Woon- zorgcentrum De Golfstroom

advertisement
Benchmarkrapport:
Woon- zorgcentrum De Golfstroom
Kengegevens
Kengegevens
Organisatorische eenheid
Postcode
Naam concern
Woon- zorgcentrum De Golfstroom
1785 RK
Stichting Vrijwaard
1
Woon- zorgcentrum De Golfstroom
Kwaliteitsindicatoren per jaar
Onderstaande tabellen geven een uitsplitsing per indicator per jaar. De indicatoren zijn per jaar apart weergegeven, omdat de gemeten indicatorenset
per jaar verschilt. Ook kan de methode voor het meten van een kwaliteitsvariabele over de jaren veranderen. Hierdoor zijn de indicatorensets niet direct
over de jaren vergelijkbaar. In de tabellen worden ook de z-scores aangegeven (zie bijlage). Bij de CQ-index betekent een hogere z-score een relatief
hogere waarde van tevredenheid. Bij de ZI-metingen betekent een hogere z-score op de meeste indicatoren een lagere waarde, bijvoorbeeld minder
valincidenten. Lage indicatorscores hoeven niet te betekenen dat de kwaliteit slecht is. De scores zijn bedoeld om meer inzicht te verschaffen, en dienen
als basis voor een inhoudelijke discussie over de daadwerkelijk geleverde kwaliteit. Er kunnen geen conclusies worden getrokken enkel op basis van de
indicatorscores.
2
Woon- zorgcentrum De Golfstroom
Kwaliteit 2013, OE
waarde
Aanbevelingsvraag - Net Promotor Score (NPS)
Antipsychotica
Depressieve symptomen
Ervaren bejegening
Ervaren beschikbaarheid personeel
Ervaren informatie
Ervaren inspraak
Ervaren kwaliteit personeel
Ervaren veiligheid
Ervaringen met (lichamelijke) verzorging
Ervaringen met eten en drinken
Ervaringen met eten en drinken: Sfeer
Ervaringen met eten en drinken: Smaak
Gastvrijheid: Ervaren privacy
Gastvrijheid: Ervaringen met schoonmaken
Medicijnincidenten
Omgang met elkaar
Probleemgedrag
Risicosignalering zorgproblemen - Opvolging - Depressie
Risicosignalering zorgproblemen - Opvolging - Huidletsel
Risicosignalering zorgproblemen - Opvolging - Incontinentie
Risicosignalering zorgproblemen - Opvolging - Ondervoeding/Overgewicht
Risicosignalering zorgproblemen - Opvolging - Problemen medicatiegebruik
Risicosignalering zorgproblemen - Opvolging - Vallen
Risicosignalering zorgproblemen - Uitvoering - Depressie
Risicosignalering zorgproblemen - Uitvoering - Huidletsel
Risicosignalering zorgproblemen - Uitvoering - Incontinentie
Risicosignalering zorgproblemen - Uitvoering - Ondervoeding/Overgewicht
Risicosignalering zorgproblemen - Uitvoering - Problemen medicatiegebruik
Risicosignalering zorgproblemen - Uitvoering - Vallen
Valincidenten
Vrijheidsbeperkende maatregelen - Prevalentie
Zinvolle dag
8.41
37.95
12.98
44.41
98.98
99.41
99.55
96.98
99.72
99.52
98.58
99.79
99.78
98.58
94.61
99.76
8.29
0.40
gemiddelde
34.51
10.28
17.73
3.38
2.75
3.50
3.22
3.50
3.79
3.25
3.48
3.52
3.02
3.67
3.18
5.86
3.13
18.75
96.15
97.50
98.04
96.25
97.98
97.34
80.04
84.51
83.36
82.55
81.95
83.82
9.26
0.84
3.45
z-score
0.2
-2.5
-1.9
-2.3
0.6
0.4
0.4
0.1
0.4
0.5
0.6
0.6
0.6
0.6
0.4
0.6
0.6
0.5
3
Woon- zorgcentrum De Golfstroom
Kwaliteit 2012, OE
Effect van zorg op iemands leven: Depressieve symptomen
Ervaren bejegening
Ervaren beschikbaarheid personeel
Ervaren informatie
Ervaren inspraak
Ervaren kwaliteit personeel
Ervaren veiligheid
Ervaringen met (lichamelijke) verzorging
Ervaringen met eten en drinken
Ervaringen met maaltijden: Sfeer
Ervaringen met maaltijden: Smaak
Gastvrijheid: Ervaren privacy
Gastvrijheid: Ervaringen met inrichting
Gastvrijheid: Ervaringen met schoonmaken
Leven in vrijheid: Antipsychotica
Leven in vrijheid: Vrijheidsbeperkende maatregelen - Prevalentie
Medicijnincidenten
Omgang met elkaar
Probleemgedrag
Valincidenten
Zinvolle dag
waarde
25.87
3.21
2.61
3.47
3.23
3.43
3.78
3.53
2.93
2.73
3.93
98.83
3.00
3.75
0.36
19.74
3.00
39.14
14.22
3.55
gemiddelde
17.55
3.39
2.78
3.45
3.25
3.53
3.80
3.36
3.49
3.53
3.11
3.81
94.20
3.30
9.46
0.90
5.81
3.13
16.59
10.27
3.44
z-score
-1.2
-0.7
-0.5
0.2
0.0
-0.8
-0.2
0.6
-3.3
-1.2
0.6
0.4
-1.1
0.8
0.6
-2.9
-0.6
-3.1
-2.1
0.4
4
Woon- zorgcentrum De Golfstroom
Kwaliteit 2011, OE
Antipsychotica
Depressieve symptomen
Ervaren bejegening
Ervaren beschikbaarheid personeel
Ervaren betrouwbaarheid zorgverleners
Ervaren informatie
Ervaren inspraak en overleg
Ervaren privacy en woonruimte
Ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlening
Ervaren respectering rechten vrijheidsbeperking
Ervaren samenhang in zorg
Ervaren sfeer
Ervaren telefonische bereikbaarheid
Ervaren veiligheid woon- en leefruimte
Ervaren zelfstandigheid / autonomie
Ervaringen met dagbesteding en participatie
Ervaringen met lichamelijke verzorging
Ervaringen met maaltijden
Ervaringen met schoonmaken
Ervaringen met zorgleefplan en evaluatie
Ervaringen op het gebied van mentaal welbevinden
Huidletsel
Incontinentie - diagnose
Incontinentie - prevalentie
Medicijnincidenten
Probleemgedrag
Valincidenten
Voedingstoestand - Onbedoeld gewichtsverlies
Vrijheidsbeperkende maatregelen - prevalentie
waarde
5.31
13.56
28.95
95.32
72.88
2.68
25.29
12.64
0.32
0.45
gemiddelde
9.77
17.16
3.59
3.10
3.53
3.44
3.19
3.83
3.51
3.31
3.21
3.34
3.41
3.46
3.51
3.23
3.47
3.25
3.32
3.81
3.35
9.16
79.86
68.50
5.35
16.03
10.08
0.42
0.79
z-score
0.6
0.5
-4.2
-0.6
-0.3
0.5
-1.3
-1.2
0.6
0.4
5
Woon- zorgcentrum De Golfstroom
Benchmark financiële kengetallen van het concern
Onderstaande tabel geeft de waarden weer voor enkele veelgebruikte financiële kengetallen. De kengetallen worden gemeten op het niveau van het
concern. Een concern heeft vaak meerdere organisatorische eenheden. Een overzicht van de achtergrond en berekening van de kengetallen is gegeven in
bijlage 1. De tabel geeft tevens de benchmarkscores (z-scores) weer ten opzichte van alle concerns die intramurale ouderenzorg (V&V) verlenen. Alle
instellingen die aangeven minstens tien cliënten in de instelling op basis van een ZZP te hebben, zijn meegenomen in de benchmark. Als een instelling
zelf minder dan tien intramurale cliënten heeft, is hij niet meegenomen in de benchmark. Een positieve z-score geeft een hogere score dan het
gemiddelde op het bijbehorende kengetal weer. Een negatieve score geeft een score onder het gemiddelde weer. De scores geven niet weer hoe goed er
gepresteerd wordt, alleen in hoeverre de instelling boven of onder het gemiddelde scoort. De kleurenschaal gaat van donkerroze(<-3) naar
donkergeel(>3). Een hogere score is niet per definitie beter, zoals toegelicht in bijlage 1.
Financiële kengetallen Concern
Omzetstijging
Nettoresultaat
Solvabiliteit
Weerstandvermogen
Kapitaalintensiteit
Liquiditeit
Rendement op activa
Rendement op eigen vermogen
Ebitda
DSCR1
DSCR2
Gemiddeld budget per cliënt
Gemiddeld aantal fte per cliënt
Verzuim
Gecorrigeerd gemiddeld loon
Deel inhuur van personeelskosten
Deeltijdratio
2011
waarde
z-score
4.7%
-0.1
0.6%
-0.4
67.4%
1.6
20.5%
-0.3
0.30
-1.1
232.4%
0.0
0.01
-0.5
1.6%
0.0
3.1%
-0.9
€ 36,114
0.55
4.1%
€ 39,031
0.5%
0.56
-0.4
-0.1
-1.0
-0.1
-0.6
0.2
2012
waarde
9.0%
3.0%
69.0%
21.8%
0.32
195.9%
0.09
12.8%
5.3%
€ 40,593
0.61
4.4%
€ 40,199
0.7%
0.57
z score
-0.1
-0.1
1.5
-0.3
-1.1
0.0
0.4
0.1
-0.6
waarde
4.8%
0.4%
68.6%
21.2%
0.35
260.5%
0.00
0.4%
2.8%
2013
z score
0.1
-0.3
1.8
-0.5
-1.1
0.0
-0.5
0.0
-0.9
-0.1
-0.1
-0.7
-0.2
-0.5
0.3
€ 32,864
0.50
3.8%
€ 41,111
0.9%
0.60
-0.8
-0.5
-0.9
-0.8
-0.6
0.5
6
Woon- zorgcentrum De Golfstroom
Bijlage 1 Beschrijving kwaliteitsvariabelen
De kwaliteit wordt gemeten door middel van een aantal indicatoren, welke per jaar wisselen. Voor 2011 zijn 29 indicatoren meegenomen in de
benchmark, voor 2012 zijn dat er 21, en voor 2013 zijn dit er 36. Om de kwaliteitsindicatoren over tijd vergelijkbaar te maken zijn de indicatoren die
alleen in 2013 zijn gemeten niet meegenomen in de totaalscore. De indicatoren zijn te verdelen in zorginhoudelijke uitkomstindicatoren, zoals het
percentage medicijnincidenten of het percentage valincidenten, en ervaren uitkomsten, zoals de ervaren beschikbaarheid van personeel en de ervaren
sfeer. Deze indicatoren worden uitgevraagd op het niveau van afdeling van een locatie (vv, pg of zt). De zorginhoudelijke proces- en uitkomstindicatoren
(ZI) worden jaarlijks gerapporteerd door de instelling zelf en beschikbaar gesteld aan het kwaliteitsinstituut voor publicatie. De ervaren
uitkomstindicatoren of ‘client-quality indicators’ (CQ) worden eens in de twee jaar per locatie gemeten. De betrouwbaarheid van de variabele hangt
onder andere af van het aantal respondenten. Er zit tussen instellingen variatie in de waarde van de indicatoren: sommige instellingen scoren hoger dan
andere instellingen. De vraag welke waarde ‘goede’ kwaliteit is, en welke waarde ‘slechte’ kwaliteit, is een normatieve vraag. Het is lastig om de grenzen
te bepalen waartussen instellingen moeten scoren op de indicatoren. De methode die hier is toegepast, meet de mate waarin instellingen beter scoren of
slechter scoren dan het gemiddelde. Een instelling die gemiddeld scoort heeft een waarde van 0. Een instelling die bovengemiddeld scoort heeft een
positieve waarde, en een instelling die benedengemiddeld scoort een negatieve. De hoogte van de score hangt af van hoeveel beter de orgnisatorische
eenheid scoort ten opzichte van de andere organisatorische eenheden van V&V-instellingen. De waarden worden omgezet van een kwaliteitsscore naar
een benchmarkscore. De benchmarkscore zegt dus niets over de hoogte van de kwaliteit van de instelling, maar over de positie van het concern ten
opzichte van de andere concerns. Een concern met een lage benchmarkscore levert dus niet noodzakelijk slechte kwaliteit, het zegt alleen dat het
concern ten opzichte van de andere concerns minder goed scoort. Misschien is de kwaliteit prima, maar leveren de andere concerns allemaal
uitmuntende kwaliteit. Hierbij moet tevens rekening gehouden worden met de beperkte capaciteit van de indicatoren om de kwaliteit goed te meten. Er
zit mogelijk veel ruis in de indicatoren, waardoor puur op basis van kans een slechte of goede score mogelijk is. De benchmarkscores moeten dus worden
gezien als indicatie, en kunnen niet gebruikt worden om concerns te rangschikken op basis van kwaliteit.
De benchmarkscore is de z-score (standaardnormale score) en wordt als volgt berekend:
Waarbij subscript i staat voor de kwaliteitsvariabele per concern,
is de waarde van de indicator i, is de gemiddelde waarde van de indicator i en
de standaardafwijking. Deze formule geeft voor elke variabele een waarde met gemiddelde 0 en een standaardafwijking van 1 (z-waarde).
is
Achterliggende informatie en analyses zijn op aanvraag beschikbaar. Voor vragen over methodiek is het volgende e-mailadres beschikbaar:
[email protected]. Het benchmarkrapport is met alle zorgvuldigheid gemaakt. Toch kan het gebeuren dat ergens een foutief getal of
percentage wordt vernoemd. Wij verzoeken u contact op te nemen indien u een foutief getal tegenkomt.
7
Woon- zorgcentrum De Golfstroom
Bijlage 2 Beschrijving financiële kengetallen











Omzetstijging geeft weer hoezeer de omzet is gegroeid ten opzichte van het voorgaande jaar. De omzetstijging wordt gemeten door het totale
budget van jaar t min het totale budget in jaar t-1 te delen door het totale budget in jaar t. Dit percentage geldt voor alle activiteiten van het
concern.
Het netto bedrijfsresultaat geeft weer welk percentage van de inkomsten niet wordt besteed aan uitgaven. Het is een soort ‘winst’ voor de
instelling, wat in een later jaar uitgegeven kan worden. Het bedrijfsresultaat versterkt het eigen vermogen van de instelling. Het nettoresultaat is
het resultaat na dotaties, afschrijvingen, financieel saldo en belastingen.
De solvabiliteit is het aandeel eigen vermogen in het totale vermogen van de instelling. Een gezonde instelling houdt een solvabiliteit van
minstens 10-20% aan om eventuele negatieve schokken te kunnen opvangen.
Het weerstandvermogen geeft aan hoeveel verlies een instelling kan opvangen met het eigen vermogen. Ook hierbij wordt meestal uitgegaan van
een weerstandvermogen van ongeveer 15%.
De kapitaalintenisteit geeft weer hoeveel vermogen er nodig is om een euro omzet te genereren. Gemiddeld heeft de sector een ratio van
ongeveer 0,8 tot 0,9. Dit betekent dat voor elke euro omzet ongeveer 80 cent aan kapitaalgoederen nodig is.
De liquiditeit meet of de instelling genoeg vrij besteedbaar vermogen heeft om aan de kortetermijnverplichtingen te kunnen voldoen. Een te hoge
liquiditeit kan betekenen dat ‘geld onbenut op een bankrekening’ staat. Er wordt geadviseerd om een liquiditeit van ongeveer 100% tot 200%
aan te houden.
Het rendement op activa wordt berekend door de brutomarge te delen door de totale activa. Het is een maatstaf voor de efficiëntie van de
instelling.
Het rendement op eigen vermogen wordt berekend door het nettoresultaat te delen door het eigen vermogen. Dit is een ruwe indicatie in
hoeverre het eigen vermogen rendabel is geïnvesteerd.
De EBITDA geeft weer wat de inkomsten zijn voordat wordt afgeschreven op materiële en immateriële activa, rente en belastingen. De EBITDA is
sterk afhankelijk van de beslissing of een instelling de gebouwen huurt of in eigen bezit neemt. Omdat huurkosten onder reguliere uitgaven
vallen, en afschrijvingen op vastgoed in eigen bezit niet, heeft een instelling die de gebouwen huurt een lagere EBITDA. Verder zijn de
afschrijvingen op activa buiten het vastgoed zeer klein en dragen zorginstellingen normaliter geen belastingen af.
De Debt Service Coverage Ratio (DSCR) kan op twee manieren gemeten worden: in de enge zin (DSCR1) en in de ruime zin (DSCR2). De DSCR1
wordt als volgt berekend: (bedrijfsinkomsten + rente-inkomsten)/rente-uitgaven. De DSCR2 wordt als volgt berekend: EBITDA/rente-uitgaven.
De DSCR meet in hoeverre de inkomsten voldoende zijn om aan de financiële verplichtingen te voldoen. Bij een DSCR kleiner dan 1 kan de
instelling niet aan de financiële verplichtingen voldoen, en bij een DSCR groter dan 1 heeft de instelling nog mogelijkheden om nieuwe leningen
aan te gaan (in theorie). De DSCR kent een grote spreiding en kan van jaar tot jaar sterk verschillen.
Het budget per cliënt geeft weer hoeveel inkomsten per cliënt beschikbaar zijn. Dit geeft de mogelijkheden weer om zorg te verlenen, en hangt
sterk samen met de cliëntsamenstelling en de gemiddelde zorgzwaarte in de instelling.
8
Woon- zorgcentrum De Golfstroom





Het gemiddeld aantal fte per cliënt is afhankelijk van de mix tussen intramurale en extramurale cliënten. Aangezien extramurale cliënten vaak
minder contacturen hebben, is het aantal fte per cliënt bij extramurale instellingen meestal lager dan bij intramurale instellingen.
Een hoog verzuim gaat mogelijk gepaard met een lagere kwaliteit. Het gemiddelde verzuim ligt rond de 5% in deze sector.
Het gemiddeld loon wordt berekend door het aantal fte te delen door de loonsom. Het gemiddeld loon wordt gecorrigeerd voor eventuele andere
activiteiten van het concern, zodat het gecorrigeerde gemiddeld loon beter overeenkomt met de VVT-werkzaamheden.
Het deel inhuur van personeelskosten geeft aan welk percentage van de loonkosten wordt besteed aan personeel niet in loondienst (PNIL).
Ingehuurd personeel is over het algemeen duurder dan personeel in loondienst omdat vaak BTW moet worden afgedragen.
De deeltijdratio is het aantal fte gedeeld door het aantal werknemers. De deeltijdratio is de fractie van een voltijdbaan die gemiddeld wordt
gewerkt. Bij een deeltijdratio van 0,6 werkt een werknemer in loondienst gemiddeld drie dagen per week.
Disclaimer
Dit rapport is samengesteld door Celsus, academie voor betaalbare zorg, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en is
bedoeld voor publicatie op de website www.zorgopdekaart.nl. Het rapport is automatisch gegenereerd geheel op basis van openbare gegevens. Er
kunnen geen rechten aan het rapport worden ontleend. Celsus is niet verantwoordelijk voor de interpretatie van het rapport, of voor enige gevolgen voor
betrokken partijen. Het rapport is samengesteld met data uit 2011 tot 2013 en kan verouderde informatie bevatten. Kengetallen laten maar een deel van
het verhaal zien, en dienen gecombineerd en geïnterpreteerd te worden met aanvullende informatie van de instelling. Het is niet wenselijk om alleen op
basis van getallen conclusies te trekken. De getallen kunnen wel als basis dienen om het gesprek met de instelling aan te gaan. Voor meer informatie:
zie website www.zorgopdekaart.nl.
9
Woon- zorgcentrum De Golfstroom
Download