEERINHOUD
WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE
- Normaal = loodlijn op de spiegel, door het invalspunt
- weerkaatste straal
- invalshoek = de hoek tussen de invallende straal en de
normaal.
- weerkaatsingshoek = de hoek tussen de weerkaatste
straal en de normaal.
De drie weerkaatsingswetten kunnen
verwoorden.
Weerkaatsingswetten :
Proef 1 : boek p. 95
WET 1 : De invallende straal, de normaal en de
weerkaatste straal liggen in hetzelfde vlak.
Proef 2 : boek p. 96
WET 2 : De weerkaatsingshoek is gelijk aan de
invalshoek.
Proef 3 : boek p. 96
Het begrip lichtverstrooiing kunnen
verwoorden + kunnen toelichten a.d.h.v.
een voorbeeld uit het dagelijks leven.
Als de invalshoek de hoek is tussen de invallende straal en
de normaal, wat zal dan de weerkaatsingshoek zijn ?
( de lln komen vooraan zodat ze de proeven goed kunnen
zien )
Demonstratieproef 1
-
De normaal en de invallende lichtstraal liggen in het vlak
van de optische schijf. In welk vlak ligt de weerkaatste
straal ?
Demonstratieproef 2
-
Als we een invalshoek nemen van 20° / 30° / 60° , hoeveel
bedraagt de weerkaatsingshoek dan ?
Demonstratieproef 3
WET 3 : De gang van de lichtstralen is bij
weerkaatsing omkeerbaar.
-
Lichtverstrooiing of diffusie
Demonstratieproef 4
Proef 4 : boek p. 96
-
Lichtverstrooiing of diffusie = het verschijnsel
waarbij het licht in verschillende
richtingen weerkaatst wordt.
TIJD
We draaien de schijf om haar as zodat de invallende straal
de richting heeft van de weerkaatste straal met
weerkaatsingshoek 60°. Wat zie je ?
We strooien nu wat krijtpoeder op de spiegel. Zie je de
weerkaatste straal nog ?
We laten een lichtbundel invallen op alluminiumfolie waarvan
het oppervlak mooi vlak is .
- Wat zie je op het plafond ?
We laten een lichtbundel invallen op verfrommeld
alluminiumfolie.
- Zie je nu nog even duidelijk een lichtvlek op de zoldering?
8’
LESDOELEN
LEERINHOUD
Opdrachten : boek p. 97 – 98 – 99
WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE
TIJD
Transparant 2
( het begrip diffusie wordt nog eens uitgelegd a.d.h.v. een
tekening op transparant )
4’
Individuele oefening + klassikale verbetering
12’
Onderwijsleergesprek
6’
Opdracht 1 t.e.m. 9
7.3 Beeldvorming bij een vlakke spiegel
De begrippen voorwerp en beeld kunnen
omschrijven.
Wat we voor de spiegel plaatsen = voorwerp
Wat we in de spiegel zien = beeld van het voorwerp.
A) Beeldpunt van een voorwerpspunt
Proef : Een glazen plaat wordt loodrecht op de lessenaar
geplaatst. Aan weerszijden van de plaat zetten we 2
identieke kaarsjes. Het kaarsje voor de plaat, aan de
zijde van de waarnemer, wordt aangestoken. We
bewegen het tweede kaarsje zolang, tot we, als we
door het glas heen kijken, de indruk krijgen dat het
ook brandt. We onderzoeken de stand van beide
kaarsjes t.o.v. de glazen plaat.
De eigenschappen van het beeldpunt van Eigenschappen van het beeldpunt van een
een voorwerpspunt bij een vlakke spiegel voorwerpspunt bij een vlakke spiegel :
kunnen opsommen.
- Het beeldpunt ligt symmetrisch t.o.v. het
voorwerpspunt met de spiegel als symmetrieas.
- Het beeldpunt wordt niet op een scherm afgebeeld.
We noemen het een virtueel beeldpunt.
Demonstratie + onderwijsleergesprek
Een leerling probeert de kaarjes zodanig te plaatsen dat,
wanneer het kaarsje voor de glazen plaat brandt, het lijkt alsof
het kaarsje achter de glazen plaat ook brandt.
-
Wat is de stand van beide kaarsjes t.o.v. de glazen plaat ?
We vervangen het lampje dat niet brandt, door een
scherm. Wordt het brandend lampje op het scherm
afgebeeld ?
LESDOELEN
LEERINHOUD
WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE
4’
Verklaring : zie boek p. 100
De begrippen virtueel en reëel beeldpunt
kunnen omschrijven + de verschillen
tussen beiden kunnen aantonen.
Het beeld van een voorwerp met
regelmatige vorm kunnen construeren.
De eigenschappen van het beeld van een
voorwerp ( bij beeldvorming door een
vlakke spiegel ) kunnen opsommen.
TIJD
Een beeldpunt is virtueel als het gevormd wordt door
de verlengden van werkelijke lichtstralen. Dit
beeldpunt kan niet op een scherm opgevangen worden.
Een beeldpunt is reëel wanneer het gevormd wordt door
werkelijke lichtstralen die in dit punt samenkomen.
Het beeldpunt kan dan op een scherm opgevangen
worden.
B) Beeld van een voorwerp
 voor elk punt van het voorwerp ( met regelmatige
vorm ) , het symmetrische punt ten opzichte van de
spiegel bepalen.
Eigenschappen van het beeld :
- Ligging : symmetrisch t.o.v. het voorwerp, met de
spiegel als spiegelas.
- Aard : virtueel
- Grootte : even groot als het voorwerp
- Stand : links en rechts verwisseld.
LESAFSLUITING
Agenda : Weerkaatsing van het licht :
weerkaatsingswetten, beeldvorming bij een
vlakke spiegel
Individuele oefening
Boek p.100 : Teken het beeld van de vlakke figuren.
3’
Onderwijsleergesprek
- Wat kan je zeggen over de grootte van het voorwerp en
het beeld ?
- Wat kan je zeggen over de stand ? ( vergelijk links en
rechts )
2’
2’
Download