Vooraf - Het doopsel wordt bij voorkeur toegediend op zondag die immers de wekelijkse paasviering is waarmee het doopsel ten nauwste verbonden is. - Het doopsel wordt nooit meer op de dag van de geboorte of daags erna toegediend wat een afzonderlijke toediening van het doopsel noodzakelijk maakte. De Kerk vraagt nu pas te dopen als de moeder erbij aanwezig kan zijn. Daarom vraagt de Kerk nu ook om een gezamenlijke doop. Het is zeker tegen de bedoeling van de Kerk om op één zondag verschillende doopsels na elkaar toe te dienen in één en dezelfde kerk. Net als de andere initiatiesacramenten (vormsel en eerste communie) is het doopsel een sacrament van de gemeenschap. - Bij het doopsel van kinderen is voor een geoorloofde toediening van het doopsel vereist dat de bedienaar een zekere garantie heeft van de godsdienstige opvoeding van het kind. Als die garantie helemaal niet bestaat, omdat noch de ouders noch de naaste omgeving van het kind (school, familie, parochie) het kind een katholieke opvoeding te geven, moet de bedienaar het doopsel uitstellen tot die garanties wel aanwezig zijn. - Het doopsel van een kind kan incidenteel ook onder een eucharistieviering worden toegediend. Met houdt dan het volgende schema aan: - orgelspel terwijl de priester en de assistenten naar achter gaan om de dopeling, zijn ouders en peetouders te verwelkomen - Bij de ingang van de kerk vindt dan de ontvangst plaats zoals hieronder aangegeven. - Daarna trekt de liturgische stoet met daarachter ouders en peetouders de kerk in terwijl de intredezang gezongen wordt. - De schuldbelijdenis en “Heer, ontferm U” vervalt. - Op een zondag buiten de Advent en Veertigdagentijd zegt of zingt men nu de hymne “Eer aan God” gevolgd door het collectagebed van de dag. Op zondagen door het jaar is ook het misformulier voor het doopsel van kinderen toegestaan. - De liturgie van het Woord van de betreffende zondag wordt gevierd. Op zondagen door het jaar kunnen ook de lezingen uit Lectionarium IV blz. 536-546. - De geloofsbelijdenis wordt weggelaten. - De voorbede wordt ontleend aan de orde van dienst van het doopsel (zie hieronder). Aan het einde daarvan worden noden en voor kerk en wereld ingevoegd. Daarna volgen de aanroepingen van de heiligen. - Nu komt het exorcismegebed en de zalving - Daarna de viering van het Doopsel, met ondervraging en geloofsbelijdenis en de verklarende riten. Zie hieronder. - Daarna wordt de Mis voortgezet. 1 DE ONTVANGST VAN DE KINDEREN De priester/diaken gaat naar de ingang van de kerk waar de ouders, peter en meter met de dopeling wachten. De priester/diaken verwelkomt hen. Daarna vraagt hij aan de ouders: Welke naam hebt u aan uw kind gegeven? De ouders noemen de naam van het kind. Moge deze namen geschreven staan in het boek des levens en gegrift in de palm van Gods hand. Wat vraagt u voor N. van de Kerk van God? ouders: Het doopsel. (andere mogelijke antwoorden: Het geloof; de genade van Christus; de opneming in de Kerk; het eeuwig leven; Aan de Kerk van God vragen wij dat ons kind gedoopt wordt om te leven als kind van God.) Ouders, u vraagt het doopsel voor uw kind. Van u wordt verwacht, dat u uw kind opvoedt in het geloof en het leert leven naar Gods geboden volgens de woorden van Christus: bemint God en de naasten. Bent u zich bewust van de taak die u hiermee op u neemt? Ja, dat beseffen we. Ouders, door u zijn een peter en/of meter gekozen om u te helpen bij de geloofsopvoeding van uw kind. Mede namens de Kerk zullen zij u bijstaan en in voorkomende omstandigheden kunt u rekenen op hun steun. Daarom vraag ik u, peter en meter: bent u bereid de ouders in hun taak bij te staan? Ja, daartoe zijn wij bereid. ofwel: En u, peters en meters, bent u bereid de ouders in hun taak bij te staan? Ja. De gemeenschap van Jezus Christus neemt jullie, N.en N., met vreugde in haar midden op. Daarom geef ik je in naam van de Kerk het kruisteken, het teken van onze Verlosser. Ouders, peter en meter, geeft ook u na mij dit teken van Jezus Christus aan uw kind. De priester/diaken, en na hem de ouders en de peter en de meter, geven het kind een kruisteken op het voorhoofd. Daarna begeven allen zich zo mogelijk naar de plaats waar normaal de liturgiet van het woord gehouden wordt. 2 DE LITURGIE VAN HET WOORD De onderdelen zijn: LEZING(EN) UIT DE SCHRIFT HOMILIE VOORBEDE AANROEPING VAN DE HEILIGEN EXORCISMEGEBED ZALVING MET OLIE VAN DE GELOOFSLEERLINGEN Lezingen uit de Heilige Schrift Voor de viering van de dienst van het Woord zijn er verschillende mogelijkheden. Het minimale is één lezing uit de heilige Schrift. Maar men kan ook een woorddienst met twee of drie lezingen houden. Wij geven hier drie series lezingen met een antwoordpsalm en (alleluja)verzen voor het evangelie. In overleg kan men hieruit kiezen. Eerste lezing uit het Oude Testament 1. Uit het boek Exodus In die dagen leden de Israëlieten tijdens de woestijntocht hevige dorst. Zij bleven tegen Mozes morren en zeiden: ”Waarom hebt gij ons weggevoerd uit Egypte, als wij toch met kinderen en vee van dorst moeten sterven?” Mozes klaagde zijn nood bij de Heer: ”Wat moet ik toch aan met dit volk? Ze staan op het punt mij te stenigen.” De Heer gaf Mozes ten antwoord: ”Ga met enkelen van Israëls oudsten voor het volk uit, neem in uw hand de staf waarmee ge de Nijl geslagen hebt, en begeef u op weg. Ik zal ginds, voor uw ogen, op een rots staan, op de Horeb. Sla op die rots: er zal water uitstromen zodat de mensen kunnen drinken.” Mozes deed dat in het bijzijn van Israëls oudsten. Hij noemde de plaats Massa en Meriba vanwege de verwijten van de Israëlieten en omdat zij de Heer hadden uitgedaagd door zich af te vragen: ”Is de Heer nu bij ons of niet.” Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 3 2. Uit de profeet Ezechiël Zo spreekt de Heer: ”Ik zal u uit de heidenvolken weghalen en uit alle landen u samenbrengen en u laten terugkeren naar uw eigen grond. Ik zal u met zuiver water besprenkelen en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen. Ik geef u een nieuw hart en een nieuwe geest in uw binnenste: uw hart van steen haal ik uit u weg en Ik geef u een hart van vlees. Mijn geest stort Ik in uw binnenste en Ik bewerk dat gij gaat wandelen naar mijn wetten en dat gij mijn geboden nauwgezet naleeft. Dan zult gij wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, en gij zult mijn volk zijn en Ik uw God.” Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 3. Uit de profeet Ezechiël De engel van de heer bracht mij, Ezechiël, terug naar de ingang van de tempel. Daar zag ik hoe er van onder de drempel van de tempel water stroomde in oostelijke richting: de voorzijde van de tempel lag namelijk op het oosten. Het water vloeide onder de rechtervleugel van de tempel door, aan de zijde van het altaar. Daarop leidde hij mij door de noorderpoort naar buiten. Hij voerde mij buitenom naar de oostzijde: het water stroomde van onder de rechtervleugel. Toen ging Hij met een duimstok in de hand verder in oostelijke richting. Hij mat een afstand van duizend el en liet mij vervolgens door het water stappen: het reikte tot aan mijn enkels. Opnieuw mat hij duizend el af en liet mij door het water waden: het kwam tot aan mijn knieën; en hij mat nog eens duizend el af en liet mij weer door het water waden: nu kwam het tot aan mijn middel. Toen hij nog eens duizend el afgemeten had, 4 was het water een rivier geworden waar ik niet meer door heen kon waden; het water was zo diep dat men er niet stappend, maar allen zwemmend door kon komen. Toen vroeg hij mij: ”Ziet ge dat, mensenkind?” Daarna leidde hij mij terug langs de oever van de rivier. Terwijl hij mij terugvoerde, zag ik hoe er op beide oevers van de rivier heel veel bomen stonden. De engel van de Heer zie mij: ”De rivier stroomt naar de vlakte in het oosten, en verder stroomt hij naar de Araba om vervolgens uit te monden in de Zoutzee waarvan het water drinkbaar wordt. Overal waar de rivier stroomt, zullen de waterdieren in leven kunnen blijven. Er zal heel veel vis zijn, want overal waar de rivier komt, zal het water drinkbaar worden en zal alles in leven blijven. Op beide oevers van de rivier zullen allerlei vruchtbomen opschieten waarvan de bladeren niet verwelken en de vruchten niet opraken; want de bomen zullen elke maand vruchten dragen. Zij worden immers gevoed met water uit de tempel. De vruchten zullen dienen als voedsel en de bladeren als geneesmiddel.” Zo spreekt de Heer. Wij danken God. Antwoordpsalmen 1. Psalm 23 refr. De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort. De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort; Hij laat mij weiden op groene velden. Hij brengt mij aan water waar ik kan rusten, Hij geeft mij weer frisse moed. Mijn schreden leidt Hij langs rechte paden omwille van zijn Naam. Al voert mijn weg door donkere kloven, ik vrees geen onheil waar Gij mij leidt. Uw stok en uw herdersstaf 5 geven mij moed en vertrouwen. Gij nodigt mij aan uw tafel tot ergernis van mijn bestrijders. Met olie zalft Gij mijn hoofd, mijn beker is overvol. Voorspoed en zegen verlaten mij nooit, elke dag van mijn leven. Het huis van de Heer zal mijn woning zijn voor alle komende tijden. 2. Psalm 27 refr.: De Heer is mijn licht en mijn leidsman. ofwel Ontwaak, slaper, sta op uit de dood. Christus’ licht zal over u stralen. De Heer is mijn licht en mijn leidsman, wie zou ik vrezen; de Heer is de schuts van mijn leven, voor wie zou ik bang zijn? Eén ding slechts vraag ik de Heer, meer zal ik niet wensen: dat ik in Gods huis mag wonen zolang als ik leef; dat ik de beminnelijkheid van de Heer mag ervaren, zijn tempel weer met eigen ogen mag zien. Uw aanschijn, Heer, tracht ik te zien. Wil uw gelaat niet verbergen voor mij, verstoot mij, uw dienaar, niet in uw gramschap. Want Gij zijt mijn helper, verjaag mij dus niet. Ik reken erop in het land van de levenden het heil van de Heer te aanschouwen. Zie uit naar de Heer en houd dapper stand, wees moedig van hart en vertrouw op de Heer. 3. Psalm 34 Refr.: Ziet naar Hem op, dan straalt uw gelaat. ofwel Proeft en merkt hoe mild de Heer is. De Heer zal ik prijzen iedere dag, zijn lof ligt mij steeds op de lippen. 6 Mijn geest is fier op de gunst van de Heer, laat elk die het hoort zich verheugen. Ziet naar Hem op, dan straalt uw gelaat en zult ge niet blozen van schaamte. Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer, en redt hen uit hun ellende. De engel van God legt een schans om hen heen, om elk die God vreest te beschermen. Proeft en merkt op hoe mild de Heer is, gelukkig de mens die zijn heil zoekt bij Hem. Weerhoud dan uw tong van boosaardige taal, uw lippen van bedrieglijke woorden. Vermijd dan het kwade en doe slechts wat goed is, streef altijd naar vrede en laat die niet los. Het oog van de Heer is gericht op de vromen, zijn oor naar hun smeken gekeerd. Van boosdoeners keert Hij zijn aangezicht af, zij worden op aarde vergeten. Naar vromen die roepen luistert de Heer en redt hen uit iedere nood. De Heer is nabij voor rouwmoedige harten, Hij helpt wie zijn schuld erkent. Tweede lezing uit het Nieuwe testament 1. Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome. Broeders en zusters, Gij weet toch dat de doop, waardoor wij één zijn geworden met Christus Jezus ons heeft doen delen in zijn dóód? Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij een nieuw leven zouden leiden zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt. Zijn wij één met Hem geworden door het beeld van zijn dood, dan moeten we Hem ook volgen in zijn opstanding. 2. Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome. Broeders en zusters, wij weten dat God in alles het heil bevordert 7 van die Hem liefhebben, van hen die volgens zijn raadsbesluit geroepen zijn. Want die Hij tevoren heeft gekend, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid met het beeld van zijn Zoon, opdat deze de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Die Hij heeft voorbestemd, heeft Hij ook geroepen. Die Hij riep, heeft Hij gerechtvaardigd, en die Hij rechtvaardigde heeft Hij verheerlijkt. Wat moeten wij hieraan nog toevoegen? Indien God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Hij heeft zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard: voor ons allen heeft Hij Hem overgeleverd. En zou Hij ons na zulk een gave ook niet al het andere schenken? Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 3. Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte. Broeders en zusters, het menselijk lichaam vormt metzijn vele ledematen één geheel; alle ledematen, hoe vele ook, maken tezamen één lichaam uit. Zo is het ook met de Christus. Wij allen, Joden en Grieken, slaven en vrijen zijn immers in de kracht van één en dezelfde Geest door de doop één enkel lichaam geworden en allen werden wij gedrenkt met één Geest. Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 4. Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Galaten. Broeders en zusters, Gij zijt allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. De doop heeft u allen met Christus verenigd, Gij hebt Hem aangetrokken als een kleed. Er is nu geen sprake meer van Jood of heiden, slaaf of vrije, man of vrouw; allen tezamen vormt gij één persoon in Christus Jezus. Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 8 5. Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze. Broeders en zusters, ik, de gevangene in de Heer, vraag u met aandrang: leidt een leven dat beantwoordt aan de roeping die gij van God ontvangenhebt, in alle deemoed en zachtheid, in lankmoedigheid, liefdevol elkaar verdragend. Beijvert u de eenheid des Geestes te behouden door de band van de vrede: één lichaam en één Geest, zoals gij ook geroepen zijt tot een en dezelfde hoop, waarvoor Gods roeping borg staat. Eén Heer, één geloof, één doop. Eén God, en Vader van allen, die is boven allen, en met allen en in allen. Zo spreekt de heer. Wij danken God. 6. Uit de eerste brief van de heilige apostel Petrus Dierbaren, treedt toe tot Christus, de levende steen, door de mensen verworpen maar uitverkoren en kostbaar in het oog van God. Laat ook uzelf als levende stenen voegen in de bouw van de geestelijke tempel. Draagt als een heilig priesterschap geestelijke offers op die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus. Gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht: gij, vroeger geen volk, nu Gods volk; vroeger van genade verstoken, nu begenadigd. Zo spreekt de Heer. Wij danken God. (Alleluia)verzen voor het evangelie 1. (Alleluia) 9 Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven; al wie in hem geloofd, zal eeuwig leven hebben. (Alleluia) 2. (Alleluia) Ik ben het licht der wereld, zegt de Heer. Wie Mij volgt, zal het licht des levens bezitten, (Alleluia) 3. (Alleluia) Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt de Heer. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. (Alleluia) 4. (Alleluia) Eén Heer, één geloof, één doop, één Gpd en Vader van allen. (Alleluia) 5. (Alleluia) Christus Jezus, onze Heiland, heeft de dood vernietigd en heeft het leven doen aanlichten door het evangelie. (Alleluia) 6. (Alleluia) Gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige naties; verkondigt de roemruchte daden van Hem die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht. (Alleluia) Evangelies 1. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs. In die tijd vroeg een wetgeleerde aan Jezus om Hem op de proef te stellen: ”Meester, wat is het voornaamste gebod in de wet?” Hij antwoordde hem: 10 ”Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.” Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 2. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs. In die tijd trad Jezus nader en sprak tot de elf leerlingen: ”Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.” Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 3. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus In die tijd vertrok Jezus uit Nazareth in Galilea en liet zich in de Jordaan door Johannes dopen. En op hetzelfde ogenblik dat Hij uit het water opsteeg, zag Hij de hemel openscheuren en de geest als een duif op zich neerdalen. En er kwam een stem uit de hemel: ”Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb Ik welbehagen.” Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 4. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus. In die tijd brachten de mensen kinderen bij Jezus met de bedoeling dat Hij ze zou aanraken. Maar bars wezen de leerlingen ze af. Toen Jezus dat zag, zei Hij verontwaardigd: ”Laat die kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk van God niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan.” 11 Daarop omarmde Hij ze en zegende hen, terwijl Hij hun de handen oplegde. Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 5. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus. In die tijd trad een schriftgeleerde op jezus toe en legde Hem de vraag voor: ”Wat is het allereerste gebod?” Jezus antwoordde: ”Het eerste is: Hoor, Israël! De Heer onze God is de enige Heer. Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. Het tweede is: gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Er is geen ander gebod voornamer dan die twee.” Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 6. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. Er was onder de farizeeën iemand die Nikodemus heette. Hij behoorde tot de voornaamste van de Joden. Eens kwam hij in de nacht bij Jezus en zei: ”Rabbi, wij weten dat Gij van Godswege als leraar gekomen zijt, want niemand kan die tekenen doen die Gij verricht als God niet met hem is.” Jezus gaf hem ten antwoord: ”Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Rijk van God niet zien.” Nikodemus zei tot Hem: ”Hoe kan een mens geboren worden als hij al oud is? Kan hij soms in de schoot van zijn moeder terugkeren en opnieuw geboren worden?” Jezus antwoordde: ”Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet geboren wordt uit water en geest kan hij het rijk Gods niet binnengaan. Wat geboren is uit vlees is vlees en wat geboren is uit de Geest is geest. 7. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. 12 In die tijd kwam Jezus in een stad van Samaria, Sichar genaamd, dichtbij een stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef had gegeven. daar bevond zich de bron van Jakob en vermoeid van de tocht ging Jezus zo maar bij de bron zitten. Het was rond het middaguur. Toen een vrouw uit Samaria water kwam putten zei Jezus tot haar: ”Geef Mij te drinken.” De leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om levensmiddelen te kopen. De Samaritaanse zei tot Hem: ”Hoe kunt Gij als jood nu te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse?” - Joden namelijk onderhouden geen betrekkingen met de Samaritanen. Jezus gaf ten antwoord: ”Als ge enige begrip hadt van de gave Gods en als ge wist wie het is, die u zegt: geef Mij te drinken, zoudt ge het aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven.” Daarop zei de vrouw tot Hem: ”Heer, Ge hebt niet eens een emmer en de put is diep: waar haalt Ge dan dat levende water vandaan? Zijt Ge soms groter dan onze vader Jakob die ons d eput gaf en er met zijn zonen en zijn veel uit dronk?” Jezus antwoordde haar: ”Iedereen die van dit water drinkt, krijgt weer dorst, maar wie van het water drink dat Ik hem zal geven, krijgt in eeuwigheid geen dorst emer; integendeel het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een waterbron worden, opborrelend tot eeuwig leven.” Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 8. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. In die tijd zei jezus tot de menigte: ”Niemand kan tot Mij kome, als de Vader die Mij zond, hem niet trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Er staat geschreven bij de profeten: en allen zullen door God onderricht worden. Al wie naar de leer van de Vader geluisterd heeft, komt tot Mij. 13 Niet dat iemand de Vader gezien heeft: alleen degene die uit God is, heeft de Vader gezien. Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: wie gelooft, heeft eeuwig leven.” Zo spreekt de Heer. Wij danken God 9. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. In die tijd riep Jezus met luider stem: ”Als iemand dorst heeft, hij kome tot Mij. Wie in Mij gelooft, hij drinke! Zoals de Schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binneneste vloeien.” Hiermee doelde Hij op de Geest die zij die in Hem geloofden, zouden ontvangen. Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 10. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. In die tijd zag Jezus in het voorbijgaan een man die blind was van zijn geboorte af. Zijn leerlingen vroegen Hem: ”Rabbi, wie heeft gezondigd, hijzelf of zijn ouders, dat hij blind geboren werd?” Jezus antwoordde: ”Noch hij, noch zijn ouders hebben gezondigd, maar de werken van God moeten in hem openbaar worden. Wij moeten de werken van Hem die Mij gezonden heeft, verrichten zolang het dag is. Er komt een nacht en dan kan niemand werken. Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht der wereld.” Toen Hij zit gezegd had, spuwde Hij op de grond, maakte van speeksel slijk, bestreek daarmee de ogen van de man en zei tot hem: Ga u wassen in de vijver van Siloam” - wat betekent: gezondene -. Hij ging ernaar toe, waste zich 14 en kwam er ziende vandaan. Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 11. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ”Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt, snijdt Hij af; en elke die wel vrucht draagt, zuivert Hij, opdat zij meer vrucht mag dragen. Gij zijt al rein dank zij het woord dat Ik tot u gesproken heb. Blijft in Mij, dan blijf Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, maar alleen als ze blijft aan de wijnstok, zo zult gij evenmin vrucht dragen, als gij niet blijft in Mij. Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft terwijl Ik blijf in hem die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt ge niets. Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij weggeworpen als rank en verdort; men brengt ze bij elkaar, gooit ze in het vuur en ze verbranden. Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen. Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt dat gij rijke vruchten draagt: zo zult gij mijn leerlingen zijn. Zoals de Vader Mij heeft liefgehad zo heb ook Ik u liefgehad. Blijt in mijn liefde, Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik, die de geboden van mijn Vader heb onderhouden, in zijn liefde blijf. Dit zeg Ik u, opdat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden.” Zo spreekt de Heer. Wij danken God. 12. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. 15 Aangezien het voorbereidingsdag was en de joden niet wilden dat de lichamen op sabbat aan het kruis bleven - het was bovendien een grote sabbat -, vroegen zij aan Pilatus verlof de benen van de gekruisigden te breken en hen weg te nemen. Daarom kwamen de soldaten en sloegen zowel bij de ene als bij de andere die met Hem was gekruisigd de benen stuk. Toen zij echter bij jezus kwamen en zagen dat Hij reeds dood was, sloegen zij hem de benen niet stuk, maar een van de soldaten doorstak zijn zijde met een lans; terstond kwam er bloed en water uit. Die het gezien heeft getuigt hiervan; zijn getuigenis is waar en hij weet dat hij de waarheid zegt, opdat ook gij zoudt geloven. Zo spreekt de Heer. Wij danken God. Homilie Voorbede Men kan uit een van de volgende voorbeden kiezen maar men kan ze ook aan passen aan de omstandigheden van parochie of families. 1. Broeders en zusters, laat ons samen bidden en ons beroepen op de barmhartigheid van Jezus Christus voor deze kleinen die de genade van het doopsel gaan ontvangen; voor hun ouders, hun peters en meters, voor allen die gedoopt zijn. Heer, geef deze kinderen door het doopsel het nieuwe leven en neem hen op in de heilige Kerk; laat hen delen in het mysterie van uw dood en verrijzenis. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Maak deze kinderen door het doopsel en vormsel tot trouwe volgelingen en getuigen van uw Blijde Boodschap. Heer, wij bidden U, verhoor ons. 16 Heilig het leven van deze kinderen en leid hen naar de vreugde van het Rijk van God. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Geef, dat de ouders, de peters en meters voor deze kinderen een lichtend voorbeeld mogen zijn in het geloof . Heer, wij bidden U, verhoor ons. Bewaar deze gezinnen in uw liefde. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Vernieuw in ons allen de genade van het doopsel. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Nu volgt de aanroeping van de heiligen. 2. Wij zijn geroepen om Gods eigen volk te zijn, een koninklijke priesterschap, een heilige natie; laat ons nu Gods barmhartigheid afroepen voor deze kinderen, die de genade van het doopsel gaan ontvangen, voor hun ouders, hun peters en meters, en voor allen die door het doopsel God toebehoren. Heer, neem deze kinderen door het doopsel op in uw Kerk. Doe hem hen delen in uw goddelijk leven. Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Mogen deze kinderen die getekend zijn door het kruis, later openlijk hun geloof belijden in Christus en Hem volgen in hun verdere leven. Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Moge deze kinderen die door het doopsel op sacramentele wijze met Christus sterven en met Hem worden begraven, ook delen in zijn verrijzenis. Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Mogen ze uitgroeien tot levende leden van de Kerk door het woord en het voorbeeld van hun ouders, hun peter en meter en van ons allen. Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Heer, vernieuw de genade van het doopsel in allen, die hier aanwezig zijn. Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Mogen allen die leerling zijn van Christus 17 en worden gedoopt in het ene Lichaam, één blijven in geloof en één in de liefde. Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Nu volgt de aanroeping van de heiligen. 3. Broeders en zusters, laat ons samen bidden en ons beroepen op de barmhartigheid van jezus Christus voor deze kleinen die de genade van het doopsel gaan ontvangen; voor hun ouders, hun peters en meters, voor allen die gedoopt zijn. Laat ons de Heer bidden, dat Hij deze kinderen door het doopsel als zijn kinder(en) aanneemt. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat zij mogen uitgroeien tot ware leerlingen van Jezus Christus, met Hem verbonden als ranken met de wijnstok. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat Christus’ geboden mogen onderhouden en mogen blijven in zijn liefde. en zo de blijde boodschap verkondigen aan de mensen. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat zij, gerechtvaardigd door de genade van Jezus, de Heiland, het leven mogen erven. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat hun ouders, peters en meters hen mogen opvoeden in geloof en liefde. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat alle mensen mogen delen in de herschepping door het doopsel. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Nu volgt de aanroeping van de heiligen. 4. Wij zijn geroepen om Gods eigen volk te zijn, een koninklijke priesterschap, een heilige natie; laat ons nu Gods barmhartigheid afroepen voor deze kinderen, die de genade van het doopsel gaan ontvangen, voor hun ouders, hun peters en meters, en voor allen die door het doopsel God toebehoren. 18 Laat ons de Heer bidden dat deze kinderen door het doopsel Hem mogen toebehoren en zijn liefde ondervinden. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat zij, herboren uit het water en heilige Geest, leven uit de Geest en dit allen laten blijken. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat zij aan de verleiding van de satan kunnen weerstaan en het kwaad in leven overwinnen. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat zij de Heer beminnen uit heel hun hart en met al hun krachten en hun naasten als zichzelf. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat wij allen, hier aanwezig, deze kinderen voorgaan in echt en overtuigd geloof. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat allen, die met het kruis van Christus zijn getekend, toen zij werden gedoopt dit laten zien in hun manier van leven. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Nu volgt de aanroeping van de heiligen. 5. Bidden wij tot Christus voor deze kinderen, hun ouders, hun peters en meters en voor allen die gedoopt zijn. Dat zij herboren mogen worden tot eeuwig leven uit het water en de heilige Geest. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat zij overtuigde leden van uw Kerk worden. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat zij luisteren naar het evangelie, het bewaren in hun hart en ernaar leven. Heer, wij bidden U, verhoor ons. 19 Dat zij later mogen naderen tot het altaar en deelnemen aan uw offer dat wij daar gedenken. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat zij God en de medemens liefhebben, zoals Gij ons allen hebt geleerd. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat zij mogen groeien in heiligheid en in de wijsheid van de heilige Geest, door het woord en het voorbeeld van ons allen. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Dat uw volgelingen één mogen zijn in geloof, één in liefde. Heer, wij bidden U, verhoor ons. Nu volgt de aanroeping van de heiligen 6. Broeders en zusters, laten wij samen bidden voor deze kleine kinderen die gedoopt gaan worden, voor de ouders en peetouders en voor alle mensen die zich christen noemen. God, bron van alle leven, laat deze kinderen door het doopsel delen in uw scheppende liefde. Schenk aan hen goedheid en wijsheid voor het leven en laat hun blijdschap uitstralen over ons allen. Laat ons bidden: Heer, wij bidden U, verhoor ons. God, licht dat in de wereld schijnt, open de ogen van deze dopelingen voor uw vriendelijk licht. Dat zij de weg mogen vinden en volgen die Jezus Christus ons is voorgegaan en die leidt tot het eeuwig geluk. Laat ons bidden: Heer, wij bidden U, verhoor ons. God laat de dauw van uw zegen neerdalen over deze dopelingen. Dat hun gaven zich mogen ontvouwen tot volle pracht en rijpheid om vruchten voort te brengen van liefde en gerechtigheid. Laat ons bidden: 20 Heer, wij bidden U, verhoor ons. God, Vader van alle mensen, geef de ouders en peetouders van deze dopelingen het vermogen hen te helpen als volgeling van Jezus, de Christus, te leven. Laat ons bidden: Heer, wij bidden U, verhoor ons. God die ons verlost en bevrijdt, vernieuw en versterk in alle gedoopten het geloof, de hoop en de liefde en breng hen bijeen in uw koninkrijk. Laat ons bidden: Heer, wij bidden U, verhoor ons. God die ons met uw Geest bezielt en kracht tot leven schenkt, zegen deze dopelingen en heel hun familie met een goede gezondheid en vooral met het vaste vertrouwen op uw bemoedigende aanwezigheid in ons midden. Laat ons bidden: Heer, wij bidden U, verhoor ons. Aanroeping van de heiligen Heilige Maria, Moeder van God, Heilige Johannes de Doper, Heilige Jozef, Heilige Petrus en Paulus, wees onze voorspraak Hier kan men de namen van andere heilige toevoegen bijvoorbeeld de patroonheiligen van de kinderen, van de parochie of de plaats. De litanie wordt besloten met: Alle heiligen van God, wees onze voorspraak Exorcismegebed 1. Heer onze God: Gij hebt uw Zoon naar de wereld gezonden om de macht van de Boze te breken en de kwade geest uit ons te drijven, om de mens aan de duisternis te onttrekken en over te brengen naar het wonderlijk rijk van uw licht; wij bidden U: bevrijd dit kind van de smet van de eerste zonde, 21 en maak het tot woning van uw heerlijkheid, tot tempel van uw heilige Geest. Door Christus onze Heer. Amen. 2. Heer, almachtige God, Gij hebt uw enige Zoon gezonden om de mens te bevrijden uit de zonde, de slavernij, om hem te roepen tot de ware vrijheid; wij bidden U voor deze kinderen die de verleiding van deze wereld zullen ondervinden en moeten vechten tegen het kwaad: bevrijd hen van de smet van de eerste zonde, door de kracht van het lijden, sterven en verrijzen van uw Zoon; geef hun de genade van uw Gezalfde en blijf hen op hun levensweg begeleiden. Door Christus onze Heer. Amen. 3. Barmhartige God, Gij hebt uw Zoon naar de wereld gezonden om de macht van de duivel te breken, de duisternis te verdrijven en bevrijding te brengen van Adams schuld. Door de verlossing kunnen wij weer nieuwe en vrije mensen worden om te leven als kinderen van het licht. Geef ook deze kinderen deel aan die vrijheid en neem hen blijvend onder uw hoede om U, God, trouw te kunnen blijven in de bekoringen van het kwaad. Geef hun kracht en sterkte door uw Geest van liefde en heiligheid. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Amen. Zalving met olie van de geloofsleerlingen. De dopelingen worden nu een voor een met de olie van de geloofsleerlingen gezalfd op de borst. Daarbij zegt de bedienaar: De kracht van Christus, de Heiland, moge jullie sterken. Als teken daarvan zalven we jullie met de olie in de naam van onze Heer, de Gezalfde, 22 die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen. HET DOOPSEL Men trekt nu in processie van de plaats van de woorddienst naar de plaats waar de doopvont staat. Viering van het Doopsel In de eigenlijke viering van het doopsel kunnen we de volgende onderdelen onderscheiden: ZEGENING EN AANROEPING VAN GOD OVER HET WATER AFZWERING EN GELOOFSBELIJDENIS De onderdelen komen hierna met hun keuzemogelijkheden aan bod. Zegening of aanroeping van God over het water Alleen in de paastijd wordt het doopwater gebruikt dat in de paasnacht gezegend is. Buiten de paastijd wordt bij voorkeur telkens opnieuw doopwater gezegend. Overgebleven doopwater kan als wijwater worden gebruikt. Als inleiding herinnert de celebrant aan de betekenis van het water in de heilsgeschiedenis. Daarna bidt hij een van de volgende gebeden over het water: 1. Zegengebed buiten de paastijd. God, de grootheid waarmee Gij U in tekenen aan de wereld toont, is niet te meten; op vele wijze zien wij in het water uw kracht die mensen ten leven wekt. Want in het begin van de wereld joeg uw Geest als een storm over het water en het water ontving van U zijn levenskracht. De grote overstroming was het begin van een nieuwe geboorte: door het geheim van hetzelfde water betekende de zondvloed het einde van een misvormde wereld en het ontstaan van nieuwe kracht. Gij hebt, God, het nageslacht van Abraham droogvoets door de Rode Zee laten trekken toen zij uit de Egyptische slavernij waren bevrijd; zij zijn onze voorgangers, want ook wij willen bij de doop onder uw geleide door het water gaan. Uw Zoon Jezus Christus werd gedoopt door Johannes in het water van de Jordaan, 23 Hij werd aangeraakt, gezalfd door de heilige Geest. Later, toen Hij aan het kruis hing, vloeiden water en bloed tezamen uit zijn zijde. Na zijn verrijzenis droeg Hij zijn leerlingen op: ”Trekt uit en onderricht alle volkeren; doopt hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest”. Zie dan nu neer op uw volk dat hier voor U staat en open uw bron van leven voor hen. Stort in dit water de Geest uit van uw eengeboren Zoon en laat allen die toch geschapen zijn naar uw beeld, God en Heer, door het teken van de doop vrij zijn van al het kwaad dat hen raken kan en doe ze kinderen zijn van uw geslacht, herboren uit water en heilige Geest. De celebrant raakt nu het water aan met zijn rechterhand en vervolgt: Wij vragen U: laat door uw Zoon de levenskracht van de heilige Geest als een storm over dit water gaan, zodat allen die door de doop samen met Christus zijn begraven ook met Hem uit het graf zullen opstaan en leven door Christus onze Heer. Amen. 2. Zegengebed buiten de paastijd. Goede Vader, uit de doopvont hebt Gij levend water naar ons laten stromen en ons leven vernieuwd. Gezegend zij God. Gij laat allen die uit water en geest zijn gedoopt, samenkomen als één volk in Jezus Christus, uw Zoon. Gezegend zij God. Gij bevrijdt ons door uw Geest van liefde die in ons woont, en schenkt ons uw vrede. Gezegend zij God. Gij kiest U een volk om in de wereld voor alle naties te getuigen van de blijde boodschap 24 van uw Gezalfde, Jezus onze Heer. Gezegend zij God. Wil dit water + zegenen, waaruit deze kinderen (N. en N.) herboren zullen opstaan, en schenk het eeuwig leven aan hen allen die Gij geroepen hebt in het geloof van de Kerk tot het bad van de wedergeboorte. Door Christus onze Heer. Amen. 3. Zegengebed over het water buiten de paastijd Gezegend zijt Gij, God, almachtige Vader, die het water hebt geschapen om te reinigen en leven te schenken. Gezegend zij God. Gezegend zijt Gij, God eniggeboren Zoon, Jezus Christus: uit uw zijde vloeide water en bloed, en door uw dood en verrijzenis werd de Kerk geboren. Gezegend zij God. Gezegend zijt Gij, God, Heilige Geest: Gij hebt Christus gezalfd bij zijn doop in de Jordaan; in U worden ook wij gedoopt. Gezegend zij God. Kom, Heer God onze Vader, en heilig dit water, reinig allen die erin gedoopt worden van de zonde en neem hen aan als uw kinderen. Wij bidden U, verhoor ons, Heer. Heilig dit water en laat hen, die hierdoor delen in de dood en de verrijzenis van Christus gelijk worden aan het beeld van uw Zoon. Wij bidden U, verhoor ons, Heer. Heilig dit water, en laat hen, die Gij zelf kiest, herboren worden uit de heilige Geest en voeg hen bij uw volk. Wij bidden U, verhoor ons, Heer. 4. Dankgebed in de paastijd als het water al gezegend is 25 Gezegend zijt Gij, God, almachtige Vader, die het water hebt geschapen om te reinigen en leven te schenken. Gezegend zij God. Gezegend zijt Gij, God eniggeboren Zoon, Jezus Christus: uit uw zijde vloeide water en bloed, en door uw dood en verrijzenis werd de Kerk geboren. Gezegend zij God. Gezegend zijt Gij, God, Heilige Geest: Gij hebt Christus gezalfd bij zijn doop in de Jordaan; in U worden ook wij gedoopt. Gezegend zij God. Heer, Gij hebt deze kinderen geroepen in het geloof van de Kerk tot het bad van de wedergeboorte; geef hun door het mysterie van dit gezegende water het nieuwe en eeuwige leven. Door Christus onze Heer. Amen. 5. Dankgebed in de paastijd als het water gezegend is Goede Vader, uit de doopvont hebt Gij levend water naar ons laten stromen en ons leven vernieuwd. Gezegend zij God. Gij laat allen die uit water en geest zijn gedoopt, samenkomen als één volk in Jezus Christus, uw Zoon. Gezegend zij God. Gij bevrijdt ons door uw Geest van liefde die in ons woont, en schenkt ons uw vrede. Gezegend zij God. Gij kiest U een volk om in de wereld voor alle naties te getuigen van de blijde boodschap van uw Gezalfde, Jezus onze Heer. 26 Gezegend zij God. Heer, Gij hebt deze kinderen geroepen in het geloof van de Kerk tot het bad van de wedergeboorte; geef hun door het mysterie van dit gezegende water het nieuwe en eeuwige leven. Door Christus onze Heer. Amen. Inleiding op de afzwering en de geloofsbelijdenis 1. Beste ouders, peter en meter: u bent met uw kind hier gekomen voor de viering van het doopsel; dit betekent, dat uw kind in dit sacrament door Gods liefde nieuw leven zal ontvangen uit het water en de heilige Geest. Zorgt ervoor, dat uw kind groeit in het geloof. Doet alles wat mogelijk is om dit van God ontvangen leven te vrijwaren van de besmetting van het kwaad en het te laten groeien in welbehagen bij God en bij de mensen. Als u dus bereid bent in het licht van het geloof deze taak te aanvaarden: vernieuwt dan uw doopbeloften en verklaart opnieuw dat u wilt afzien van het kwaad en van de zonde; belijdt uw geloof in Jezus Christus, het geloof van de Kerk, waarin uw kind wordt gedoopt. 2. Beste ouders, peters en meters, in heel het menselijk leven hebben wij te maken met goed en kwaad. de heilige Schrift vertelt over de zonde van de eerste mens, van Adam en Eva. Als hun nakomelingen delen wij allen in de gevolgen van die zonde. Sterker dan de macht van de zonde in het begin is echter de genade van Jezus Christus. Door zijn leven, dood en verrijzenis is ons door God de nieuwe Adam geschonken. Bij het doopsel worden wij opgenomen in Christus. Daarom wijzen wij eerst de macht van de zonde af om daarna ons geloof in Jezus Christus te belijden, het geloof waarin uw kind gedoopt wordt. Afzwering en geloofsbelijdenis 1. 27 Ouders, peters en meters, wilt u kwaad en onrecht afwijzen om te leven in de vrijheid van Gods kinderen? Ja, dat wil ik. Wilt u de bekoringen van de zonde afwijzen om niet in de greep van het kwaad te komen? Ja, dat wil ik. Wilt u satan afwijzen, de aanstichter van alle zonde? Ja, dat wil ik. Gelooft u in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde? Ik geloof. Gelooft u in Jezus Christus, zijn eengeboren Zoon, onze Heer, die geboren is uit de maagd Maria, die geleden heeft, gestorven en begraven is, die uit de dood is opgestaan en zit aan God rechterhand? Ik geloof. Gelooft u in de heilige Geest, de heilige Katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven? Ik geloof. Dit is ons geloof, dit is het geloof van de Kerk, dat wij met overtuiging belijden in Jezus Christus onze Heer. Amen. 2. Verzaakt u aan de satan? Ja, ik verzaak. En al zijn werken? Ja, ik verzaak. En aan zijn verleiding? Ja, ik verzaak. Gelooft u in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde? Ik geloof. Gelooft u in Jezus Christus, zijn eengeboren Zoon, onze Heer, die geboren is uit de maagd Maria, 28 die geleden heeft, gestorven en begraven is, die uit de dood is opgestaan en zit aan God rechterhand? Ik geloof. Gelooft u in de heilige Geest, de heilige Katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven? Ik geloof. Dit is ons geloof, dit is het geloof van de Kerk, dat wij met overtuiging belijden in Jezus Christus onze Heer. Amen. 3. Wilt u bijgelovige en magische praktijken afwijzen die u en uw kind afhouden van God? Ja, dat wil ik. Wilt u onrecht en geweld afwijzen, en iedere vorm van verslaving, die u overleveren aan de macht van het kwaad? Ja, dat wil ik. Wilt u de boze afwijzen, die ons verleidt tot de zonde? Ja, dat wil ik. Gelooft u in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde? Ik geloof. Gelooft u in Jezus Christus, zijn eengeboren Zoon, onze Heer, die geboren is uit de maagd Maria, die geleden heeft, gestorven en begraven is, die uit de dood is opgestaan en zit aan God rechterhand? Ik geloof. Gelooft u in de heilige Geest, de heilige Katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven? Ik geloof. Dit is ons geloof, dit is het geloof van de Kerk, dat wij met overtuiging belijden in Jezus Christus onze Heer. 29 Amen. Doopsel Wilt u dus dat N. wordt gedoopt in het geloof van de kerk, dat we zo juist hebben beleden? Ja, dat willen wij. N., ik doop u in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. tijdens deze woorden begiet de bedienaar de dopeling drie maal of dompelt hem drie maal onder. VERKLARENDE RITEN De onderverdeling is: ZALVING MET CHRISMA. HET DOOPKLEED. DE DOOPKAARS EFFETA. Zalving met chrisma De almachtige God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die jullie heeft bevrijd uit de zonde en het nieuwe leven heeft gegeven uit het water en de heilige Geest, heeft jullie opgenomen in zijn volk. Hij zalft jullie nu met het heilzame chrisma. Zoals Christus is gezalfd tot priester, koning en profeet, zo mogen jullie als ledematen van zijn Lichaam voor altijd delen in het eeuwig leven. Amen. Nu zalft de celebrant de gedoopte met chrisma op de kruin. Het witte kleed N. en N., jullie zijn bekleed met Jezus Christus en een nieuwe mens geworden. Moge dit witte kleed het teken zijn van wat jullie zijn geworden; houdt jullie verdere leven vrij van de besmetting van het kwaad tot in het eeuwig leven. Wij wensen jullie toe, dat je hierin wordt geholpen 30 door het woord en het voorbeeld van jullie ouders, familie en bekenden. Het kind ontvangt nu het witte doopkleed. De doopkaars De priester/diaken neemt de paaskaars en zegt: Ontvang het Licht van Christus. De vader of de peter steekt de doopkaars aan aan de paaskaars. 1. Beste ouders, peter en meter, aan u de taak dit licht brandend te houden. Zorgt ervoor, dat uw kinderen, die door Christus zijn verlicht, blijven leven in dit licht en in hun geloof volharden. Dan zullen ze bij de komst van de Heer met alle heiligen Hem tegemoet gaan en een plaats vinden in Gods woning. 2. Beste ouders en peetouders, Jezus heeft gezegd dat Hij als een licht in deze wereld is gekomen, opdat al wie in Hem gelooft, niet in duisternis blijft. Gelooft in dit licht en houdt het brandend, zodat uw kind de glans en de warmte uitstraalt van een vaste levensovertuiging en een sterk geloof. Effetaritus De celebrant raakt met zijn duim de oren en de mond van de gedoopte aan met de woorden: Onze Heer Jezus, gaf aan doven het gehoor terug en stommen liet Hij spreken; moge Hij jou geven, dat je spoedig zijn woord kunt verstaan en je geloof kunt belijden tot eer van God onze Vader. Amen. SLOTRITUS De indeling is als volgt: HET GEBED DES HEREN 31 ZEGEN EN WEGZENDING TOEWIJDING AAN MARIA. Gebed des Heren Allen trekken nu naar het altaar, tenzij de doop in de altaarruimte wordt toegediend. Staande voor het altaar zegt de celebrant: Beste ouders, peter en meter, uw kinderen zijn door het doopsel herboren, ze zijn kinderen van God; over een aantal jaren zullen zij in het sacrament van het vormsel de volheid van de heilige Geest ontvangen en naar het altaar gaan om deel te nemen aan de Maaltijd des Heren; te midden van de gemeenschap zullen zij God als hun Vader aanroepen. Laten wij allen, hier aanwezig, nu in de naam van deze kinderen in de geest van het kindschap Gods die we allen hebben ontvangen, samen bidden zoals de Heer het ons heeft geleerd: Onze Vader die in de hemel zijt, uw Naam worde geheiligd, uw rijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Zegen 1. De Heer, de almachtige God, heeft ons zijn Zoon geschonken: die geboren is uit de maagd Maria; door Hem geeft Hij troost en vreugde aan alle moeders, omdat zij weten, dat voor hun kinderen het eeuwig leven is weggelegd: Hij moge deze moeders met haar kinderen zegenen: dat ze zo dankbaar en gelukkig mogen blijven als op dit ogenblik, in Christus Jezus onze Heer. Amen. De Heer, de almachtige God, is de Gever van het leven hier op aarde, 32 en van het leven in de hemel; Hij moge deze vaders zegenen: dat zij samen met hun echtgenoten door woord en voorbeeld laten zien dat zij geloven in het woord van Jezus Christus onze Heer. Amen. De Heer, de almachtige God, heeft ons door de heilige Geest nieuw leven gegeven, en heeft ons uit het water doen opstaan tot het eeuwig leven: Hij moge alle gelovigen vervullen met zijn rijke zegen: dat zij als waarachtige leden altijd en overal behoren bij zijn volk; Hij schenke allen, hier aanwezig, zijn vrede, in Christus Jezus, onze Heer. Amen. Zegene u de almachtige God, Vader, Zoon + en heilige Geest. Amen. Gaat nu allen heen in vrede. Wij danken God. 2. God, de oorsprong van het leven, moge uw gezinnen vreugde en dankbaarheid schenken vanwege de geboorte van uw kinderen. Moge Hij uw geloof versterken en U nabij zijn in liefde voor elkaar. Door Christus onze Heer. Amen. Zegene u de almachtige God, Vader, Zoon + en heilige Geest. Amen. Gaat nu allen heen in vrede. Wij danken God. Toewijding aan Maria Het is goed de gewoonte die in ons land bestaat om na de doop naar het Mariabeeld te gaan te handhaven. Men kan dan het volgende gebed bidden: Heilige maagd Maria, wees gegroet. Gij zijt de moeder van God. Uit u is geboren de zon van de gerechtigheid, 33 het waarachtige licht, onze Heer Jezus Christus; Hem hebt gij gevoed en in uw armen gedragen, in vreugde en verdriet hebt gij Hem grootgebracht. Zo wilt gij ook onze moeder zijn en zijt gij onze voorspreekster bij uw Zoon. Gij staat ons bij in onze nood, gij, de troost en de steun van allen die u zoeken. Wij vragen U: wees ook een moeder voor de kleine N. en N. zodat deze mensenkinderen kunnen opgroeien in goede gezondheid en in de gemeenschap met uw Zoon waartoe zij in het doopsel geheiligd zijn. Laat deze kinderen in hun leven langs veilige wegen gaan, beschermd tegen alle gevaren, zodat zij ongeschonden het zegel van Gods Geest mogen bewaren. Moge deze kinderen blijmoedig de mensen dienen en zich inzetten voor de komst van het koninkrijk van God, die leeft in de eeuwen der eeuwen Amen 34